Hoofdstuk 5

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 907 woorden
  • 15 mei 2009
  • 213 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
213 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
Paragraaf 5.1: Een nieuw koninkrijk
Leertekst:
De Nederlandse gewesten boven de grote rivieren vormden in de 16de eeuw een onafhankelijke republiek (statenbond). Er was dus geen centraal bestuur. Tijdens Franse overheersing kreeg Nederland een grondwet. We werden een eenheidsstaat met een centrale regering en een parlement. In 1814 besloten Napoleons overwinnaars dat Belgie bij Nederland werd gevoegd. In 1815 dus ook een sterke staat aan de noordgrens van Frankrijk. Willem I werd nieuwe vorst van dit Koninkrijk der Nederlanden.

Samenvoeging werd een mislukking (zie aantekeningen). Na een opstand maakten de Belgen zich in 1839 los van Nederland.

In de grondwet stond ook de machtsverdeling tussen de vorst en de volksvertegenwoordiging. Willem I zei zich aan de grondwet te houden. Nederland werd een constitutionele monarchie → een koninkrijk (monarchie) met een grondwet (constitutie).

Willem I nam besluiten over wetten, leger en geldzaken. Hij liet kanalen graven en spoorwegen aanleggen. Ministers waren zogenaamd zijn persoonlijke assistenten, die hij benoemde en ontsloeg. Er was een volksvertegenwoordiging, maar deze had weinig invloed en werd niet gekozen door het volk. Vanaf 1815 bestond het parlement uit de Eerste en Tweede kamer, samen de Staten-Generaal. Tweede kamer konden wetsvoorstellen aannemen, de eerste kamer kon deze verwerpen. De leden van de eerste kamer werden door de koning benoemd, de leden van de tweede kamer werden door bestuurders van de provincies aangewezen. Het parlement kon mensen ontslaan. De begrotingen lagen voor tien jaar vast.

Uitroeptekenvraag:

Het koninkrijk der Nederlanden werd een constitutionele monarchie. België hoorde eerst ook bij dit koninkrijk maar maakte zich los van Nederland. Er was een parlement, het waren de eerste en tweede kamer.

Aantekeningen:
Redenen waarom België in opstand kwam tegen Nederland:
• Nederland was vooral protestant en België rooms-katholiek.
• Willem I voert het Nederlands in als officiële spreektaal i.p.v. Frans.
• Hoewel België meer hoogopgeleide mensen had, kregen Nederlanders hoge functies.
• De Belgen moeten meebetalen aan de hoge staatsschuld van Nederland.

Parlement/Statengeneraal= eerste kamer + tweede kamer.

Volksvertegenwoordiging = tweede kamer
na 1848 werd de tweede kamer gekozen door rijke mannen
tot 1848 werd de eerste kamer gekozen door de koning
kabinet = alle ministers samen
Paragraaf 5.2: De liberale revolutie van 1848

Leertekst:

In 1844 deden negen Tweede Kamerleden samen met liberaal Torbecke een voorstel om de grondwet te veranderen. De andere Kamerleden dachten nog conservatief (bestuur houden zoals het was) In 1848 brak in Parijs een revolutie uit. Uit angst gaf Willem II de liberalen gelijk.

Torbecke maakte dus een grondwet, met de volgende belangrijke punten:
• Wet geldig na goedkeuring door parlement.
• Ministeriële verantwoordelijkheid: ministers moet het parlement om goedkeuring vragen voor hun plannen. Het parlement mag ministers ook ontslaan.
• De Tweede Kamer mag wetsvoorstellen veranderen.
• Alle uitgaven moeten goedgekeurd worden door de Tweede Kamer.
• Elke vier jaar zijn er verkiezingen.
Uitroeptekenvraag:
De liberalen wilden meer vrijheid, een nieuwe grondwet, meet macht voor het parlement en minder voor de koning. In 1848 kwam er een grondwet die het parlement meer macht gaf.

Paragraaf 5.3: Gelijkheid voor iedereen
Leertekst:

Het socialisme nam het ook voor de arme arbeiders. Socialisten gingen voor een samenleving waar echt iedereen gelijk was. Grond, fabrieken en machines moesten bezit worden van de staat. Volgens een belangrijke socialist (Duitser Karl Marx) moest de regering juist ingrijpen in de economie. De socialisten pleitten voor kortere werkdagen, hogere lonen en geen kinderarbeid. Socialistische vakbonden organiseerden stakingen en demonstraties. Domela Nieuwenhuis was een bekende socialist. Ze zat bij de Democratische bond en kwam in de Kamer. In 1894 werd er een eigen partij opgericht: Sociaal-Democratisch Arbeiderspartij. De leider werd P.J. Toelstra. Nadat in 1917 alle mannen kiesrecht kregen kregen ze 22 zetels.

1874: Verbod op kinderarbeid
1901: Sociale verzekering ingevoerd
1919: 45-urige werkweek en achturige werkdag

Paragraaf 5.4: De strijd om de school

Leertekst:
Tot 1795 waren er voor katholieken geen banen in het bestuur en leger te krijgen. Ze wilden een opvoeding die bij het geloof past, daardoor stichtten ze bijzondere scholen tegenover de openbare scholen van de staat. In 1878 moesten scholen aan bepaalde eisen voldoen. De openbare scholen werden daarbij financieel geholpen, de bijzondere scholen niet. Daardoor barstte er een halve eeuw durende schoolstrijd uit. De liberalen en socialisten wilden de kerk en politiek gescheiden houden. De confessionalen (katholieken en protestanten) richtten een eigen partij op: Anti-Revolutionaire Partij. In 1888 sloegen de katholieken en de protestanten de handen in een en kregen een kleine Kamermeerderheid. In die periode wisten ze subsidie voor bijzondere scholen los te krijgen.

Eind negentiende eeuw ontstond er verzuiling, iedereen leefde in aparte groepen. De verzuiling duurde tot ver in de twintigste eeuw.

Paragraaf 5.5: Feministes op de barricade
Leertekst:

De grondwet van 1848 vormde nog geen democratie, de helft van de bevolking had nog geen stemrecht -> vooral vrouwen niet. Rond 1870 groeide in veel landen een beweging die opkwam voor vrouwen: het feminisme. De algemene opvatting was dat vrouwen een verzorgende taak hadden. Gelovigen stimuleerden het stichten van grote families: tien kinderen was doodnormaal. Vrouwen en meisjes gingen (minder loon dan mannen) werken omdat ze arm waren. De helft van de vrouwen waren werkzaam als dienstbodes bij rijke families. Vrouwen uit de middenklasse werkten niet. In 1894 werk de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht opgericht, die pleitte voor gelijkheid van de vrouw. Ervoor strijden dat een groep mensen gelijkheid wilden noem je strijden voor emancipatie. Aletta Jacobs was de bekendste feministe. Ze werd als eerste vrouw toegelaten op de middelbare school en universiteit. Alle mannen kregen in 1917 actief kiesrecht (recht om de kiezen) en passief kiesrecht (het recht om gekozen te worden). De vrouwen kregen alleen passief kiesrecht. In 1919 kwam er ook actief kiesrecht. In 1922 stemdde de vrouw voor het eerste.

Evt. opmerkingen/fouten, meldt het!

REACTIES

A.

A.

egt dankje dankje dankje jwant ben mn boeken vergeten en heb morgen een toets!!

14 jaar geleden

L.

L.

Dankjedankjedankje!!
Alleen 1 klein foutje... bij 5.4 staat er ipv confessionelen, cofessionalen...
dat is het enige voorde rest goed en heel handig voor m'n toets!!

14 jaar geleden

A.

A.

dankkkkk

14 jaar geleden

B.

B.

Dankjeeee ;D
Ik zweer 't echt dankjewel, ben zoo blij met deze samenvatting.
Kweet nooit hoe ik dit moet leren maar nu leer ik gwn de samenvatting :)
X.

14 jaar geleden

~.

~.

dankjeeee(L) deze is echt handig voor in mijn proefwerkweek en ik hoef nu zelf geen samenvatting te maken :$:$ xxx

14 jaar geleden

S.

S.

dankje
drettn

14 jaar geleden

S.

S.

Domela Nieuwenhuis is een man geen vrouw ja idd lijkt op een meisjes naam XD
maar iedergeval het is een man!!

14 jaar geleden

G.

G.

Ja maar zn voornaam is ook niet Domela zijn volledige naam is Ferdinand Domela nieuwenhuis dus geen meisjes naam

11 jaar geleden

A.

A.

Dankjee.(L)

14 jaar geleden

Q.

Q.

Echt heeel erg bedankt!!!

13 jaar geleden

L.

L.

heel handig alleen in de leertekst van 5.2 staat meet inplaats van meer 3de regel van onder.

13 jaar geleden

Y.

Y.

Waarom zo'n lange tekst een samenvatting hoort toch juist korter te zijn dan in het boek staat of niet dan?

13 jaar geleden

O.

O.

dankuwel echt handig. beetje aangepast wegens nieuwe boeken maar geeft niet

13 jaar geleden

T.

T.

super handig! thanks! hele goede samenvatting, erg overzichtelijk! ?

11 jaar geleden

L.

L.

Echt super handig!! Bedankt! Xx

11 jaar geleden

T.

T.

mooie samenvatting, af en toe wat foutjes maar dat is niet zo erg. heel erg bedankt en nu maar hopen op een voldoende

11 jaar geleden

K.

K.

er zitten veel kleine foutjes in PAS OP!

9 jaar geleden

Y.

Y.

Je hebt het hier over Hoofdstuk 4, hoofdstuk 5 is modern imperialisme.

9 jaar geleden

S.

S.

de maker heeft het over hoofdstuk 5. hoofdstuk 6 is modern imperialisme. hij/zij heeft het gewoon goed.

9 jaar geleden

S.

S.

fijne samenvatting voor mijn proefwerkweek! Af en toe nog wel een foutje gezien maar ja, dat maakt niet zo veel uit.

9 jaar geleden

H.

H.

kut zooi

8 jaar geleden

S.

S.

ik vind dit echt top, alleen waar begint 5,2 en waar eindigt 5,1??

7 jaar geleden

C.

C.

klopt het dat de titels niet kloppen zoals ze in het boek staan? want ik weet nu niet of het de goede samenvatting is die ik zoek (vwo 2 memo geschiedenis hoofdstuk 5, de tijd van burgers en stoommachines). kan iemand hier aub antwoord op geven.

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.