Hoofdstuk 1

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 2535 woorden
  • 30 januari 2003
  • 45 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
45 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Geschiedenis Repetitie hoofdstuk 1.
Samenvatting

Par. 1: Het ontstaan van de polis, Athene als voorbeeld.
Rond steden ontstaan staatjes.
-polis is gebied, gescheiden door berg of zee
-vanaf 800 v.C: 200 polissen
-acropolis: middelpunt van de polis (bijv. heuvel om naar te vluchten)
-agora: ontmoetingsplein voor burgers
-in de steden woonden de boeren van dichtbij en de niet-boeren
-in de dorpen woonden boeren
-de macht: adel eerst, maar staat het af aan de volksvergadering
-op voorstel van Kleisthenes, op Athene: directe democratie (600 v.C)
waarbij alle mannen (geen buitenlanders of slaven) van 18 jaar of ouder het stemrecht hadden.
-Toen de handel zich ontwikkelde à 1/3 was slaaf
-vrouwen waren een soort ‘huishoudslaaf’
-Athene koloniseerde erg veel (750-550 v.C) kolonies onderhielden contact met moederstad, en handelden met elkaarà bevorderlijk voor handel.

Par. 2 Sparta, een andere polis.
-Sparta à veroverde het land van de Messeniers.
-sterk leger, want het boerenwerk deden anderen
-nationalistische en militaire instelling
-minder interesse voor kunst en cultuur
-minder ongelijkheid toen opstand Messeniers dreigde; rijk & arm is gelijk, i.t.t Athene. Maar rijken hadden armen nodig
-Raad van Edelen; 5 opzichters/ephoren, die werden gekozen door de volksvergadering. Zij hadden alle macht.
-leger werd aangevoerd door 2 koningen, die ook onder toezicht van ephoren vielen.
-alleen echte Spartanen hebben de burgerrechten, dus geen democratie zoals in Athene. Echte Spartanen stammen af van Doriers. De Doriers hadden 1000 v.C de oorspronkelijke bevolking onderworpen.

Par.3 De Grieken verslaan de Perzen
-Koning Darius III was de absolute machthebber van het Perzische Rijk.
-De Griekse kolonisten in het westen van dit rijk wilden onafhankelijk zijn, kwamen in 500 v.C in opstand, met als aanleiding de Perzische oorlogen.
-Darius wou straffen door Griekenland te veroveren
-De Grieken wisten dit, maar konden niet tot goede samenwerking komen
-490 v.C à de eerste aanval van de Perzen mislukt.
-480 v.C à de tweede aanval van de Perzen lukte eerst, maar bij Salamis won de Griekse vloot het
-479 v.C à ook landleger van de Perzen is verslagen

Par. 4 De Grieken strijden onderling
-Uit angst voor de Perzen gaan de Grieken toch maar samenwerken
-Het komt tot 2 bondgenootschappen: Atheners (vloten) ß à Spartanen (leger).
-431 v.C – 404 v. C = de Peloponnesische oorlog
-Spartanen wonnen, Athene is verslagen, maar de waarden van de democratie bleven bestaan tot eind 3e eeuw

Par. 5 Het Griekse wereldbeeld
-mythologische verklaring voor ontstaan van de wereld
-1e poging mythisch naar natuurwetenschappelijke wereldbeelden te verplaatsen.
-aarde = onbeweeglijke bol, en is het centrum van bolvormig heelal (Aristoteles en wiskundige en astronoom Ptolemaeus). Ptolemaeus: wiskundigere theorieën, en over de grootte van de aarde zei hij: het is een punt in het heelal
-Parmenidesà zonetheorie, klimaattheorie met 5 zones, gematigde is leefbare.
-Krates van Mallosà oceaangordels
gordel 1: door polen gordel 2: volgt de evenaar
snijden elkaar loodrecht-> verdelen de 4 continenten
-gordels zijn te breed voor contact tussen continenten, andere continenten evt. onbewoond
-Ptolemaeus verwerpt de oceaangordel-theorie.
-Desondanks zien de gewone mensen de Aarde als een platte schijf die onbeweeglijk is, met hemellichamen erboven.

Par. 6 Het Griekse mensbeeld
-Mensbeeld à ook mythologisch verklaarbaar
-gemeenschap was eerst belangrijker, vanaf 6e eeuw v.C kwam hier verandering in. Individu werd belangrijker. Grieken legden de basis voor mens en wereldbeeld in de westerse wereld.
-leven op aarde is het allerbelangrijkst
-elke polis heeft een eigen beschermgod(in)
-nieuw: antwoorden in kennis vinden, niet in de godsdienst
-Hippocrates onderzocht ontstaan van ziekten à medische wetenschap
-Herodotus (485 v.C) was de eerste geschiedschrijver
-Thucydides; geschiedschrijving van Peloponnesische oorlog-> kritisch over bronnen.
-geboorte van de filosofie: i.p.v verklaring bij de goden te zoeken, moet je een verklaring met verstand kunnen redeneren. Socrates: vragende manier
-Socrates vind domheid het grootste gevaar voor de mens.
-belangrijkste plaats voor filosofen: het theater
-de bieb van Alexandrie is het centrum van de wetenschap, waar geleerden overal vandaan naartoe kwamen.
-opleiding: grieken wilden wat alles betreft uitblinken in de kunst, verstand en de sport ‘Het leven is een wedstrijd’
-sociale contacten komen tot stand na een toneelstuk, bijeenkomst à eenheid.
-tragedieà belangrijke levensvragen, komedieàideeën en mensen bespotten
-tragedie:eerst weinig spelers, rol van het koor is groot, naar mate de tijd verstreek verschenen er steeds meer spelers, koor onbelangrijker
-onderwijs: iedere Griek kon lezen en schrijven
-sport: Olypische Spelen, ter ere van Zeus
-politiek: alle mannelijke burgers doen mee met de volksvergadering
-schoonheid: Aristoteles: het schone berust in de maat en de orde
-schone kunst is niet teveel, maar houdt maat
-tempels en theaters: belangrijkste bouwwerken, verbonden met geloof
-bouwkunst + godsdienst zijn verbonden met de natuur (dicht bij de goden)
-bij de beeldhouwkunst is beweeglijkheid essentieel, vrijstaande beelden met natuurlijke weergave van het lichaam
-kunst was niet het exact weergeven van de natuur van de mens, maar een product ontwikkelen dat beantwoordde aan vastgelegde verhoudingen of proporties.

Par. 7 Alexander de Grote, veroveraar en verbreider van de Griekse cultuur
-zie tijdbalkje bij aantekeningen
-Alexander wou het Perzische Rijk aanvallen, net als zijn vermoorde vader dat wou.
-Door de oude vijand van Griekenland aan te vallen hoopte hij de Grieken gunstig te stemmen en onder zijn leiding te verenigen
-hij heeft het veel grotere Perzische Rijk drie keer verslagen
-na veroveringen gingen de Grieken naar het Oosten, om in het Perzische Rijk hun taal, kunst en cultuur te verspreiden
-Griekse en Perzische cultuur werd gepoogd als eenheid te laten worden door onderlinge huwelijken en het overnemen van gewoonten
-Na de dood van Alexander de Grote viel het Rijk uit elkaar omdat de generaals onderling ruzie kregen. Iedere generaal ging een deel van het rijk besturen.
-Alexander de Grote was een goede legeraanvoerder en zorgde voor een grote verspreiding van de Griekse cultuur over een groot gebied. (hij was zelf de zoon van koning Philippus van Macedonië)

Par. 8 Rome verovert heel Italie
Rome onder de Etrusken
-800 v.C: De Etrusken veroverden heel Italie, gevolg: groei van dorpenà steden, waardoor de handel erg toenam. Rome vocht zich 500 v.C vrij.
-Daarna veroverden de Romeinen de rest van het vasteland van Italië, en kwam een eind aan de burgeroorlogen. Welvaart en handel nam sterk toe, en de samenwerking binnen het land verliep erg goed.
-Beleid Rome: eerst koningen, toen republiek.
-belangrijkste bestuurders: 2 consuls
-senaat: raad van ouderen, ervaren omdat ze vroeger in bestuur zaten, adviesorgaan voor de consuls
-Romeinse mannen: volksvergadering, ook al had deze erg weinig invloed

Par. 9 De republiek, een geslaagde samenleving
Patriciërs lange tijd de baas
-Rijke Romeinen hadden de macht, genaamd: de patriciërs. Dit was het enige soort dat mocht leiden in het bestuur
-plebejer: alle andere Romeinen. Plebejer of patriciër wordt bepaald door afkomst
-Rijke plebejer: ontevreden want moet evenveel belasting als patriciër betalen
-Arme plebejer: ook ontevreden want de rente om geld te lenen was zo hoog, dat ze veel schulden hadden en alsnog als slaaf verkocht konden worden.
-Patriciers + rijke plebejers gaan uiteindelijk samenwerken, de patriciërs hadden de plebejers nodig om nieuwe veroveringen te kunnen doen. Rijke plebejers betekenden geld, armen betekenden soldaten. Afspraken:
-plebejers worden niet meer als slaaf verkocht, huwelijk tussen soorten wordt toegestaan, plebejers mochten ook de hoogste ambten uitoefenen in het bestuur van de stad en in het leger.
-rijke plebejers + patriciërs: nobiles
-arme plebejers waren ontevreden, want de rente om te lenen was nog steeds te hoog om iets te kunnen ondernemen, en aan land of bedrijf te komen.
-Vrouwen, en slaven (met een ellendig leven) hadden totaal geen invloed op iets.

Par. 10 De Romeinen stichtten een imperium
Waarom?
-imperium = rijk bestaande uit veroverde staten
-Oorzaak imperium: steeds andere redenen, zodra een land in aanmerking kwam voor de wens naar verovering, werden er meteen plannen gemaakt.
Voorbeelden noemen: verovering want de grond is naar wens, veiligheid, voor de handel, voor een bondgenoot of tegen bedreiging.
-Vergillius: Romeinen hebben de taak in de hele wereld rechtvaardig bestuur te brengen
-Gevolgen:
· Rijk werd in provincies gedeeld. Elk met leger, Romeins bestuur met gouverneur, elk jaar belasting af te dragen aan Rome
· veroverde gebieden werden aan al bestaande Romeinse provincies toegevoegd en als legerplaatsen opgericht
· senaat werd machtigerà veel ervaring, dus advies werd erg serieus genomen.
· Er werd veel overgenomen van de Griekse cultuur, bijvoorbeeld de godsdienst, en de bouw van de tempels
· Boeren: vader moest naar stad om te dienen voor leger à familie kan boerderij niet aanà failliet à meer arme mensen, naam: proletariër. Proletariër: alleen kinderen als bezit.
· door groeiende handel, rijk door buit tijdens veldtocht of teveel belasting aftroggelen en vervolgens houden
· door veroveringen maakten de Romeinen ook veel slaven buit. Deze moesten op het land werken en werden slecht behandeld. Gevolg: opstanden, o.a onder leiding van Spartacus. (Deze wist zichzelf en vele anderen te bevrijden)
· Romeinse leger werd zwakker omdat de boeren steeds vaker proletariër werden. De soldaten moesten hun eigen uitrusting betalen, boeren konden dit wel maar proletariërs niet. Gevolg: gebrek aan soldaten

Par. 11 De Romeinse republiek wordt een keizerrijk
Burgeroorlogen in de Romeinse republiek
-2e eeuw v.C: Rijke broers Tiberius en G. Gracchus wilden het land verdelen over de armen. 2 voordelen hiervan: werklozen werden boer, en er komen weer sterke boerenlegers.
-Rijken waren het hier niet mee eens, wilden de grond houden. - - Burgeroorlogen en gevechten tussen de voor- en tegen standers van de twee broers.
-Tegenstanders kregen zin: er werd weinig land over de armen verdeeld
-Te weinig boeren à zwak leger dus: boerenleger werd beroepsleger
-beroepsleger: proletariër moet 16 jaar vrijwillig in dienst, erna: een stukje grond. De bevelhebber zorgt in die tijd voor de soldij
-Vaak Soldaten kregen meer vertrouwen in bevelhebber dan in Rome
-Bevelhebber met zijn trouwelingen probeerden soms veroveringen van Rome, voorbeeld: Julius Caesar (gehaat door de senaat)
-De moordaanslag op Caesar mislukte (44 v.C). Caesar krijgt versterking van onder andere zijn achterneef Octavianus (Augustus) , die won in de burgeroorlog. Augustus liet de senaat etc. bestaan, maar had eigenlijk de macht. Hij werd de eerste keizer van het Romeinse Rijk.
-republiek à keizerrijk
-Pax Romana à enkele eeuwen vrede in het Romeinse Rijk
-oorzaken:
-het leger bleef trouw aan de keizers, ze kregen erna immers grond
-trouwe legeraanvoerders
-betere veiligheid, betere infrastructuur, dezelfde munt in RR, zorgden voor goede handel en welvaart
-geen krachtige vijanden op de loer aan de grens van het Romeinse Rijk.

Par. 12 Leven in het Romeinse Rijk
De meeste mensen wonen op het platteland.
-Keizerrijk: meer handel dan toen met het republiek
-groei van de steden, meer handelaren en handswerklieden komen er wonen.
-In de steden veel amusement zoals gladiatorengevechten in het Colosseum
-meeste mensen werken in de landbouw, wonen in dorpjes. De grootgrondbezitters lieten de grond door slaven en vrije pachters bewerken, woonden zelf in de stad en waren functioneel in het bestuur.
-Merendeel vrije boeren woonden in dorpen met eigen boerderijtjes
-Gelaagdheid:
1.Rijken, senaat: 4 miljoen sestertiën, minder hoog in bestuur: 400 000, stadsbestuur 100 000 sestertiën.
2.Mensen met enig bezit, zoals kleine boeren, handwerkslieden
3.Armen, geen bezit, behalve kleding en wat huisraad
4.Slaven. Van erg naar ergst
-1 huisslaaf 3. mijnen slaaf
-2 platteland slaaf 4. gladiatorenwerk
-Net als iedereen konden slaven wel rijk worden, en hogerop komen
-Iedereen in het RR kon het Romeinse burgerrecht krijgen. Voorwaarde: romanisering, = cultuur, taal, godsdienst, etc. overnemen
-Als je de Romeinse burgerrechten had, viel je onder Romeinse rechtspraak en leidinggevende functies lagen dan open.
-in 212: iedereen in het RR had het burgerrecht
-Romeins recht was een belangrijk onderdeel.
· iemand is onschuldig tot zijn schuld is bewezen
· beschuldigde moet de kans krijgen tot verdediging
· de vrijheid te denken wat men wil
· alleen rechters bemoeien zich met de rechtspraak

Par. 13 Het Romeinse mens- en wereldbeeld
Wereldbeeld
-wereldbeeld: aan onderzijde van de aarde leefden tegenvoeters voor het evenwicht.
-aarde is cirkelvormige, zwevende, platte schijf, op het oosten georiënteerd.
-mensbeeld: Griekse invloed is groot. Mythologie en wetenschap werd overgenomen.
-Romeinen hebben meer praktische kijk op de mens
à de mens was volgens Romeinen allereerst burger met rechten & plichten
à het ging om het verbeteren van de kwaliteit van het dagelijks leven
-Het gaat dus niet om filosofische kwesties. Om het leven zo aangenaam mogelijk te maken gebruikten ze de natuur, voor badhuizen en aquaducten
-Een meer militaire kijk op de mens
à in oorlogen zijn moed, opoffering voor het land, gehoorzaamheid belangrijke waarden
à Grieken staan bekend om tempels, theaters.Romeinen: amfitheater (strijd stond centraal)
-Verhouding tussen mannen en vrouwen: vrouw is ondergeschikt aan de man. Ouders regelen huwelijk, het is een privé-contract tussen families
-Meest belangrijke Romeinse gebouwen hebben niet met de godsdienst maar met de eerder genoemde Romeinse praktische en militaire kijk op de mens te maken.
-Typisch Romeinse vormen, bij bijv. een theater: boog, gewelf, koepel
-Realisaties: triomfbogen, thermen, amfitheaters
-Rechtspraak; zie par. 13.

Par. 14 Opkomst van het christendom
Het ontstaan van het christendom
-In Midden-Oosten vielen de Joden op; zij geloofden maar in 1 god
-In ruil voor naleving van de 10 geboden: God beschermt en bevoordeelt
-Tijdens de overheersingen: geloof in de Verlosser/Messias, die het koninkrijk van David weer herstelt-> weer onafhankelijk
-Jezus was leraar die veel aandacht trok in Palestina (ook van RR), in de tijd van keizer Augustus. Hij sprak over ‘het koninkrijk van God’, met armen en hongerigen. Hij werd gezien als de verlosser van de Joden in Palestina. Hij werd veroordeeld tot kruisiging n.a.v aanklacht van bange Joodse leiders
-Na dood werden zijn ideeën verspreid door de apostelen
-aanhangers van de leer van Jezus zijn christenen (gezalfden)
-volgelingen Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes deden het op schrift
-geschiedenis en godsdienstige opvattingen van ‘t Joodse volk->O.T (thora)
-geschiedenis van Jezus en de godsdienstige opvattingen van de christenen àNieuwe Testament. Oude en nieuwe testament: bijbel
-Belangrijkste interpretatie van Jezus’ leven en leer = het christendom
-Grondlegger: geromaniseerde jood Paul van Tharsus. Deze kende Jezus niet, maar hoorde veel en verspreidde zijn inspiraties. Ook botsing met Rom. Overheid, en werd tot dood veroordeeld.
-tussen 100-300: Christendom verschilt overal. Toen Rom. Keizers het aanvaardden in de 4e eeuw kwam er pas een eenheid in

-officiële geloofsbelijdenis:
· Jezus is een zoon van God
· Mens die gelooft en hetzelfde leeft, wordt alles vergeven en na de dood beloond met eeuwig geluk
· Goede mensen à eeuwig leven in de hemel
· Boosdoeners à verdwijnen voor altijd in de hel
-God laat onvolmaakten in hemel toe als hij/zij gedoopt is, en heeft geprobeerd om te leven vanuit christelijke waarden,
waarden:
· menslievendheid
· vergevingsgezind
deugden:
· geweldloosheid
· behulpzaamheid
· eerlijkheid
· vrijgevigheid
· eenvoud
rituelen/ sacramenten
· doop
· eucharistie (rituele maaltijd)
· biechten (vertellen van zonden tegen een priester ter vergiffenis)
later:
· huwelijk tussen man een vrouw
· wijding tot priester
· vormsel
· oliesel
-christendom profiteerde van de vrede in het RR à verspreiding ging snel
-armen en onderdrukten werden christen; Jezus was ook een arme geweest, hij wou gelijkheid en gaf hoop op een beter leven na de dood
-Christenen werden eerst vervolgd, omdat ze tegendraads waren en meer trouw waren aan hun geloof dan aan de Romeinse Keizer
-Maar het christendom had zo’n succes, het groeide. In 313 stond Keizer Constantijn het toe en werd zelf ook christen
-394: Keizer Theodisus verplicht het christendom; anderen werden vervolgd
-Keizers gebruikten het christendom als middel om eenheid te scheppen en meer macht te verkrijgen
-461: RR valt uiteen à het christendom blijft echter wel goed georganiseerd.
-bisdom: bisschoppen die kerkelijke bestuurders waren van steden en regio
-hoofd van de West-Europese bisdommen: bisschop van Rome; paus
-basis van organisatieà bestuurders van kleine kerkelijke gemeenschappen, zoals dorpen en wijken, de pastoors/herders.

REACTIES

O.

O.

Hallo redactie,

ik las net deze samenvatting, en er staat niveau 5vwo bij maar ik zelf zit in 4vwo en daar hebben we precies hetzelfde behandeld in hoofdstuk 2, alleen zitten er hier en daar in deze samenvatting nog wat kleine foutjes.

14 jaar geleden

O.

O.

over mijn eerder bericht,
ik weet niet of het toch niet van 5 vwo is maar toch lijkt het super erg op het van 4vwo.
het was niet klopt is: "maar de waarden van de democratie bleven bestaan tot eind 3e eeuw".
want dat moet tot het einde van de 4de eeuw zijn.

14 jaar geleden

L.

L.

ik vind dat de samenvatting iets te kort is en grotendeels kun je het ook toe schrijven aan wat we in 4 vwo hebben gehad.
ik zou het ook anders samenvatten maar dat is mijn mening voor de rest zitten er een aantal nuttige info in.

14 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.