Hoofdstuk 1, par. 1 t/m 4 + Hoofdstuk 2 par. 2 en 3

Beoordeling 3.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 1479 woorden
  • 16 juli 2008
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 3.9
10 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Geschiedenis hs. 1 b. 3 § 1 t/m 4 + hs. 2 §2+3

Het fascisme wilde parlementaire democratie afschaffen, omdat Mussolini (1e leider van het fascisme) vond dat na de 1e WO Italië te weinig gebiedsuitbreiding had gekregen door parlementaire democratie. Hij richtte een knokpartij op : fasci di combattimento. In Nederland werd de NSB (Nationaal-Socialistische Beweging) en in Duitsland de NSDAP (Nationaal-Socialistische Duitse Arbeiderspartij) opgericht. De kenmerken van het fascisme zijn:
Het fascisme:

1. legt vooral nadruk op waar men tegen is: tegen parlementaire democratie, vrijheid van meningsuiting, socialisme, communisme en andere culturen.
2. is nationalistisch: ze plaatsen vooral het belang van eigen groep en volk boven andere. De macht van hun groep moest worden vergroot.
3. gaat uit v.d. ongelijkheid van mensen: sommige mensen zijn ‘beter’ dan andere mensen. Deze betere mensen moesten volgens hen één partij vormen.
4. kent een leidersbeginsel: volgens hen had alles en iedereen een leider nodig.
5. is totalitair: de staat zou alles in het dagelijkse leven moeten bepalen.
6. gaat meer uit van het gevoel dan van het verstand: je moet niet nadenken, maar uitgaan van je gevoel.
7. verheerlijkt vooral de daad van geweld: geweld is goed, praten is slecht.
8. geeft aan de vrouw een ondergeschikte plaats: vrouwen mogen geen functies in de samenleving hebben. Het moederschap wordt verheerlijkt.
9. het Duitse volk moet raszuiver gehouden worden.
10. het Duitse volk heeft leefruimte nodig.

Na spanningen v.d. 1e WO werd er een nieuw parlement gekozen dat bijeenkwam in het rustige Weimar. Daarna werd de nieuwe Duitse staat de Republiek van Weimar genoemd. Hierin werden zes grote partijen vertegenwoordigd: communisten, socialisten, vooruitstrevende liberalen, behoudende liberalen, katholieken en conservatieven. Geen van deze partijen was in de meerderheid en dus werd Duitsland geregeerd door coalitieregeringen, die bestonden uit socialisten, katholieken en vooruitstrevende liberalen. Deze positie was vanaf het begin niet sterk omdat:
1. socialisten en katholieken wantrouwden elkaar.

2. de conservatieven waren tegen parlementaire democratie.
3. ook de communisten waren tegen parlementaire democratie.
4. de vooruitstrevende liberalen wilden met de socialisten samenwerken maar de behoudende liberalen niet.

De aanhangers van de NSDAP worden vaak nazi’s genoemd. Door een economische crisis werd de NSDAP de grootste partij.
Oorzaken van het succes v.d. NSDAP:
1. De manier waarop de partij propaganda voerde was erg indrukwekkend.
2. De persoonlijkheid van Hitler maakte een diepe en goede indruk.
3. Er werd veel beloofd door de nazi’s.
4. De indruk die de SA’ers en de SS’ers maakte trok veel mensen aan, anderen werden er juist bang van en durfden niet te protesteren.
5. De nazi’s zorgden voor een zondebok: de Joden.

Hitler werd rijkskanselier omdat de conservatieven dachten dat hij geen kans maakte om iets ‘neer te zetten’. Dit was niet zo. Binnen 2 maanden werd hij een dictator.

In de periode dat Hitler en zijn nazi’s aan de macht waren werd Duitsland het Derde Rijk genoemd. Hitler dacht dat deze 1000 jaar zou bestaan, maar het werden er 12. Het 1e Rijk was het middeleeuwse Duitse keizerrijk, het 2e rijk de periode 1870 tot 1918.
De industrie en de landbouw moesten gaan produceren voor de oorlog die zou komen. Duitsland mocht niet afhankelijk zijn van import. Er moesten vooral wapens geproduceerd worden en de belangrijkste voedingsstoffen moesten in de landbouw verbouwd worden.

Om van Duitsland één volk te maken, moest het ‘gelijkgeschakeld’ worden, het volk moest een hechte eenheid worden onder de leiding van Hitler. Deze gemeenschap zou alles voor de burger moeten zijn. Één van de middelen om dit voor elkaar te krijgen was het bijeenbrengen v.d. mensen in allerlei nazi-organisaties. Je was verplicht om hier in te zitten.
1. De werkgevers en werknemers werden in het Duitse Arbeidsfront gereorganiseerd.
2. ‘Kracht door vreugde’ zorgde voor ontspanning. Dit was zeer populair.
3. De Hitlerjugend werd de enige jeugdorganisatie. De Bund deutscher Mädel was een aparte afdeling voor meisjes. In het begin was het vrijwillig om hier naartoe te gaan, vanaf 1936 was het verplicht.
4. Als te oud werd voor deze organisaties (18+), dan werd je verplicht om bij de Rijksarbeidsdienst te gaan. Je was dan verplicht om mee te helpen in het dagelijkse leven.
Een ander middel om deze gelijkschakeling te krijgen was het beïnvloeden van de media en het onderwijs:
1. De leerlingen werden verplicht opgevoed op school in het teken van het nationaal-socialisme.
2. Er werd in maart ’33 een nieuw ministerie opgericht: het ministerie voor volksvoorlichting en propaganda. Joseph Goebbels was hiervan de minister.
3. Je moest als je werkzaam was in de media of de kunst lid zijn van een Rijkscultuurkamer. Joden en ‘onbetrouwbare’ mensen mochten hiervan niet lid zijn en konden daarom hun beroep niet meer uitoefenen.

De SS werd steeds belangrijker als terreurorganisatie. Zij kregen de leiding over de concentratiekampen. De leider v.d. SS kreeg ook nog in 1936 de leiding over de politie in heel Duitsland. Hij was na Hitler de machtigste man in het land. De SS had uiteindelijk ook een eigen leger: de waffen-SS. Hierin deden niet alleen gewone Duitsers mee, maar ook mensen uit bezette gebieden. Zij werden vooral in het front neergezet.

Voor de 2e WO was het doel van de nazi’s joden uit Duitsland te krijgen. Dit deden ze op deze manieren:

1. Duitsers mochten niets in joodse winkels kopen.
2. Joden werden uit allerlei beroepen ontslagen.
3. Joden werd het Duitse staatsburgerschap ontnomen.
4. Joden mochten geen gebruik meer maken van openbare gelegenheden.

In de landen die Duitsland tijdens de 2e WO had veroverd, woonden miljoenen joden. Hitler besloot hen allen te vermoorden door einsatzgruppen. Zij schoten in de Russische veroverde gebieden miljoenen mensen dood, het merendeel daarvan was joods. Maar ze vonden dit eigenlijk te omslachtig, daarom werden er vernietigingskampen opgericht met gaskamers en grote crematoria.

Veel tegenstanders van Hitler werden in concentratiekampen gestopt. Deze concentratiekampen waren houten barakken, omgeven door prikkeldraad en wachttorens. Ook homoseksuelen, zwervers, zigeuners, Jehova’s getuigen en Joden die anti-joodse wetten hadden overtreden, werden gevangengezet.
Er was wel verzet tegen Hitler maar dit was erg moeilijk doordat:
1. Een heel groot deel v.d. bevolking achter Hitler stond. Verzet had dan geen invloed op hen en was erg gevaarlijk.
2. Verzet zou gelden als landverraad.
Maar er waren toch wel een paar verzetsgroepen die ervoor zorgden dat:
1. Door politie gezochte personen konden onderduiken.
2. Anti-Hitler pamfletten werden verspreid
3. Inlichtingen werden doorgegeven aan tegenstanders van Hitler.

Maar deze verzetacties konden Hitler niet ten val brengen en de verzetters werden vaak opgepakt en vermoord. Op 20 juli 1944 was er een moordaanslag op Hitler die mislukte. Er was een bom geplaatst, er vielen veel gewonden maar Hitler was zelf lichtgewond. De mensen die de aanslag hadden beraad en hun aanhangers (ruim 5000) werden opgehangen.

De oorzaken van de 2e WO.
Belangrijke gebeurtenissen in de jaren ’30:

Hitler en zijn bondgenoten namen beslissingen die tegenstrijdig waren met het Verdrag van Versailles:
1. Invoering van de dienstplicht en sterke uitbreiding van het leger (1935 )
2. Legering van Duitse troepen in het Rijnland ( 1936 )
3. inlijving van Oostenrijk bij Duitsland, de Anschluss genoemd ( maart 1938 )

Hitler heeft veel druk uitgeoefend op andere landen, door met oorlog te dreigen. Uiteindelijk is het Sudetenland binnengedrongen en veroverd. Hierop zeiden Frankrijk en Engeland dat als Duitsland nog andere agressieve daden zou verrichten ze Polen te hulp zouden komen en daarmee Duitsland de oorlog verklaarde. Duitsland sloot een niet-aanvallen contract met de SU, hun echte plan was dat ze Polen zouden aanvallen en verdelen. Dit gebeurde en zo begon de 2e WO.

Volgens sommige onderzoekers wilde Hitler altijd gebiedsuitbreiding in Oost-Europa. Andere landen wilde dit niet. Hitler was hierdoor altijd voorbereid op een oorlog. Andere onderzoekers vinden dat niet alleen Hitler ook Frankrijk, Engeland en de SU schuld hebben aan het uitbreken van de 2e WO:
1. Door aan eisen van Hitler te gehoorzamen dachten de Franse en Engelse leiders dat Hitler wel rustig zou blijven en dat er daarom dus geen oorlog zou komen. Pas toen het te laat was, zagen ze in dat dit niet zo handig was geweest.
2. Stalin maakte door het verdrag met Duitsland de weg vrij om Polen aan te vallen.
Weer andere onderzoekers zeggen dat Frankrijk en Engeland de schuld moeten krijgen:
1. Het Verdrag van Versailles was de belangrijkste oorzaak voor het uitbreken van de oorlog. In dit verdrag werd Duitsland allemaal beperkingen opgelegd. Hitler probeerde terug te winnen wat Duitsland verloren had.
2. Frankrijk en Engeland hadden Hitler zijn gang laten gaan. Hitler verwachtte hierdoor dat zij hem niet de oorlog zouden verklaren als hij Polen aan zou vallen.
3. Frankrijk en Engeland hadden de SU niet zo moeten wantrouwen. Er was dan een verdrag mogelijk geweest tussen Frankrijk, Engeland en de SU. Dan zou Stalin waarschijnlijk geen verdrag met Hitler hebben gesloten. Dat vond hij nu wel nodig voor de veiligheid van de SU.

2e WO vergeleken met de 1e WO.
1e WO 2e WO
Enthousiasme aan het begin van de oorlog Angst en verwarring aan het begin van de oorlog
Loopgravenoorlog Bewegingsoorlog
Veel aandacht aan propaganda en censuur Veel aandacht aan propaganda en censuur
Oorlog met (bijna) alleen soldaten als slachtoffers(8 mljn soldaten en ½ mljn burgers) Oorlog met soldaten en burgers als slachtoffers (20 mljn soldaten en 20 mljn burgers)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.