Hoofdstuk 4.1: verzuiling

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 503 woorden
  • 23 mei 2013
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
3 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Het ontstaan van de verzuiling

Verschillende groepen voelden zich achtergesteld

  • Katholieken voelden zich tweederangs burgers
  • Orthodoxe protestanten voelden zich achtergesteld bij de andere protestanten

Vrijzinnigen= De protestanten die vonden dat de Bijbel moest worden uitgelegd volgens de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek.

Achtergestelden groepen gaan zich organiseren om hun doel te bereiken

Katholieken, Orthodoxen en later ook socialisten voelden zich achtergesteld door de groepen die op politiek gebied het meest te zeggen hadden: conservatieven en liberalen.

  • Orthodoxen en Katholieken wilden eigen scholen met financiele hulp van de overheid.
  • De socialisten wilden vooral algemeen kiesrecht

Om hun doel te bereiken gingen ze organisaties oprichten: vakverenigingen, politieke partijen, kranten, schoolverenigingen. Hiermee begon de verzuiling.

In 1917 werd het protestanst en katholiek onderwijs gelijkgesteld met het openbaar onderwijs. De liberalen en socialisten stemden daar mee in omdat de confessionele partijen in ruil daarvoor instemden met algemeen kiesrecht. In 1919 kregen de vrouwen ook kiesrecht.

De verzuiling neemt vanaf de jaren '20 sterk toe

Vanaf de jaren '20 gingen katholieken, protestanten en socialisten zich op steeds meer gebieden afzonderlijk organiseren.

Katholieke zuil: Was meer een afgesloten eenheid dan de andere zuilen.

Socialistische zuil: De meeste mensen in de socialistische zuil behoorden tot de benedenlaag van de bevolking. Het was minder afgesloten dan de confessionele zuilen. Het hoefde geen eigen scholen, het openbaar onderwijs bood voldoende mogelijkheden voor de ontwikkeling van arbeiders.

Protestantse zuil: Waren verdeelt over verschillende kerkgenootschappen. Een deel gereformeerd en een deel hervormd.

Neutrale zuil: Vormde de midden- en bovenlaag van de bevolking. Waren tegen de verzuiling en moesten noodgedwongen een zuil vormen.

Waarom nam de verzuiling sterk toe?

  1. Door het succes in de schoolstrijd wilden de katholieken ook op andere gebieden naar gelijkheid streven, door zich af te zonderen.
  2. Socialisten wilden meer dan kiesrecht, ook gelijkheid op gebied van inkomens.
  3. De protestanten hadden in ons lange tijd voorrechten gehad. Zij gingen zich in eigen organisaties afzonderen omdat zij zich bedreigd voelden door de andere zuilen.

De zuilen over elkaar

De katholieken ..

  • Hadden een afkeer van protestanten, omdat die zich van de moederkerk hadden gescheiden. En juist hen as tweederangs burgers hadden behandeld.
  • Werden gewantrouwd omdat deze vanuit Rome (de paus) werd geleid.

De protestanten..

  • Vonden dat katholieken een te makkelijk leven hadden. Hun zonden werden na de priester vergeven, de pracht en praal in hun kerken en bij kerkelijke feesten was in strijd met de protestantse soberheid.  In gemeente waarbij de protostantse in de meerderheid waren werd de zondagsrust streng gehandhaafd, dat leidde tot ergenis van andere zuilen.

De socialisten..

  • Hadden een afkeer van de overige zuilen.
  • De overige zuilen zagen de socialisten als een groot gevaar, zij vreesden dat ze een einde wilden maken aan alles waar zij zich aan hechten: het christelijk geloof, de monarchie en de vrijheid van de ondernemers.

De Neutralen..

  • Werden ook als een gevaar gezien, omdat zij de politiek en godsdienst wilden scheiden.
  • Beschouwden zichzelf als het 'denkend deel der natie' ze lieten veel minder hun gedrag bepalen door leiders.
  • Vonden nationale eenheid belangrijk.
  • Wilden zelf geen zuil zijn. 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.