Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 1

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 1e klas vwo | 620 woorden
  • 24 november 2014
  • 40 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
40 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Begrippen:

Directe bron: Rechtstreeks van de persoon/bronnen uit de tijd zelf

Indirecte bron: Vanuit de tijd zelf via/via andere personen/bronnen in andere tijd

Dus we moeten de geschiedenis bekijken vanuit de standplaats van de personen die TOEN leefden.

Oorzaak: Reden(en) waardoor iets ontstaat. De oorzaak ontdek je (meestal) door vragen te stellen met “waardoor”.

Aanleiding: Reden wat ervoor  zorgt dat er iets tot stand komt. De aanleiding ontdek je (meestal) door vragen te stellen met “waarom”.

Gevolg: Dat wat er ontstaat/tot stand komt na alle oorzaken en de aanleiding.

Geschreven bron: (bijvoorbeeld: een boek, tekening)

Ongeschreven bron: (bijvoorbeeld: vaas, gereedschap, huis)

Agrarische samenleving: Groot deel van de bevolking in de landbouw.

Preagrarische  samenleving: Jagers-verzamelaars

Industriële samenleving: De meerderheid van de bevolking werkt in de industrie en woont in grote steden.

samenvatting 1.0:

Tijdbalk:

15.000 voor christus: Jager-verzamelaars maken grotschilderingen

10.000 voor christus: Einde laatste IJstijd en Landbouw wordt ontdekt in het Nabije Oosten, begin Nieuwe Steentijd.

5.000 voor christus: Eerste boeren vestigen zich in Nederland

3.400 voor christus: Hunebedden worden gebouwd

3.000 voor christus: Hiëroglyfenschrift wordt uitgevonden

 

Samenvatting van de tekst:

  • De mummie van farao Toetanchamon werd in 2007 voor het eerst aan het publiek getoond.
  • Rond 1323 voor christus werd Toetanchamon begraven.
  • In Egypte profiteerden ze van de landbouw, want als de Nijl overstroomde,  liet die een vruchtbaar laagje slib achter.
  • Om de afspraken die de mensen met elkaar maakten goed bij te houden, werd het schrift bedacht.

 

 

samenvatting 1.1:

 

40.000 voor christus: De Neanderthalers

30.000 voor christus: De Neanderthalers sterven uit

  • Daarna spreken we van historie.

5.500: Jager-verzamelaars leven in Nederland

  • De homo erectus liep helemaal rechtop en maakte gebruik van vuur en gereedschap van steen.
  • Daarna kwam de homo sapiens (de wetende mens)
  • 40.000 jaar geleden leefde de homo sapiens ook in Europa.
  • Homo sapiens ontwikkelt zich verder tot de huidige menssoort homo sapiens sapiens.
  • De prehistorie stopt wanneer de mensen schrift gaan gebruiken.
  •  

 

 

Samenvatting 1.2:

 

 

Treintje leefde 7500 jaar geleden.

  • De steentijd heet zo omdat de werktuigen die ze gebruikten, meestal werden gemaakt van steen.
  • 115.000 jaar geleden was er de ijstijd.
  • Het ijs op de poolkappen had zich uitgebreid over grote delen van Noord-Amerika, Europa en Azië.
  • Toendra’s zijn de gebieden aan de rand van een poolgebied.
  • Weeromstandigheden slechter, omgeving van het kamp schaarser: men trok verder.
  • De mensen joegen op dieren voor het vlees, vacht en botten.
  • Het einde van de laatste ijstijd noemt men de middensteentijd.
  • In het zuiden van Europa vond men grotschilderingen.

 

 

   

Samenvatting 1.3:

 

 

 

 

 


 

  • De eerste mensen in Europa gingen tussen 6.000 en 5.000 voor christus over op landbouw.
  • Waarschijnlijk hebben ze dat overgenomen van de kolonisten vanuit het Nabije Oosten.
  • De tijd waarin men landbouw ontdekt, noemt men de Nieuwe Steentijd.
  • De gevolgen van landbouw waren groot, daarom spreekt men van de landbouwrevolutie.
  • Drie belangrijke gevolgen waren: De boeren konden zich op een vaste plek vestigen (De boeren

moesten bij hun akkers en vee blijven wonen, en omdat de landbouw voor voldoende

voedsel zorgde, hoefden ze niet meer rond te trekken.) , Er werden stevige huizen gebouwd (In het

Midden-Oosten werden stenen en klei gebruikt.) , De gebruiksvoorwerpen veranderden (Dat waren

Werktuigen speciaal voor het aanleggen en onderhouden van akkers.)

  • De boeren gebruikten als eerste potten. Hierin werd bijvoorbeeld voedsel opgeslagen.
  • Rond 3.500 voor christus trokken landbouwers uit Scandinavië en Duitsland naar

het noorden van Nederland.

  • Rond 3.000 voor christus waren er geen jager-verzamelaars meer in Nederland.
  • Elders in de wereld zijn er ook in de eenentwintigste eeuw nog mensen die leven als jager-verzamelaar.
  • Rond 3.500 voor christus word de cultuur van de mensen de trechterbekercultuur genoemd.
  • Het volk werd dus het trechtervolk genoemd

 

REACTIES

Julia

Julia

hoi

3 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.