Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 1: leerdoelen jagers en boeren

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 1184 woorden
  • 6 november 2014
  • 625 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
625 keer beoordeeld

1.1 Van jagers-verzamelaars naar boeren

 

1. Je kunt kenmerken noemen van de leefwijze van jagers-verzamelaars

   - Jagers-verzamelaars leven als nomaden in kleine groepen van 10-30 personen. Zodra het eten op was trokken ze verder naar een ander gebied

   - Ze bouwden hutten of tenten als huis

   - Om aan voedsel te komen gingen ze uit jagen en vissen, planten, zaden, bessen en noten verzamelen

   - Ze begroeven hun doden met grafgiften

   - Duidelijke man/vrouw verdeling

 

2. Je kunt uitleggen waar en waardoor de Neolitische Revolutie ontstond, hoe deze zich verspreidde en wat de gevolgen ervan waren.

De Neolithische revolutie ontstond doordat rond 11 000 voor Christus het klimaat in het de Vruchtbare Halvemaan veranderde. De grond werd erg vruchtbaar en de mensen gingen experimenteren met het planten van zaden. Vanuit dit gebied werd de kennis van de landbouw verder verspreid. Een gevolg hievan is dat de mensen langzaam een landbouwsamenleving vormde. De nomaden werden sedentair, ze bouwden stevige boerderijen en maakten andere werktuigen. Doordat de mensen sedentair waren ontstond een sociale hiërachie. De groepen weden groter, er ontstonden dorpjes, ze begonnen dieren tam te maken

 

3. Je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen en beschrijven tussen de culturen van jagers-verzamelaars en boeren.

Jagers-verzamelaars

Boeren

Nomaden

Sedentair

Leefden van de jacht en het verzamelen van bessen, noten enz.

Leefden voornamelijk van de landbouw

Woonden in hutten en tenten

Woonden in stevige boerderijen

Werktuigen als bijlen, messen pijl- en speerpunten

Landbouwwerktuigen, sikkels, ploegen en maalstenen als werktuigen

Niet veel bezittingen

Meer bezittingen door het sedentair zijn

Sterke band met de natuur

Sterke band met de natuur

Polytheïstisch

Polytheïstisch

 

4. Je kunt verschillen beschrijven tussen het leven in een prehistorische landbouwsamenleving en de landbouwsamenleving in onze tijd.

Prehistorische landbouwsamenleving

Landbouwsamenleving in onze tijd

Dieren tam maken en fokken,

Door genetische manipulatie worden de erfelijke eigenschappen van dieren en planten aangepast

Verbouwen van 1 ding

veel verschillende gewassen verbouwen

Boeren waren machtig

Boeren zijn niet meer heel machtig

gebruikten dieren voor de ploeg

gebruiken machines als tractors, loopbanden enz.

 

1.2 Oude beschavingen, steden en staten

 

5. Je kunt enkele vroege steden noemen en daarvan de kenmerken geven.

In Mesopotamië waren de dorpen zodanig in omvang en inwonertal gegroeid dat we spreken van stedelijke nederzettingen. Elke stad had zijn eigen bestuur. Uruk in Soemerië was met

50 000 inwoners de grootste stadstaat. Kenmerken van een stad was:

  • Hiërarchische opbouw van de samenleving

  • Godsdienstig centrum

  • Specialisten (ander beroep dan boer)

  • Gebruik van het schrift

 

6. Je kunt uitleggen waarom Mesopotamië de bakermat is van de landbouwsamenleving met vroeg stedelijke elementen.

Mesopotamië is het gebied binnen twee gebieden waar de landbouw uitgevonden werd. Het was een erg vruchtbaar gebied waar de landbouw beoefend werd. Met de komst van de landbouw ontstonden ook de eerste steden.

 

7. Je kunt verschillen herkennen en beschrijven tussen leven in vroeg stedelijke samenlevingen en leven in een moderne stad.

De verschillen tussen vroeg stedelijke samenlevingen en het leven in een moderne stad zijn:

  • In de vroeg stedelijke samenlevingen was er een hiërarchische opbouw van de samenleving en in een moderne stad niet.

  • In de vroeg stedelijke samenlevingen  was er een godsdienstig centrum , in een moderne stad is dat veel minder belangrijk.

  • In de vroeg stedelijke samenlevingen waren er een maar een paar soorten specialisten (mensen met een ander beroep dan boer), in een moderne stad zijn dat er heel veel en zijn er juist minder  boeren.

  • In de vroeg stedelijke samenlevingen waren er maar een paar mensen die konden lezen en schrijven, in een moderne stad kan (bijna) iedereen lezen en schrijven.

 

8. Je kunt beschrijven hoe het proces van staatsvorming in het Midden-Oosten verliep.

De boeren die keer op keer een rijkere oogst binnenhaalden, kregen ook het meeste aanzien. Deze boeren werden vaak de politieke leiders, ze bestuurden de stad terwijl anderen op het land werkten. Een van de succesvolste boeren werd uiteindelijk een soort koning.

De koning gaf leiding aan de organisatie van het irrigatiesysteem (moest goed onderhouden worden en evt. aangepast). Ook de bouw van grote publieke werken werden door hem gecoördineerd.

De steden en koningen streden tegen elkaar om de meeste macht en invloed in Soemerië, hierdoor ontstonden oorlogen. (Als bescherming hiervoor werden stadsmuren gebouwd).

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

De steden en koningen streden tegen elkaar om de meeste macht en invloed in Soemerië, hierdoor ontstonden oorlogen. (Als bescherming hiervoor werden stadsmuren gebouwd).

 


 

1.3 Egypte, revolutie in een natiestaat

 

9. Je kunt uitleggen waarom de tijd van de grote farao’s past bij de kenmerken van de Tijd van jagers en boeren, ook al was dit na 3000 voor Christus.

  • Ze waren allebei polytheïstisch.

  • Vrouwen hadden een ondergeschikte plaats.

  • Ze waren allebei sedentair.

  • Sommigen konden lezen en schrijven.

 

  1. Je kunt kenmerken van stedelijke gemeenschappen herkennen en beschrijven in de geschiedenis van Achetaton, de hoofdstad van Achnaton.

  • Er woonden veel mensen (20.000 tot 50.000 Egyptenaren).

  • Er was een koninklijk paleis.

  • Er waren grote tempelcomplexen (verering Aton)

  • Er was een duidelijke leider: de farao (in Achetaton was dat Achnaton)

 

11. Je kent de kenmerken van een natiestaat en je kunt die toelichten aan de hand van het oude Egypte.

Een natiestaat is een staat waarbinnen de inwoners op gebied van taal, geloof, cultuur en bestuur gelijk zijn. In Egypte was dit het geval, de farao’s werden geholpen door ambtenaren en regionale bestuurders (gouverneurs). De godsdienst was in heel Egypte hetzelfde, de cultuur en taal ook.


 

Begrippen

Agrarisch: Wat betrekking heeft op de landbouw

Cultuur: Alles wat een groep mensen met gemeenschappelijke kenmerken voortbrengt, zoals taal, godsdienst, kunst, normen en waarden.

irrigatielandbouw: Landbouw waarbij op kunstmatige wijze water naar de akkers wordt geleid.

Jagers-verzamelaars: groepen mensen in de prehistorie die leefden van de jacht en van wat ze in de natuur vonden. Jagers-verzamelaars waren nomaden en trokken in kleine groepen rond, op zoek naar voedsel.

Landbouwsamenleving: Samenleving waarin het allergrootste deelvan de bevolking keeft van de landbouw.

Monotheïsme: Religie waarin 1 god wordt vereerd

Natiestaat: Staat waarin sprake is van een politieke en maatschappelijke eenheid. De inwoners hebben het gevoel dat ze bij elkaar horen door een gemeenschappelijke taal, cultuur of geloof, en de overheid bevordert dit.

Neolithicum: Nieuwe Steentijd, de periode waarin de mensen leven van de landbouw

 

Neolitische Revolutie: De overgang van jagen en verzamelen naar landbouw in het Neolithicum. Dit gebeurde omstreeks 11 000 voor Christus in het Midden-Oosten, mogelijk veroorzaakt door klimaatveranderingen. In de eeuwen daarna verspreidde de kennis van de landbouw zich naar Europa.

Paleolithicum: Oude Steentijd, de periode waarin jagers-verzamelaars leefden

Polytheïsme: Religie waarin meerdere goden tegelijk worden vereerd (Egypte).

Prehistorie: ‘’Voor-geschiedenis’’, de periode waarin de mensen in een bepaald gebied geen schrift kennen en gebruiken.

Sedentair:  Met een vaste, permanente woonplaats

Staat: Een land waarin sprake is van wetgeving, rechtspraak en duidelijk bestuur, met een overheid die besluiten neemt voor alle inwoners.

Stadstaat: Staat ter grootte van een stad met omringend platteland. Een stadstaat had een eigen bestuur, rechtspraak, leger en regels.

Vruchtbare Halvemaan: Boogvormig gebied in het Midden-Oosten waarin de landbouw is ontstaan (Mesopotamië, het huidige Israël, Irak, Iran, Syrië).


 

REACTIES

M.

M.

wow superhandig, maak je deze zelf of kan je ze ergens vinden? als je ze zelf maakt - heb je er meer? als je ze ergens kan vinden - waar?

9 jaar geleden

A.

A.

sorry voor deze extreem lste reactie maar ik kom net op deze pagina. Bij de geschiedenismethode feniks, staan achter elk hoofdstuk de leerdoelen. In elke paragraaf zelf staat een onderzoeksvraag. Als je al deze vragen uit je hoofd kunt beantwoorden, weet je (naar mijn ervaring) genoeg om een voldoende te krijgen!

7 jaar geleden

M.

M.

5 jaar geleden

..

..

Echt heel handig! Maar alleen een vraagje, bij mij staat in het boek dat er in een natiestaat dat er een duidelijk bestuur is en dat ze alle besluiten nemen voor de inwoners. Maar is dat dan hetzelfde als wat hier staat ?

7 jaar geleden

A.

A.

echt handig! (heb je er toevallig ook 1 van hoofdstuk 2?)

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.