Hoofdstuk 11, Nederland

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 1259 woorden
  • 23 juli 2008
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
8 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
Geschiedenis hoofdstuk 11 Nederland: Eenheid en Verdeeldheid
§2 Gedeeltelijke ontzuiling

Gedeeltelijke ontzuiling in de jaren ‘60
De verzuilde organisaties zagen hun aanhang dalen en sommige verdwenen. Nieuwe organisaties kwamen maar die waren niet aan een zuil gebonden.:
• De confessionele partijen verloren kiezers. (protestanten+katholieken)
• Kranten wilde geen deel uitmaken van een zuil of verdwenen
• Er kwamen nieuwe omroepen die tot geen zuil behoorden.
• In het confessionele onderwijs werden ook niet-confessionele docenten geaccepteerd

Het zuilensysteem bestaat nog steeds, alleen steeds met minder betekenis:
* Veel parijen voegde zich bij elkaar.
* Omroepen kwamen erbij die niet tot een zuil behoorde.

Oorzaken van de gedeeltelijke ontzuiling sinds de jaren ‘60
* Het contact tussen de socialisten en confessionelen werd versterkt.
• In de tweede wereld oorlog leren ze elkaar waarderen.
• Socialisten keerden niet meer terug naar de kerk na de oorlog.
• Bij de PvdA mochten zich ook christenen bij aansluiten.

* Kerkelijke leiders lieten contact met andere zuilen toe.
Iedereen verliet zijn eigen zuil. Het was hun bedoeling dat ze met andere zuilen konden samenwerken.

* Minder invloed van de kerken
Godsdienst en politiek moest los van elkaar staan, waardoor het kerk bezoek af nam.

* De katholieke zuil begint te wankelen.
• Veel katholieken waren ervan overtuigd dat er geen sprake meer was van achterstand.
• Veel katholieken lieten zich niet meer leiden door de kerk.

De paus in Rome en de Nederlandse bisschoppen wilde afstand nemen van de oude katholieken leer en de veranderde wereld verkleinen.
• Latijn werd vervangen door Nederlands
• Het was niet meer verboden om lid te zijn van de socialistische NVV.

§3 Verzuiling en politiek (1917-1967)

Om een kabinet te vormen heb je de meerderheid van de stemmen nodig. Dit lukt vrijwel nooit. Toch konden de zuilen op dit gebied opeens wel met elkaar samenwerken.

Oorzaken:
* Trouw aan en respect voor de leiders van de eigen zuil.
De elite leidde de zuil.(mensen met de belangrijkste functies) Ze hadden een goede greep:
• Door allerlei regelingen konden de leiders controle uitoefenen op hun eigen zuil
• De leden van de elite hadden meestal dubbelfuncties
• Banden en vriendschap waren er tussen de elites.
De aanhangers geloofden altijd dat hun leiders het bij het rechte eind hadden.
* Samenwerking tussen de leiders van de zuilen.
Doordat alle aanhangers het goed vonden om alles binnen hun eigen zuil te doen, zagen de leiders in dat ze moesten samenwerken. Ze overlegde met elkaar over de gang van zaken, eerst inofficieel. Maar later kwamen de Sociaal Economische Raad (SER) die als adviesorgaan diende. Hierdoor ontstond er samenwerking tussen de zuilen.

De Tweede Wereldoorlog brengt slechts tijdelijk verandering.
De Duitsers hadden leiders uit verschillende zuilen gegijzeld. Hierdoor moesten de zuilen wel met elkaar overleggen, en ze kwamen tot de conclusie dat er na de oorlog een nieuwe samenleving moest worden opgebouwd.
De meeste mensen wilde na de oorlog toch terug naar de goede oude tijd. Er veranderde weinig; •De oude omroeporganisaties keerden terug.
• De meeste oude kranten keerden terug
• Het partijenstelsel bleef ook alles bijna het oude

Veranderingen sinds de jaren ‘60
• De trouw en respect voor de leiders is afgenomen
• Veel tegenstellingen worden in het openbaar besproken

§4

Omstreeks 1850 woonden er 3 miljoen mensen in Nederland en was er armoede en volgens toen overbevolking. Nu 150 jaar later en 14 miljoen mensen meer is er welvaart en volgens enkele overbevolking. Dit kan doordat wetenschap en techniek en de toepassing daarvan in de industrie en landbouw grote vorderingen hebben gemaakt.

Begin 20e eeuw komt de industrie op en vind de eerste massaproductie plaats.
Door de industrie werden er weer nieuwe uitvindingen gedaan en werden goederen steeds goedkoper en nam de welvaart toe.
Het lijkt allemaal prachtig te gaan maar dan breekt er een economische crisis uit die 10 jaar duurt en terwijl iedereen druk bezig was om te overleven in de crisis brak de tweede wereldoorlog uit. Maar na de tweede wereldoorlog gaat het weer beter met geld uit het marshall plan wordt Nederland wederopgebouwd en groeit de economie tot ongekende hoogte.
Om deze stijging gecontroleerd te verlopen bedacht de regering.
Geleide loonpolitiek dit houdt in dat de regering de lonen van werknemers heel langzaam lieten stijgen zodat er goedkoop geproduceerd kon worden en er grote winst gedraaid werd, bedrijven breide uit en er kwamen nieuwe waardoor er weinig werkloosheid was. Ook kwamen er nieuwe energiebronnen bij: aardgas en kernenergie.
In 1960 werd de geleideloonpolitiek afgeschaft wat als gevolg een loonexplosie had de lonen werden ontzettend hoog waardoor de mensen de hun consumptie achterstand konden gaan inhalen. Mensen kochten dure artikelen als auto's en tv’s men noemde dit massaconsumptie.
Door de uitbreiding van de industrie waren er ook meer banen in de diensten sector gekomen, winkels, banken dit werden commerciële diensten genoemd. Want de bedrijven moesten winst draaien om te blijven bestaan.
Daardoor kon de overheid niet-commerciele diensten uitbreiden die werden gefinancieerd door de overheid zoals onderwijs.
Steeds minder mensen gingen in de landbouw werken terwijl de product steeg ook dit was een gevolg van de landbouwmachines die gekocht konden worden in de welvaart.
In 1970 steeg de olieprijs vijf maal zo hoog waardoor de prijs van energiebron en plastic omhoog schoot en de economie een terugslag kreeg.
Daardoor gingen bedrijven over tot rationalisatie: met minder werknemer evenveel produceren en dus goedkoper maar de werkloosheid nam echter wel toe.
De levensduur van mensen werd langer waardoor er meer bejaarden kwamen en kinderen bleven langer op school waardoor er minder werkende kwamen.

De gelaagdheid van de bevolking verandert
• De eerste en tweede laag werden groter
• De vierde laag verdween
• De mogelijkheid om een laag te stijgen namen toe
• De termen mavo havo vwo ontstonden.
zie plaatje op bladzijde 156

de Industrialisatie bedreigt het milieu
door de industrialisatie kwamen er niet alleen meer producten maar ook afval en vieze schoorstenen, de lucht de bodem en het water werden verontreinigd. Pas in 1960 besefte men dat er een milieu probleem was en er kwam een wet voor het milieu.

De arbeidsomstandigheden veranderen
• Minder zwaar werk
Zwaar werk werd gedaan door machines mechanisatie en later automatisering
• Kortere werktijden meer vakantie
van 10 uur naar 8 uur per dag en ook zaterdags vrij ook de vakantie was een nieuw
• Werknemers worden mondiger
Vroeger hadden bazen alles te vertellen en nu ook werknemers cao,ondernemingsraad

Het denken over werk verandert
• Het aanzien van beroepen
De status veranderd van politieke en geestelijke en wetenschap en boeren
• Meer waardering voor werk van vrouwen en jongeren
Vroeger was het zo dat man werkt en vrouw en kinderen thuis daarom waren de lonen van jongeren en vrouwen lager dit werd dus later gelijkgetrokken.

Zuil
Doel van de zuil
Waarin onderscheid de zuil zich
Oordeel van andere zuilen over deze zuil

Katholieken
Streven naar emancipatie
- scheiding tussen - en - onderwijs
- geestelijken belangrijk
- Andere zuilen zagen de katholieken als makke schapen die door hun herders dom gehouden werden
- Andere zuilen vonden de katholieken onverdraagzaam en onbetrouwbaar
- protestanten vonden dat ze te gemakkelijk leefden en ze hadden geen goed woord over biechten en carnaval.

Protestanten
Het verworvene behouden (dat wat je hebt proberen te bewaren)
- splitsingen op godsdienstig gebied
- keken met voldoening terug op het verleden
- voelden zich verbonden met het huis van oranje
- hard werken en sober leven
- de andere zuilen vonden dat ze te hard werkten en dat ze een sober leven hadden
- Andere zuilen begrepen niets van de zondagrust.

Socialisten

Emancipatie v/d arbeiders (dat ze kansen krijgen om zich te ontwikkelen)
- aanhang: voornamelijk in benedenlaag van de samenleving
- tegen de k’s: kapitaal, kerk, kroeg en koning.
- Socialisten werden als gevaarlijk gezien, want ze wilden een einde aan koningshuis, kapitalisme, en godsdienst in politiek.

Neutrale zuil
Scheiding kerk en staat
- geen eenheid
- intellectuelen in de samenleving
- groot deel liberaal
- Tegen verzuiling

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.