Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 3; Koude Oorlog

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 2114 woorden
  • 3 januari 2004
  • 172 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
172 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Geschiedenis samenvatting, hoofdstuk 3: ‘De Koude Oorlog’. Paragraaf 1: ‘toenemend wantrouwen tussen Oost en West. Het wantrouwen bestaat al vanaf het ontstaan van de SU. • In 1918 hadden de Westerse geallieerden troepen naar Rusland gestuurd om de communistische regering ten val te brengen. Dat mislukte, maar toch voelde de SU zich ‘omsingeld’ door vijandige ‘kapitalistische’ landen. • De SU had in 1919 de Komintern (communistische Internationale) opgericht. Deze had tot doel de wereldrevolutie te bevorderen. De westerse regeringen waren bang voor een communistische revolutie die door de SU zou worden geleid. • In 1939 sloten Stalin en Hitler een niet-aanvalsverdrag. Samen veroverden zij daarna Polen. Kort daarop viel de SU Finland binnen. Pas toen Hitler in 1941 de SU aanviel, werden de SU en het Westen gedwongen om elkaars bondgenoten te worden. Na de tweede wereldoorlog groeit het wantrouwen. De tegenstellingen tussen Oost en West: • Het Westen wilden overal in de bevrijde gebieden de democratie herstellen. • Stalin wilde geen anticommunistische regeringen in de door de SU bevrijde of veroverde gebieden voor de veiligheid van Rusland. • Stalin en de westerse leiders hadden weinig begrip voor elkaar. Het wantrouwen tussen Oost en West: • Uitbreiding van het communisme in Oost- en Midden-Europa. Het Westen was het er niet mee eens dat de SU overal in Oost-Europa communistische regeringen aan de macht hielp. • Onenigheid over de toekomst van Duitsland. De toekomst van Duitsland volgens: De SU: economisch en militair zwak, beslist niet anticommunistisch. De VS: economisch sterk, democratisch en waarschijn anti-Russisch. Het gevolg was dat Oost en West in hun bezettingszones beide een eigen politiek gingen voeren. De westers gezinde Bondsrepubliek en de Russisch gezinde DDR. • Een burgeroorlog in Griekenland leidt tot de Trumanleer. De VS ging de Griekse regering steunen in een strijdt tegen een door communisten geleide oppositie. Truman verklaarde dat de VS zich vanaf dat moment tegen iedere communistische aanval of opstand zou verzetten: de Trumanleer. Stalin beschouwde de Trumanleer als een vijandige politiek ten opzichte van de SU. • Marshallhulp wekt woede van Stalin op. Het Marshallplan: de VS gingen Europa financieel steunen bij de opbouw van de economie. Zo wilde ze voorkomen dat het communisme zich in Europa nog verder zou uitbreiden. In een arm Europa heeft het communisme meer kans. Maar volgens Stalin wilde de Amerikanen Europa door het plan economisch en politiek afhankelijk van Amerika maken en hij wees het plan dus af. Ook verbood hij de Oost-Europese landen die hij beheerste het plan te aanvaarden. Het Marshallplan werd wel aanvaard door: West-Europese landen, Griekenland, Joegoslavië en Turkije. • In Azië breidt het communisme zich uit. In Noord-Korea en China kwamen communistische regeringen aan de macht. De communist Ho tsji-Minh leidde in Vietnam de vrijheidsstrijd tegen de Franse koloniale overheersers. In China was er voor en na de tweede wereld oorlog een burgeroorlog aan de gang tussen de nationalisten en communisten. Ondanks de Amerikaanse steun aan de nationalisten kregen de Chinese communisten in 1949 het hele vasteland van China in handen. Het Westen zag in de uitbreiding van het communisme in Azië vooral de hand van Stalin. Door de groeiende spanningen tussen Oost en West ontstond de zogenaamde Koude Oorlog. Paragraaf 2: ‘Conflicten en Oorlogen.’ De blokkade van West-Berlijn (1948-1949) Berlijn lag in de Russische zone. De grote drie (leiders van de VS, SU en Engeland) hadden echter besloten Berlijn in vier sectoren te verdelen. De drie sectoren van de westerse geallieerden vormden samen West-Berlijn. Stalin was het niet eens met: - dat West-Berlijn een ‘kapitalistisch reclamebord’ zou worden - de politiek die de westerse geallieerden in hun zones en sectoren voerden. De westerse Geallieerden hielpen met de economische opbouw in hun zones, terwijl Stalin juist zoveel mogelijk schadevergoedingen haalde uit zijn zones, en ze voerden in West-Berlijn ook dezelfde munt in als in de zones van de westerse Geallieerden. Hierom besloot Stalin tot een blokkade van West-Berlijn. Alle wegen werden naar West-Berlijn werden afgesloten. West-Berlijn werd bedreigd met de hongerdood. Het leek erop dat er gevochten zou moeten worden om West-Berlijn, maar de westerse Geallieerden vonden een betere oplossing: ze begonnen een luchtbrug, hiermee konden ze West-Berlijn toch nog van voorraden voedsel voorzien. Na bijna een jaar hief Stalin de blokkade op. Het gevolg van de blokkade was dat de westerse landen nog nauwer gingen samenwerken. Ze sloten een militair bondgenootschap, de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). De reactie van de SU en de communistische landen in Oost-Europa: ze sluiten ook een militair bondgenootschap: het Warschaupact. De Koreaanse Oorlog (1950-1953) Korea werd na bevrijding, aan het einde van de tweede wereldoorlog, verdeeld in twee staten: - Noord-Korea, gesteund en bevrijd door de SU. - Zuid-Korea, gesteund en bevrijd door de VS. In 1949 trekken de militairen troepen, zowel uit de VS als uit de SU, uit Korea weg. In juni 1950 valt Noord-Korea, Zuid-Korea aan. Het VN leger gaat Zuid-Korea dan helpen, op voorstel van de VS.Ze drijven de Noord-Koreanen terug tot aan de Chinese grens. Communistisch China gaat Noord-Korea helpen.Ze drijven het VN leger terug tot aan de 38ste breedtegraad. Dan komt het front tot stilstand en in 1953 wordt een wapenstilstand gesloten. Gevolgen: Korea blijft verdeeld in twee staten, het wantrouwen in Oost en West wordt vergroot en er wordt een in West-Duits leger opgericht om een eventuele aanval vanuit Oost-Europa beter te kunnen afweren. De Berlijnse Muur (1961) De opvolger van Stalin, Chroesjtsjov, voerde de politiek van vreedzame coëxistentie in. Oost en West moeten vreedzaam naast elkaar leven. Eind 1960 wordt Kennedy tot president van de VS gekozen. Hij lijkt meer begrip te hebben voor de SU dan zijn voorgangers. Toch krijgen de SU en de VS ernstige conflicten: de Berlijnse Muur en de Cuba-crisis. In 1961 eiste Chroesjtsjov dat de westerse Geallieerden zich uit West-Berlijn zouden terugtrekken. Kennedy verklaarde dat de Amerikaanse troepen zeker in de stad zouden blijven. Chroesjtsjov gaf de DDR toen toestemming om dwars door de stad een muur te bouwen, zodat er een einde werd gemaakt aan de afspraak uit 1945, dat Oost-Duitsers vrij naar West-Duitsland konden vluchten. Eerst zette de Oost-Duitse Volkspolizei alle straten naar West-Berlijn af. Daarna begon de bouw van de muur. Russische en Amerikaanse tanks stonden dreigend tegenover elkaar, maar verder dreigen kwam het ook niet. De muur bleef bestaan tot 1989. De Cuba-crisis (1962) Oost en West bedreigden elkaar, voor de eerste en tot nu tor laatste keer, met kernwapens. Fidel Castro had de macht in Cuba en voerde het communisme in. Hij was in conflict met de VS en kreeg steun van de SU. In oktober 1962 ontdekten Amerikaanse vliegtuigen Russische raketinstallaties op Cuba. Kennedy kondigde via de televisie een marineblokkade van Cuba af en dat iedere kernraket die vanaf Cuba op de VS zou worden afgeschoten, zou leiden tot een Amerikaanse kernaanval op de SU. Chroesjtsjov liet weten dat hij een blokkade van Cuba niet zou aanvaarden. Hij bracht de Russische kernmacht in staat van alarm. De Amerikaanse marine wachtte de Russische schepen op, die met kernwapens op weg waren naar Cuba. Op het laatste moment keerden de Russische schepen om. Chroesjtsjov en Kennedy kwamen tot overeenstemming: De VS zouden Cuba nooit aanvallen en Chroesjtsjov liet de raketten van Cuba weghalen. Tussen de SU en de VS werd een ‘hot line’ aangelegd, voor sneller contact bij een crisis. De oorlog in Vietnam (1960-1975) De vroegere Franse kolonie werd in 1954 in twee staten verdeeld: - de communistische staat Noord-Vietnam, gesteund door de SU - de pro-westerse staat Zuid-Vietnam, gesteund door de VS. In Zuid-Vietnam ontstond verzet tegen de regering. De regering was dictatoriaal en trok de rijke bovenlaag voor. Dit verzet werd geleid door de communisten: de Vietcong. Deze kreeg veel aanhang van arme boeren en sympathie van mensen in de steden die zelf geen communisten waren. In 1960 begon de Vietcong een guerrillaoorlog tegen de regering. De Vietcong kreeg steun van Noord-Vietnam. Kennedy hielp de Zuid-Vietnamese regering met wapens en militaire specialisten. De Vietcong bleef echter groeien. De opvolger van Kennedy, Johnson, zette alles op alles om de Vietcong te verslaan, want hij was ervan overtuigd dat als Zuid-Vietnam communistisch zou worden, dat landen als Laos, Cambodja, Thailand, Birma, Maleisië, Indonesië als dominostenen voor het communisme zouden vallen: de dominotheorie. In 1965 stuurde Johnson op grote schaal Amerikaanse soldaten naar Vietnam. In 1968 waren er een half miljoen soldaten uit de VS. Maar ook Noord/Vietnam stuurde steeds meer soldaten naar Zuid-Vietnam. Na 1968 was de rol van de Vietcong uitgespeeld en was het in feite een oorlog in Zuid-Vietnam tussen de VS en Noord-Vietnam. De Amerikanen maakten gebruik van de modernste middelen, maar ze slaagden er niet in om hun tegenstanders te verslaan. President Nixson, de opvolger van Johnson, trok de grondgroepen uit Vietnam terug. Hij zorgde voor een wapenstilstand. Daarna vertrok ook de luchtmacht van de VS. Twee jaar later viel Noord-Vietnam Zuid-Vietnam weer binnen en veroverde Zuid-Vietnam binnen enkele weken. Noord en Zuid-Vietnam werden verenigd tot één communistisch land. Kranten, tijdschriften, maar vooral radio en televisie hebben tijdens de oorlog een belangrijke rol gespeeld. Zij waren een belangrijke oorzaak dat steeds meer mensen in het Westen de Amerikaanse oorlog in Vietnam gingen veroordelen. De televisie liet bijna alleen Amerikaanse oorlogshandelingen zien. Noord-Vietnam liet de media niet toe. De mensen in het Westen kregen daardoor het idee dat de Amerikanen de grote boosdoeners waren. De afloop van de oorlog van een grote schok voor het Amerikaanse zelfvertrouwen. De modernste macht ter wereld was er niet in geslaagd in een klein Aziatisch landje te winnen. Oost en West in de rest van de wereld

Nadat de Afrikaanse landen onafhankelijk waren geworden probeerden de SU, Cuba en China invloed in die landen te krijgen. Het westen probeerde dat te verhinderen. Slechts in enkele Afrikaanse staten kwamen communistische partijen aan de macht (Angola, Mozambique, Zimbabwe en Namibië.) In Latijns-Amerikaan was Cuba in 1959 communistisch geworden. De VS vreesden toen dat de SU via Cuba haar invloed in Midden en Zuid-Amerika zou uitbreiden. De communisten behaalden slechts tijdelijk militaire successen in enkele landen (El Salvador en Nicaragua) Midden-Oosten: Israël en Turkije onderhielden vooral banden met het Westen. Arabische landen bleven hun eigen koers varen. Paragraaf 3: De kernwapenwedloop. Steeds meer en steeds modernere kernwapens. Één van de ernstigste gevolgen van de Koude oorlog was de wedloop in kernbewapening tussen Oost en West. Tijdens de tweede wereldoorlog werd de atoombom ontwikkeld door de VS. Vier jaar na de Amerikanen beschikten ook de Russen over de Atoombom. De SU maakte langeafstandsraketten, ze hadden namelijk geen luchtmacht die in staat was de VS met atoombommen te treffen. Ook de Amerikanen gingen deze raketten maken. Zo ontstond een situatie waarbij men elkaar met behulp van kernwapens kon afschrikken (wederzijdse afschrikking). Beide landen bleven echter bang voor een verrassingsaanval. Daarom wilden ze allebei steeds meer en steeds modernere kernwapens. Zo was er sprake van een voortdurende wedloop in kernbewapening. Oost en West onderhandelen over kernwapenbeheersing. De regeringsleiders van Oost en West waren zich bewust van de grote gevaren van kernwapens. Al sinds de Cuba-crisis onderhandelen Oost en West om een einde te maken aan de wapenwedloop Paragraaf 4: Einde van de Koude Oorlog De SU maakt een einde aan de Koude Oorlog. In de jaren 1988-1990 werd de verhouding tussen de SU en het Westen beter dankzij concessies van de SU: - Eind 1989 liet Gorbatsjov toe dat in Oost-Europa landen de alleenheerschappij van de communistische partij werd afgeschaft. - In 1990 ging Gorbatsjov ermee akkoord dat de DDR uit het Warschaupact trad en zichzelf ophief. Belangrijke economische redenen om de K-O te beëindigen voor zowel de SU als de VS: - De SU kon de kernwapenwedloop tegen de VS economisch niet meer bijhouden. - Steun aan communistische bewegingen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika koste de SU te veel. - de VS had al jaren een ernstig begrotingstekort door de hoge militaire uitgaven. In 1990 besloten NAVO en Warschaupact ook tot vermindering van de conventionele bewapening (de ‘gewone’ bewapening). De goede verstandhouding tussen de SU en het Westen kwam ook tot uiting toen Irak Koeweit veroverde. Oost en West stonden bij elkaar. Beide veroordeelden het optreden van Saddam Hoessein. In 1991 viel de SU uiteen en werd het Warschaupact opgeheven. Toch nog tegenstellingen tussen Oost en West: - In 1999 werden de voormalige Oostbloklanden Polen, Tsjechië en Hongarije lid van de NAVO. Rusland protesteerde hiertegen - Tijdens de burgeroorlog in het voormalig Joegoslavië toonde het Westen meer begrip voor de Kroaten en de moslims in Bosnië en Kosovo terwijl Ruslang partij koos voor de Serviërs. Communisme nog in enkele landen. Communisten zijn nog aan de macht in: - Cuba, de steun van de SU is echter weg. De SU gaf Cuba geld en nam ruim de helft van de cubaanse exportproducten af. - In China, in 1989 protesteerde studenten voor meer vrijheid. De communistische leiders maakten daar met veel geweld een einde aan. - Noord-Korea. - Vietnam
Paragraaf 5 hoefden we niet te leren.

REACTIES

-.

-.

de vil moet zijn ==> de wil

17 jaar geleden

M.

M.

Hey dank je wel heh voor die samenvatting anders had ik nooit info kunnen vinden



DANKJEWEL1!!!!!

19 jaar geleden

I.

I.

Ik wil niet veel zeggen maar paragraaf 1 = eigenlijk paragraaf 2 in het boek.

13 jaar geleden

_.

_.

Er missen in totaal 2 paragrafen

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.