Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 5

Beoordeling 7.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vmbo | 2309 woorden
  • 8 mei 2015
  • 29 keer beoordeeld
Cijfer 7.8
29 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu

                                      Paragraaf 1.1 Van vriend tot 

  • Tijdens de Tweede Wereld oorlog vochten de Verenigde Staten, Frankrijk en Groot Brittannië samen met de Sovjet-Unie om Hitler - Duitsland te verslaan.
  • 12 juli 1945 Er werd een grote overwinningsparade in Berlijn gehouden.
  • De Verenigde Staten (VS) en de Sovjet Unie (SU) werden door de oorlog de nieuwe supermachten. De twee machtigste landen na de Tweede Wereldoorlog.
  • Frankrijk en Groot-Brittannië kwamen verzwakt uit de oorlog, de oorlog had hun veel geld gekost.
  • De koloniën van Frankrijk en Groot-Brittannië wilden na de oorlog zelfstandig worden en ze werden gesteund door de Verenigde Naties.
  • 1947Groot-Brittannië verloor India, Pakistan en Bangladesh.
  • Groot-Brittannië verloor Birma.
  • 1954Frankrijk verloor Laos, Cambodja en Vietnam. de positie van de Engelsen en Fransen werden steeds slechter.
  • Er ontstonden al snel spanningen tussen de VS en de SU :

 De VS vond dat elk land het recht had om zelf te bepalen hoe het land werd bestuurd.

 De SU vond dat elk land communistisch moest worden en de Sovjet-Unie als leider moest accepteren.

  • De oorzaak voor de tegenstelling tussen de VS en de SU is dat ze allebei een totaal verschillende samenleving hadden.

 

  • Tijdens de oorlog hadden de geallieerden besloten om Duitsland en Berlijn op te delen in vier zones. De VS, Frankrijk,Groot-Brittannië en de SU kregen ieder een deel van Duitsland en van de stad Berlijn;
  • Invloedssferen: Verdeling van de wereld in bondgenoten van de Verenigde Staten en bondgenoten van de Sovjet-Unie.
  • Oost - Europa werd het Oostblok, werd communistisch en de SU maakte de besluiten
  • West – Europa werd het Westblok, de VS maakte de besluiten en de landen kregen een vrij en democratisch bestuur.

 

                                      Paragraaf 1.2 De spanning loopt op                                        .

  • De Oostzone en Westzone van Duitsland groeiden snel uiteen.
  • Oostzone: Kreeg een communistich bestuur dat een planeconomie invoerde.
  • Westzone: Werden er vrije verkiezingen voorbereid en dankzij de Amerikaanse Dollar groeide de economie snel.
  • IJzeren gordijn: Grens dwars door Europa, die van 1945 tot 1989 het Oostblok scheidde van het Westblok in Duitsland.
  • In Berlijn was de grens die dwars door de stad liep nog open. Daar kon je nog normaal van Oost naar West reizen.
  • 1947De spanning tussen Oost en West liep snel op. Er ontstonden grote conflicten tussen de VS en de SU.
  • 1948Stalin liet alle toegangswegen naar de stad Berlijn afsluiten. Gevolg: De Amerikanen organiseerden een luchtbrug met vliegtuigen die dag en nacht vlogen om West-Berlijn te bevoorraden.
  • 1949 Stalin hief de blokkade van Berlijn op, maar de spanning werd niet minder.
  • NAVO: Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, opgericht in 1949; een militair bondgenootschap tussen de VS, Canada en een aantal Europa landen. De landen schieten elkaar te hulp als een van hen werd aangevallen.
  • Warschaupact: Militaire samenwerking tussen de Sovjet-Unie en bondgenoten, opgericht in 1955.
  • Augustus 1949: Een geslaagde proef met een Russische atoombom.
  • Koude Oorlog: Tegenstelling tussen het kapitalistische Westen en het communistische Oosten van 1945 tot 1989

 

  • 1949Duitsland werd definitief verdeeld. Duitsers woonden voortaan of in de Bondsrepubliek Duitsland (BRD: West- Duitsland), of in de Democratische Republiek (DDR: Oost - Duitsland).

 

  • 1961: De Berlijnse muur werd gebouwd.

 

  • In augustus 1961 begon de regering van Oost - Duitsland plotseling de Berlijnse Muur te bouwen. Deze muur sloot het Oosten van het Westen af. De reden was dat ze het beu waren steeds meer ontevreden Oost -Duitsers overliepen naar het Westen.

                              Paragraaf 1.3 Van conflict naar ontspanning                                  .

  • De supermachten hielden een bewapeningswedloop tijdens de Koude Oorlog. Ze konden elkaar totaal vernietigen en daardoor vermeden ze de echte oorlog
  • Bewapeningswedloop: Een soort wedstrijd tussen landen om zelf zo veel mogelijk wapens te bezitten en daarmee anderen af te schrikken.
  • De Sovjet-Unie Oost – Europa waren communistisch maar nu werd China en Noord – Korea ook communistisch. Er kwam angst bij de Amerikanen.
  • Containment: Politiek van de Verenigde Staten om de uitbreiding van het communisme tegen te houden.
  • Cubacrisis: Conflict in 1962 tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie over de plaatsing van Russische Kernraketten op Cuba die de nieuwe Sovjetleider had geplaats.
  • Chroesjtsjov: De nieuwe Sovjetleider.
  • Cuba was kort voor de crisis communistisch geworden en vroeg de hulp van de Sovjet-Unie.
  • De Amerikaanse president Kennedy liet Cuba toen met marineschepen blokkeren. Hij liet geen Russische schepen meer door en eiste verwijdering van alle kernraketten op Cuba. Na tien dagen ga de Sovjetleider toe en was het gevaar geweken. De Cubacrisis duurde 10 dagen totaal.
  • Na deze crisis begonnen de blokken voorzichtig met elkaar te praten , want ze wilde niet nog eens zoiets meemaken. Hoofdrolspelers waren Reagan en Gorbatsjov.
  • 1989: Met echte ontwapeningsafspraken beëindigen ze de Koude Oorlog.
  • Perestrojka: Hervorming van het systeem van de Sovjet-Unie om de economie te verbeteren.
  • Glasnost: Oproep van de leider van de Sovjet-Unie Gorbatsjov tot meer openheid.
  • De bevolking van andere landen in het Oostblok reageerde met massale demonstraties en protesten tegen het communisme. Tienduizenden Oost - Duitsers vluchten naar het Westen.
  • Er kwamen door deze druk vrij verkiezingen in vele Oostbloklanden en resulteerden dat het communisme zijn macht in deze landen verloor.
  • 9 november 1989: De Berlijnse muur ging open. En einde van het communisme in Oost - Duitsland.
  • 1991: Er kwam na verkiezingen ook een einde aan het communisme in de Sovjet-Unie.
  • 1991: Einde Sovjet Unie

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

                      Onderdeel 2 Internationale organisaties                                                                         Paragraaf 2.1 De Verenigde Naties                                              .

  • 1941: De Amerikaanse president Roosevelt en de Britse minister-president Churchill gaven een verklaring uit. → Zij wilden een nieuwe organisatie oprichten met als doel de vrede te handhaven.
  • De verklaring werd binnen een jaar ondertekend door tien landen, begin van de VN.
  • Juni 1945: Verenigde Naties opgericht. Doel: Internationale vrede en veiligheid te handhaven.
  • Volkenbond opgericht na de WO1, het was nooit een succes. Omdat alleen de overwinnaars en de neutrale landen lid mochten worden ( Duitsland,Oostenrijk & de Sovjet-Unie niet) en de Volkenbond had geen eigen leger.
  • Als een land lid wil worden van de VN moeten ze een verklaring ondertekenen;  het land verklaart dan mensenrechten, gelijke rechten voor man en vrouw, te eerbiedingen en het zelfbeschikkingsrecht.
  • Dit moment zijn 192 landen lid van de VN.
  • De landen van de VN verklaren: In vrede met elkaar te leven en om samen te werken.
  • Blauwhelmen: Leger van de VN dat bestaat uit verschillende soldaten uit verschillende landen, als bufferleger gelegerd worden.

               Paragraaf 2.2 Welke organisaties vallen onder de VN?                         . 

  • De VN bestaat uit verschillende onderdelen en landen mogen zelf bepalen of ze zich er aan houden:
  • In de algemene vergadering komen alle landen jaarlijks bij een en stemmen over besluiten. Het is een soort parlement. In 1948 universele verklaring van de mens→ politieke rechten voor mensen.
  • De Veiligheidsraad, belangrijkste orgaan van de VN→houdt zich bezig met vrede en veiligheid bestaat uit Frankrijk,Rusland,China&Groot-Brittannië. De leden hebben het vetorecht→Als een permanent lid tegenstemt,wordt het besluit niet aangenomen. Tien permanente leden hebben geen vetorecht.
  • Veiligheidsraad: acties veroordelen, strafmaatregelen opleggen of besluiten om een VN leger te sturen→ Ze bepalen wat het leger moet doen; vechten,strijdende partijen scheiden of toezien op orde en veiligheid.
  • Secretaris Generaal: Ziet toe wat er in de VN speelt. Secretaris Generaal kan ook zelf conflicten aankaarten bij de Veiligheidsraad→ Hij is het hoofd van de VN.
  • Regeringleiders komen jaarlijks naar de Algemene Vergadering→ Veiligheidsraad vergadert zo vaak als nodig is.
  • 1950: De Veiligheidsraad veroordeeld de vijandelijkheden.
  • Door het vetorecht kon de Veiligheidsraad bij de Koude Oorlog niet ingrijpen.
  • Vetorecht: Permanente leden van de Veiligheidsraad van de VN kunnen een besluit tegenhouden door een veto uit te spreken.
  • Veiligheidsraad: Onderdeel van de VN dat moet waken over vrede en veiligheid;bestaat uit 15 landen, waarvan vijf permanente leden met vetorecht; de andere tien landen wisselen.
  • Internationale Hof van Justitie Den Haag: Oorlogsmisdadigers en dictators worden steeds vaker voor het  Internationale Hof van Justitie uit vijandige landen.

          Paragraaf 2.3 Europese Samenwerking                                          .

  • Na de Tweede Wereldoorlog gingen veel landen samenwerken. Veel landen lagen in puin→ VS hielp Europa want dat was voor hen een afzetmarkt. De voorwaarde was dat de landen die hulp kregen economisch gingen samenwerken.
  • 1951:Nederland,België,Luxemburg,Italië,Frankrijk en West-Duitsland vormen samen de Europese Gemeenschap voor kolen en staal (EGKS).
  • Frankrijk en West-Duitsland gingen nauw samen werken in de EGKS.
  • Tegenstanders Frankrijk en West-Duitsland gingen samenwerken en gegarandeerde een blijvende vrede.
  • 1957: Oprichting Europese Economische Gemeenschap (EEG) Gemeenschappelijke Europese markt.
  • 1967: EGKS en EEG samen voegen tot een organisatie met een bestuur en een budget→ De Europese Gemeenschap (EG).
  • 1992: De EG werd vervangen door de Europese Unie ( EU).

      Onderdeel 3 Nederland na de Tweede Wereldoorlog                          .

            Paragraaf 3.1 Van zuinigheid naar overvloed                                      .

  • 1945: Na de WO II lag Nederland helemaal in puin dus wederopbouw. Dat was niet eenvoudig, want er was een groot tekort aan voedsel, brandstof en geld. Bovendien lag Duitsland, de grootse afzetmarkt van Nederland, ook in puin.
  • 1947: Marshallhulp vanuit de VS versnelde de wederopbouw. De hulp kwam goed van pas om de groei van de industrie te stimuleren en langzamerhand kwam de economie op gang.
  • Rond 1950 was er weer sprake van economische groei.
  • De overheid wilde dat werklozen, zieken en ouderen een uitkering kregen en niet aan hun lot werden overgelaten. Er ontstond onder leiding van de socialist Willem Drees een verzorgingsstaat.
  • Een verzorgingsstaat is een staat waarin burgers die geen werk hebben of niet kunnen werken, een uitkering krijgen. Iedereen die werkte moest hier door middel van premies aan meebetalen.
  • Vanaf 1957 kregen 65- plussers een AOW-uitkering. En weduwen en wezen kregen vanaf 1959 een AWW-uitkering.
  • In 1963 besloot de regering dat er hogere lonen mochten worden betaald, waardoor de mensen geld hadden om luxe artikelen te kopen.
  • Veel Nederlanders profiteerden na jaren van zuinigheid van de welvaart en de bedrijven speelden hierop in.
  • Er ontstond een consumptiemaatschappij: Maatschappij waarin mensen veel dure consumptiegoederen aanschaffen.
  • De groei leek eindeloos, tot in 1973, de oliecrisis begon met daaropvolgend een economische crisis.
  • Er kwam een enorme werkloosheid en Nederland kon slecht concurreren.

      Paragraaf 3.2 Culturele veranderingen vanaf de jaren zestig                     .

  • Onze samenleving veranderde in de jaren vijftig door de komst van Amerikaanse films en producten. Er ontstond de Amerikanisering.
  • De Nederlandse samenleving veranderde ook door de komst van mensen uit andere landen.
  • Tussen 1946 en 1964 kwamen er meer dan 300.000 mensen van Indische afkomst uit de vroegere kolonie Nederlands - Indië.
  • In de jaren zestig werd het tekort aan laaggeschoolde arbeidskrachten opgevangen door Spanjaarden,Turken,Italianen,Joegoslaven,Grieken en Marokkanen.
  • 1975 Suriname werd onafhankelijk. Veel Surinamers kwamen naar Nederland voor een beter bestaan.
  • Ook ontstonden de jongerenculturen, zoals de Nozems, Provo’s en de Hippiebeweging.
  • Nozems: Eind jaren vijftig.
  • Provo’s: Midden jaren zestig.
  • Hippiebeweging: Eind jaren zestig.
  • Ontzuiling: Het verdwijnen van verschillende zuilen en hun organisaties.
  • Ontkerkelijking: Steeds minder mensen gingen naar de kerk.

      Paragraaf 3.2 Culturele veranderingen vanaf de jaren zestig                     .

  • Onze samenleving veranderde in de jaren vijftig door de komst van Amerikaanse films en producten. Er ontstond de Amerikanisering.
  • De Nederlandse samenleving veranderde ook door de komst van mensen uit andere landen.
  • Tussen 1946 en 1964 kwamen er meer dan 300.000 mensen van Indische afkomst uit de vroegere kolonie Nederlands - Indië.
  • In de jaren zestig werd het tekort aan laaggeschoolde arbeidskrachten opgevangen door Spanjaarden,Turken,Italianen,Joegoslaven,Grieken en Marokkanen.
  • 1975 Suriname werd onafhankelijk. Veel Surinamers kwamen naar Nederland voor een beter bestaan.
  • Ook ontstonden de jongerenculturen, zoals de Nozems, Provo’s en de Hippiebeweging.
  • Nozems: Eind jaren vijftig.
  • Provo’s: Midden jaren zestig.
  • Hippiebeweging: Eind jaren zestig.
  • Ontzuiling: Het verdwijnen van verschillende zuilen en hun organisaties.
  • Ontkerkelijking: Steeds minder mensen gingen naar de kerk.

                              Paragraaf 3.3 Wij vrouwen eisen                                          .

  • 1900: Eerste feministische golf hadden vrouwen succesvol gestreden voor kiesrecht.
  • Tweede feministische golf formuleerden meisjes en vrouwen hun eisen: gelijke kansen op opleiding en werk, gelijk loon en eerlijke verdeling van betaald en onbetaald (huishoudelijk) werk. Dus gelijke rechten voor mannen en vrouwen.
  • 1964: Vrouwen konden vanaf toen zelf bepalen wanneer ze zwanger werden.
  • 1968: De Mammoetwet werd ingevoerd; Jongens en meisjes kregen dezelfde opleidingskansen na het basisonderwijs.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.