Hoofdstuk 1

Geschiedenis H1 Koningen, Kastelen en Kruistochten:

God

Keizer             Paus

Koning           Kerk

Seculair tijdsbesef: zon kwam op en gaat onder, seizoenen.

Lineair tijdsbesef: tijdbalk, klok.

Machiavelli vindt dat de mens voor de helft een eigen wil heeft.

DEELVRAGEN

- Hoe ontwikkelden Frankrijk en Engeland zich tot nationale staten?

- Wat waren de belangrijkste oorzaken en gevolgen van de kruistichten?

5.1

Hoe ontwikkelde Engeland zich tot een nationale staat

Na de dood van koning Edward: Wie is de nieuwe koning

1066 Willem van Normandië (Willem de Veroveraar) verovert Engeland en wordt koning van Engeland, hij neemt nieuwe leenmannen (vazellen) mee, vooral ruiters. En die krijgen een groot deel van Engeland

Bestuur in handen van de Adel en de Geestelijkheid, de adel wil een stukje macht van de geestelijkheid. Wie mag de bisschoppen benoemen? Er ontstaat ruzie over.

John I (Jan zonder land)

Krijgt ruzie met de paus en wordt geëxcommuniceerd

De paus liet hem zitten maar John I zijn land was in  leen bij de paus.

John kreeg ook ruzie met de Adel want John ging weer oorlog voeren tegen Frankrijk en hij eiste te hoge belastingen.

Magna harta: ook koning moet zich aan de wet houden en moeten het belasting innen overleggen.

Een nieuw gesticht koninkrijk = veel problemen:

Verschil in taal, gewoonten en maatschappelijke orde

Beste manier om dit op te lossen = er zelf te gaan wonen

Ook geluk en behendigheid zijn nodig

Een heerser kan er het beste zelf gaan wonen

Ook moet hij de minder machtige voor zich winnen

Met hun gunst zal hij de werkelijk machtigen kunnen vernederen

De Engelse koning Edward stierf in 1066 kinderloos

2 aansprakelijk op de troon

Graaf Harold van Wessex

Edwards neef Willem van Normandië

Slag bij Hastings (Engeland):

Franse ruiters van Willem van Normandië sterker dan de voetsoldaten van graaf Harold van Wessex

 Harold stierf door een pijl in zijn oog

De Normandiërs hadden de Engelsen in 1 dag verpletterd

Vazallen = leenmannen

5.2

+/- 1000 Jeruzalem bij het grote Islamitische rijk van de Fatimide.

kalief al-Hakim kwam aan de macht => niet tolerant tegen over de Christenen.

Pelgrims waren niet meer welkom in Jeruzalem

1009 liet al-Hakim de Heilige Grafkerk verwoesten. Deze kerk was gebouw op het graf van Jezus.

Voor Christelijke pelgrims steeds gevaarlijker om naar Jeruzalem te reizen.

11e eeuw grote delen van het midden oosten: waaronder Jeruzalem veroverd door een Turks-islamitische stam: de Seldjoeken.

Ze bedreigden steeds vaker het Byzantijnse rijk, het oude Oost-Romeinse rijk.

De keizer raakte in paniek hij had meer soldaten nodig.

Hij besloot hulp te vragen aan west Europa

Hij wachtte tot het juiste moment: 1094 => er stierven verschillende islamitische heersers.

De Seldjoeken en de Fatimiden hadden geen sterke leider meer.

1095: de paus roept de Europese Christenen op tot een gewapende pelgrimstocht.

1099: kruisvaarders stonden aan de poorten van Jeruzalem.

Van het grote leger was weinig over maar toch veroverden ze de stad.

De moslims rukten na deze 1e kruistocht snel op

In 1187 werd Jeruzalem door Saladin heroverd.

5.4

Gaat over de 100-jarige oorlog 1337-1453 tussen Engeland en Frankrijk

Statenvorming = is het ontstaat van staten = zijn landen met duidelijke grenzen en politieke regels.

Engelse koning die ook koning van Frankrijk wilde worden

En de Franse koning (huis van Valois) die ook koning van Engeland (huis van plantagenet) wilde worden

Franse koning, Willem de Veroveraar, wint 1453

Engeland Magna Charta 1215 parlement veel invloed

Frankrijk wordt centraal bestuurd parlement geen invloed

Centrale rekenkamer = een groep mensen die de inkomsten en uitkomsten controleert

Soms leidde centralisatie (= het streven van de regering om een gebied centraal te regeren) tot problemen

Geestelijken en de adel vonden dat niet alleen de koning en zijn ambtenaren beslissingen mochten maken

Toen koning Hendrik II in de 12e eeuw nationale rechtbanken instelde waar alle vrije mannen onder vielen, protesteerde de kerk

Aartsbisschop Thomas Becket ging klagen bij koning Hendrik II

edward III had een deel van Frankrijk in leen, Aquitanië

Toen in 1337 de Franse koning een groot deel van Aquitanië in beslag nam, besloot Edward III dit terug te veroveren

1346 het Franse leger en het Engelse leger stonden tegenover elkaar bij Crécy.

De Engelse hadden boogschutters en dankzij hun hadden ze de oorlog gewonnen

Datum

Gebeurtenis

1

18 juni

Ondertekening van de Magna Charta

2

8 mei

Overwinning op de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog

3

6 juni

Bestorming van de kust van Normandië door de geallieerden

Engeland

Frankrijk

Geen land meer in Frankrijk

Meer land in Frankrijk

Versterking nationaal gevoel

Versterking nationaal gevoel

Uitputting economie

Uitputting economie

Meer invloed adel

Meer macht voor de koning

Meer invloed parlement

Minder macht voor de drie standen