Waar heb jij je schoolspullen gekocht?

Doe mee aan het Back To School onderzoek over schoolspullen en maak kans op een Bol.com bon van 25 euro.

Hoofdstuk 4 par. 1-5

Beoordeling 4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 813 woorden
  • 29 juli 2008
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 4
5 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
5 belangrijke vragen die je jezelf moet stellen als studiezoeker

Met keuze uit ruim 1.600 hbo- en wo-bachelors in Nederland is het best lastig om een studie te kiezen. Hoe begin je met zoeken, en hoe kom je dichterbij de studie die bij je past? Om je daarbij te helpen, hebben we vijf belangrijke vragen op een rijtje gezet die je jezelf moet stellen tijdens je studiezoektocht.

Naar de pagina
Hoofdstuk 4 par. 1-5 (wereldwijs)

§1

De VS zijn deel van deelstaten. Elke deelstaat heeft een eigen volksvertegenwoordiger, gouverneur en eigen wetten. Voor de buitenlandse politiek hebben ze een federaal bestuur(bestuur van alle deelstaten in 1 bestuur). Het hoofd van de regering is de president.
In Amerika zijn 2 verschillende partijen: De democratische partij(komt op voor de minderheids groep. Vinden dat het bestuur de goede richtlijnen moet aangeven in de deelstaten) en er is ook nog de Republikeinse Partij( wil de macht in de deelstaat versterken. Je kunt geen lid worden van deze partij.)
In de VS is een Vrijemarkteconomie. Iedereen kan een bedrijf beginnen en zo aan de top komen. En de vraag en aanbod van producten hangt af van de prijs van de producten.


In de rechtzaken in de VS hebben burger ook een grote rol, zij spelen de Jury. Het hooggerechtshof moet controleren of alle wetten kloppen met de grondwet.

§ 2.

In de vrijemarkteconomie speelt concurrentie een heel grote rol. Vooral in de auto industrie en bij de elektrisch apparaten. In de jaren 20 ontstond de massaproductie als. Nadat er steeds meer mensen kwamen en mensen leven ook steeds langer ontstond er een consumptiemaatschappij(consumeren een groot gedeelte van de economie). De Amerikanen werken er hard aan om er materieel op vooruit te gaan. En dat wouden ze ook laten zien. Dat noem je de American way of Life(succes door hard werken, auto bezit en een groot huis.) in de jaren 60 woonden er 62% in de voor steden, waar schuttingen verboden waren, elke week het gras gemaaid moest worden. En allemaal uitgaansgelegenheden vlak bij.
Voor de zwarten was het niet weggelegd. Nadat er in 1865 de slavernij was afgeschaft bleef er wel een rassenscheiding bestaan. Huwelijken tussen blanken en zwarten mocht niet. En er waren aparte scholen en kerken.
Maar Marten Luther King heeft ze er een beetje in de boven opgeholpen. En na de demonstraties in 1965, kwam er een einde aan het gedoe. En de zwarten en blanken weer gelijke rechten.

§ 3.

In 1936 werd er in de Sovjetunie een grondwet opgesteld waar in stond dat arm en rijk gelijk was. De Sovjetunie werd een verbond van deelrepublieken. Iedereen had eigen parlement(opperste Sovjet). Maar moeten vooral gehoorzamen aan het Uniebestuur. Het parlement werd door de bevolking gekozen. En kwam maar 2 keer per jaar bij elkaar. In de bestuursorganen zaten alleen mensen van de Communistische Partij (ook wel eenpartijstaat genoemd.)
Na 1917 kwam er een planeconomie (de regering bepaald hoeveel er bijv. Geproduceerd mag worden (dat heet weer het vijfjarenplan) en er was geen concurrentie tussen verschillende bedrijven. De regering vond de ontwikkeling in de zware industrie het allerbelangrijkste. Om hoge landbouwproductie mogelijk te maken besloot dat er maar collectivisatie moest plaats vinden (zelfstandige bedrijven samenvoegen). De communistische Partij bepaalde ook wat er in de kranten te lezen was, en op radio en tv werd uitgezonden.


§ 4.

Door die collectivisatie gingen 25 000 000 zelfstandige boerderijen in 250 000 Kolchozen(gezamenlijke boerderijen) er was ook een kolchenbestuur, dat regeerde over het geld. De boeren woonden gratis, maar kregen loon. De winst werd verdeeld over de boeren, maar als er verlies was krijgen de landarbeiders gewoon minder geld.
Mensen in de fabriek kregen wel loon, alle lonen waren gelijk en laag, onderwijs en gezondheidszorg was gratis. Stalin ging harde werkers belonen met extra geld.
Ook geschoolde arbeiders, directeuren, managers kregen meer geld. En konden parfums en bijv. Auto’s kopen. Partijleden(van de communistische partij)hadden die voorrechten ook.
Overal heerste scherpe discipline. Te laat komen was de 1e keer loonsvermindering en bij de 2e keer gevangenis straf. Mensen die tegen de communistische partij waren, werden gedood of afgevoerd naar strafkampen (daar moest je dwangarbeid verrichten).
In de Jaren 30 liet Stalin de mensen die het niet met hem eens waren doden. Miljoenen werden tijdens ‘Grote Terreur’ gedood.

§ 5.

De VS en de Sovjetunie werkten tijdens de WO II samen. En na de oorlog werden de verschillen tussen die 2 landen duidelijk. Het gebied dat de Sovjetunie had bezet ontstond een communistische samenleving. In 1949 sloot West-Duitsland zich aan bij de NAVO(Noord-Atlantische VerdragOrganistatie, met VS, W-EU en Canada), En Oost-Duitsland ging bij het Oostblok horen(de communistische O-EU landen en de Sovjetunie van 1945-1989) en werden lid van het Warschaupact(Militair bondgenootschappen van Oostbloklanden in 1955 opgericht). Tussen oost- en West-Duitsland lag het ijzeren gordijn.
Toen in 1985 Gorbatsjov partijleider werd van de Sovjetunie veranderde het. Hij begon met democratisering van het bestuur(burgers krijgen meer te zeggen). Ook voerde Grobatsjov de privatisering in (iedereen mocht weer een eigen bedrijf hebben). En de communistische partij was niet meer de enige.

De verandering in de Sovjetunie had grote gevolgen voor de Oostbloklanden. In 1989 werd de Berlijnse muur weer geopend. Na parlementsverkiezingen werd in 1991 De deelrepublieken van de Sovjetunie weer onafhankelijk.
Na demonstraties kreeg Tsjecho-Slowakije in 1989 een parlementaire democratie en een vrijmarkt economie. Maar de verschillen tussen de Tsjechen en de Slowaken waren te groot dat het in 1993 2 verschillende landen werden.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.