Hoofdstuk 1: Jagers en verzamelaars

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 725 woorden
  • 11 november 2012
  • 132 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
132 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

1.1: Het leven van jager-verzamelaars:

Rond 10.000 v.C. kwam een einde aan de laatste ijstijd. De temperatuur steeg en de toendra’s maakten in grote delen van Europa plaats voor bossen en moerassen. Jager-verzamelaars keerden terug in Nederland en andere delen van Noord-Europa, in Zuid-Europa waren ze de hele ijstijd aanwezig gebleven.

De jager-verzamelaars woonden in groepen van 10 tot 25 personen in tijdelijke kampementen. Als op een plek niet meer genoeg eten te vinden was, sloegen ze hun tenten of eenvoudige hutten ergens anders op. Mannen hielden zich bezig met de jacht, vrouwen verzamelden eetbare planten, bessen en ze zorgden voor de kinderen. Door ervaring van generatie op generatie door te geven wisten ze waar en in welk seizoen het meeste eten te vinden was. De jager-verzamelaars konden allerlei werktuigen maken. Van vuursteen maakten ze messen, pijlpunten en krabbers. Kenmerkend aspect: De levenswijze van jager-verzamelaars

1.2: Het ontstaan van de landbouw:

De overstap van het jagen en verzamelen naar de landbouw was een langzaam proces dat duizenden jaren duurde, maar had zulke verstrekkende gevolgen dat gesproken wordt van de landbouwrevolutie. De landbouwrevolutie begon in de vruchtbare halvemaan. Dat is een gebied dat zich uitstrekt van het Nijldal naar Israël, Libanon, Jordanië, Syrië en Irak. Granen zoals gerst en tarwe groeiden hier in het wild en werden aanvankelijk door nomaden verzameld. Met de kennis die ze opdeden over deze planten gingen ze de zaden zelf planten. Eerst waren deze agrarische producten een aanvulling op het verzamelde en gejaagde voedsel, maar uiteindelijk werd het de belangrijkste voedselbron. Van verzamelaars werden de prehistorische mensen voedselproducenten. Ze waren niet meer afhankelijk van hun vondsten, maar brachten het land in cultuur en kregen zo meer greep op de natuur. De landbouwsamenleving verschilde erg van de samenleving van jager-verzamelaars. Boeren trokken niet rond, maar woonden in dorpen bij hun akkers. De landbouw stimuleerde uitvindingen en ontdekkingen, waardoor de productie geleidelijk toenam. Boeren in het Midden-Oosten vonden het wiel en de ploeg uit. Ze gingen de bewegingen van de zon en de maan bestuderen en maakten op basis van die waarnemingen de eerste kalenders. Ze wisten hierdoor wanneer het de beste tijd was om te zaaien en te oogsten.

Kenmerkend aspect: Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen:

1.3: De eerste steden:

De Eufraat en de Tigris vormen de grenzen van het gebied dat in de oudheid Mesopotamië werd genoemd en ze waren de levensaders van een van de oudste beschavingen van de wereld. Soemerië. Daar groeiden boerendorpen uit tot steden als Oer, Oeroek, Eridoe en Girsoe.

Ieder jaar traden de Eufraat en de Tigris buiten hun oevers door het vele smeltwater wat ze meevoerden vanuit de bergen. Het vruchtbare slib dat achterbleef maakte de oevers uitstekend geschikt voor landbouw. De boeren bouwden dijken om de vloed controle te krijgen en legden irrigatiesystemen aan voor de akkers verder weg. De boeren gingen op den duur meer produceren dan ze nodig hadden, dit had twee belangrijke gevolgen: Een deel van de dorpsbewoners kon worden vrijgesteld van de landbouw. Sommigen gingen zich specialiseren, anderen gingen handeldrijven. In de landbouwsamenleving ontstonden hierdoor, voor het eerst sociale verschillen.

 Door de toename van de landbouwproductie konden ook steeds meer mensen in een klein gebied wonen. Sommige dorpen groeiden uit tot steden. In Soemerië , in het Zuiden van Mesopotamië, ontstond de eerste omvangrijke stedelijke beschaving. In het hart van de Soemerische steden lag een tempel voor de plaatselijke godheid.

Kenmerkend aspect: Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Begrippen: Agrarisch: Heeft betrekking op de landbouw. Landbouw wordt tegenwoordig onderverdeeld in akkerbouw, veeteelt, tuinbouw en bosbouw.

Cultuur: De totale manier van leven, denken en doen van een groep mensen, zoals hun taal, godsdienst, normen en waarden.

Samenleving van jager-verzamelaars: Samenleving van nomaden die leven van wat ze vinden in de natuur. Landbouwsamenleving: Samenleving waarin landbouw het overheersende middel van bestaan is en waarin steden met handel en ambachten vrijwel niet voorkomen.

Beschaving: Ontwikkeling van gewoonten, gebruiken, technische kennis, omgangsvormen en maatschappelijke verhoudingen. Het is een synoniem voor cultuur en is de tegenstelling van barbarij.

Landbouwrevolutie: Ingrijpende verandering waarbij mensen overgaan van een samenleving van jager-verzamelaars naar een landbouwsamenleving.

Steden: Plaatsen waar grotere groepen mensen bijeenwonen, afgescheiden van het platteland. Kenmerkende aspecten:

De levenswijze van jager-verzamelaars.

Het ontstaan van de landbouw en de landbouwsamenlevingen.

Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

REACTIES

T.

T.

Mooi en leerzaam

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.