De tijd van pruiken en revoluties
Paragraaf 1: Frankrijk voor de Franse revolutie.
- Frankrijk was sinds de middeleeuwen een echte standensamenleving. Er waren 3 standen:
1. De geestelijkheid: Taak om te bidden voor de veiligheid van iedereen.
2. De adel: Taak om te strijden voor de veiligheid van iedereen
3. De rest van de bevolking: 85% van de bevolking bestond uit arme loonarbeiders, kleine handelaren, winkeliers, en vooral uit boeren. De boeren moesten op het land werken om iedereen te voeden.
De bourgeoise: De resterende 15% van de rest van de bevolking dat bestond uit rijke burgerij zoals: Rechters, bankiers en kooplieden.
Privileges: De voorrechten die de eerste en tweede stand hadden. Zij hadden belangrijke banen in de kerk, het leger of het bestuur. En ze hoefden geen belasting te betalen.
Mensen van de derde stand hadden geen privileges , en zij moesten wel belasting betalen aan de koning en kerk.
De boeren waren na de middeleeuwen wel vrij en ze werkten verplicht (gratis) op het land van de heer. Strenge winters zorgden voor een slechte oogst en de boeren klaagden over de plichten, honger en armoede.
Lodewijk XVI raakt door het dure leven van hem en de kostbare oorlogen in geldnood, en hij riep in 1789 de vertegenwoordigers van de drie standen bij elkaar. Hij wilde toestemming voor belastingverhoging, deze vergadering zorgde voor vele veranderingen…
Jaartallen genoemd in deze paragraaf:
JAARTAL GEBEURTENIS
1789 Lodewijk XVI roept vertegenwoordigers van de drie standen bij elkaar voor toestemming voor belastingverhoging.
Paragraaf 2: De Verlichting
De achttiende eeuw staat ook wel bekend om De Verlichting. Men dacht door logisch na te denken te proeven en te doen dingen te verklaren (verlichten).
Denkers van De Verlichting vonden dat je over alles zelf erover na moest denken, en niet altijd de koning en de kerk te geloven.
Verlichte denkers hadden overal een duidelijke mening over hier is een overzicht van wat ze o.a. vonden en dachten.
“Iedereen hoort gelijk te zijn.”
“De koning is aangesteld door god, maar dat betekent niet dat al zijn beslissingen goed zijn.”
“Niemand mag iemand anders zijn vrijheid, gezondheid of bezit schaden”
John Locke schreef in 1690 dat je ervoor moest zorgen dat de koning niet absolute macht krijgt, maar de taken moest verdelen. Hij vond dat een te machtige koning een dreiging voor de bevolking kon zorgen, hij vond ook dat als een koning de macht niet wou delen dat de mensen dan in opstand mogen komen.
In Frankrijk was er tot 1789 een absolute macht, hier vonden verlichte mensen ook dat de macht gedeeld hoort te worden. In 1748 legte Montesquieu hoe je machtsmisbruik kon voorkomen: door de Scheiding der machten.
1. Het parlement maakt de wetten
2. De koning en regering voeren de wetten uit
3. Benoemde rechters gaven straffen als er niet aan de wet werd gehouden, dit zou dan ook gelden voor de koning en regering.
Als dit plan in gebruik zou worden genomen, dan is de koning zijn absolute macht kwijt, maar de koning wou dit niet. En hij verbood dit soort geschriften en geschriften tegen de kerk: dit heet een censuur.
Verlichtende denkers konden door hun geschriften in de gevangenis gezet worden, Voltaire die heeft door zijn geschriften 11 maanden in de Bastille gezeten.
Jaartallen in deze paragraaf:
Jaartal Gebeurtenis
1690 John Locke schreef dat de koning geen absolute macht mag hebben.
1748 Montesquieu stelde de Scheiding der Machten voor.
1789 Tot dit jaartal hadden koningen van Frankrijk nog absolute macht.
Paragraaf 3: Revolutie in Frankrijk.
Koning Lodewijk XVI zat erg in geldnood. Hij riep de Staten-Generaal bij elkaar om de drie standen toestemming te vragen voor toestemming voor belastingverhoging. Uiteindelijk kwamen de vertegenwoordigers van de drie standen in mei 1789 bij elkaar.
Van de eerste en tweede stand bij elkaar kwamen er 300 mensen en er kwamen 600 mensen van de derde stand. De derde stand probeerde de voorkomen dat zij alle belasting moesten betalen, dus ze hoopten dat ze per aanwezige gingen stemmen, maar de koning wilde net als vroeger per stand stemmen.
Om te voorkomen dat zij alle belasting moesten betalen, riepen de leden van de derde stand in juli 1789 derde stand in een kaatsbaan elkaar. Deze bijeenkomst noemen we de Nationale Vergadering. De aanwezigen beloofden elkaar op 20 juni niet uit elkaar te gaan voordat Frankrijk een grondwet had. Daarin moest onder anderen te staan dat het volk mee mocht praten met het bestuur. Deze eed staat bekent als “De eed in de kaatsbaan”
De koning was hier niet blij mee en die stuurde zijn soldaten erop af. Tijdens dit kwamen de inwoners van Parijs ook nog in opstand. Ze eisten goedkoper brood, en ze bestormden regeringsgebouwen om wapens te roven. Een menigte Parijzenaars bestormden op 14 juli 1789 de Bastille. De Franse Revolutie is begonnen!
In augustus 1789 nam ze de “Verklaring van de rechten van de mens en burger” aan.
Dit zou betekenen dat de eerste en tweede stand hun privileges zouden verliezen, iedere Fransman had nu gelijke wetten en plichten.
In 1791 maakte een nieuwe grondwet een einde aan het absolute bestuur. De koning moest de wetten uitvoeren die de Nationale Vergadering bepaalde.
In 1792 werden de koning en koningin beschuldigd van hoogverraad. Zij zouden Oosterijk en Pruisen geholpen hebben met Frankrijk aanvallen. In 1793 onthoofden de jakobijnen de koning en koningin en kwamen onder leiding van Robespierre aan de macht. Hun bestuur Wie het niet eens waren met de beslissingen van de jakobijnen , was volgens hen tegen de revolutie. Robespierre liet alle tegenstanders onthoofden, en later zelfs de jakobijnen die hij niet kon vertrouwen.
Belangrijke jaartallen
Mei 1789 Vertegenwoordigers drie standen kwamen bij elkaar, de koning wou toestemming voor belastingverhoging.
17 juni 1789 Vertegenwoordigers van de derde stand vergaderen als één nationale vergadering.
20 juni 1789 Aanwezigen van de Nationale Vergadering beloven niet uit elkaar te gaan tot er een grondwet komt.
14 juli 1789 De bestorming van de Bastille.
Augustus 1789 Verklaring van de rechten van de mens en burger.
20 juli - 6 augustus 1789 La grande peur (de grote angst)
5 oktober 1789 7000 Parijse marktvrouwen op weg naar Versailles, ze eisten goedkoper brood en dat de koning mee gaat naar Parijs om te zien hoe het leven daar is.
1791 Grondwet maakte einde aan absolute bestuur
1792 Koning en koningin beschuldigt van verraad.
1793 Koning en koningin worden onthoofd en de jakobijnen kwamen aan de macht.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden