Hoofdstuk 3: Egypte (sleutelbegrippen)

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 697 woorden
  • 20 augustus 2008
  • 14 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
14 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
GESCHIEDENIS REPETITIE HS 3 EGYPTE
§ 1
Arbeid: Werk dat mensen verrichten om in hun levensonderhoud te voorzien.
Jagers-verzamelaars:
Landbouw: Middel van bestaan waarbij mensen voedsel verbouwen en dieren houden.
Landbouwsamenleving: Samenleving waarin landbouw het belangrijkste middel van bestaan is en de meeste mensen boer zijn.
Ambacht: Beroep waar je met je handen producten maakt of bewerkt.
Beroep: Een vast soort werk waar je je brood mee verdient.

Techniek: Weten hoe je iets moet doen en hert ook handig moet gebruiken.
Bloeitijd: Als het een tijd lang goed gaat.
Handel: Het kopen en verkopen van producten.
Middel van bestaan: Wat mensen doen om in leven te blijven.

§2

Godsdienst: Het geloof in God of goden.
Macht: Als je andere mensen iets kan laten doen wat ze zelf niet van plan waren.
Staat:Mensen die met elkaar een stukgrond hebben,een eigen overheid en wetten
Leger: Organisatie van soldaten.
Oorlog:Conflict tussen staten of volken waar geweld bij gebruikt.
Vrede: Zonder conflicten samenleven.
Ambtenaar: Mensen die in dienst van de overheid werken en helpen bij het uitvoeren van besluiten van het bestuur.
Macht: Als je andere mensen iets kan laten doen wat ze zelf niet van plan waren.
Opstand: Niet meer gehoorzamen aan de mensen die de baas zijn.

Staat:Mensen die met elkaar een stukgrond hebben,een eigen overheid en wetten

§3

Ambtenaar: Mensen die in dienst van de overheid werken en helpen bij het uitvoeren van besluiten van het bestuur.
Beschaving: Een hoog ontwikkelde cultuur. In deze cultuur bedenken de mensen ingewikkelde dingen en werken ze samen in grote groepen.
Cultuur: Alles wat mensen maken denk en doen.
Beroep: Een vast soort werk waar je je brood mee verdient.
Communicatie: Het uitwisselen van informatie (en de middelen waarmee dat gebeurt.)
Staat:Mensen die met elkaar een stukgrond hebben,een eigen overheid en wetten
Aanzien: Als mensen je belangrijk vinden en tegen je op kijken.
Hiernamaals: Het (geloof in het) leven naar de dood.
Kunst: Iets wat niet bedoelt is als gebruiksvoorwerp, maar om ‘iets moois’ te hebben.
Macht: Als je andere mensen iets kan laten doen wat ze zelf niet van plan waren.
Magie: Een soort tovenarij om voorspoed en geluk af te dwingen.
Priester: Mensen die zorgen voor het contact tussen goden en mensen.


§4

Aanzien: Als mensen je belangrijk vinden en tegen je op kijken.
Beroep: Een vast soort werk waar je je brood mee verdient.
Hiernamaals: Het (geloof in het) leven naar de dood.
Oorlog:Conflict tussen staten of volken waar geweld bij gebruikt.
Techniek: Weten hoe je iets moet doen en hert ook handig moet gebruiken.
Ambtenaar: Mensen die in dienst van de overheid werken en helpen bij het uitvoeren van besluiten van het bestuur.
Handel: Het kopen en verkopen van producten.
Kunst: Iets wat niet bedoelt is als gebruiksvoorwerp, maar om ‘iets moois’ te hebben
Staat: Mensen die met elkaar een stukgrond hebben,een eigen overheid en wetten
Aanzien: Als mensen je belangrijk vinden en tegen je op kijken.
Ambacht: Beroep waar je met je handen producten maakt of bewerkt.
Ambtenaar: Mensen die in dienst van de overheid werken en helpen bij het uitvoeren van besluiten van het bestuur.

§5

Aanzien: Als mensen je belangrijk vinden en tegen je op kijken.

Moederschap: De taken van een vrouw als moeder, zoals het voeden en verzorgen van kinderen
Opvoeding: Kinderen grootbrengen
Rolverdeling: De verdeling van taken tussen mensen.
Aanzien: Als mensen je belangrijk vinden en tegen je op kijken.
Gelijkheid: De zelfde rechten en dezelfde kansen hebben als anderen.
Huwelijk: Voor de wet trouwen
Norm: Wat mensen normaal vinden.

§6

Communicatie: Het uitwisselen van informatie (en de middelen waarmee dat gebeurt.)
Conflict: Ernstig verschil van mening tussen verschillende mensen, partijen of landen.
Handel: Het kopen en verkopen van producten.
Landbouw: Middel van bestaan waarbij mensen voedsel verbouwen en dieren houden.
Oorlog:Conflict tussen staten of volken waar geweld bij gebruikt.
Vrede: Zonder conflicten samenleven.
Bewapening: De wapens die iemand heeft, of het kopen en produceren van wapens. Een wapen is een voorwerp bedoeld om je te verdedigen of iemand aan te vallen.
Communicatie: Het uitwisselen van informatie (en de middelen waarmee dat gebeurt.)

Leger: Organisatie van soldaten.
Opstand: Niet meer gehoorzamen aan de mensen die de baas zijn.
Oorlog:Conflict tussen staten of volken waar geweld bij gebruikt.

REACTIES

L.

L.

hallo wil je me helpen met de geschindenis van de samenvatting al vast bedankt!!!!

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.