Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 3: De Tweede Wereldoorlog

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 1848 woorden
  • 13 januari 2017
  • 32 keer beoordeeld
Cijfer 7
32 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Geschiedenis hoofdstuk 3: De Tweede Wereldoorlog 3.1 Oorlog in Europa
Op 31 augustus 1939 meldde een Duits radiostation bij de Poolse grens, dat Poolse militairen het radiostation hadden aangevallen. Volgens Polen klopte de beschuldigingen niet en verklaarde daarom Duitsland de oorlog. Na Hitler’s machtsovername in 1933 begon hij direct met een de opbouw van een groot leger. Hij sloot een bondgenootschap met Italië en Japan, Oostenrijk werd een Duitse provincie. Het westen deed niks. Hitler eiste Tjecho-Slowakije op in ruil voor de belofte geen nieuwe eisen te zullen stellen.
Enkele maanden later bezette nazi-Duitsland de rest van Tsjechië. Vervolgens eiste Hitler Corridor op en sloten nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie een geheim niet-aanvalsverdrag en verdeelden Polen. Daarna vielen de Duitsers Polen aan. Op 3 september 1939 verklaarden Groot-Britannië en Frankrijk Duitsland de oorlog. De Tweede Wereldoorlog was begonnen.

Polen werd door de Duitse Blitzkrieg veroverd door de Sovjet-Unie en nazi-Duitsland. De Duitsers rukten in razend tempo op en veroverde Nederland, België, Frankrijk, Denenmarken en Noorwegen. Hitler beheerste het westen van Europa. Met hun Blitzkrieg-tactiek trok Duitsland de Sovjet-Unie binnen onder ‘operatie Barbarossa’. De winter hield hen midden in de Sovjet-Unie tegen, na de winter ging het offensief door. Ze bereikten Stalingrad, waar de slag om Stalingrad begon.
Op 6 juni 1944, D-day kwam er een tweede front. In de zomer werden Frankrijk, België en Zuid-Nederland bevrijd. Bij de Slag om Arnhem wisten de Duitsers de geallieerden te stoppen. Het Rode Leger veroverde Berlijn en op 7 mei tekenden de Duitse legerleiding de onvoorwaardelijke capitulatie.   Begrippen:
Appeasement: Politiek om toe te geven aan de eisen van Hitler om de vrede te bewaren
As-mogendheden: Duitsland, Italië, Japan en hun bondgenoten
Blitzkrieg: Bliksemoorlog, snelle bewegelijke oorlogvoering
Diplomatie: Het voeren van overleg tussen staten
Heim ins Reich: Hitlers politiek om alle etnische Duitsers in het Duitse rijk te verenigen
Lebensraum: Gebieden in Oost-Europa die de Duitsers volgens de nazi’s nodig hadden om te leven
Tweede Wereldoorlog: (1939 – 1945) tweede grote oorlog waarin landen van alle continenten waren betrokken
Vazalstaat: Staat in dienst van een andere staat
3.2 Bezet Nederland
Op 31 augustus 1939 meldde een Duits radiostation bij de Poolse grens, dat Poolse militairen het radiostation hadden aangevallen. Volgens Polen klopte de beschuldigingen niet en verklaarde daarom Duitsland de oorlog. Na Hitlers machtsovername in 1933 begon hij direct met een de opbouw van een groot leger. Hij sloot een bondgenootschap met Italië en Japan, Oostenrijk werd een Duitse provincie. Het westen deed niks. Hitler eiste Tjecho-Slowakije op in ruil voor de belofte geen nieuwe eisen te zullen stellen.
Enkele maanden later bezette nazi-Duitsland de rest van Tsjechië. Vervolgens eiste Hitler Corridor op en sloten nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie een geheim niet-aanvalsverdrag en verdeelden Polen. Daarna vielen de Duitsers Polen aan. Op 3 september 1939 verklaarden Groot-Brittannië en Frankrijk Duitsland de oorlog. De Tweede Wereldoorlog was begonnen.

Polen werd door de Duitse Blitzkrieg veroverd door de Sovjet-Unie en nazi-Duitsland. De Duitsers rukten in razend tempo op en veroverde Nederland, België, Frankrijk, Denenmarken en Noorwegen. Hitler beheerste het westen van Europa. Met hun Blitzkrieg-tactiek trok Duitsland de Sovjet-Unie binnen onder ‘operatie Barbarossa’. De winter hield hen midden in de Sovjet-Unie tegen, na de winter ging het offensief door. Ze bereikten Stalingrad, waar de slag om Stalingrad begon.
Op 6 juni 1944, D-day kwam er een tweede front. In de zomer werden Frankrijk, België en Zuid-Nederland bevrijd. Bij de Slag om Arnhem wisten de Duitsers de geallieerden te stoppen. Het Rode Leger veroverde Berlijn en op 7 mei tekenden de Duitse legerleiding de onvoorwaardelijke capitulatie.   Begrippen:
Bezetting: Toestand waarin een leger een gebied heeft veroverd en in bedwang houdt
Censuur: Het verbieden van (delen van) boeken, films, radio-uitzendingen en andere publicaties
Collaboratie: Samenwerken met de vijand
Fout: Nederlanders die tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de Duitse kant stonden
Gelijkschakeling: Het aanpassen van organisaties aan de totalitaire ideologie van de nazi’s
Onderduiker: Iemand die zich schuilhoudt
Razzia: Jacht op een groep mensen door politie of leger
Rijkscommissaris: Hoogste vertegenwoordiger van het Duitse gezag tijdens de bezetting van Nederland   3.3 De holocaust
Joodse Duitsers werden in de Tweede Wereldoorlog massaal gedeporteerd. Nadat een jongen een lid van de Duitse ambassade neerschoot, kwam er de ‘Kristallnacht’. De Joden kregen de schuld van al het geweld en moesten als boete een miljard mark betalen. Joodse Duitsers hadden in het verleden al diverse vormen van antisemitisme meegemaakt. De nazi’s beschouwden de joden niet als aanhangers van een geloof, maar als een ras. Wie het Joodse geloof niet aanhing, maar wel Joodse voorouders hadden, was in de ogen van de nazi’s een jood. Het Duitse volk werd opgeroepen geen joden meer in dienst te nemen en geen producten meer bij Joden te kopen. Na de Kristallnacht sloten SS’ers 30.000 joden op in concentratiekampen. Nieuwe regels als het dragen van een davidster werden ingevoerd.
In de Sovjet-Unie organiseerde de SS een genocide, waarbij moordcommando’s alle joden bij elkaar dreven om hun eigen massagraf te graven en daarna doodgeschoten te worden. De nazi’s wilden heel Europa ‘jodenvrij’ maken. Ze zochten een definitieve oplossing voor het ‘probleem’. Er kwamen zeven vernietigingskampen. Nederlanders kwamen via het doorvoerkamp Westerbork in Auschwitz terecht. In totaal vermoordden de nazi’s zo’n zes miljoen joden. De grootste volkerenmoord uit de geschiedenis kreeg de naam Holocaust (Grieks: brandoffer). Joden spreken van de Shoah (Hebreeuws: ramp) Begrippen:

Deportatie: Het wegvoeren van mensen
Discriminatie: Onderscheid maken tussen mensen met de bedoeling om iemand of een groep achter te stellen
Genocide: Volkerenmoord
Holocaust (Shoah): Massale moord op joden tijdens de Tweede Wereldoorlog
Vernietigingskamp: Concentratiekamp gemaakt om mensen te vermoorden   3.4 Oorlog buiten Europa
Op 7 december 1941 viel Japanse vliegtuigen twee aanvalsgolven uit op een Amerikaanse vlootbasis. Eerst leek de aanval een succes. De Amerikanen waren woedend. Ze spraken van een laffe overal want de Japanse oorlogsverklaring kwam pas na de aanval. Hitler verklaarde de VS ook de oorlog. De VS sloot zich aan bij Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie waardoor het een echte wereldoorlog werd.
In Japan had de generaal Tojo de macht. Het land had zich ontwikkeld tot een sterke dichtbevolkte industriestaat, die voor grondstoffen en voedsel afhankelijk was van andere landen. Om die afhankelijkheid te verminderen en nieuwe afzetgebieden te creëren wilde Japan een koloniaal rijk stichtte in Azië. Japan viel Mantsjoerije binnen. De internationale gemeenschap reageerde lauw waardoor de Japanners verder gingen. Ze sloten een verdrag met Duitsland en Italië. In 1937 viel Japan andere delen van China binnen. Toen Japan een deel van de Franse kolonie overnam besloten de VS en Nederlands-Indië de uitvoer van olie en staal naar Japan te verbieden. De Japanse regering vreesde voor de industrie en besloot een aanval op Pearl Harbor. Daarna veroverde Japan grote delen van Zuid en Oost-Azië. In 1942 was het Japanse leger heer en meester over de belangrijkste Indonesische eilanden.
Er kwam een einde aan de Japanse opmars. De Amerikanen bouwde met hun enorme productiecapaciteit een overwicht aan oorlogsschepen en gevechtsvliegtuigen op. Suriname leverde 60% van het aluminium voor de vliegtuigen. Curaçao en Aruba leverde een groot van vliegtuigbrandstof. Het vervoer van deze producten was gevaarlijk. Overal lagen Duitse duikboten op de loer.

Meer dan drie jaar lang moest Indonesië bijdragen aan de Japanse oorlogvoering door levering van grondstoffen en voedsel, gedwongen prostitutie en dwangarbeid. Een groot deel stierf door geweld, uitputting en ziektes. Buiten de kampen was het leven tijdens de Japanse bezetting ook erg zwaar.
Vanaf 1943 waren de Amerikanen tegen de Japanners in het offensief. Ze heroverde eiland na eiland. De Japanners wilden liever eervol sterven dan oneervol gevangengenomen worden. Daardoor ging het veroveren moeizaam. De Japanse nederlaag was onvermijdelijk maar het Japanse leger vocht door. Om Amerikaanse levens te besparen wierpen Amerikanen atoombommen op Hirosjima en Nagasaki. De keizer kondige de overgave aan. Op 15 augustus 1945 was de Tweede Wereldoorlog afgelopen.   Begrippen:
Atoombom: Bom met een grote vernietigingskracht door splitsing van atoomkernen
Dwangarbeid: Arbeid die mensen onder dreiging van tegen hun wil verrichten
Kamikaze: Zelfmoordaanval
Troostmeisje: Door Japanners gebruikte naam voor vrouwen die tijdens de Tweede Wereldoorlog gedwongen werden om als prostituee voor hen te werken
3.5 Lessen van het verleden
In 1941 ontmoetten Churchill en Roosevelt elkaar op een oorlogsschip. Er kwam een verklaring uit die bekend werd als het Atlantische Handvest. Daarin zeiden ze dat het nazisme vernietigd moest worden. Landen moesten na de oorlog samenwerken om de vrede te bewaren. Roosevelt stelde een nieuwe organisatie voor, de Verenigde Naties (VN). Om te voorkomen dat de VN machteloos zou worden als de Volkenbond kregen de grote mogendheden de leiding en konden zij bindende besluiten opleggen.
De VN staat onder leiding van een secretaris-generaal, die word gekozen door de lidstaten. De genomen besluiten zijn niet bindend, maar aanbevelingen. De Veiligheidsraad neemt wel bindende besluitingen. Er zitten vijftien landen in maar de vijf grote geallieerde landen uit de Tweede Wereldoorlog (VS, Rusland, China, Groot-Brittanië en Frankrijk) zijn permanent lid en hebben vetorecht. Dat betekent dat ze de besluiten kunnen tegenhouden. De andere tien landen zitten er maar twee jaar in. De VN heeft ook andere organisaties.

Op 10 december 1948 tekende de lidstaten van de VN de Univerele Verklaring van de Rechten van de Mens. Onder leiding van Eleanor Roosevelt beschreef een speciale commissie 65 mensenrechten in 27 artikelen. Er staan behalve politieke rechten ook economische, sociale en culturele rechten in. Lidstaten moeten proberen de mensenrechten na te leven.
In 1945 besloten de geallieerden de belangrijkste nazileiders en Japanse leiders een eerlijk proces te laten berechten. De processen van Neurenberg en Tokio waren bijzonder. In deze oorlogstribunalen stonden voor het eerst mensen terecht voor het voeren van een agressieve oorlog, misdaden tegen vrede, oorlogsmisdaden en misdaden tegen menselijkheid.
Ieder jaar op 4 mei om 19.50 loopt het staatshoofd van Nederland van de Nieuwe Kerk naar het Nationaal Monument op de Dam om daar een krans te leggen. Om 20.00 is het 2 minuten stil. Na het volkslied is er een korte toespraak over de betekenis van de Dodenherdenking. Zo worden elk jaar de burgers en militairen van het Koninkrijk der Nederlanden herdacht die zijn omgekomen in oorlogsituaties in de Tweede Oorlog. In elke Nederlandse gemeente vind zo herdenking plaats. Ook in andere landen wordt het herdacht. Op 15 augustus is er nog een aparte herdenking van de slachtoffers uit Nederlands-Indië.
Op 5 mei is de stemming anders. Op Bevrijdingsdag is het feest, want dan sinds 1945 wordt het einde van de Duitse bezetting gevierd. Vanaf 1995 werden het accent van 5 mei verschoven van bevrijding en terugkijken naar vrijheid en vooruitkijken.   Begrippen:
Bevrijdingsdag: Jaarlijkse viering op 5 mei van de Duitse capitulatie in Nederland
Dodenherdenking: Jaarlijkse herdenking op 4 mei van alle burgers en militairen van het Koninkrijk der Nederlanden die zijn omgekomen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties
Lidstaat: Land dat lid is van een internationale organisatie
Oorlogsmisdaad: Misdrijf tegen de gebruiken en wetten in een oorlog die zijn vastgelegd in internationale verdragen
Oorlogstribunaal: Bijzondere rechtbank die oorlogsmisdadigers berecht
Veiligheidsraad: Belangrijkste vergadering van De Verenigde Naties
Verenigde Naties (VN): Volkerenorganisatie, opgericht in 1945
Vetorecht: Het recht om besluiten tegen te houden

REACTIES

J.

J.

Dit vind ik niet leuk want het is supppppper saai lol

7 jaar geleden

M.

M.

kerel, jij denkt geschiedenis is leuk?

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.