Hoofdstuk 1 Koude oorlog en dekolonisatie in Azië en in Vietnam in het bijzonder

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 1915 woorden
  • 15 augustus 2006
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
18 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
H1 Koude oorlog en dekolonisatie in Azië en in Vietnam in het bijzonder
§1

VS en SU, 2 tegengestelde systemen:
• VS: democratische politiek en kapitalistisch vrij ondernemerschap
• SU: communistisch en economische almacht v/d staat
Verschillende factoren:
• SU had na WOII bijna heel O-Europa in handen, want die hadden ze via het oosten 'bevrijd.' VS en GB had W-Europa van Hitler verlost
• Stalin bewust van de westgrens (1941 was Nazi-Dl Su op die manier binnengevallen). Die O-Europese satellietsstaten (ondergeschikt) als veiligheidsgordel. Die landjes moesten communistisch en sovjetvriendelijk worden.
Satellietstaten: Polen, O-Dl, Tsjecho-Slowakije, Hongarije, Roemenië en Bulgarije
• W- Europa werd/bleef kapitalistisch; democratieën en economiën
• Beide bleven in 'hun' deel van Europa militair aanwezig. Om zo hun belangen daar te behartigen.
• Stalin maakte contact tussen Oost en West bijna onmogelijk; IJzeren Gordijn.
Gevolg: Koude Oorlog (periode van vijandschap en conflicten, maar geen directe oorlog tussen SU en VS

Toenemend wantrouwen:Europa verdeeld in kapitalisme/communisme, blijvend vanwege wederzijdse wantrouwen
• Westen snapte dacht niet dat Rusland veiligheid wilde, maar dat ze de hele wereld in haar macht wilde hebben
• SU snapte het zelfbeschikkingsrecht en de democratie van het Westen niet, maar dacht dat ze de wereld economisch wilde overheersen en Ruslands invloed terug wilde dringen
Toenemend aantal conflicten: over politieke toekomst van Europa
• Marshallplan (1947)
• Russische blokkade van Berlijn (1948-1949)
• communistische machtsovername Tsjecho-Slowakije (1948)
Koude Oorlog werd een wereldwijd conflict:
Beide partijen bang dat de ander haar invloedssfeer probeerde uit te breiden. VS en SU ontwikkelden allebei kernwapens; verhevigt de spanning.
1945, VS: atoombom ( WOII einde Hiroshima, Nagasaki)
1949, SU: eerste atoombom
Allebei waren ze bang om een achterstand op te lopen; kernwapenwedloop
Tot eind jaren '50 lopen de Amerikanen voorop. Maar toen kregen Russen raketten die Am. steden konden bereiken. Vanaf eind jaren '50 konden ze elkaar vernietigen: mutual assured destruction. Beiden afgeschrikt; degene die kernoorlog begon, zou zelf ook worden vernietigd. In Europa bleef de vrede bewaard, ondanks de Koude oorlog, omdat:
• de wederzijdse afschrikking stabiliserend werkte. Geen rechtstreekse kernwapenoorlog tussen SU en VS.
• 1958: Chroesjtsjov (opvolger van Stalin) wilde vreedzame coëxistentie. SU en VS in vrede naast elkaar; rivaliteit tussen communisme en kapitalisme is oké, maar geen oorlog.
§2

Angst voor tegenpartij, vanwege:
• grote tegenstellingen tussen communisme en kapitalisme
• angst voor gewapende confrontatie
• ideologische propagande (vijandbeeld creëren om gedrag te legitimeren/verklaren. Regeringsleiders gingen er zelf in geloven).
Amerikanen bang voor communistische wereldrevolutie, waarbij communisme op gewelddadige wijze aan VS zou worden opgelegd. De Russische overheersing van O-Europa zou de eerste stap zijn.
Amerikaanse buitenlandse beleid: containment-politiek (indammen/in bedwang houden v/h communisme). Begin: reactie Truman op burgeroorlog Griekenland. De communisten werden gesteund door o.a. Albanië/Joegoslavië/Bulgarije. Niet-communisten geholpen door Engeland. De communisten leken te gaan winnen. Truman was bang dat Fr. en Italië zouden volgen, waar daar had het communisme ook een grote aanhang. De Amerikaanse regering zei zich: 'te verzetten tegen iedere communistische aanval/opstand en tegenkrachten met alle middelen te ondersteunen.' Vanaf 1947 begon Am. de niet-communisten in Griekenland te helpen met goederen en geld.
Economische vorm van de containment-politiek: Marshallplan. Politieke vorm: Navo
Eerst was de containment-politiek alleen bedoeld voor Europa, maar later voor heel de wereld, omdat:
• het communisme een grote rol speelde in de dekolonisatie van Azië
• China in 1949 commun. werd o.l.v. Mao Zedong
Amerikaans vijandbeeld en strategie: SU en China samen één groot machtsblok tegenover het Westen. Maar die China en SU waren beslist niet één.
1960: openlijke breuk tussen SU en China. Gevolg: China in een internat. isolement.
Oorzaken v/d breuk:
• Mao Zedong nam steeds meer afstand van de Rus. politiek (vreedzame coëxistentie). Tegenover VS steeds harder, als imperialistische hoofdvijand
• rivaliteit tussen SU en China om leiderschap van het internat. communistische beweging. China wilde rol van SU overnemen in Azië en Afrika.
SU en China: containment-politiek= westers imperialisme; streven van de VS naar macht en invloed over de hele wereld. Dus eigenlijk: oud imperialisme in een nieuw jasje. Oud imperialisme door koloniën met afzetmarkten en grondstoffen. Nu hetzelfde, alleen geen koloniën, maar economische en politieke invloed. Doel van het communisme: invloed krijgen in gedekoloniseerde gebieden, zodat ze niet ondergeschikt bleven aan westers kapitalistische belangen.

§3

Voor WOII was Z-O Azië van : Groot-Brittannië, Frankrijk en Nederland. Vanaf de jaren '20 en '30: verzet tegen Europese koloniale overheersing→nationalistische bewegingen, o.l.v. Ghandi, Soekarno.
Tijdens WO II nam Japan alles over, op Brits-Indië en Ceylon na. Dit was een groot machtsverlies van het Westen, zo werd het nationalisme (streven naar een onafhankelijke nationale staat) versterkt.
Na capitulatie van Japan duurde het even voor de bestuurders en troepen weer terug waren. Zo nam de kracht v/h nationalisme toe: onafhankelijkheidsstrijd.
W-Europa:
• verzwakt door WO II
• oorlogsmoe
Gevolg: in korte tijd werden veel Aziatische kolonies zelfstandig. Dekolonisatie Z-O Azië door:
• nationalisten
• communisten
Supermachten letten op de posities die deze staten in zouden nemen in Koude Oorlog.
Dekolonisatie en Koude Oorlog beïnvloedden elkaar:
• SU: greep krijgen op onafhankelijkheidsbewegingen, zo toenadering tot communistische wereld
• VS: dat voorkomen, zij wilden open handel en investeringen met Am. Ook wilden ze hun voorbeeldfunctie, met de democratie als beste regeringsvorm uit dragen.
VS steunde Chinese nationalisten tegen de communisten, al voor WO II. Later ook hulp tegen Japan. Maar in 1949 grepen de Chin. communisten de macht. Vanaf toen werd Am. écht bang voor verlies van de Westerse invloed in Azië en kreeg het de volle aandacht.
Amerikanen: domino-theorie( Eisenhower, april '45): 1 land communistisch, dan zouden veel landen ook voor het communisme vallen→ Indochina (Vietnam, Laos, Cambodja), Thailand, Birma, Maleisië, Indonesië
In de jaren '50 en '60 had Am. verschillende middelen om haar belangen te behartigen:
1. geven van ec. hulp; toename van invloed
2. politieke steun/marionettenregeringen (regering afhankelijk van supermacht, dus ook geen eigen beleid)
3. militaire steun/militaire interventie

§4

2e helft v/d 19e eeuw: Vietnam, Laos en Cambodja werden Franse koloniën. De Fransen probeerden economisch te moderniseren (vooral in het zuiden):
• verbetering v/d infrastructuur; helft v/h geld. '60 was zo'n spoorlijn heel belangrijk voor de aanvoer van Chinees oorlogsmateriaal naar Noord-Vietnam
• dammen en dijken in de Mekong- delta (Zuiden), zo ontstond er vruchtbare landbouwgrond. Die opbrengst ging naar de Franse kolonisten en rijke Vietnamezen (gevolg: grootgrondbezitters). Rijst en rubber door pachtboeren en landarbeiders verbouwd.
Sociale gevolgen voor Vietnam:
• kleine verbeteringen: onderwijs en gezondheidszorg
• kleine elite opgeleide Vietnamezen was/werd Rooms-Katholiek, de rest was boeddhistisch
• Mekong-delta: elite van grootgrondbezitters, een grote afstand met de pachtboeren en landarbeiders
In het Midden en Noorden was het bergachtiger, dus minder vruchtbaar. De Rode Rivierdelta is een uitzondering. Moeilijkere omstandigheden, maar eerlijker verdeelt. Hier veel verzet tegen de Fransen, hoewel de gehele boerenbevolking in armoede leefde, was het in verzet in het noorden minder goed te onderdrukken.
1930: boerenopstand Annam, na een misoogst. Er werden belastingkantoren vernield en andere Franse bestuursgebouwen. Pas na maanden waren de Fransen de situatie weer de baas.

§5

Communisme is belangrijk in de dekolonisatie van Vietnam. Mede door het mislukken van de Vredesconferentie (1919). Tijdens die Vredesconferentie diende Ho Chi Ming (1890-1969) een programma in voor meer zelfbeschikking, maar Euro-leiders luisterden niet. Ho Chi Ming zoch steun bij de communisten. De periode 1917-1924 verbleef hij in Europa (Parijs en Moskou), 124-1925: in China. 1930: Ho Chi Ming zorgde dat 3 commun. Vietnamese groepen onder 1 vlag gingen varen → Indochinese Communistische Partij.
In de jaren '20: meerdere nat. politieke parijen in Vietnam opgericht. Aanhang onder: boeren, arbeiders, stadselite, overal dus. 1927: Nationalistische Partij van Vietnam, meest populair. Deze partij leidde de opstand in 1930, maar dat mislukte. Veel leiders werden geëxecuteerd, vluchtten, doken onder. Dit beschadigde de partij onherstelbaar.
De communisten kregen steeds meer invloed in de onafhankelijkheidsstrijd vanwege:
• ontbreken van succes van de nationalistische partijen
• Franse weigering mee te werken aan vreedzame hervormingen
Vanaf '30: communisten leiding over onafhankelijkheidsstrijd. Leider: Ho Chi Ming (nationalist en communist). Het communisme sloot goed aan, omdat het socialistisch en anti-imperialistisch.
De Amerikanen zagen HCM als een agressieve, op uitbreiden gerichte communist.
Juni 1940: Franse nederlaag in Dl., dit zorgde ervoor dat ze het Japanse leger toelieten in Indochina. Het Franse bestuur bleef, maar onder Japans toezicht. Maar in mrt. 1945 zette Japan Frankrijk opzij en ontwapende de Franse troepen.
Met de Japanse bezetting reisde HCM in 1941 naar Vietnam ( 1e x sinds 30 jaar). Hij richtte de Vietming op. Vietming: Revolutionaire Bond voor de Onafhankelijkheid van Vietnam. Een militante beweging o.lv. Vietnamese communisten. Officieel gericht om 1 verzet tegen Japan te zijn, maar later ook tegen Frankrijk. Ze werkten samen met de Geallieerden, want HCM dacht dat die Geallieerden Vietnam de onafhankelijkheid zou schenken.
Aug. 1945: capitulatie Japan. Er ontstond een machtsvacuüm, want het duurde even voor de Chinese in het noorden en de Britten in het zuiden zouden arriveren. In de tussentijd riep HCM in Hanoi de 'Democratische Republiek Vietnam' (DRV) uit. DRV stond niet sterk, omdat:
• alleen in het noorden erg machtig
• internationaal niet erkend
• Fransen wilden persé terug naar de vooroorlogse situatie
• HCM verwachtte dat de VS zou helpen, want die waren ook antikolonialistisch. Maar VS wilde Frankrijk te vriend houden tegen de communisten in Europa.
Fransen kregen Vietnam voor een gedeelte weer onder controle:
• Zuiden: 1946 weer machtsherstel. 1950: Z-Vietnamese staat met keizer Bao Dai, onder Frans toezicht
• Noorden: vanaf 1946 guerillastrijd met Vietming. 1954: Vietming wint bij Dien Bien Phoe
HCM zocht steun bij SU en na '46 ook bij China, omdat VS en het westen de DRV niet erkende. China stuurt wapens en munitie en kannonnen, wat erg belangrijk was voor de strijd bij Dien Bien Phoe.
VS financierde de Fransen in hun koloniale strijd, vanwege het bondgenootschap in de Koude Oorlog. De hulp wordt uitgebreid als in '49 China communistisch wordt. Vanaf 1950: oorlogsmateriaal en adviseurs. VS drong aan op een Vietnamese strijdmacht in het Zuiden die tegen communisten in het Noorden kon vechten.

§6

Akkoorden van Geneve (1954): ging over de toekomst van Vietnam. Frank rijk en Vietming spraken een onmiddellijke wapenstilstand af. Zo werd HCM in Noord-Vietnam indirect erkend. Definitieve besluiten konden niet worden gemaakt, omdat:
• N-Vietnam: Noord en Zuid zo snel bij elkaar
• VS: Zuid-Vietnam niet communistisch, dus géén snelle hereniging
→In Geneve werd besloten: geen verenigd en onafhankelijk Vietnam, uit vrees voor de communisten.
Geneefse akkoorden (juli '54):
1. Vietnam verdeeld (tijdelijk ) langs de 17e breedtegraad
2. Allebei geen militaire bondgenootschappen → neutraliteitsclausule
3. juli'56: nationale verkiezingen, daarná verenigt. Maar dit werd niet ondertekent door de VS en Z-Vietnam, die allebei ook geen officiële partijen waren.
Gevolgen van de verdeling van Vietnam langs de 17e breedtegraad:
• Franse en Z-Vietnamese legers in het Noorden moesten terug naar het Zuiden
• Vietming moest een behoorlijk groot gebied in het Zuiden opgeven
• Noorden: communistisch
• Zuiden: door Amerika gesteund, op het westen gericht, autoritair
Ongeveer 1 miljoen Noord-Vietnamezen gingen naar het Zuiden:
• rijken
• katholieken
130000 andersom. Maar er bleven ook 10000 achter om ondergronds te blijven werken. Voor Vietming was de verdeling ongunstig, maar ze dachten de verkiezingen (bepaling 3) te gaan winnen. Maar dat ging niet door, vanwege de VS en Z-Vietnam, want zij dachten ook dat HCM zou gaan winnen. Dan zou Vietnam communistisch worden
• en dat was onacceptabel vanwege de dominotheorie
• gezichtsverlies voor VS
De officiële reden: In N-Vietnam zijn geen vrije verkiezingen mogelijk
De communistische staten drongen ook niet aan:
• SU niet, want die had geen zin vanwege Vietnam de relatie met de VS op scherp te zetten
• China had geen haast Vietnam te verenigen, want Noord-Vietnam zou wel eens kunnen willen uitbreiden naar Laos en Cambodja.
En in 1979 verovert Vietnam Cambodja inderdaad. En zegt daarbij dat China in '56 verraad heeft gepleegd. De verovering is van korte duur. Maar het maakte wel een einde aan de massamoorden en het communistische bewind van Pol Pot.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.