Hoofdstuk 3, Morgen gezond weer op?

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1869 woorden
  • 4 januari 2004
  • 38 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
38 keer beoordeeld

Geschiedenis Hoofdstuk 3 • Nachtwakersstaat = de overheid bemoeit zich zo mi mogelijk op sociaal, economisch en cultureel gebied vd politiek (idee vd liberalen) • Census = alleen degenen die een bepaald bedrag aan belasting betalen mogen stemmen -> census = geen algemeen kiesrecht • Jong liberalen = meer democratisering & overheidsingrijpen in de sociale kwestie • Oud liberalen (Thorbecke) = geen overheidsingrijpen in de sociale kwestie -> hielden zich vast aan “nachtwakersstaat”-idee • Schoolstrijd = strijd om de financiële gelijkstelling tussen speciaal en openbaar onderwijs • PBO = Publiek-rechtelijke Bedrijfsorganisaties -> iedere sector (bijv. landbouw) zou geleid worden door een mini-regering (bestond uit werkgevers en werknemers) (de wetgevende bevoegdheid maakt hen tot publiek-rechterlijk -> regels gelden niet voor 1 persoon mr voor iedereen) • PBO’s wilden verzuiling doorbreken & men filosofeerde vanuit een harmoniegedachte • 1848: grote revolutie in Europa (niet in Nederland) -> koning Willem II geeft opdracht om een nieuwe grondwet te maken -> liberalen kregen meer m8 en conservatieven minder (deden niets n.a.v. interne verdeeldheid) • Sinds 1848 vrijemarkteconomie -> geen overheidsingrijpen in economie (liberaal) • Na 1848: liberalen waren toch intern verdeeld en antirevolutionairen kwamen eraan • 4 politieke stromingen in jaren 50: 1. Liberalen -> voorstander v alles wat de economische, sociale en culturele ontwikkeling vd burger ten goede zou komen -> weinig invloed vd staat -> “ieder voor zich en God voor allen” -> rond 1860 verschil tussen behoudende & progressief (radicale) liberalen -> progressief (radicale) liberalen wilden meer aand8 voor oplossing sociale vraagstukken d.m.v. bijv. uitbreiding vh kiesrecht
2. Conservatieven -> staat moest alleen ingrijpen als particulieren tekort schoten (vooral in Nederlands-Indië, omdat daar economische belangen in het geding waren) -> wilden bestaande maatschappelijke en politieke verhoudingen behouden -> weinig belangstelling voor maatschappelijke vraagstukken

3. Antirevolutionairen -> zagen geen verschil tussen liberalen & conservatieven (beiden hadden gebrek aan christelijke bezieling) -> oprichter = Groen v Prinster -> bijbel was richtsnoer -> beperkte m8 v overheid -> leggen geen verantwoording af aan overheid, mr aan God
4. Katholieken -> in 19e eeuw nog geen landelijke politieke groepering -> beperkte m8 v overheid -> wilden onderlinge samenwerking op lokaal niveau • Na 1848 hielp de overheid de armen alleen in extreme gevallen -> 1854: Armenwet • Vanaf 1860 meer aand8 voor kinderarbeid • De sociale kwestie vormde voor de arbeider vooral de strijd voor de erkenning vh recht om voor eigen belangen op te komen • 1874: Wet op de kinderarbeid (progressief-liberaal S. v Houten) -> arbeid voor kinderen onder 12 jr. was verboden, mr niet overal dus de wet stelde niet veel voor -> eerste begin met vorm v sociale wetgeving • Liberaal J. Kappeyne vd Coppelo en antirevolutionair A. Kuyper kregen oog voor sociale kwestie • 1971: ANWV (Algemeen Nederlands Werklieden Verbond) • 1877: Patrimonium = vakvereniging voor werklieden en patroons (protestant-christelijke stroming) • 1881: SDB (Sociaal-Democratische Bond) -> pas in 1887 was 10% vd arbeiders georganiseerd • Liberalen en confessionelen wilden geen leerplicht voor kinderen 8-12 jaar -> liberalen wilden geen verplichting en confessionelen vonden leerplicht te belangrijk om via zijdeur in te voeren • Begin 1860: schoolstrijd -> strijd tussen openbaar & speciaal onderwijs • 1878: bijzonder onderwijs werd nog minder door overheid gesteund -> confessionelen moesten belasting betalen voor openbare school & zelf christelijk onderwijs betalen • Liberalen vonden goed onderwijs de vormer v intellectuele, materiële en sociale vooruitgang • Conservatieven waren voor openbare scholen & tegen overheidssubsidie aan bijzondere scholen • 1879: ARP • 1926: RKSP -> daarvoor veel onenigheid over omvang v staatsbemoeienis & katholieke charitas • 1886: onderzoek naar werking kinderwetje • 1887: Arbeidsenquête -> resultaten v onderzoek • 1889: Arbeidswet v 1889 -> belangrijkste uitbreiding = arbeidsinspectie + vrouwen mochten minder lang werken • 1890: onderzoek wordt voorgezet door staatscommissie -> staatsbemoeienis in het sociale leven -> sociale zekerheid werd gebruikt om electorale motieven • 1880: arbeiders zagen dat ze door kiesrecht meer kans kregen op betere arbeidsomstandigheden -> liberalen & antirevolutionairen waren geïnteresseerd • 1884: je mocht stemmen als er sprake was van: 1. tekenen v geschiktheid
2. maatschappelijk verstand • Alleen mannen boven 25 jaar -> kiesgerechtigden steeg v 13% naar 26% • 1892: J. Tak v Poortvliet wilde wet, waarbij iedereen mocht stemmen behalve vrouwen & bedeelden -> conservatievere anti-Takkianen wonnen • 1896: v Houten voert census weer in, maar hierdoor kan ruim 50% v mannen stemmen • 1894: SDAP • Na 1896: vakbonden, confessionele en socialistische partijen strijden om gunst v het aanzienlijk gestegen aantal kiezers • Vakorganisaties drongen aan op betere arbeids- en leefomstandigheden -> gevolg = 1e aanzet tot systeem v verzekeringen • 1901: Ongevallenwet -> aangenomen door liberaal-conservatieve regering -> hierna vooral: confessionelen & liberalen • Werkgevers waren tegen Ongevallenwet, omdat: 1. angst voor een sociaal sneeuwbaleffect
2. boosheid dat zij moesten betalen aan deze wetgeving (ze vonden dat iedereen zich particulier moest laten verzekeren) • alle sociale voorstellen waren niet onbelangrijk, want staatsinvloed werd eindelijk niet alleen gebruikt voor bescherming v zwakkeren mr ook voor hervorming vd maatschappelijke verhoudingen • 1903: 2 spoorwegstakingen -> 1e: spontane uitbarsting v ontevredenheid onder arbeiders -> 2e: confessionele kabinet v A. Kuyper verbiedt het recht op staking bij overheidsdiensten en spoorwegen -> worgwetten • 2e staking werd georganiseerd door anarchistische arbeiders en liep uit op fiasco • confessionelen en socialisten gingen helpen bij het oprichten v vakbonden: 1. 1906: NVV (Nederlands Verbond v Vakverenigingen) 2. 1907: CNV (Christelijk Nationaal Vakbond) • 1908: CHU (Christelijk Historisch Unie) -> A.F. de Savornin Lohman -> behoudend aristocratisch protestant • Aalberse & Nolens v katholieken wilden invalideits – en ouderdomswet -> antirevolutionair Talma streed ook mee voor sociale wetgeving • Radenwet: Voorstel v Talma -> Raden v Arbeid (bestaande uit werkgevers& werknemers) zou belast zijn met uitvoering v sociale wetgeving • 1913: Radenwet wordt aangenomen, mr zelfbesturende element wordt sterk afgezwakt • tot 1905 voerden feministen & socialisten discussie over vraag of vrouwen buitenshuis mochten werken + of vrouwenarbeid aan speciale regels gebonden moest zijn -> SDAP vond dat het recht v vrouwen op arbeid deel was v sociale kwestie en niet een apart thema • tot 1918 in het politieke & maatschappelijke leven 3 onderwerpen: 1. strijd om betere arbeidsomstandigheden (en sociale voorzieningen) 2. schoolstrijd
3. strijd om algemeen kiesrecht • na 1900: politiek wordt belangrijker & harder -> eerst gingen socialisten agressievere politieke strategieën hanteren, later ook confessionelen • 1911: SDAP & NVV organiseren petitonnement -> 300.000 handtekeningen • 1894: Vereniging voor Vrouwenkiesrecht -> in 1910 duizend leden • Troelstra v SDAP was sterk tegen vrouwenkiesrecht • Confessionelen waren ook tegen vrouwenkiesrecht & liberalen hadden geen mening • Oplossingen in 1917: 1. alle lagere scholen kregen voortaan gelijke financiële steun
2. het algemeen mannenkiesrecht werd op basis v evenredige vertegenwoordiging ingevoerd -> geen districtenstelsel meer -> iedere man boven 23 jr. mocht stemmen • 1919: ook vrouwen krijgen het actief kiesrecht -> 1e x gebruik v gemaakt in 1922 • 1921: excentriek persoon dat voor vrij vissen & goedkope jenever was wordt gekozen in gemeenteraad v Amsterdam • Interbellum -> ARP, RKSP + CHU hebben steeds helft v kamerzetels • 1939: socialisten krijgen weer meer kamerzetels • Tijdens confessionele regering (ARP etc) relatieve stabiliteit in politiek -> mede door verzuiling • 1919-1923: veel stakingen -> arbeiders waren in overwinningsroes v Arbeidswet (1919 -> 8urige arbeidsdag in fabrieken) + ouderdomsverzekering (1919) + aanvulling v Invaliditeitswet (1919) • 1920: werkgevers verhinderen verdere ontwikkeling v sociale wetgeving -> werkgevers moesten de premies v nieuwe wetten betalen • Katholieken wilden solidariteitsbeginsel -> overheid mag alleen ingrijpen als ‘natuurlijke gemeenschappen’ hun taak niet meer aankunnen • Socialisten wilden juist vorm v ‘staats-socialisme’ -> veel overheidsbemoeienis • Pas na WOII werden concrete voorstellen ontwikkeld & uitgewerkt voor opbouw v verzorgingsstaat • SDAP kwam met Plan vd Arbeid in 1935 (zou leiden tot veel overheidsbemoeienis) -> antirevolutionair Colijn maakte een einde aan dit plan • 1900 -> uitgavenpatroon vertoonde kenmerken v ‘nachtwakersstaat’ (bestuur, rechtspraak, internationale betrekkingen en defensie) • Interbellum -> uitgavenpatroon wordt bepaald door pressiegroepen (onderwijs -> confessionelen) • Na WOI veel uitgaven voor sociale voorzieningen -> loonsverhogingen + 8urige werkdag + sociale woningbouw + hogere uitgaven voor sociale voorzieningen • Crisis 1930-1936 -> Colijn voert deflatiepolitiek -> sociaal beleid komt onder druk te staan -> economie herstelt zich in 1936 • Pressiegroep v boeren (‘groene front’) kreeg tussen 1934-1937 steun v overheid (1/5e deel v overheidsuitgaven) • 1945: Wilhelmina vindt dat Nederland steunend op grondslagen v naastenliefde, rechtvaardigheid en waarheid moest worden opgebouwd -> mr groot deel v Nederlands productieapparaat was door Duitsers meegenomen + infrastructuur was vernietigd/zwaar beschadigd voor groot deel + tekort aan productie- en consumptiegoederen + woningnood + verlies v 230.000 mensen • ‘Herstel en vernieuwing’ werd slogan toen Nederland in opbouw was • 1940-1945: Duitse bezetter voert Kinderbijslagwet in + uitbreiding vh ziekengeld • na de oorlog zet men sociale beleid v bezetter door -> breuk met vooroorlogse sociale beleid • overheid werd actiever + leven vh volk beschermen werd overheidstaak (verzorgingsstaat) • Op 2 terreinen waren vernieuwingen t grootst: 1. economisch terrein -> strak systeem v prijsbeheersing & distributie om schaarste aan productie– en consumptiegoederen op te vangen -> centraal geleide loonpolitiek (tot 1954) = lonen werden laag gehouden -> volkshuisvestingsbeleid -> CPB (Centraal Plan Bureau) -> PBO’s (1950) -> SER (Sociaal Economische Raad) -> VS steunde Nederland met Marshall-plan/European Recovery Plan tot in jaren 50

2. terrein v sociale zekerheid -> herstel v economie was prioriteit, dus uitbreiding v sociale zekerheid kwam iets later -> Noodwet Ouderdomsvoorziening (1947) werd later Algemene Ouderdomswet (1957) -> 1959: Invaliditeitswet werd AWW (Algemene Weduwen- en Wezenwet) • na oorlog komt verzuiling terug -> SDAP wordt PvdA + RKSP wordt KVP -> regeerden Nederland v 1945-1958 -> Rooms-Rode coalitie • Nederland was tot midden jaren 60 pacificatiedemocratie, omdat: 1. PvdA: wilde regeringsverantwoordelijkheden dragen + wilde emancipatie v socialistische zuil bevorderen d.m.v. benoemingen & subsidies
2. KVP: wilde kabinet met brede basis = kabinet samen met PvdA, liberalen & protestanten • Liberalen werden VVD (1948) • Nederland was verzuild, mr in top vd partijen bleef men bereid te overleggen -> vrede • Jaren 50: Rooms-Rode coalitie valt uit elkaar -> KVP wil rol overheid terugdringen & meer particulier initiatief -> Drees IV valt in 1958 uit elkaar • Jaren 50: sterke economische groei -> in jaren 60 kwam verzorgingsstaat -> AOW wordt verhoogd + Algemene Kinderbijslagwet wordt volksverzekering (1936) + Algemene Bijstandswet (ABW 1963) -> samenwerking tussen G. Veldkamp & M. Klompé (KVP) • Tussen 1950-1960 27 naar 42% v 15-25 jarigen gaan naar school • Ouderen waren tevreden met resultaat -> progressieve jongeren waren niet tevreden met bijv. woningnood => generatiekloof • 1963: CPB zegt dat veel geld is voor bestijding lucht- en waterverontreiniging • Kabinet Cals treedt af nadat KVP een motie v wantrouwen had ingediend (nacht v Schmelzer) • Tijdperk v pacificatie ging over in polarisatie • Begin jaren 70 draaien Arabieren oliekraan dicht -> Nederland moet zuiniger doen • Den Uyl maakt gebruik v nivellering & democratisering • Jaren 70: verzorgingsstaat valt uit elkaar • Jaren 80 begint met CDA-VVD kabinet -> d.m.v. ‘volumebeleid’ wil men aantal mensen met uitkering verminderen door actiever naar werk te zoeken -> kwam niet veel v terecht door groeiende werkeloosheid • Herziening v sociale stelsel was noodzakelijk, omdat: 1. wetgeving v uitkeringen was ingesteld op gezin met man als kostwinner -> in jaren 70 waren opvattingen over huwelijk + samenwonen + man/vrouw verandert
2. verzorgingsstaat was door invoering v stelsel v voorziening + enorme complexiteit v regelgeving onbeheersbaar geworden
3. verzorgingsstaat werd onbetaalbaar door: onverw8 hoge werkeloosheid + vergrijzing + toename v WAO-ers & bijstandsgerechtigden • kabinetten-Lubbers -> bezuiniging d.m.v. decentralisatie, deregulering (minder regels, meer verantwoordelijkheid voor burger) en privatisering v overheidstaken -> in zorg werd ook veel bezuinigd • 1832: ‘Stichtingsakkoord’ = werkgevers & werknemers waren bereid samen te praten over herverdeling v arbeid + werknemers prijscompensatie te betalen • Lubbers zag overheid liefst als bemiddelaar & toezichthouder -> daarom introduceerden CDA & VVD de ‘Verantwoordelijke Samenleving’ • 1994: kabinet met (progressief-)liberalen & sociaal-democraten -> Paarse coalitie o.l.v. Wim Kok • 1 jan. 1997: Ziektewet wordt geprivatiseerd -> werd taak v werkgever • EEG vond in het begin politieke, militaire en economische stabiliteit voorrang hebben • Jaren 70: EEG moet snel zijn om Europese integratie ook op sociaal terrein een succes te maken -> 1974: eerste sociale actieprogramma (bevatte: bestrijding v werkeloosheid, verbetering v woon- en leefomstandigheden en meer gelijke behandeling v mannen & vrouwen) • Jaren 80: sociale beleid komt in moeilijkheden -> versch. richtlijnen v Europese Commissie worden geblokkeerd door Raad v Ministers • 1985: gelijke behandeling v vrouwen & mannen • 1987: ‘Europese Akte’ voor uitbreiding sociaal beleid • 1989: vervolg op Europese Akte = Sociaal Handvest -> alle sociale grondrechten v werknemers in EU • democratisch tekort in EU -> Europese landen laten eigen sociale voorzieningen niet snel varen en burgers kunnen hier niets aan doen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.