Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 4 t/m 6

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 2523 woorden
  • 28 december 2014
  • 17 keer beoordeeld
Cijfer 7
17 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Hoofdstuk 4 De late middeleeuwen

§1 De steden komen weer tot bloei

De opkomst van de handel

Vroege middeleeuwen
landbouw à voor jezelf à eigen gebruik
handel à niet nodig, onveilig

Late middeleeuwen
Opkomst v/d handel:

  1. IJzeren ploeg (maakt beter ploegen mogelijk, ossen die paarden vervangen)
  2. Woeste grond ontgonnen

 

GROTERE OPBRENGST + BEVOLKINGSGROEI


Opkomst steden


Ambachten (boer, smid, kledingmaker)

 

Er ontstonden markten op strategische punten: bij bevaarbare wegen bijvoorbeeld. Naast lokale markten kwamen er ook regionale markten. En ook grote jaarmarkten. Daar kwam de langeafstandshandel in bloei. En zien we Italiaanse steden (Venetië, Pisa en Genua) handel drijven met het Midden-Oosten. Vanaf Italië liep er een handelsroute naar Frankrijk en Vlaanderen naar Engeland. Al deze kooplieden ontmoeten elkaar in Saint-Denis. Hierdoor gingen handelssteden nauwer met elkaar samenwerken en zo ontstond in de 12e eeuw de Hanze, een samenwerkingsverband van handelssteden in Noord-Europa.
Ook ontstond de groeiende vraag naar geld. Zolang de handel plaatselijk was kon men kleine, zilveren munten gebruiken. Maar vanaf het midden van de 13e eeuw werden er ook gouden munten geslagen. Hierdoor kwam de geldeconomie en geldhandel op gang.
 

De stad herleeft

Handel
- bij 2 rivieren
- doorwaadbare plaatsen/ bruggen

 

Nederzetting wordt een stad

§2 De expansie van de christelijke wereld

De christelijke wereld breidt zich uit

Vanaf de 11e eeuw leidde de groeiende bemoeienis van Europeanen met gebieden buiten de christelijke wereld tot vergroting van het christelijke grondgebied (expansie) in Europa.
Er waren 3 vormen van expansie:

  1. Reconquista (Spaans voor ‘herovering’). In de 10e eeuw had het Iberisch schiereiland een bloeitijd gekend onder het kalifaat van Abd al-Rahman III. Maar daarna viel het eens zo welvarende islamitische rijk uiteen. En vanaf de 11e eeuw konden christelijke legers de moslims langzaam verdrijven. Rond 1200 hadden de christenen al een groot deel van Spanje en Portugal in bezit genomen
  2. Kruistochten. Christelijke legers begonnen in de 11e eeuw met expedities in het oosten van het Middellandse Zeegebied. Het doel was de verovering van het heilige land – het gebied rond Jeruzalem dat in handen was van de moslims. Er waren 3 partijen betrokken bij de kruistochten. De edelen, omdat ze simpelweg geld nodig hadden. De armen, ze wilden vergeving voor hun zonden en misschien ook vanwege het avontuur. Deze volkskruistochten leverden vaak niks op; vaak strandden ze onderweg. Als 3de groep waren er ook de handelaren. Zij konden hun spulletjes verkopen aan de deelnemers. En ze wilden vaak als vergoeding handelsprivileges in de veroverde gebieden. De eerste kruistocht was in 1095 en onder leiding van Paus Urbanus.
  3. De trek naar dunbevolkte gebieden in Oost-Europa.

De katholieke kerk streefde naar eenheid en zuiverheid van het geloof. Mensen die afweken, ketters, werden vervolgd en streng bestraft. Speciaal daarvoor stelde de kerk een rechtbank in: de inquisitie. Ook onder het volk deden zich soms spontane uitbarstingen voor van geweld tegen andersgelovigen, zoals ketters en joden. Bij de bestrijding van de Katharen, een groep ketters in Zuid-Frankrijk, vielen duizenden doden.

§3 De strijd tussen paus en keizer

±1000 machtsstrijd tussen paus en keizer want… Otto I

Lekeninvestituur (investituur: “bekleding”)
Ring= symbool geestelijk gezag
Staf= symbool wereldlijk gezag

Waarom interessant voor keizer als hij de bisschoppen mag benoemen

  • Een bisschop krijgt geen kinderen
  • Na de dood van een bisschop kan de keizer een nieuwe persoon benoemen

Gregorius VII (1075) gebruikt Donatio Contantini tegen keizer Hendrik IV

1122 à Worms afspraak

De paus zou aan een bisschop geestelijke macht geven
De keizer gaf een bisschop de wereldlijke macht

 

§4 Het ontstaan van machtige staten

Begin van staatvorming en centralisatie

Koningen wilden in de late middeleeuwen hun macht verstevigen. En dit wilden ze doen door te regeren vanuit één plaats. Dit wordt ook wel centralisatie genoemd.
In de late middeleeuwen werd ook een voorzichtig begin gemaakt met het creëren van bestuurlijke eenheid in bepaalde gebieden. Deze ontwikkeling heet staatsvorming. Het was een moeilijk en langdurig proces. De mensen waren gewend aan de regels van hun stad of domein. Het staatvormingsproces verliep daarom niet zonder slag of stoot.

Het Duitse keizerrijk, Frankrijk en Engeland

Het staatsvormingsproces verschillend per land

I.Duitsland à grote verdeeldheid: keizer en leenmannen. Door Concordaat van Worms (1122) geen duidelijke staatsvorming

II.Frankrijk à verenigd onder leiding van familie Capet, dankzij gunstige ligging van hun gebied, goede handel en het verslaan van Engeland in de Honderdjarige oorlog (Jeanne d’Arc)

III.Engeland à er is een proces van staatsvorming. De koning overlegt daarbij met z’n edelen. Later noemen we een parlement. Dit proces begint bij Magna Carta (1215)

In sommige landen bestonden verscheidene parlementen en werd de hoogste standenvergadering, met vertegenwoordigers uit het hele land, aangeduid als Staten Generaal.

5 Veranderend wereldbeeld

§1 De Renaissance

De mens en de wereld centraal

In de renaissance gingen de mensen anders denken en kwamen de mens en de wereld centraal te staan. In plaats van de godsdienst die daarvoor centraal stond                                                                                              Humanisme

Door het humanisme herleeft de klassieke oudheid en dat noemen we dan ook wel de wedergeboorte of renaissance.

Oorzaken ontstaan renaissance

  1. Sociaal-economische oorzaak: Noord-Italië rijk door handel en veel opdrachten voor kunstenaars
  2. Culturele oorzaak: Verwantschap rijke Italianen met klassieke oudheid
  3. Herontdekking van klassieke teksten door o.a. kruistochten, contacten met de Arabische wereld

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

±1450 uitvinding van de boekdrukkunst. Hierdoor was er een snelle verspreiding van ideeën en teksten uit de renaissance

§2 Europeanen ontdekken de wereld

In de 14e eeuw begonnen de Europeanen de rest van de wereld te ontdekken en probeerden ze daar het christelijk geloof te verspreiden en handel te drijven met de mensen die daar leefden. Hierdoor kwam er ook een technische vooruitgang bij de bouw en navigatie van schepen.

Cortés is een van de vele Europeanen die in de 14e, 15e en 16e eeuw vanuit Europa de wereldzeeën ging bevaren. Hij heeft op een vreselijke manier Mexico veroverd voor Spanje en hierdoor werden de botten en andere resten van Cortés verstopt door Mexico.

Door de ontdekkingsreizen en ontdekkingsreizigers veranderde het wereldbeeld van de Spanjaarden en Portugezen en later ook de Nederlanders en Engelsen. Ze kwamen erachter dat de wereld er anders uitzag dan ze dachten. Zo bleken continenten er anders uit te zien dan voorheen gedacht werd en bleken tot dan toe onbekende gebieden toch te bestaan.

Er waren destijds ook 2 grote handelsnetwerken: het handelsnetwerk van Europa en Azië, en het handelsnetwerk van Europa en Amerika over zee. Er hingen een hoop voordelen aan die handelsnetwerken: er was handel mogelijk via het Mongoolse Rijk en Europeanen werden rijk door de handel en uitvoer met goud en zilver uit de Nieuwe Wereld. Een groot nadeel was echter dat deze contactzones ook de verspreiding van ziektes beter mogelijk maakte.

§3 De Reformatie

Dr. Maarten Luther was een monnik uit Duitsland die erg veel twijfels had bij de kerk. Hij was kwaad over het feit dat je je zonden kon afkopen met aflaten. Hierop reageerde hij met een brief waarin er 95 stellingen waarin hij zijn visie gaf. Hiermee begon een conflict dat zou uitlopen op een scheuring in de christelijke kerk in het Westen.

Luthers kritiek had betrekking op 4 aspecten:

I.Aflaathandel: er was berouw en spijt nodig voor vergeving en hij vond dat je met geld geen zonde kon afkopen

II.Heiligenverering: Zijn kritiek hierop was dat je via een heilig beeldje tot God kon bidden, maar hij was het daar niet mee eens. En vond dat je direct naar God moest bidden.

III.Sacramenten: In de middeleeuwen verrichtten priesters allerlei handelingen om ervoor te zorgen dat gelovigen uiteindelijk naar de hemel zouden gaan. Zeven van deze rituelen beschouwde de kerk als heilig: de doop, het vormsel, de eucharistie/avondmaal, de biecht, het huwelijk, ziekenzalving en priesterwijding. Luther accepteerde als sacramenten alleen de doop, het avondmaal en de biecht, omdat die rechtstreeks te maken hadden met het verkrijgen van vergeving van zonden.

IV.Hiërarchie: De kerk hanteerde een rangorde binnen de kerk. De paus stond bovenaan, daaronder de kardinalen, aartsbisschoppen, bisschoppen, priesters en pastors. Luther was

het hier niet mee eens en vond de hele hiërarchie volledig overbodig.

De katholieke kerk moest natuurlijk reageren op de ontwikkeling van het protestantisme. Er werd tijden het Concilie van Trente besloten dat aflaatbrieven werden verboden en dat ketters harder aangepakt moesten worden. En daarvoor werden de kerkelijke rechtbanken (de “Inquisitie”) opgericht. De reactie van de katholieke kerk op de Reformatie word de Contrareformatie genoemd.

Katholicisme

Lutheranisme

Calvinisme

Je komt in de hemel door de regels van de kerk op te volgen en goede dingen te doen

Je komt in de hemel door oprecht geloof en berouw over je zonden

Je bent voorbestemd voor de hemel of de hel. Op de hemel kun je alleen hopen door hard te werken en sober te leven

De paus is het hoofd van de kerk. Verzet tegen de paus is niet toegestaan

De vorst is het hoofd van de kerk. Verzet tegen de vorst is niet toegestaan

Er is geen kerkhoofd: iedere gemeente bestuurt zichzelf. Verzet tegen een vorst die zich misdraagt, is toegestaan

Geestelijken mogen niet trouwen

Geestelijken mogen trouwen

Geestelijken mogen trouwen

De Bijbel en uitspraken van belangrijke geestelijken zijn de basis van het geloof

De Bijbel is de basis van het geloof

De Bijbel is de basis van het geloof

Er zijn 7 sacramenten

Er zijn 3 sacramenten: doop, biecht en avondmaal (eucharistie)

Er zijn 2 sacramenten: doop en avondmaal

Heiligen zijn een voorbeeld

Heiligenverering is afgoderij

Heiligenverering is afgoderij

Hoofdstuk 6 Een nieuwe republiek in Europa

Habsburgse Rijk (Familie Habsburg)

  • Spanje/Portugal
  • Noord-Italië
  • De Nederlanden (BeNeLux)
  • Amerika

Beroemde koningen à Karel IV en opvolger Filips II

“In mijn rijk gaat de zon nooit onder.”

De adel verzet zich, ook in de Nederlanden. Dit leidt tot De Opstand

§1 De Opstand in Europees perspectief

Er waren in Europa rond in de 16e eeuw religieuze spanningen. Niet alleen in de Nederlanden, maar ook Frankrijk en Duitsland waren verweven in een religieuze strijd. Ook speelde centralisatie van het bestuur een grote rol in de strijd.  
In het Duitse Rijk erkende de keizer dat elke vorst zijn eigen religie mocht kiezen en dat zijn onderdanen hem in die keuze zouden volgen à Vrede van Augsburg 1555.

Cuius regio, eius religio à Wiens gebied, diens godsdienst
 

De Nederlanden waren zo erg tegen de centralisatie van de Spaanse koning Filips II, dat ze de kerken binnenvielen en alles vernielde à de Beeldenstorm. Filips II reageerde hierop door soldaten naar de Nederlanden te sturen. Dat conflict zou 80 jaar duren à de Tachtig Jarige Oorlog. De gewesten die door de Opstand uit elkaar waren gegaan. Besloten ze samen een zelfstandige republiek te vormen. Het calvinisme was de belangrijkste godsdienst, maar de republiek tolereerde ook andere erediensten.  In 1648, 80 jaar na het begin van de oorlog, sloot de Republiek definitief vrede met Spanje (Vrede van Münster).
Uit de verwikkelingen in Frankrijk en het Duitse Rijk blijkt dat de strijdpunten in de Nederlanden niet heel anders waren dan de rest van Europa. Er is alleen 1 belangrijk verschil. En dat is de uitkomst van de Nederlandse Opstand. In geen enkel land leidde de strijd over godsdienst en bestuur tot de vorming van een staat zonder vorst. Deze Republiek zou ruim 2 eeuwen blijven bestaan.

De Nederlanden waren zo erg tegen de centralisatie van de Spaanse koning Filips II, dat ze de kerken binnenvielen en alles vernielde à de Beeldenstorm. Filips II reageerde hierop door soldaten naar de Nederlanden te sturen. Dat conflict zou 80 jaar duren à de Tachtig Jarige Oorlog. De gewesten die door de Opstand uit elkaar waren gegaan. Besloten ze samen een zelfstandige republiek te vormen. Het calvinisme was de belangrijkste godsdienst, maar de republiek tolereerde ook andere erediensten.  In 1648, 80 jaar na het begin van de oorlog, sloot de Republiek definitief vrede met Spanje (Vrede van Münster).
Uit de verwikkelingen in Frankrijk en het Duitse Rijk blijkt dat de strijdpunten in de Nederlanden niet heel anders waren dan de rest van Europa. Er is alleen 1 belangrijk verschil. En dat is de uitkomst van de Nederlandse Opstand. In geen enkel land leidde de strijd over godsdienst en bestuur tot de vorming van een staat zonder vorst. Deze Republiek zou ruim 2 eeuwen blijven bestaan.

§2 Een bijzondere bestuursvorm

Holland

Regenten

 

58,5%

Zeeland

Regenten

 

9,2%

Utrecht

Regenten

Adel

5,8%

Gelre

Regenten

Adel

5,6%

Overijssel

Regenten

Adel

3,6%

Groningen

Regenten

 

5,8%

Friesland

Regenten

Adel

11,7%

Staten Generaal

  1. Belasting
  2. Buitenlandse politiek
  3. Defensie
  4. Benoeming van stadhouder  (aanvoerder leger & vloot)
  • In stead of à in plaats van koning (familie van Oranje)

Soevereiniteit (hoogste staatsmacht) kwam te liggen bij de 7 gewesten.

Regenten: rijke burgers die de Republiek bestuurden.

Raadspensionaris: stond de stadhouder bij. De raadspensionaris van Holland was een gewichtig man. Hij zat namelijk alle Staten voor, voerde alle correspondentie, ook met het buitenland, en vertegenwoordigde het meest invloedrijkste gewest van de Staten-Generaal: Holland.

§3 Internationale handel

Na 1585 werd de Noord-Nederlandse handel diverser en breidde hij zich sterk uit. De komst van de Antwerpenaren speelde daarin een rol, maar er zijn meer factoren aan te wijzen.
Aan de basis van het succes lag de graan- en houthandel, ook gedurende de 17e en 18e eeuw was dat de belangrijkste tak van overzeese handel. Het geïmporteerde hout werd grotendeels gebruikt voor de bouw van schepen. Het derde basisproduct uit het noorden was zout. Ook dat werd een belangrijk exportartikel: gezouten haring.
Een 2de belangrijke factor waren 3 technische uitvindingen: het fluitschip (type vrachtschip), de houtzaagmolen en de haringbuis (een type vissersboot). Alle 3 zorgden zij voor een flinke toename van de arbeidsproductiviteit.

In de Republiek werd maar 20% aan de agrarische sector gedaan, omdat de grond veelste nat was. Dit in tegenstelling tot Frankrijk en het Duitse Rijk. Wel was de Nederlandse grond geschikt voor veeteelt, waar weinig mankracht voor nodig was. Hierdoor kwam arbeidskracht beschikbaar voor andere vormen van arbeid: in de handel, in de textiel, scheepsbouw, bierbrouwerij enz.

In 1602 werd de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) opgericht. Dit was een bijzondere handelscompagnie. Zij had namelijk het monopolie op de handel met Azië. Alleen de VOC mocht handelen in specerijen, textiel en andere waren.

In 1621 richtten de Nederlanders de WIC (West-Indische Compagnie) op voor de handel op Afrika, en Noord- en Zuid-Amerika. De compagnie kreeg, net als de VOC, een handelsmonopolie, maar hield zich in eerste instantie vooral bezig met kaapvaart. Dat betekende dat – met toestemming van de Staten-Generaal – Spaanse schepen van hun lading werden beroofd. Later werd de slavenhandel een belangrijke activiteit van de WIC.

De Republiek was niet het enige land waar de handelskapitalisme tot ontwikkeling kwam. Ook in andere Europese landen investeerden kooplieden kapitaal in te verhandelen goederen en in schepen om ze te vervoeren.
In de eerste helft van de 16e eeuw, waren de Portugezen en Spanjaarden heer en meester op de wereldzeeën. Zij bezaten handelsmonopolies in Afrika, Azië en Amerika. Maar halverwege de 16e eeuw kwamen de Fransen en Engelsen ook opzetten, net als de Nederlanders een tijdje later
In 1600 richtte een paar Engelsen de East India Company op. In de strijd rond de specerijeneilanden in Indië (Indonesië). Alleen verloor de EIC dit wanhopig van de VOC en richtte zich op het textiel in India.
Frankrijk en het Duitse Rijk waren constant in oorlog met elkaar en ze waren samen nog steeds erg agrarische landen. Toch probeerde Frankrijk zich te mengen in de strijd om voor een plekje in de wereldhandel. Koning Lodewijk XIV had grootse plannen met de scheepsvloot. De plannen hadden echter weinig succes. Rond 1680 telde de Franse scheepsvloot nog maar 500 schepen, die van de Republiek 15.000                                                                                        

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.