Hoofdstuk 5

5.1

Er moest veel gebeuren om Nederland te herstellen. Periode van wederopbouw brak aan.

Door de oorlog heerste er een sterk samenhorigheidsgevoel.

Werknemers, werkgevers en de overheid overlegden samen hoe ze de welvaart konden verhogen. Werknemers waren bereid tot vrijwillige loonmatiging.

Nederlandse regering gaf leiding van wederopbouw. Nieuwe wegen, havens werden gerepareerd en er werd geld geïnvesteerd in industrie.

Amerikanen steunden Nederland met Marshallhulp.

Mensen die door de mechanisering van de landbouw hun baan verloren trokken naar de stad.

-> Er kwam een tekort aan woonruimtes. Werk in de bouw ging omhoog en eind jaren ’50 was de ergste woningnood opgelost.

Welvaart groeide sterk dankzij de industrialisatie en de verhoogde landbouwproductie.

Nederland werd een welvaartsstaat.

Nederlandse regering wilde met wetten de welvaart verdelen en voorkomen dat Nederlanders in armoede zouden raken.

Na de oorlog hoopten de Nederlanders dat de verzuiling zou worden doorbreken.

Jaren ’60 : ontzuiling.

Jongeren kregen een betere opleiding en vormden makkelijker hun eigen mening.

Gevolg van ontzuiling was de ontkerking ; Nieuwe generatie had geen zin meer om naar de kerk te gaan.

5.2

Het ging beter met de economie, tweede helft van de jaren’50 vrijwillige loonmatiging losgelaten.

Minder bang voor een crisis en kochten steeds meer luxeproducten.

Ontstond een massacultuur. Onafhankelijk mens werd steeds belangrijker.

Individu stond voorop ; individualisering.

1965 : Provobeweging ontstond. Provo’s probeerden op allerlei manieren het gezag uit te dagen.

Eind jaren 60 begon de tweede feministische golf.

Dolle Mina : Een groep die zich inzette voor de gelijke rechten van de vrouw.

Opvallende acties.

Begin jaren 70 : overheid nam de roep om democratisering en inspraak over.

Burgers werden meer betrokken bij het bestuur van het land.

Regering wilde de samenleving veranderen :

- Uitkeringen verhogen

- Meer inverteren in : onderwijs, openbaar vervoer, milieu

1973 : in de hele wereld brak een economische crisis uit.

Ontstond grote werkeloosheid.

1977 : regering van liberalen en confessionelen aan de macht. Economische problemen op te lossen voerde die een no-nonsense politiek. Sleutelwoord : bezuinigen.

5.3

Mensen die migreren :

- Politieke

- Economische

- Godsdienstige motieven.

Pushfactoren : armoede, honger, oorlog of onderdrukking.

Pullfactoren : makkelijk werk kunnen vinden of een bedrijf kunnen beginnen.

Tussen 1945 en 1958 : driehonderdduizend Nederlanders en Indische Nederlanders terug uit Indonesië. Dit waren repatrianten.

1975 : veel mensen uit Suriname naar Nederland. Ze hadden weinig vertrouwen in de toekomst van een onafhankelijk Suriname.

Gastarbeiders : arbeiders uit Middellandse Zeegebied.

Nederland is een Multi-etnische samenleving.

Integratie : als immigranten de Nederlandse taal en gewoonten leren.