Hofodstuk 8+9

Beoordeling 10
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 3541 woorden
  • 20 juni 2016
  • 1 keer beoordeeld
Cijfer 10
1 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

Geschiedenis hoofdstuk 8.6 t/m hoofdstuk 9

Hoofdstuk 8: Duitsland 1870-nu

Paragraaf 6: Nazificatie van de samenleving

KA 38: Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën. B. nationaal-socialisme

Nazificatie = het organiseren van de samenleving volgens de leer van de nazi’s.

Nationalisatie = alles staatseigendom maken.

Om de steun van bedrijven te krijgen – die Hitler nodig had voor zijn grote plannen – liet hij de socialistische plannen als de nationalisatie van grote bedrijven maar even achterwege. De staat werd gericht op de oorlogsindustrie.

De boeren op het platteland stonden hoog aangeschreven omdat bij hen het Germaanse ras het beste bewaard zou zijn gebleven. Tevens zouden zij als kolonisten in de nieuwe leefruimte in het Oosten moeten zorgen voor de voedselvoorziening. Maar ook de boeren moesten zich gewoon aanpassen aan de nazi’s.

De vrouw werd verheerlijkt als moeder. In het werk werden zij echter gediscrimineerd. In de oorlogsjaren waren de vrouwen weer in het werk nodig ter vervanging van de mannen.

School werd genazificeerd (met oog op strijdbaar, nationalistisch en rassenbewust). Er kwam één jeugdbeweging: de Hitlerjugend (HJ) di een aparte afdeling voor meisjes had: de Bund deutscher Mädel (BdM).In 1936 werd lidmaatschap verplicht voor 10-18 jaar. Hierna kwam de Rijksarbeidsdienst: alle 18+ moesten een half jaar arbeidsdienstplicht vervullen. Zo     werd opstand voorkomen en kreeg je ‘slaafse volgelingen’ die al van jongs af aan werden gepropageerd.

In maart 1933 kwam er het ministerie voor volksvoorlichting en propaganda die leiding kreeg over pers, radio en film in Duitsland. Joseph Goebbels werd minister. Hiermee werd de massa beïnvloed.

Goebbels liet goedkope radiotoestellen ontwerpen waardoor in 1939 driekwart van de huisgezinnen een toestel had en het openbaar overal werd geïnstalleerd. Sommige uitzendingen werden verplicht om tijdens het werk te bekijken. In e Rijkscultuurkamer moest iedereen die actief was in de publiciteit of kunst lid worden.

Paragraaf 7: De terreur van de nazi’s

KA 41: Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de Joden

De nazi’s wilden door terreur twee doelstellingen bereiken: (1) gevaarlijke tegenstanders direct uitschakelen en (2) weifelaars en toekomstige tegenstanders zodanig schrik aanjagen dat ze niet aan verzet tegen nazi-maatregelen zouden durven denken.

Schutz-Schaffel (SS) = beschermingsafdeling die in 1925 werd opgericht ter bescherming van de leiders van de NSDAP en Hitler. SS was eerst een onderdeel van de SA maar in de ‘Nacht van de lange messen’ werden zij het belangrijkste. Toen moesten ze de staat beschermen door tegenstanders uit te schakelen. Heinrich Himmler (de leider) werd in 1936 leider van de politie. Om meer macht te krijgen, bouwde de SS een troepenmacht: de Waffen-SS, die op het front werden ingezet.

Oprichting concentratiekampen: toen na de Rijksdagbrand tienduizenden communisten werden gearresteerd, bleken de gevangenissen te klein en werden ze naar afgelegen streken vervoerd. Daar ontstonden concentratiekampen.

Paragraaf 8: De rassenpolitiek

KA 41: Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de Joden

In de eerste instantie was het de bedoeling dat de nazi’s met hun rassenpolitiek de Joden tot emigratie zouden dwingen. Veel landen wilden de Joden niet opnemen omdat ze hun bezit hadden moeten achterlaten en de werkloosheid zouden vergroten. Het leven werd moeilijk gemaakt:

  • April 1933 – boycot Joodse winkels afgekondigd.
  • 1935 – afkondiging van de Neurenberger wetten waarin het Joden werd verboden te trouwen met personen van ‘Duits bloed’ en ze geen rechten van staatsburger meer hadden.
  • 1938 – openbare voorzieningen werden voor Joden verboden.

Vóór de oorlog was de grootste terreur de Reichskristallnacht in november 1938 in Parijs, toen een Duitse diplomaat werd vermoord door een jonge Jood wiens familie uit Duitsland was gevlucht, waardoor de nazi’s een grote actie ontketenden tegen alle Joden in Duitsland.

In de oorlog kwam de rassenpolitiek ook tegen de Joden in de bezette gebieden. Emigratie was vanaf de oorlog door de grote hoeveelheden Joden geen oplossing meer. Toen kwam de Endlösung (definitieve oplossing) waarbij speciale Einsatzgruppen van de SS in opdracht van Hitler en Himmler in de veroverde Russische gebieden communistische functionarissen, zigeuners en Joden doodschoten. Dit bleek te omslachtig, dus kwam er het vergassen.

Kenmerken van verschillende soorten kampen:

  • Kampen die tot doel hadden zo veel mogelijk Joden en zigeuners te vermoorden door hen de gaskamer in te sturen.
  • Kampen die zowel vernietigingskamp als werkkamp waren.
  • Kampen die tot doel hadden gevangenen te laten werken tot ze er dood bij neervielen.
  • Kampen waarin de krijgsgevangenen werden ondergebracht.

Paragraaf 9: Verzet in Duitsland

Geen KA!

Verzet was in Duitsland veel moeilijker dan in de bezette gebieden omdat (1) er leden van de NSDAP en van de SA/SS overal rondliepen en (2) een zeer groot deel van de bevolking achter Hitler stond en (3) ook al geloofden de Duitsers niet (meer) in het nationaal-socialisme, toch werd het tegen Hitler keren als landverraad gezien.

Toch ontstonden er wel verzetsgroepen onder de socialisten, communisten maar ook liberalen, conservatieven en kerkelijke kringen.

Hitler durfde het niet aan om de Kerk op te heffen, dus probeerde ze met bondgenoot te maken. In Duitsland overheersten twee godsdiensten: evangelisch-lutherse Kerk en rooms-katholieke. Onder het nationaalsocialisme viel de evangelische Kerk in twee delen uiteen: de Duitse christenen die overtuigde nationaalsocialisten waren en de Belijdende Kerk die dat niet was. Nadat Hitler in juli 1933 het Concordaat (een verdrag met de paus) en de vrije uitoefening van de katholieke godsdienst had beloofd, erkende de katholieke Kerk de Hitler-regering. Maar het regime hield zich niet aan het Concordaat en de paus veroordeelde in 1937 de nationaalsocialistische leer. Behalve de preek van graaf Von Galen in Munster in 1942 (die openlijk preekte over het plan van de nazi’s alle geesteszieken te doden), beperkte de kerkelijke stromingen zich echter tot protesten. De meesten bleven wel tot het einde bidden voor de Führer.

Het leger was Hitler’s grootste bedreiging; het waren bijna allemaal communisten, maar door hun eed van trouw voelden ze zich wel verbonden met Hitler. In 1944 beraamde een aantal het plan Hitler te doden en vrede te sluiten. Er werd op 20 juli 1944 een tijdbom geplaatst in zijn hoofdkwartier. Hitler had echter slechts lichte verwondingen. Wat in het leger ook gebeurde, was het deserteren (weglopen) van Duitse soldaten.

Paragraaf 10: Na de oorlog Duitsland tijdelijk in twee staten gesplitst

KA 45: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.

KA 47: De eenwording van Europa.

Duitsland werd door de Geallieerden in vier bezettingszones verdeeld. Engeland, de VS, Frankrijk en Rusland bezetten ieder een gedeelte van het land. Duitsland verloor land aan Polen. Nazi-leiders werden gearresteerd en berecht in Neurenberg. Het land werd door onenigheid verdeeld in 2 staten:

  • De Bondsrepubliek Duitsland (BRD) van de Westerse Geallieerden. Deze kwam in 1949 tot stand met de Engelse, Amerikaanse en Franse bezettingszones. BRD zou federaal en democratisch zijn; elk deelstaat heeft een eigen parlement en regering. Het hoogste orgaan voor de hele BRD is de Bondsdag (parlement). Er is een bondsregering met een bondskanselier en bondsminister die zich bezighoudt met buitenlandse zaken. De bondskanselier heeft grote macht en kan door de Bondsdag worden afgezet. Staatshoofd is de bondspresident, met beperkte bevoegdheden.
  • De Duitse Democratische Republiek (DDR) van de Russische bezettingszone. DDR werd een éénpartijstaat, van de communistische SED. Om te voorkomen dat mensen van de DDR naar de BRD zouden vluchten, werd in 1961 de Berlijnse Muur gebouwd. Walter Ulbricht werd de eerste leider, daarna Erich Honecker in 1971. DDR moest een socialistische modelstaat met  geleide planeconomie met volledige werkgelegenheid, gratis gezondheidszorg en onderwijs. Luxegoederen waren echter van slechte kwaliteit en zeer duur. Er was ontevredenheid, maar geen georganiseerde oppositie.

Konrad Adenauer (72) werd de eerste bondskanselier van de BRD. Ludwig Erhard, minister van economische zaken en die samenwerkte met Adenauer, volgde hem later op. Onder hen begon een periode van economische bloei, Wirtschaftswunder. De BRD genoot van de financiële steun van de VS. In de jaren ’60 kwam er even kritiek vanuit studenten, de RAF, die door het plegen van aanslagen de kapitalistische en imperialistische maatschappij wilde omverwerpen.

De BRD erkende de deling van Duitsland en gedwongen gebiedsafstand aan Polen niet en dus bleven betrekkingen met Oost-Europa heel koel. In 1969 kwam de socialistische SPD met de liberale FDP aan de macht en toen kwam er een toenadering tussen West en Oost. Maar de DDR werd nog niet officieel erkend. Komende partijleiders zouden verdere samenwerking voortbrengen.

In 1985 was Gorbatsjov begonnen met hervormingen in Rusland, waardoor de macht van de staat en van de communistische partij kleiner werd. De leiders van de DDR wilden dit niet volgen. De Oost-Duitsers wilden samengaan met de BRD. Honecker liet het leger tijdens demonstraties niet ingrijpen maar trad af (18 oktober). Gorbatsjov had hem duidelijk gemaakt dat hij niet meer op Russische steun kon rekenen. Op 9 november ging de Muur open en op 3 december trad de communistische partijleiding af. De West-Duitse bondskanselier Helmut Kohl wist te bereiken dat Gorbatsjov akkoord ging met de overeenkomst (juli 1990):

  • De nieuwe staat mocht lid blijven de NAVO en de Amerikaanse troepen mochten blijven.
  • De Russische troepen zouden weggaan uit de DDR.
  • De SU zou in ruil hiervoor vijf miljard mark ontvangen.

Op 3 oktober 1990 werd de DDR opgeheven en was Duitsland een parlementaire democratie.

De economische eenwording bracht grote problemen met zich mee. Oost-Duitsers maakten kennis met werkloosheid toen West-Duitse bedrijven de Oost-Duitse bedrijven overnamen toen de staatsbedrijven moesten worden geprivatiseerd. Ook moesten er investeringen worden gedaan om de milieuvervuiling te minimaliseren die Oost-Duitsland teweeg had gebracht.

Hoofdstuk 9: De Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Paragraaf 1: Oorzaken van de Tweede Wereldoorlog

Directe oorzaak: In september 1939 viel Duitsland Polen binnen en Engeland en Frankrijk verklaarden daarop Duitsland de oorlog.

Dieperliggende oorzaken (wie is schuldig?). Verschillende meningen:

Schuld ook bij andere landen:

  • Hitler zou wel de hoofdschuldige zijn, maar Frankrijk, Engeland en Rusland waren medeverantwoordelijk voor het uitbreken van de WOII. Hitler wilde altijd al leefruimte creëren in Oost-Europa maar bereidde zich nooit voor op een oorlog die een wereldoorlog zou worden. Dat zo’n oorlog toch uitbrak kwam omdat (1) Frankrijk en Engeland dachten dat ze door aan bepaalde eisen van Hitler tegemoet te komen de vrede kon worden gehandhaafd terwijl ze veel eerder hadden moeten optreden en (2) Stalin door zijn verdrag met Duitsland de weg vrijmaakte voor Hitler om Polen aan te vallen.
  • Ook zou Hitler niet doelbewust op een oorlog gestuurd hebben maar ligt deze schuld eerder bij Frankrijk en Engeland omdat: (1) Het Verdrag van Versailles de belangrijkste oorzaak was voor het uitbreken van de oorlog. Hitler probeerde terug te winnen wat Duitsland ontnomen was. (2) Frankrijk en Engeland lieten Hitler lange tijd zijn gang gaan. Hitler verwachtte niet dat hem de oorlog zou worden verklaard als hij Polen aanviel. (3) Frankrijk en Engeland hadden Rusland niet zo moeten wantrouwen zodat er een verdrag tussen hen mogelijk was geweest i.p.v. met Hitler.

Schuld bij Hitler en de NSDAP:

  • Engeland en Frankrijk hadden een schuldgevoel over het Verdrag van Versailles en daarom lieten ze toe dat Hitler dit probeerde te herstellen.
  • Op de conferentie van München gaven zij toe aan Hitler’s eisen, omdat ze vonden dat het zelfbeschikkingsrecht ook voor Duitsland zou moeten gelden.
  • Hard optreden tegen Hitler zou tot oorlog hebben geleid. De herinneringen aan de WOI waren echter nog erg sterk en ze wilden dat niet nog een keer. 
  • Het wantrouwen tegen Rusland was rechtvaardig, als je kijkt naar het communistisch ideaal die de ondergang was van het westerse kapitalisme en een communistische wereld.

Paragraaf 2: De Tweede Wereldoorlog vergeleken met de Eerste

In de WOI werd bijna alleen in Europa en het Midden-Oosten gevochten, maar in de WOII speelden ook Noord-Afrika en Azië een rol. China en Japan hadden ook oorlog.

De ‘Arische’ volken in West-Europa werden door de nazi’s als goede bondgenoten beschouwd en door propaganda en uitschakeling van eventuele tegenstanders probeerde ze hen voor zich te winnen (zo ging het ook in de WOI). Eerst was er weinig verzet van de bezette gebieden, totdat de krijgskansen keerden en de Duitsers overgingen op dwangmaatregelen als de Arbeitseinsatz (gedwongen tewerkstelling in Duitsland). In Oost-Europa was de bezetting veel harder. Hier moest de leefruimte voor Duitsland worden gevonden.

De WOII was een bewegingsoorlog: verdedigingslinies werden veel vaker doorbroken dan gehouden. WOI gesneuvelde soldaten: 8 miljoen. Tweede Wereldoorlog: 20 miljoen. Redenen hiervoor:

  • Tijdens de WOII waren meer landen en meer soldaten betrokken.
  • Duitse, Russische en Japanse soldaten moesten tot het uiterste doorvechten.

Verreweg de meesten aan het Oostfront. Oorzaken daarvan:

  • Er vochten meer soldaten dan aan het Westfront.
  • Hier kregen de soldaten van beide partijen het bevel ‘standhouden tot het uiterste’.
  • De Russen combineerden de bewegingsoorlog met de massale stormaanval.

Van de regels voor krijgsgevangenen die na de WOI waren opgesteld, kwam niks terecht behalve af en toe bij West-Europese of Amerikaanse krijgsgevangenen bij de Duitsers.

Er waren allerlei uitvindingen gedaan op het gebied van de luchtvaartindustrie na de WOI. Dankzij luchtbombardementen in de WOII werden naast soldaten ook burgers het slachtoffer. Dankzij uitvindingen waren er minder man-op-man gevechten en werd de strijd meer op afstand gevoerd. 

In de WOII waren veel meer burgers betrokken dan in eerdere oorlogen omdat:

  • Vrouwen moesten de mannen vervangen in o.a. fabrieken en andere bedrijven.
  • Door de bewegingsoorlog met beter vervoer werden veel grotere gebieden door de strijd getroffen dan tevoren.
  • Uit veel gebieden in Oost-Europa werd de bevolking op hardhandige wijze verdreven. Eerst door de Duitsers, later door de Russen.

Ook vielen er meer doden onder de burgerbevolking dan ooit omdat:

  • Massale bombardementen steden verwoesten.
  • Nazi-Duitsland een ideologische oorlog voerde met massamoorden.
  • Ook in de bezette gebieden traden de Duitsers wreed op, bijv. om verzet te onderdrukken.
  • In Azië was het tussen Japan en China ook een heus bloedbad.

Ook waren de verwoestingen veel omvangrijker:

  • Dankzij de bewegingsoorlog, de vernietigende wapens en de bombardementen.
  • Aan het Oostfront leidde ook de tactiek van de verschroeiende aarde tot grote verwoestingen; alles vernielen zodat niks in handen van de tegenstander kon vallen.

Paragraaf 3: Nederland onder Duitse bezetting

KA 42: De Duitse bezetting van Nederland

WOII begon voor Nederland op 10 mei 1940 toen de Duitse troepen binnenvielen. Het Duitse aanvalsplan hield in dat via Nederland Frankrijk (en Engeland) zouden moeten worden bereikt. Het Nederlandse leger was groter, maar slecht bewapend en niet goed voorbereid. Het bombardement op Rotterdam op 14 mei betekende de capitulatie. De Nederlandse regering was op 13 mei naar Engeland uitgeweken om van daaruit te kunnen besturen. Duitsland had hiermee de neutraliteit van Nederland, die zich daardoor niet bij een bondgenootschap had aangemeld, geschonden. Neutraliteit leek, na het verliezen van haar machtige positie, de beste politiek voor Nederland om voor de veiligheid en handel van het land te zorgen. Moreel was dit ook beter: op deze manier gaf Nederland het goede voorbeeld aan andere landen.

De hoogste gezagsdrager (rijkscommissaris) in NL werd de Oostenrijkse nationaalsocialist Seyss-Inquart. Duitse bestuursambtenaren gaven in opdracht van hem bevelen aan Nederlandse ambtenaren over heel NL die ze moesten uitvoeren. Er kwam Duitse politie (Sicherheitspolizei).

De Duitse bezetters hadden met hun bestuur twee doeleinden:

  • Nederland inschakelen bij de Duitse oorlogvoering.
  • De Nederlandse bevolking winnen voor het nationaalsocialisme. Nazificatie werd geleidelijk ingevoerd.

Er kwam propaganda op grote schaal om dat Nederlanders vrijwillig te winnen voor het nationaalsocialisme. Ook kwam er de Nederlandse Unie: een politieke vernieuwing die met de Duitsers wilde samenwerken, maar ook het nationalisme van vaderland wilde benadrukken. Doordat de economische crisis door de leiders niet goed was opgelost, werd er getwijfeld binnen het volk over de parlementaire democratie en de Nederlandse Unie wilde een nieuwe start maken.

De Nederlandse fascistische partij Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) steeg wel aan het begin van de oorlog maar niet veel mensen voelden er echt iets voor. Veel wilden zich wel aanpassen of met de Duitsers samenwerken. Bijvoorbeeld om bedrijf te behouden of niet ontslagen te worden.

Vanaf begin 1941 ging de bezetter harder optreden om het nationaalsocialisme door te voeren:

  1. Omdat de propaganda niet aansloeg.
  2. Omdat Nederland een grotere bijdrage moest gaan leveren aan de oorlogvoering.

Er kwam toen bijvoorbeeld dwang, zoals dat kunstenaars verplicht lid moesten worden van de Kultuurkamer. De omroeporganisaties werden vervangen door één Rijksradio: de Nederlandse Omroep. Alle vakverenigingen gingen op in het Nederlandse Arbeidsfront. De NSB werd de enige politieke partij die was toegestaan. (Ook de Nederlandse Unie werd verboden.) Omdat het de NSB en haar leider ir. Anton Mussert niet lukte om via propaganda veel leden te krijgen, kregen ze maar weinig macht van de Duitsers.

In 1943 werden Nederlandse soldaten die krijgsgevangenen waren geweest weer opgeroepen voor arbeid in Duitsland. Er braken toen de April-mei-stakingen uit als protest. Deze werd hardhandig onderdrukt en stakers geëxecuteerd. Veel soldaten doken toen wel onder.

In het begin van de NL bezetting waren er vooral maatregelen tegen de Joden: in de herfst van 1940 moesten alle Joden in dienst van de overheid zich laten registreren, vervolgens werden ze ontslagen. In september 1941 mochten Joodse kinderen alleen nog naar speciale scholen. En steeds meer werd voor Joden verboden verklaard. Vanaf mei 1942 kwam de Jodenster. De Februaristaking in Amsterdam als protest tegen Jodenvervolging was het enige verzet. Vervolgens moesten alle Joden in juni 1942 zich melden voor werkverruiming in Duitsland. Vanaf kamp Westerbork werden ze naar vernietigingskampen gedeporteerd.

Er ontstond in NL schaarste aan levensmiddelen en goederen, doordat de productie voor het Duitse leger voorrang kreeg en grondstoffen en producten uit andere werelddelen niet meer konden worden ingevoerd. Alles ging op de bon (een eerlijk distributiesysteem voor de goederen).

Actief verzet – de verzetsmensen hielden zich met tal van activiteiten bezig zoals verzorging van onderduikers, opvang van de bemanning van neergeschoten Engelse of Amerikaanse vliegtuigen, vervaardiging en verspreiding van illegale kranten, vervaardiging van valse persoonsbewijzen en bonkaarten, het plegen van sabotage en van overvallen om aan goederen voor onderduikers te komen, het liquideren van voor het verzet levensgevaarlijke verraders. Hierop stond de doodstraf.

Passief verzet – Onderduiken of onderduikers onderdak verlenen. Hierop stond het concentratiekamp.

Na de geslaagde invasie in Normandië (6 juni 1944) en de opmars van de Russische troepen in Oost-Europa stond de militaire overwinning van de Geallieerden vast. In september 1944 bereikten de Geallieerden het zuiden van Nederland. Dolle Dinsdag = 5 september, toen door een fout bericht van Radio Oranje Nederland dacht bevrijd te zijn en het gingen vieren. Er werd daarna opgeroepen tot een spoorwegstaking.

Limburg en Brabant waren al in september bevrijd, maar de Duitsers dreven de terreur extra op in het bezette gebied door middel van razzia’s; mannen werden van straat gepakt en naar Duitsland gebracht. Het verzet nam hierdoor toe. In oktober 1944 werd de hele mannelijke bevolking van Putten naar Duitse werkkampen gedeporteerd, als strafmaatregel omdat het verzet in de buurt van Putten een Duitse officier had gedood.

Door het ontbreken van mankracht, goederen en verbindingen verdwenen veel voorzieningen gedeeltelijk of helemaal. Als gevolg van de spoorwegstaking en strenge winter was er in het westen een hongersnood. Doelbewust door Duitsers als reactie/represaille op de spoorwegstaking.

In april 1945 bevrijdde Canadese troepen het oosten en noorden van NL. Op 5 mei gaven Duitse troepen zich over en later capituleerde het hele Duitse leger.

Paragraaf 4: Gevolgen van de Tweede Wereldoorlog

KA 43: Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.

Na de WOII werden voormalige leiders van de verliezende staten wegens oorlogsmisdaden berecht. Ook andere Duitsers, Japanners en mensen uit de bezette gebieden die met de bezetters hadden samengewerkt werden berecht. In Neurenberg (en in Tokio) werd een militair tribunaal gehouden. Dit Internationaal Militair Tribunaal kreeg veel aandacht. De locatie had ook een symbolische waarde, omdat de nazipartijdagen altijd in Neurenberg werden gehouden en Hitler hier ook altijd massabijeenkomsten hield.

Berechten van mensen die met de bezetter hadden samengewerkt, bleek moeilijk omdat het te ingewikkeld was voor duidelijke afspraken (wat is precies de grens van collaboreren) en de grote aantallen maakten het doel onbereikbaar. Sommigen waren in NL ten onrechte gevangen gezet. Niemand was tevreden met de manier waarop het werd onderzocht en er was weinig animo voor.

Er kwamen na de WOII nieuwe grenzen in Europa. Polen verschoof naar het westen ten koste van Duitsland. Tijdens de oorlog groeiden de VS en Rusland uit tot supermogendheden, i.p.v. dat West-Europa de dienst uitmaakte. Nederland was niet meer neutraal maar sloot zich aan bij het westen.

Er kwamen in de wereld twee machtsblokken: het communistisch blok o.l.v. Rusland en het westerse blok o.l.v. de VS. In de Koude Oorlog bestreden ze elkaar met een bewapeningswedloop.

De koloniën voelden zich nationalistischer en wilden onafhankelijkheid. De nationalistische bewegingen werden sterker toen de koloniën gingen vechten voor de Geallieerden en de koloniale mogendheden meer bezig waren met de oorlog dan met de koloniën zelf.

Na de oorlog kwam het atoomtijdperk waarbij de WOII bijdroeg tot versnelde ontwikkeling van wapens. Veel landen konden in dat tijdperk een atoomboom gaan vervaardigen. Er kwam een dreiging van een atoomramp of atoomoorlog als gevolg van de WOII. Tijdens de Koude Oorlog werd gedreigd met deze wapens. Kerncentrales en nucleaire wapens hoort bij atoombom.

In de lente van 1945 tekenen vertegenwoordigers van vijftig staten het Handvest van de Verenigde Naties, die tot taak kreeg nieuwe oorlogen te voorkomen en te helpen bij de bestrijding van armoede, ziekten, honger en onrecht in de wereld.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.