Hoofdstuk 1 en 2

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 4987 woorden
  • 2 februari 2009
  • 130 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
130 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 en 2

Inleiding:
 23000 voor Christus Venus van Willemdorf
 15000 voor Christus grotschilderingen van Lascaux
 10000 voor Christus landbouwrevolutie in Midden-oosten
 8350 voor Christus ontstaan van Jericho
 6500 voor Christus ontstaan vaan Catal Hüyük
 6000 voor Christus eerste landbouw in Griekenland
 5000 voor Christus eerste landbouw in Nederland

Kenmerkende aspecten van dit hoofdstuk :

1. De levenswijze van jagers en verzamelaars
2. Het ontstaan van de landbouw en landbouwsamenlevingen
3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

leer begrippen blz. 16!

Samenvatting paragraaf 1: ,,Het leven van jagers en verzamelaars''
Rond 10.000 v. C. kwam een einde aan de laatste ijstijd. De jagers en verzamelaars keerden terug in Nederland en andere delen van Noord-Europa. In Zuid-Europa waren ze de hele ijstijd aanwezig gebleven.
Dingen als fossielen,afval,voetafdrukken,grotschilderingen enz. geven gedetailleerde informatie over de samenleving van jagers-verzamelaars.
Er was een taakverdeling:
de mannen jaagden op dieren en vingen vis, de vrouwen verzamelde eetbare dingen als paddestoelen en bessen en pasten op de kinderen .
Ze woonden in groepen van 10 tot 25 personen in eenvoudige tentjes. De groepsgrootte werd namelijk bepaald door de carrying capacity. Daarmee wordt de draagkracht van een bepaald gebied mee bedoelt, per jager en verzamelaar was er per dag 10 km2 nodig!
Daarom waren het niet zulke grote groepen. Als het voedsel in een bepaald gebied op was, trokken ze weer verder. Ze leefden dus nomadisch en hadden weinig bezit.

Door ervaring wisten ze op welke plek, in welk seizoen het meeste voedsel te vinden was. Ook wisten ze welke vruchten en noten eetbaar waren en wanneer ze geplukt konden worden.
De jagers en verzamelaars konden allerlei artefacten (werktuigen) maken. Van vuursteen maakten ze messen, pijlpunten en krabbers.
Ze gebruikten ook onderdelen van dieren. Van herten gebruikten ze bijv. de botten en de geweien voor werktuigen als bijlen. Van vezels van verschillende platen werden touwen en manden gemaakt.
Jagers en verzamelaars moeten dus veel kennis hebben gehad van de natuur
Met eenvoudige middelen sneden ze kleine beeldjes uit bot of ivoor en beschilderden de wanden van grotten. Onderzoekers die deze grotten in de 19e eeuw onderzochten waren onder de indruk van de vormen en de kleuren van deze schilderingen, ze konden nauwelijks geloven dat ze prehistorisch waren!
De betekenis van deze schilderingen? Daar moeten we naar raden: we weten niet of ze moesten helpen bij de jacht of dat misschien de grotten heiligdommen waren waar magische rituelen werden uitgevoerd.

Samenvatting paragraaf 2: ,,Het ontstaan van de landbouw''
Ongeveer 10.000 v. C. veranderde de leefwijze van mensen door de ontwikkeling van de landbouw(akkerbouw & veeteelt) De overstap van het jagen en verzamelen naar de landbouw was een langzaam proces dat duizenden jaren duurde, maar het had zulke verstrekkende gevolgen dat er wel wordt gesproken van de landbouwrevolutie.

De landbouwrevolutie begon in de vruchtbare halvemaan(vruchtbaar boogvormig gebied in het Nabije Oosten) Het gebied bestond uit het Nijldal,Israël,Libanon,Jordanië,Syrië en Irak. Granen als gerst en tarwe groeiden hier in het wild en werden verzameld door de nomaden. Met de kennis die de bewoners opdeden over deze planten, gingen ze rond 10.000 v. C. de zaden zelf planten. In het begin waren de oogsten waarschijnlijk niet zo groot en zolang dat het geval was, waren agrarische producten een aanvulling op het verzamelde en gejaagde voedsel. Maar de boeren werden steeds succesvoller. Uiteindelijk werden de zelf geteelde granen de belangrijkste voedselbron.
De landbouwers gingen ook runderen, geiten en schapen die in het wild liepen,temmen. En zo ontstond naast de akkerbouw de veeteelt. Producten als melk en brood verschenen. Van verzamelaars werden de mensen boeren.

Ingrijpende gevolgen: Ze waren niet meer afhankelijk van wat ze vonden, mensen gingen permanent leven op een vaste plek en bij overvloedige landbouwproductie groeide de bevolking.
De leefwijze in een landbouwsamenleving verschilde hemelsbreed van die jagers en verzamelaars. De boeren woonden in hun permanente nederzettingen bij hun akkers en hun dagindeling werd bepaald door het werk op het land en de verzorging van het vee. De landbouw stimuleerde ook het doen van nieuwe uitvindingen en ontdekkingen.
Boeren in het Midden-Oosten vonden het wiel en de ploeg uit. Al in het vierde millenium v.C. lieten boeren hun ploegen voorttrekken door ossen. Hierdoor ging de mens voor het eerst gebruik maken van een andere energiebron dan zijn eigen spierkracht. De os was de eerste stap naar de stoommachine en de bezinemoter schreef een historicus.

De boeren konden met os en ploeg veel grotere stukken land bewerken en meer mensen van voedsel voorzien. Ze kwamen er ook achter dat je klei kon bakken. Zo konden ze potten van aardewerk maken,waarin ze voorraden konden bewaren. Ze gingen de bewegingen van de zon en de maan bestuderen en maakten op basis van die waarnemingen de eerste kalenders met dagen van 24 uur en weken van 7 dagen. Boeren wisten hierdoor wanneer het tijd was om te zaaien en te oogsten.
Zeer belangrijk was de uitvinding van het brons rond 3500 v.Chr. Dat gebeurde niet van de ene dag op het andere. De prehistorische mensen moesten er eerst achter komen dat metaal bij zeer hoge temperaturen smelten. En ze moesten uitvinden dat door de toevoeging van tin aan koper een nieuw en veel harder metaal ontstond, namelijk brons. Ze moesten ook nog hoe ze tin konden winnen uit het steen waarin het zat. Kortom ze moesten enorme hindernissen overwinnen. Maar toen het zover was hadden ze metaal wat in elke gewenste vorm kon gegoten worden.
Ook het ontstaan van het schrift, ong. 3000 jaar voor Christus,hing samen met de landbouw. Op kleitabletten werden met eenvoudige tekentjes de graanvoorraden bijgehouden. Uit dit beeldschrift ontwikkelde zich later het spijkerschrift.
Met de uitvinding van het schrift eindigde de prehistorie.

De landbouw kon zich makkelijk vanuit de vruchtbare halvemaan naar India en naar Europa en Noord-Afrika verspreiden omdat er tussen deze gebieden en de Vruchtbare Halvemaan geen barrières liggen in de vorm van woestijnen en oceanen. Er heerste bovendien een klimaat waarin de planten uit het Midden-Oosten goed konden groeien. De meest recente verklaring voor het ontstaan van landbouw is dan ook de klimaatverandering.
Toch stapten jager-verzamelaars die in contact kwamen met landbouwers niet direct over op de nieuwe manier van voedselwinning. Sommige jager-verzamelaars namen wel de veeteelt over, maar niet de akkerbouw, het zelf produceren van graan of peulvruchten. Ook gebeurde het dat jager-verzamelaars die aan de landbouw waren gaan doen na verloop van tijd terugkeerden naar het jagen en verzamelen. Als er veel voedsel in het wild te vinden was, hadden jager-verzamelaars weinig redenen om over te stappen op landbouw. Boeren moesten tenslotte hard werken en liepen het risico van een mislukte oogst door wateroverlast,droogte of plantziektes. Maar landbouw had uiteindelijk ook een belangrijk voordeel: een succesvolle oogst betekende dat een grote groep mensen voor lange tijd voedsel had.


Kennis van de landbouw is vanuit het Nabije Oosten via de Balkan naar onze gebieden gegaan.
Rond 5300 voor Christus waren de eerste landbouwers in Zuid-Limburg.

Verandering van gebruiksvoorwerpen en gereedschappen, namelijk potten van aardewerk en landbouwgereedschappen als de sikkel.

Kenmerkende personen van deze paragraaf:

Ötzi: Gevonden persoon in 1991, een prehistorische jager gevonden in de Otztaler Alpen. Door dat hij in het ijs had gelegen, waren al z'n spullen goed bewaard gebleven.
In zijn darmen zaten restanten van verschillende dingen waaronder de einkorn. De einkorn, een graansoort wijst erop dat Ötzi contact had met landbouwers.

Bandkeramiekers: Via Turkije, Griekenland en Midden-Europa kwam de landbouw ook naar Nederland. Rond 5300 voor Christus vestigden de eerste boeren zich op de vruchtbare lössgrond in Zuid-Limburg. Ze worden Bandkeramiekers genoemd naar de bandvormige versieringen op hun aardewerk. Vanuit het oogpunt van de moderne mens lijkt het alsof de klok in de prehistorie met een andere snelheid tikte. Veranderingen voltrokken zich niet in tientallen of in honderden jaren, maar in duizenden.

Paragraaf 1.3 : ,, De eerste steden''
De Tigris en de Eufraat vormen de natuurlijke grenzen van het gebied dat in de oudheid Mesopotamië werd genoemd en ze waren de ''levensaders'' van een van de oudste beschavingen van de wereld: Soemerië. Daar groeiden tussen 3500 en 3000 voor Christus boerendorpen tot steden als Oer,Oeroek,Eridoe en Girsoe.

Iedere jaar traden de Tigris en de Eufraat buiten hun oevers door het vele smeltwater dat ze meevoerden vanuit de bergen in het noorden. Het land langs de rivieren werd dan bedekt met een laag vruchtbare slib, die de bodem uitstekend geschikt maakte voor landbouw. Boeren die zich hier vestigden, legden dijken aan om de jaarlijkse vloed onder controle te krijgen. En ze bouwden irrigatiesystemen om de akkers verder van de rivier af van water te voorzien.
Door grotere oogsten van de land groeide het aantal inwoners. De boeren haalden steeds grotere oogsten binnen en gingen meer produceren dan ze voor de eigen consumptie nodig hadden . Dit had twee belangrijke gevolgen:


 Een deel van de dorpsbewoners kon worden vrijgesteld van de landbouw.De voorraadvorming was dus essentieel voor het voeden van van mensen die zich niet met voedselproductie bezighielden.
Sommigen specialiseerden zich in het maken van gereedschap, kleding of aardewerk. Andere gingen handel drijven. Ze ruilden landbouwoverschotten en nijverheidsproducten met mensen in andere dorpen. In de landbouwsamenleving ontstonden zo voor het eerst sociale verschillen. Die grote sociale verschillen waren gebaseerd op successen in de landbouw.
 Door de toename van de landbouwproductie konden bovendien steeds meer mensen in een betrekkelijk klein gebied wonen. Sommige dorpen veranderden hierdoor langzaam in steden. In een gewone landbouwnederzetting woonden hooguit 400 mensen, maar Jericho telde al 8000 voor Christus 2000 inwoners.

In Soemerië,in het zuiden van Mesopotamië, ontstond voor het eerst een stedelijke beschaving. In het hart van de Soemerische steden lag een tempel voor een plaatselijke godheid. Rond 3000 voor Christus telde Soemerië twaalf grote steden.
Rond 1560 voor Christus ontstonden de eerste steden in Soemerië( het huidige Irak)
Rond 3500 voor Christus zijn deze steden zo in inwonertal gegroeid dat we spreken van stedelijke nederzettingen of stadstaten.
Een stadstaat had gemiddeld 10.000 inwoners. Oeroek was met 50.000 stedelingen veruit de grootste stadstaat.

De 4 belangrijkste karakteristieken van de stedelijke gemeenschappen rond 3000 voor Christus waren:
1.Hiërarchishe opbouw van de samenleving
-sociale klasse (sociale piramide)

2. De aanwezigheid van een godsdienstig centrum:
 religie speelde een belangrijke rol Mesopotamië.

3. Taakverdeling in de samenleving:
 het ontstaan van specialisme: pottenbakkers, timmerlieden, kunstenaars , priesters enz.

4. Het schift:

 Rond 3300 voor Christus ontwikkelde de Soemiërs het schrift.
 Bestond in eerste instantie uit logogrammen ( herkenbare afbeeldingen)
 Uit de logogrammen ontwikkelden zich klanktekens : 1 teken stond voortaan voor 1 klank.
 Met klanktekens konden hele woorden & zinnen geschreven worden.

Het Soemerische schrift wordt ook wel het spijkerschrift genoemd vanwege de vorm van de tekens. De tekens worden ingekerfd in kleitabletten. Met behulp van het schrift werden de volgende zaken vastgelegd:
 boekhouding
 regels & wetten
 religieuze verhalen
 gegevens over het bestuur

Dus om het schrift te leren werden voor het eerst scholen gesticht.
Vermoedelijk kon maar een klein deel lezen en schrijven.

EINDE SAMENVATTING & AANTEKENINGEN HOOFDSTUK 1

Samenvatting Hoofdstuk 2: Grieken en Romeinen

Inleiding :
 3000 voor Christus uitvinding van spijkerschrift in Irak en hïerogliefenschrift in Egypte.
 1750 voor Christus Abraham reist van Irak naar Israël/Palestina
 507 voor Christus begin democratie in Athene

 331 voor Christus Alexander de Grote verovert het Perzische Rijk
 148 voor Christus Rome verovert Macedonië
 30 voor Christus Egypte wordt Romeinse provincie
 112 na Christus muur van Hadrianus
 394 na Christus christendom wordt Romeinse staatsgodsdienst
 395 na Christus splitsing van Romeinse Rijk

Leer begrippen blz. 34!

Kenmerkende aspecten van dit tijdvak:
 De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.
 Klassieke vormen in beeldende kunst en architectuur
 De groei van het Romeinse Rijk waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
 Het contact tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germanen van Noordwest-Europa
 De ontwikkeling van de eerste monotheïstische godsdiensten: het jodendom en het christendom.

1. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.
 De Grieken legen de basis voor onze democratie en ons wetenschappelijk denken

 Zij ontwikkelden daarbij een geheel nieuwe kritische denkwijze, los van het geloof en de goden
 In de Griekse stadstaten ontstonden bestuursvormen als artistocratie*,monarchie*en democratie
 Filosofen discussieerden over de beste bestuursvormen en dachten als eersten op een wetenschappelijke manier na over de natuur en mens

( het volk: mannen boven de 18 die geen slaven zijn en wat meer ''macht'' hebben)
*Monarchie: ''eentje'' die regeert
*Aristocratie: de ''besten'' regeerden

2. Klassieke vormen in beeldende kunst & architectuur
 Als wij het woord klassiek gebruiken, dan heeft dat bijna altijd de bijklank 'tijdloos'
of 'uitzonderlijk mooi of goed' : het is een soort kwaliteitskenmerk
 de periode 480 tot 338 geldt als het klassieke tijdperk van de Europese geschiedenis.
 In die tijd werken , vooral in Athene, kunstwerken gemaakt die nu nog steeds als voorbeeld gelden.
 Vanaf de Romeinen is regelmatig geprobeerd de Griekse voorbeelden te evenaren of te overtreffen.
 Ook nu nog zoeken schrijvers,kunstenaars en architecten aansluiting bij de vormen die de Grieken ( en in mindere mate de Romeinen) ontwikkelden.

 De Grieken en Romeinen ontwikkelden in de bouwkunst & beeldhouwkunst een cultuur die maatgevend werd voor de latere westerse beschaving.

3. De groei van het Romeinse Rijk waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde:
 Het Romeinse Rijk breidde zich uit over Klein-Azië, het Midden-Oosten,Noord-Afrika en grote delen van Europa waardoor de Grieks-Romeinse cultuur daar overheersend werd.
 De invloed van de Klassieke Oudheid is niet alleen terug te vinden in onze taal,literatuur,beeldende kunst en architectuur maar ook in onze normen & waarden en in de manier waarop we bestuurd worden.

4. Het contact tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germanen van Noordwest-Europa.
 Volkeren die met elkaar in contact komen nemen elementen van elkaars maatschappij over economie, geloof & gebruiken
 Daardoor zullen ze veranderen, soms zelfs ingrijpend
 Dit proces van culturele uitwisseling gaat continu door
 Germaanse stammen ten noorden van het Romeinse Rijk voorkwamen een verdere Romeinse opmars
 Later drongen de Germaanse stammen het Romeinse Rijk binnen.
 Zij namen de Grieks-Romeinse cultuur gedeeltelijk over

5. De ontwikkeling van de eerste monotheïstische godsdiensten: het jodendom & het christendom
 Meer dan 1000 jaar lang was heel Europa christelijk
 Doordat Europa zijn invloed heeft uitgebreid over de hele wereld, is het christendom een van de belangrijkste wereldreligies geworden.

 Het aanbidden van 1 god vinden wij normaler dan het hebben van meerdere goden
 Daarbij speelt mee dat ook andere wereldreligies, zoals het jodendom en de Islam, monotheïstisch zijn
 In de tijd van de Grieken en Romeinen waren joden en christenen juist de uitzondering.
 De meeste mensen geloofden toen in meerdere goden.
 De Joden geloofden als eerste in een god
 Even voor Christus legde Mozes de joodse wetten vast
 Het christendom ontstond als stroming binnen het jodendom en groeide uit als belangrijkste godsdienst in het Imperium Romanum
 In de 4e eeuw werd het christendom de staatsgodsdienst

Paragraaf 2.1: Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Staatsman Perikles zei in een van zijn beroemde redevoeringen dat hun politiek stelsel geen kopie is van de buren. En dat klopt;het politieke stelsel van Athene , de democratie, is volstrekt origineel.

Hellas, zoals de Grieken hun leefwereld noemden, was niet 1 centraal geregeerd rijk, maar een lappendeken van stadstaten (poleis) met een landbouwstedelijke (agrarisch-urbane) samenleving.

Volgens Aristoteles waren er in de 4e eeuw voor Christus 150 van zulke staten, die meestal bestonden uit een stad en het omliggende land. Veel stadstaten hadden hoogstens een paar duizend inwoners, maar in Athene woonden in de 5e eeuw voor Christus al meer dan 250.000 mensen. Alle stadstaten hadden een eigen leger, munten en een onafhankelijk bestuur. Er waren verschillende regeringsvormen:


monarchie: alleenheerschappij, met een koning of keizer
tirannie: regering door een tiran, iemand die zich op onwettige wijze van de regering meester had gemaakt.
aristocratie: regering door de besten ( regering door rijke en aanzienlijke families)
oligarchie : regering door weinigen, die behoren tot de bevoorrechte klassen
democratie: regering door het volk( Atheense democratie 507 voor Christus)

Vaak wisselden regeringsvormen elkaar af. Athene was bijvoorbeeld eerst een monarchie, daarna een aristocratie , vervolgens een tirannie, tot Kleistenes de macht greep. Hij voerde 507 v.C. de democratie in. Alle vrije Atheense mannen kregen stemrecht. Vrouwen,kinderen en slaven( de meerderheid) waren van het burgerschap uitgesloten. De ekklesia (volksvergadering) besliste over wetten, koos de militaire commandant en andere hoge personen en controleerde ambtenaren en bestuurders. Wegens corruptie of wanpresentaties konden die worden ontslagen of zelfs tot de dood worden gebracht. Om een geldig besluit te nemen moesten minstens 6000 mannen in de volksvergadering aanwezig zijn. Wie zo'n massa wilde toespreken moest beschikken over een flinke dosis overtuigingskracht. Om zich de kunst van welsprekenheid eigen te maken , gingen de burgers in de leer bij een sofist.Sofisten waren rondtrekkende filosofen die lieten betalen voor hun lessen in wijsheid. Zij speelden een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de democratie.

De Atheense democratie hield bijna 200 jaar stand. Maar voor de Grieken was democratie niet vanzelfsprekend het beste politieke systeem. De veelheid en voortdurende van regeringsvormen leidde ertoe dat de Grieken volop discussieerden over de voor en nadelen. Ze gebruikten daarbij begrippen en argumenten die nog steeds in politieke tabletten een rol spelen. De grote filosofen hadden weinig waardering voor de democratie. Ze wantrouwden de massa , die zich in hun ogen meer lieten leiden door emoties dan hun verstand en gemakkelijk waren te beïnvloeden door mooie woorden.
Socrates vond dat een democratisch politicus geen andere keus had dan zijn principes te verloochenen en iedereen naar de mond te praten. Plato vond dat democratie alleen leidde tot chaos en tot een dictatuur van de lagere klassen met hun hebzuchtige instincten. De meeste waren naar zijn mening helemaal niet in staat om de juiste beslissingen te nemen. Volgens Plato was een ideale staat een republiek waarin de filosofen de totale macht hadden. Die filosofen moesten zich volledig inzetten voor de staat en mochten geen gezin hebben.
Ondanks de kritiek op het democratisch systeem werd Athene in de 5e eeuw voor Christus het culturele centrum van hellas. Sophokles en Euripides schreven er hun tragedies. De geschiedschrijver Herodotus vestigde zich er, Plato stichtte er de Academie en gaf les in wiskunde, natuurwetenschappen en filosofie, Aristoteles deed hetzelfde in het Lyceum.

Toch ontstond de filosofie buiten Athene. In de 6e eeuw voor Christus gingen mensen in IonÏe voor het eerst op een wetenschappelijke manier nadenken over de natuur.
Archimedes en Pythogoras ontwierpen natuurkundige wetten en wiskundige stellingen die nog steeds gelden. Hippokrates legde de basis voor de medische wetenschap.

Kenmerkend persoon van deze paragraaf:
Socrates: Socrates is een hele beroemde filosoof. Met zijn armoedige kleding en blote voeten was hij een opvallende verschijning in Athene . Filosoferen voor Socrates was een voortdurende speurtocht naar de waarheid. Zijn kritische manier van denken werd hem uiteindelijk fataal. In 399 voor Christus werd hij gearresteerd omdat hij de jeugd van Athene zou bederven met zijn goddeloze ideeën. De werkelijke reden was waarschijnlijk zijn kritiek op belangrijke politici. Hij kon aan de doodstraf ontsnappen door genade te vragen en te kiezen voor vrijwillige verbanning, maar dat deed hij niet. Hij weigerde en moest daarom de gifbeker leegdrinken. We kennen zijn denkbeelden alleen uit het werk van Plato.

Paragraaf 2.1: Het Romeinse Imperium
Dat de aanval de beste verdediging is, was een basisgedachte van de Romeinen. Door volkeren te onderwerpen, probeerden ze agressie te voorkomen. Het was een van de hoofdoorzaken van de enorme expansie van het Romeinse rijk: een expansie die de Grieks-Romeinse cultuur over Europa verbreidde.

Rome werd gesticht in 754 voor Christus. Vanuit hun stadstaat veroverden de Romeinen in de 4e en 3e eeuw voor Christus Italië. Na 264 voor Christus begon de expansie buiten Italië. In westelijke richting veroverden ze Spanje en Portugal. In het zuiden overwonnen ze de hardnekkigste van alle vijanden: Carthago(Noord-Afrika). Deze stad was in 814 voor Christus gesticht. Het werd een machtige en rijke stadsstaat. Vanaf de 5e eeuw domineerde Carthago het westelijke Middellandse Zeegebied. Daar stuitte het op de Romeinen. De Romeinen vochten met Carthago 3 oorlogen uit. In de tweede trok de Carthaagse leider Hannibal met olifanten over de Alpen en Rome ontkwam maar net aan een verwoesting. Na een eeuw werd Carthago uiteindelijk verslagen. De oude boer militair en politicus Cato had daarvoor jaren onophoudelijk geroepen tot de vernietiging van de stad. In 146 voor Christus werd Carthago met de grond gelijk gemaakt. De bevolking werd weggevoerd in slavernij, de grond werd omgeploegd en volgestopt met zout zodat er niks meer zou groeien. Zoals de Romeinse historicus Tacitus zei: ''De Romeinen creëerden een woestijn en noemde het vrede''
In diezelfde tijd veroverden de Romeinen Griekenland en Macedonië. Dat kreeg op de Romeinse cultuur een enorme invloed. De Romeinen combineerden hun cultuur met die van de Grieken. Na de verovering van hellas ging het hard: Balkan, Turkije,Israël, Syrië, Egypte,een deel van Afrika, Gallië, en het Alpengebied kwamen er bij. 43 na Christus werd Groot-Brittannië ook ingelijfd. Daarna begonnen de Romeinen met het alleen verdedigen van hun 1000 kilometers lange grens. In Europa vormden de Rijn en Donau de natuurlijke grens , in het noorden van Brittannië liet keizer Hadrianus een muur bouwen tegen de Keltische ''barbaren''. Rome was eeuwenlang een republiek geweest, waarin de aristocratische senaat de dienst uitmaakte, maar ook gekozen volksvertegenwoordigers invloed hadden. Op het laatst trokken echter krijgsheren steeds meer macht naar zich toe , Julius Caesar was de succesvolst, die in de 58-52 voor Christus Gallië veroverde. Caesar verwierf in 48 voor Christus de alleenheerschappij. Na zijn dood, vier jaar later, werd er gevochten om zijn macht en die werd gewonnen door Octavianus. Hij stichtte in 27 voor Christus het Romeinse keizerrijk, het Imperium Romanum. De senaat gaf hem het imperium marior(opperbevel) en de titel Augustus(verhevene). Zelf voegde hij voegde caesar toe aan zijn naam. Met Augustus begon een lange periode van welvaart en vrede binnen de grenzen van het Romeinse Rijk: de Pax Romana.
De Romeinen blonken uit en organiseerden alles goed. Het hele rijk werd geregeerd vanuit Rome. De staat slaagde er in de bevolking te voeden met graan uit Afrika en Sicilië en regelde met een goed stelsel van aquaducten en rioleringen de watervoorziening en afvalafvoer. In de rest van het rijk regeerden gouverneurs. De gouverneurs hieven de belastingen waarmee het reusachtige Romeinse leger werd betaald en een indrukwekkende infrastructuur tot stand werd gebracht.

De Romeinen mengden hun cultuur met die van de Grieken, want ze waren diep onder de indruk. Ze bouwden de tempels na, vertaalden de komedies. Ook namen ze de Griekse goden over en gaven hun Latijnse namen. Conservatieve Romeinen klaagden over ''vergrieksing''.
De Griekse Romeinse cultuur verspreidde zich door het hele rijk. Waar de Romeinen ook maar kwamen bouwden ze aquaducten, bruggen en triomfbogen. Op kruispunten van wegen stichtten ze steden met een marktplein(forum), tempels en straten. Zo ontstond bijv. Keulen dat de Romeinen 12 voor Christus stichtten.

In en rondom de steden kwam een landbouwstedelijke samenleving met een geldeconomie tot ontwikkeling. Langs de noordgrens bouwden Romeinen castra(legerkampen). In de buurt daarvan ontstonden nederzettingen waar kooplieden,veteranen en ambachtslieden woonden. Vindobona(Wenen) en Noviomagus (Nijmegen) waren ooit zulke nederzettingen. De Romeinen waren tolerant tegenover andere culturen. Onderworpen volken mochten hun cultuur en godsdienst behouden, maar werden wél door de Romeinen beïnvloed. Vooral het Romeinse leger bevorderde de romanisering. Mannen uit het hele rijk namen dienst in het Romeinse leger. Trouwe dienaren van de Romeinen kregen het Romeinse burgerrecht en veteranen die na twintig of 25 jaar uit het leger terugkeerden naar huis , namen de taal en Romeinse gebruiken mee. Uit de soldatentalen ontstonden de Romaanse talen. Het Latijnse schrift is in de hele westerse wereld standaard en veel woorden hebben een Griekse of Latijnse herkomst. De Romeinse kalender is nog steeds in gebruik en het Romeins recht ligt nog altijd in de basis van het Europese rechtstelsel.

Julius Civilis en de Bataafse opstand

De Romeinen sloten een bondgenootschap met de Bataven, een Germaanse stam die in de Betuwe woonde, in het grensgebied van het Romeinse Rijk. De Bataven hoefden geen belasting te betalen als ze maar mannen en jongens leverden voor het Romeinse leger. Na verloop van tijd misbruikten de Romeinen mooie jonge Bataafse jongens seksueel. Dat was een van de redenen waarom Julius Civilis de Bataven in de zomer van 69 bijeenriep in het woud. Hij vond dit geen bondgenootschap zoals vroeger. De Bataven kwamen in opstand. De Bataaf Civilis kende de tegenstander als geen ander, hij had namelijk zelf 25 jaar in het Romeinse leger gediend. Langs heel de Rijn gingen Romeinse forten in vlammen op, pas na ruim een jaar slaagden de Romeinen de rust te herstellen. De Bataafse opstand ging de geschiedenis in als '' de eerste Nederlandse vrijheidsstrijd'' en was daarom een voorbeeld voor de Patriotten die in de 18e eeuw streefden naar een democratischer bestuur.

Paragraaf 2.3: De Grieks-Romeinse cultuur
Na de Romeinse verovering van Griekenland verdwenen scheepsladingen vol Griekse beelden naar Rome waar ze verkocht werden. Ieder rijke Romein wilde zijn villa ermee decoreren.
De Griekse architectuur en beeldhouwkunst waren eerst sterk beïnvloed door de Egyptische kunst. De vroege beelden waren stijf en plat maar later gingen de Griekse beeldhouwers zelf nieuwe dingen uitproberen. De beeldhouwers gingen nauwkeurig de menselijke anatomie bestuderen en pasten de kennis toe in hun werk. Toch moesten de beelden van menselijke figuren geen gewone stervelingen voorstellen, het waren afbeeldingen van goden en daarom werden ze mooier en perfecter dan mensen gemaakt. Perfectie zagen de Grieken als teken van goddelijkheid. Hoogtepunt vormen de beelden die in de tweede helft van de 5e eeuw voor Christus werden gemaakt: de klassieke periode. Vanaf de 7e eeuw voor Christus werden de tempels gebouwd in de Dorische stijl. Later kwam de Ionische stijl en die zuilen hadden aan de onder en bovenkant een mooie versiering.
In 447 voor Christus ging in Athene een belangrijke bouwproject van start. Het Atheense volk besloot op initiatief van staatsman Perikles tot de wederopbouw van de tempels en gebouwen in de stad, die 30 jaar eerder waren verwoest door Perzen, waarmee de Grieken langdurig in oorlog waren. Ze wilden de grootste en mooiste stad van de wereld bouwen. In 432 voor Christus was het Parthenon af. In de tempel zat een 11 meter hoge beeld van Athene , bekleed met bladgoud. Een groot deel van deze friezen zijn heel goedkoop verkocht aan de Engelse Lord Elgin, die ze meenam naar Londen. Om deze ''Elgin Marbles'' wordt nog steeds gevochten tussen de Griekse en Britse regering.


De Romeinse kooplieden konden in de eerste eeuw voor Christus de vraag naar Griekse beelden nauwelijks aan! In Rome werden ateliers ingericht met goede kopieën van Griekse beelden. Dankzij deze kopieën weten we hoe de oorspronkelijke beelden ongeveer uit moeten hebben gezien. Na een periode van klakkeloos kopiëren, ontwikkelden de Romeinse beeldhouwers een eigen stijl. De Griekse beeldhouwers hadden een ideaal nagestreefd, de Romeinen gingen juist heel realistisch portretten uit steen houwen. Hierdoor weten we goed hoe keizers als Augustus en Nero moeten hebben uitgezien.
De Romeinen leverden ook knappe bouwkundige presentaties: Pantheon in Rome is daar een voorbeeld van. Maar ook op dit gebied zijn Griekse invloeden merkbaar. Zo heeft het Colosseum in Rome, dat toch typisch Romeins is, een Griekse buitenkant met Ionische en Dorische zuilen. Wat de Romeinen deden, zullen wij ook blijven doen: de Griekse vormentaal voor gebouwen blijven gebruiken.

Phidias : Hij wordt wel de vader van de Griekse klassieke kunst genoemd. Phidias werd geboren in Athene en leerde van oude meesters de fijne kneepjes van het beeldhouwkunst. Door zijn vriendschap met Perikles kreeg hij de beste opdrachten in Athene. Zo kreeg hij bijv. de Parthenon te doen. Zijn vriendschap met Perikles bracht hem roem, maar leverde ook uiteindelijk moeilijkheden op. In 432 voor Christus( toen was het Parthenon ook af!)beschuldigden politieke vijanden van Perikles ,Phidias van het verduisteren van overheidsgeld. Phidias werd gearresteerd en verbannen. Tot zijn belangrijkste werken behoren het beeld van Athene in het Parthenon en een negen meter hoog beeld van Zeus in de tempel in Olympia. Het beeld van Zeus wordt in de oudheid beschouwd als 1 van de 7 wereldwonderen.

Paragraaf 2.4: Romeinen en Germanen
Ze hebben ''woeste blauwe ogen, roodblond haar en een groot postuur'' schreef Tacitus over de Germanen. De Romeinen vonden Germanen barbaars, maar hadden aan de andere kant ook bewondering voor hen.

De Germaanse stammen in het noorden van Europa kregen voor het eerst te maken met de Romeinen halverwege de eerste eeuw v.C. Caesar begon in 58 voor Christus een bloedige oorlog in Gallië. 7 jaar later maakten de provincie Gallia en een deel van Germania uit van het Romeinse Rijk. Gallia omvatte Frankrijk en België en delen van NL, Duitsland en Zwitserland. Het werd bevolkt door de Keltische stammen, die door de Romeinen Galliërs werden genoemd. In 12 voor Christus trokken Romeinse troepen NL binnen. Keizer Augustus wilde het rijk uitbreiden tot aan de Elbe. Maar in 9 na Christus werd een Romeinse legermacht van bijna 20000 man verslagen in het Teutoburgerwoud door een verbond van Germaanse stammen. De Romeinen trokken zich terug achter de Rijn en dat bleef 400 jaar de grens. In het grensgebied van wat nu Nederland is, woonden Bataven en Cannifaten. Zij werden trouwe bondgenoten van de Romeinen. Dat de Romeinse grens dwars door NL liep heeft sporen achtergelaten. Daar ontstonden nederzettingen die uitgroeiden tot dorpen en steden.
De Germanen leefden in stamverband in een landbouwsamenleving. In het grensgebied dreven ze de handel met de Romeinen aan wie ze onder meer huiden leverden. De Romeinen noemden hen barbaren, zoals ze alle volken noemden waarvan ze de taal niet verstonden of de cultuur niet begrepen. Het woord kwam van de Grieken die naar vreemde talen verwezen als bar-bar en alle andere volkeren als onbeschaafde woestelingen zagen. De Germanen kenden volgens Romeinse schrijvers geen luxe en leken daaraan ook geen behoefte te hebben.
Dat neemt niet weg dat de Romeinen ontzag hadden voor de onverschrokkenheid van de Germaanse krijgers. Zo stonden de Bataven bekend als uitstekende ruiters. Veel Germanen dienden in het Romeinse leger en ging dat geleidelijk domineren. De Germanen stichtten op een gegeven moment eigen rijken. De Germanen bewonderden de Romeinen en waren er niet op uit hun cultuur te vernietigen, maar die over te nemen.

Paragraaf 2.5: Jodendom en Christendom
Van alle onderworpen volken in het Romeinse Rijk werd verwacht dat ze de Romeinse keizer als een god vereerden. Er was 1 volk dat dit weigerde: de joden. In hun godsdienst was slechts plaats voor 1 god en dat was Jahweh.


 monotheïstisch
 bijbel
 christendom
 jodendom
 keizer Constantijn
 jaartellingen en kalenders.

REACTIES

P.

P.

Hee, die is echt handig! Echt bedankt hooor! Dit goed doorlezen en dan weet je de hoofdlijnen van de twee hoofdstukken! Groetjes, Pattie :)

12 jaar geleden

A.

A.

Goeie samenvatting, mischien kan je hem iets duidelijker in punten onder elkaar zetten. :)
Maar verder is ie echt top!

12 jaar geleden

M.

M.

Dit is veel te langdradig en letterlijk overgenomen. Een samenvatting hoort te samenvatten

12 jaar geleden

Y.

Y.

Wat een goede samenvatting zeg!
Heeft veel geholpen.

12 jaar geleden

E.

E.

Hee yasmine, echt een goede samenvattig! super bedankt;)

12 jaar geleden

V.

V.

kijk hier heeft een mens wat aan
als je niet je hele gesch.boek wilt
doorlezen:P
handige samenvatting hoor!!

12 jaar geleden

J.

J.

Dit is niet bruikbaar als een 'samenvatting'. Ik zocht voor een korte versie, waarin de belangrijkste punten nog eens werden aangehaald. Geen verhaal dat langer is dan de eigenlijke tekst.

12 jaar geleden

T.

T.

Dankjewel ! Volgende keer aub wat meer met stappen werken...... XD

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.