Hoofdstuk 1 t/m 8

Beoordeling 4.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 5626 woorden
  • 18 november 2012
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 4.7
9 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Hoofdstuk 1 (Prehistorie voor 3000 v.C.)

Neanderthaler - eerste mensachtig wezen

Homosapiens             - betere technieken dan de Neanderthaler

                        - onderscheidde zich met het maken van kunst

Prehistorie - afgelopen wanneer er door/over een volk wordt geschreven

Mesopotamië - 1e beschaving rond 3300 v.C.

                        - koning werd gezien als plaatsvervanger van god

                        - polytheïsme (veel goden)

                        - spijkerschrift

                        - wiskunde, astronomie

Egypte            - 2e beschaving (3000 v.C. - 30 v.C.)

- farao = god

            - natuurgodsdienst

            - hiërogliefenschrift → hiëratisch schrift → demonisch schrift = steeds sneller

Hoofdstuk 2 (Oudheid 3000 v.C. - 500 n.C.)

Athene            - bezat rond 500 v.C. de hele Egeïsche Zee, daarna de hele Griekse wereld.

     x     omdat Athene democratisch werd

Sparta - werkte als enige polis niet mee aan de ruilhandel.

            - maakte de bevolking van de veroverde gebieden slaven.

     +    namen rond 400 v.C. Athene in.

Perzen                                   .

Athene rond 500 v.C. – volksvergadering, alle mannen hadden gelijke rechten.

Romeins bestuur:

- koninkrijk; koning was de leider maar had goedkeuring van de senaat nodig  (750-500 v.C.)

- republiek; de senaat besluiten, 2 consuls die 1 jaar aan de macht waren            (500-27v.C.)

                                                           → zo konden ze elkaar in de gaten houden.

- dictatuur; Julius Caesar                                                                                           

(?-44 v.C.)

- keizerrijk; keizer = afgeleid van Caesar                                                    (27 v.C. - 500 n.C.)

69 n.C. driekeizerrijk → 3 generaals benoemden zichzelf tot keizer

Het christendom werd eerst vervolgd → later staatsgodsdienst, dit was om het rijk te binden.

395 n.C. Romeinse rijk definitief gesplitst in oost en west

West    - Corrupt, zwakke keizers

            - 476, val van het west Romeinse rijk

            - redenen?      - te groot om door 1 keizer bestuurd te worden

                                   - leger overspoeld door Germaanse stammen (te klein leger)

                                   - geen geld voor goed bestuur en leger

Odoaker (Germaan) stoot de keizer van de troon en zet zichzelf erop.

Hoofdstuk 3 (Vroege Middeleeuwen 500-1000)

Gevolgen val van het west Romeinse rijk:

- bevolkingsaantal daalt

- minder steden

- onveilig

- minder handel + boeren blijven over → agrarische samenleving

- autarkie; zelf zorgen voor alles

3 soorten boeren:

- onvrije boeren (lijfeigenen)

- halfvrije boeren (horigen)

- vrije boeren

Merovingen - koningsfamilie die afstamde van Clovis

Karolingen - familie van hofmeiers (1e ministers)

→ Karel Martel, noordelijk koninkrijk

            → slag bij Poitiers, hield de moslims tegen, (Jihad; heilige oorlog)

→ Pippijn III, zette Merovingse koning af

→ Karel de Grote, grote gebieden veroverd

            → gekroond tot keizer door de paus, vond dit niet leuk (paus zou hoger staan)

→ Lodewijk de Vrome, verdrag van Verdun

                                               → rijk verdeeld in 3 stukken door zijn 3 zoons

Leenstelsel (feodaliteit)

            I           Leenheer (vorst: koning/keizer)         - geeft de leenman bescherming

          /   \                                                                    - laat de leenman de opbrengst houden

         I    I         Leenmannen  - bestuurt zijn gebied + zweert trouw

        / \  / \                               - moet de leenheer een ridderleger sturen in geval van oorlog

        I  I I  I       Achterleenmannen

Werd te ingewikkeld, zoveel achterleenmannen + het werd erfelijk

Geestelijken – konden als enige schrijven

Sinds splitsing Griekse en Romeinse kerk (Schisma)         - rooms-katholieke kerk

                                                                                              - oosterse kerk

Monniken        - leefden in armoede

                        - het celibaat (geen seks)

                        - gehoorzaamheid aan de abt (hoofd van het klooster)

Hoofdstuk 4 (Late Middeleeuwen 1000 - 1500)

Bevolkingstoename door:      - ontginning

                                               - nieuwe technieken

                                                           → meer voedsel → meer beroepen → meer handel

Regionale handel werd heel belangrijk & de komst van de handelaars bracht welvaart.

Kruistochten door veel ontevreden gelovigen: - geestelijken leefden het celibaat niet na

                                                                           - geestelijken leefden in weelde (niet nederig)

→ Gregoriaanse beweging:

            5 indirecte gevolgen:  - kruistochten

                                               - bedelorden; bezit werd opgegeven en men ging bedelen

                                               - ketters

                                               - inquisitie, doel: katharen bekeren

                                               - Investituurstrijd

Kruistochten,  redenen? - beter bestaan opbouwen

                                       - vergeving van alle zonden

                                       - macht, rijkdom, avontuur, roem

                        gevolgen? - Italiaanse steden werden rijk door de handel met Midden Oosten

                                         - kennismaking met de hoogontwikkelde Arabische cultuur

                                               → genees, wis, aardrijks, -en sterrenkunde

                                         - nieuwe producten → suiker, rijst, specerijen

                                         - juk, kompas, buskruid

Bedelorden

Franciscanen: preekten en bedelen, leefden sober

Dominicanen: preekten tegen ketters (→gingen ver in het verwerpen van al het stoffelijke)

Westers schisma: jarenlang 2 pausen

Nationale Staten:        - Duitse Rijk,   Investituurstrijd tussen Hendrik IV & Gregorius VII

zetten elkaar af, Hendrik IV begon

geen nationaal gevoel                       

Hendrik V en de nieuwe paus overeenkomst

                    Concordaat van Worms

- De Nederlanden,     versnipperde, losse gebieden

                                   verschillende talen en leiders

                                   gemeenschappelijke elementen:. - rechtspraak

                                                                                         - belasting

- Engeland,     verschillende volkeren

wel een nationaal gevoel                   meer centralisatie door centrale administratie

- Frankrijk,      Engelse koning (baby)

                       Jeanne d’Arc bracht de Fransen meer nationaal gevoel

Hoofdstuk 5 (1500 - 1600) (16e t/m 17e eeuw)

Ontdekkingreizigers (15e & 16e eeuw)

            - Bartholomeus Biaz, Kaap de Goede Hoop

            - Christoffel Columbus, Amerika

            - Vasco da Gama, Azië (via Oostelijke weg)

            - Ferdinand Magelhaes, zuid-Amerika + wereld rond

Conflict tussen Spanje & Portugal → Lijn van Tordesillas

Renaissance,  - Letterlijk ‘wedergeboorte’

- Mens staat centraal

Invloed,           - Interesse voor de Griekse & Romeinse oudheid → aspecten overnemen

                        - in schilderijen:          - emoties zichtbaar

                                                           - perspectief

                        - wetenschap: - heliocentrisme → aarde draait om de zon

- empirisme → door experimenten en metingen tot       wetenschappelijke kennis komen ∞ rationalisme

Luthers Kritiek:

- mensen konden zelf contact leggen met God door te bidden en de bijbel te lezen

- aflaten

- celibaat

- rijkdommen

Reacties:        - Paus riep over Luther de kerkban uit

                        - Luther moest bij de keizer zijn kritiek over de kerk terugnemen, deed dit niet.

Volgelingen:

- persoonlijk aangetrokken

- ‘Cuius Regio, Eius Religio’ → vorsten volgden dus moest het volk dat ook doen

- velen waren het zat dat hun belastinggeld verdween

Calvijn:

- geïnspireerd door Luther, zelfde kritiek

- God nederigheid tonen

Protestantse kerk:

- 4 kale muren en een preek, geen versieringen & rijkdommen

Gevolgen:       - nieuw geloof (protestants)

                        - wanneer je niet hetzelfde geloof dan de vorst had werd je vervolgd

De Nederlandse opstand

Karel V aan het hoofd

Problemen:

Bestuurlijk:      - oorlog tussen Frankrijk & het Duitse rijk

- vanuit Brussel geregeerd

- na Karel V – Filips II aan het hoofd, → problemen verergerden

Godsdienstig:  - volk was net als Karel V & Filips II katholiek

                                       → weerstand van:  - protestanten

                                                                       - gematigde katholieken

                                                                       - regenten

                                                                       - edelen

Economisch:  - geen graan meer → hongersnood, reden voor volksopstand

Beeldenstorm, Filips boos,  stelde     Alva als nieuwe landvoogd

                                                           - stelde ‘raad van beroerte’ & ‘tiende penning’ in

                                                           → opstand watergeuzen, slag bij Den Briel gewonnen

Alle gewesten tekenden de Acte van Verlating

→ geboorte Republiek der Zeven Nederlanden

Twaalfjarig bestand, wapenstilstand in de Tachtigjarige oorlog

→ eind aan eenheid binnen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

Hoofdstuk 6 (1600 - 1700) (17e & 18e eeuw)

Bloei economie Nederland door meer nijverheid, meer werkgelegenheid

Amsterdam werd stapelmarkt van Europa

→ alle producten kwamen in pakhuizen, invoer & uitvoer.

VOC    - alleenrecht handel

            - mocht als mogendheid optreden & oorlog voeren

            - men kon aandelen kopen

WIC     - voor handel met Zuid-Amerika

            - plantages in Brazilië

            - slaven uit Afrika

            - alleenrecht handel (plantages)

                                   tabak, suiker

Amerika                                                          WIC (Europa)

       
   
     
 

Burgers → belangrijkste en invloedrijkste mensen in de Republiek

2 machtige ambtenaren:        - Raadspensionaris

                                               - Stadhouder (opperbevelhebber van het leger)

Vrede van Münster getekend → stadhouder bijna geen macht meer (geen leger nodig)

Stadhouder Willem II overleed aan de pokken

→ mensen vonden een nieuwe stadhouder niet nodig, er was vrede

→stadhouderloze tijdperk

Er ontstond:    - armoede, honger

                        - ziektes

Engeland & Frankrijk namen de rol van Nederland in de wereldeconomie over

Verslechtering v/d economie → opstanden

Rampjaar 1672   →    - Johan de Witt (raadspensionaris) kreeg de schuld en werd vermoord

- Willem III stadhouder

→ samenwerking met Engeland (tegen Frankrijk)

Lodewijk XIV → Zonnekoning (alles draaide om hem, net als dat alles om de zon draait)

Voerde veel oorlogen → duur, het geld was op → burgers moesten meer belasting betalen

Mercantilisme - grotere export dan import → positief handelsbalans (werkte niet)

Empirisme - natuurwetenschap, kennis kon alleen worden opgedaan door het ‘ervaren’ ervan

Rationalisme – zelf nadenken, gebruik van het verstand

Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723) ontwikkelde microscoop.

Galilei à Zon middelpunt van alles, voor deze bewering werd hij gevangen genomen en gestraft door de kerk.

Christiaan Huygens à uitvinding van het slingeruurwerk + hij ontwikkelde lenzen voor microscopen en telescopen.

René Descartes àFranse filosoof en vertegenwoordiger van het rationalisme. Uitspraak; ‘ik denk, dus ik besta’.

John Locke à filosoof die zei dat de koning een contract met zijn volk had gesloten en had beloofd goed te regeren. “een volk mag een koning afzetten als deze het niet goed doet”

Thomas Hobbes à politiek denker, vroeg zich af of een volk überhaupt een vorst mocht afzetten. Hobbes steunde het absolutisme.

Hugo de Groot à was voor het internationaal recht

Constantijn Huygens à een dichter, die ook schreef over een schilderij van Rembrandt.

Hoofdstuk 7 (1700 - 1800) (18e & 19e eeuw)

Verlichting → periode waarin men dacht dat alles d.m.v. het verstand kan worden verklaard

∞ optimistisch rationalisme (= werkelijkheid benaderen vanuit het verstand i.p.v. het geloof)

Twijfel aan      - kerk/godsdienst intolerantie

                        - bestuur/absolutisme

Thomas Paine belangrijke verlichter, schreef Common Sense & The Rights of Men

                                                                              → iedereen gelijk, kritiek op de maatschappij

Diderot - encyclopedie

             -deïsme (god is geen persoon maar zichtbaar in alle natuurlijke processen)

             - optimistisch rationalisme – werkelijkheid benaderen vanuit het verstand

Voltaire - religieuze tolerantie

              - tegen absolutisme

Montesquieu   - scheiding v/d 3 machten (Trias Politica)

Rousseau       - ‘terug naar de natuur’

                        - volkswil regeert via 1 leider (raar)

Absolute vorsten x verlichting denkers

→behalve, verlicht despotisme (absolute vorst mag regeren als hij/zij absolute macht kan beargumenteren)

Amerikaanse Revolutie

Mensen vluchtten naar Amerika:      - religieuze redenen

                                                           - overbevolking eigen land

                                                           - politieke redenen

Amerikanen kwaad op de Engelsen:

- Weinig Engels geld voor ‘Engels’ Amerika

- Verplichte ‘Engelse’ import + export (Acte van Navigatie)

- Weinig Amerikaanse invloed op beleid (No taxation without representation)

Engelsen kwaad op de Amerikanen:

Fransen & Engelsen 17 jarige oorlog, Amerikanen hielpen de Engelsen niet (genoeg).

Gebeurtenissen:

Stamp Act → Boston Tea Party → Boycot van Britse goederen → Onderhandeling met Frankrijk → Common Sense → Onafhankelijks verklaring 1776

Onafhankelijks oorlog: beslissende slag York Town 1781

Officieel onafhankelijk 1783

Nederlandse Revolutie

Slechte economische toestanden

→ opstand v/d patriotten 1787 ← mislukte revolutie

                        → Willem V vluchtte → Pruisische koning versloeg het Patriotse legertje

Patriotten vluchtten naar Frankrijk

Bataafse revolutie 1795

Franse + Patriotten versloegen Willem V

→ kiesrecht voor mannen

Napoleon’s broer koning v/d Nederlanden

→ gedroeg zich te onafhankelijk → Nederland werd deel van Frankrijk

Napoleon verslagen, Zoon van Willem V kwam terug en werd koning (Willem I)

Franse Revolutie

Lodewijk XVI lied alle mensen klaagbrieven schrijven (cahiers des doléances)

Nationale vergadering werd gehouden met mensen uit alle standen (Staten Generaal)

→ Frankrijk bijna failliet dus koning wilde om een bijdrage vragen

Ze wilden dat de stemmen per persoon werd geteld en niet per stand.

→ zworen eed op de kaatsbaan, niet eerder uit elkaar te gaan tot er een grondwet was.

→ koning stuurde zijn leger er op af

Nationale Garde bestormde de Bastille 1789

Reden - lage lonen

            - boeren moesten belasting betalen, edelen niet

            - ongelijke sociale verhoudingen, ancien regime

            - hongersnood

            - ideeën v/d verlichters

Voorrechten v/d adel werd afgeschaft → gelijkheid

Lodewijk XVI vluchtte naar de oostgrens, werd aangehouden en teruggebracht naar Parijs

1791 → grondwet → had nog steeds uitvoerende macht maar geen wetgevende macht meer

Girondijnen     - vonden de revolutie wel goed zo

Jakobijnen      - wilden verder gaan

                        → 1793 Lodewijk XVI met één stem meerderheid onthoofd

Algemeen kiesrecht werd censuskiesrecht

Hoofdstuk 8 (1800 – 1900) (19e & 20e eeuw)

The invisible Hand, de overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met de economie

            → Adam Smith          ∞ economisch liberalisme

Sociale kwestie – problemen v/d burgers

Frankrijk

Revolutiejaar 1830 (Juli-revolutie)

Bourgeoisie wil meer macht (inspraak)

→ Karel X weigert

→ Rellen/opstand

→ Karel X treedt af

Nieuwe Situatie

- Louis Philippe nieuwe koning (burgerkoning)

Revolutiejaar 1848 (Februari-revolutie)

- Louis Philippe wordt afgezet

→ Frankrijk word de Tweede Republiek

→ Napoleon III wordt in 1852 keizer van Frankrijk → Tweede Keizerrijk

Nederland

Willem II bang voor revolutie, laat Thorbecke grondwet wijzigen

→ machten gescheiden (koning onschendbaar)

→ censuskiesrecht

→ overwinning voor het liberalisme

Duitsland

Oorlog tegen Frankrijk, iedereen hielp mee → nationaal gevoel

Alle kleine staatjes in het Duitse rijk samengevoegd tot 1 rijk

Otto von Bismarck, Pruisische leider wilde 1 rijk

            → niet lullen maar vechten

Realpolitik – nuchtere feiten, doel: meer macht

Geboorte van Duitsland 1871

Redenen om te koloniseren:  - economische redenen (genoeg grondstoffen, industrie ↑)

                                               - militaire/politieke redenen

                                               - avontuur

                                               - ontwikkeling wetenschap

                                               - zendingsdrang (geloof)

Pax Britannica ‘Britse vrede’

→ het streven naar een groot koloniaal rijk (imperialisme)

Fasjoda – botsing tussen Engelsen & Fransen

Traktaatgebieden – gebieden waar westerse landen vrij mochten handelen

Cultuurstelsel -Javaanse boeren moesten 20% van de grond gebruiken voor Europese markt

→ voordeel: betere infrastructuur & gezondheidszorg

→ nadeel: uitbuiting

Socialisme – betere werkomstandigheden

Feminisme – vrouwenrecht + vrouwenkiesrecht

Confessionalisme – liberaal + sociaal + geloofsovertuiging

Communisme – radicale vorm v.h. socialisme

Kapitalisme – zoveel mogelijk winst

Emancipatiebeweging – gelijke rechten

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.