Hoofdstuk 1

Samenvatting Geschiedenis

H1.1.1
Ongeveer 6 miljoen jaar geleden leefde de eerste mensen in Afrika. Deze mensachtige leefde nog op handen en voeten. De Neanderthaler lijkt veel meer op ons, en leefde van 230.000 tot 35.000 v. Chr. In Afrika, Azië en Europa. In Europa leefde ze in de periode van de laatste IJstijd. De Neanderthalers gebruikten al vuur, maar maakten dit niet zelf. Ook de Neanderthaler jaagde, hij kon dus goed samenwerken met andere, om grotere dieren te vangen. Voor de jacht werden houten speren gebruikt, de rest van de gebruiksvoorwerpen vooral van steen.

H1.1.2
Wij lijken meer op de homo sapiens. Deze leefde zo’n 137000 jaar geleden in Afrika en trok in 40000 v. Chr. naar Europa. Zij onderscheidden zich doordat ze in technisch opzicht verder waren, en kunst maakte.
In 1940 was de eerste grot met muurschilderingen gevonden,, later nog meer, waarvan de oudste 30.000 jaar, en de meeste van 15.000 tot 10.000 v. Chr. Deze schilderijen waren o.a. gemaakt van: bloed, plantensappen, eiwit, houtskool en gele oker. We weten niet zeker waarom ze toen deze schilderijen maakten omdat er geen geschreven bronnen zijn.
De eerste moderne mensen leefden in Europa, Midden-Oosten, Afrika en Azië. Zij worden jagers en verzamelaars genoemd. Ze leefden in kleine groepen, en als het voedsel op was, trokken ze naar een ander gebied. Er was waarschijnlijk geen echte rolverdeling, maar wel tussen mannen en vrouwen. De mannen jaagde en de vrouwen deden andere dingen.

H1.1.3
De revolutie van de levenswijze ging erg langzaam. De overgang naar landbouw kwam door de klimaatverandering. Het ijs uit de laatste ijstijd smolt, en er onstond een vruchtbare grond door de regen(M-O). Doordat er meer ging groeien leefde de mensen langer op één plek. Rond 9000 v.C. verbouwde de mensen zelf graan. Al snel kwam er akkerbouw en veeteelt(Neolithische Revolutie), +- 7500 v.C. Veeteelt begon met schapen, en eeuwen later runderen en varkens. Zo ontstond in het M-O een agrarische samenleving(9000-6000 v.C.) Rond 7000 v.C. werd er ook verbouwd in Noord-Afrika en rond 6000 v.C. ook in Europa.
Er werd alleen nog maar gejaagd ter aanvulling van het menu. De eersten boerendorpen ontstonden toen ook, omdat mensen op een plek bleven wonen. Het bekendste vroegere dorp is Jerichio, Palestina. Rond 6200 v.C. maakte de mensen ook aardewerken, ook leerde ze weven van schapenwol en geitenharen. Rond 5000 v.C. werd er naast steen ook koper gebuikt om werktuigen en wapens van te maken. De revolutie was een enorme stap, je was minder afhankelijk van de natuur. Het was het begin van een onafgebroken proces de natuur te domineren, zoals we nu daar nog steeds mee bezig zijn(klonen, overdekte skipiste in Dubai en het beste voorbeeld Nederland(droogleggen)) Rond 5500 v.C. verspreide de mensen zich, naar totaal andere gebieden.

H1.2.1
Hoewel de grond in Mesopotamië zeer vruchtbaar was, trok het de boeren niet aan, in het voorjaar was het te warm, in de winter overstroomde rivieren. Om dit onder controle te houden, was er irrigatie nodig. Hierdoor leverde de landbouw veel op, en groeide de bevolking. Vanaf 200 v.C. veranderde dorpen in steden, dit gebied werd Soemerië genoemd. Door de overvloed, hoefde niet iedereen meer boer te zijn. Er kwamen handwerkslieden, die zich specialiseerde in het weven van stoffen, het looien van leer of het maken van aardewerk en gereedschap. Kooplieden handelden in Syrië en Azië, zij verkochten daar o.a. sesamolie, wollen weefsels en aardewerk, en kochten hout, steen en metalen. De priesters waren hadden veel aanzien. Terwijl in de tijd van Jagers en Verzamelaars iedereen gelijk was, ontstonden nu in steden verschillende klassen. De koning werd gezien als een God, hij zorgde voor waterbeheer, rechtspraak, ordehandhaving en verdediging v/d stad.
Soemiërs geloofde in meerdere goden. Soemiërs ontdekte ook het eerste schrift, hierdoor was de samenleving een stuk beter georganiseerd. Eerst bestond het schrift uit tekentjes, later door tekens, het spijkerschrift. Hierdoor kwam er een einde aan de prehistorie in Mesopotamië.
Ook vonden de Soemiërs het pottenbakkerswiel, wagenwiel, brons gieten en het maken van glas uit.
Soemerië bestond uit allemaal stadstaatjes, met elk een eigen koning, die af en toe een groter gebied veroverde. De koning van Ur heerste rond 2100 v.C. over een groot deel van Mesopotamië. In Ur werden in de 20e eeuw 17 graftombes met kunstschatten ontdekt.
In 2000 v.C. werden de Soemiërs verdreven door de Amorieten. De Amorieten stichten een nieuw machtig rijk, Oud-Babylon. De beroemdste persoon hier was Hammoerabi. Hij maakte 284 wetsartikelen, die gingen over grondbezit, handel, het huwelijk en slavernij. Zij deelde ook het jaar op in 12 maanden, 7 dagen, 24 uur en 60 minuten. De vorst kreeg steeds meer macht, en overal in rijk kwamen gouverneurs, die in naam van de vorst handelden. Ook volken na de Babyloniërs hadden zo’n bestuurssysteem. Van 600-539 v.C. ontstond het Nieuw-Babylonische rijk, doordat Babylon het machtcentrum van Mesopotamië werd. Babylon had twee speciale kunstwerken, De Hangende Tuinen op de daken en terassen, en de Toren van Babel, een toren die tot in de hemel moest reiken. In 539 v.C werd Babylon veroverd door de Perzen, hiermee kwam voorgoed een einde aan de politieke onafhankelijkheid van Mesopotamië.

1.2.2
De tweedebeschaving ooit was in Egypte. Ook toen woonde vrijwel de hele bevolking langs de Nijl. De overstroming van de Nijl is erg belangrijk, omdat er nauwelijks regen valt. Hierdoor word de grond erg vruchtbaar. Egypte word ook wel genoemd: “geschenk van de Nijl”. Hier vond de Neolistische revolutie al in 7000 v.C. plaats. Rond 6000 v.C. veranderde de Sahara van groen naar zand. In 3000 v.C. werd Egypte een Verenigd Koninkrijk, met als hoofdstad Memphis.
In de 3000 jaar die volgen, veranderde er niets, een agrarische samenleving die afhankelijk is van de Nijl. Nu werd wel de oppermachtige koning, een farao genoemd, en vereerde hem als een echte god. Ze dachten dat hij voor de overstromingen zorgde. Het schema zag er ongeveer zo uit.----^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^-
Als deze mensen leefde van de landbouw, maar ook de boeren waren afhankelijk van irrigatie. De farao eiste een groot deel van de oogst op, deels om te betalen, deels als reservevoorraad. De ambtenaren vormde de basis van de organisatie, zij registreerde de voedselvoorraden, bewaakten de magazijnen en controleerde de producten. Ook voor de bouw van een piramide waren zij onmisbaar. De Egyptenaren hadden het hylogriefenschrift. Het is ontstaan rond 3100 v.C. Voor snelle aantekeningen gebuikte ze het hiëratisch schrift, en nog sneller was het demotisch. Alleen ambtenaren en priesters konden schrijven, en hadden daardoor veel aanzien.

1.3.1
Goden waren belangrijk voor Egyptenaren, met als belangrijkste de zonnegod Re en de hemelgod Horus. Egyptenaren vereerde ook dieren, zoals de jakhals, kat en de krokodil. Farao Amenophis IV Echnaton verbood het geloof in meerdere goden, het monotheïsme werd ingevoerd. Dit bleef zo tot dat Toetanchamon aan de macht kwam, en er weer meerdere goden kwamen. De Egyptenaren geloofden in een leven na de dood. Belangrijke mensen werden gemummificeerd. Was je een goed mens geweest, dan ging je naar Osiris, zo niet dan werd je opgegeten door een monster met een nijlpaardenlijf en een krokodillenkop.
Hoe belangrijk het hiernamaals was, blijkt uit de piramides, de rustplaatsen van overleden koningen. De eerste piramide was trapsgewijs gebouwd, latere kregen vlakke zijkanten. De grootste en beroemdste piramide is van koning Cheops(2578-2564v.C). In het Nieuwe Rijk werden farao’s begraven in de buurt van Thebe, Zuid-Egypte. Hun graftombes werden uitgehakt in een rotswand, de Vallei der Koningen. In 1922 werd een belangrijke vondst gedaan hier, het graf van Toetanchamon. Hij werd 22 jaar, dus was niet echt een groot farao geweest.
Door de godsdienst is er veel informatie over de Egyptische samenleving, de graftombes zijn namelijk beschilderd met taferelen uit het dagelijks leven. Door de droogte, zijn de schilderingen goed bewaard gebleven. Niet alle bronnen uit het oude Egypte zijn religieus, er werden ook dagboeken gevonden. In 1799 lukte het een fransman om het hiëroglyfenschrift te ontcijferen.
Egyptenaren waren niet zo slim als de Mesopotamiërs, maar blonken wel uit in geneeskunde. Koningen en prinsen uit omliggende omgevingen kwamen vaak langs voor een behandeling. Ook waren ze niet zo technisch als de Mesopotamiërs, maar vonden wel papyrus uit. Het werd later een belangrijk middel voor communicatie

1.3.2
Tijdens het Nieuwe Rijk was Egypte machtig. Dit kwam doordat een aantal farao’s grote gebieden veroverden. Deze gebieden leverderden veel rijkdom en slaven op. Dankzij de welvaart konden de farao’s naar hartenlust bouwen. Vooral Ramses II heeft mooie tempels achtergelaten. Ramses II stond bekend als een wrede, maar ook excentrieke en energieke heerser. Hij had in totaal 150 kinderen. Op politiek gebied ging het minder. In 1285 v.C. trok hij er met een enorm leger op uit om te voorkomen dat Syië en Palestina in handen zouden vallen van de Hittieten, een Turks volk. Bij de slag bij Kadesh kon nog maar net een grote nederlaag worden voorkomen. De strijd eindigde onbeslist, maar Egypte was over zijn macht heen.
De farao’s na Ramses II waren niet meer zo machtig. Er kwam een politieke crisis en een achteruitgang van de economie. Alexander de Grote zorgde ervoor dat er een einde kwam aan het Egyptische Rijk. Toen Alexander overleed, werd Ptolemaeus I Sorter de nieuwe farao. Zijn opvolgers noemden zich ook allemaal Ptolemaeus. Deze tijd werd dan ook de Tijd van de Ptolemaeën(305-30 v.C.) genoemd. Er was nog een tijd van grote macht, en doordat er een paar kunstenaars naar egypte kwamen, werd het ook nog de mooiste stad. In 30 v.C. werd het veroverd door de romeinen

6 miljoen jaar v.C. : De eerste mensachtige wezens
230.000-35.000 v.C. : Neanderthalers in Europa, Azië en Afrika
137.000 v.C. : Eerste homo sapiens in Afrika
40.000 v.C. : Homo sapiens trekken naar Europa
Rond 9.000 v.C. : Begin Neolithische Revolutie in Midden-Oosten + eerste akkerbouw
62.000 v.C. : Eerste gebruik van aardewerk
Rond 6.000 v.C. : De landbouw bereikt Europa
5.000 v.C. : Introductie van koper in het Midden-Oosten
3300 v.C. : Ontstaan van Soemerische Steden, eerste schrift
3000 v.C. : Egypte wordt verenigt met als hoofdstad Memphis
2587 – 2564 v.C. : Cheops bouwt piramide in Gizeh
1900 - 1600 v.C: Oud-Babylonische Rijk
1364 – 1347 v.C. : Echaton probeert vergeeft monotheïsme in Egypte in te voeren
600 – 539 v.C. : Nieuw-Babylonische Rijk. Eindigt door Perzische veroveringen
332 v.C. : Alexander de Grote veroverd Egypte
30 v.C. : Romeinen nemen de macht over van de laatste farao