Geschiedenis 13.2, 13.4, 13.5 + Historische context 1 en 2
H 13 De wereld na 1945
13.2 Een welvarend Westen
Na de oorlog: een economisch wonder
- Europa was in puin na de oorlog; woningen, fabrieken, bruggen, spoorlijnen etc. verwoest
- Tekort aan geld voor het importeren van grondstoffen, machines, mest etc.
- De VS hadden ondertussen een (militaire en) economische supermacht + economische groei gekregen tijdens WO II
à VS schiet Europa te hulp door middel van Marshallplan (1948-1952) met 12 miljard dollars aan West-Europa
- Oostbloklanden (Oost-Europa, Stalins sattelietsstaten) móchten wel meedoen, maar Stalin verbood de landen Amerikaans geld aan te nemen omdat dit dollarimperialisme (het kopen van invloed tegen geld) was volgens hem
Gevolgen van het Marshallplan
* het economisch wonder en de enorme groei
- sterke industrialisatie
- snelle productiviteitsstijging
- modernisering + schaalvergroting in de landbouw
à ongekende welvaart (kopen van luxeproducten mogelijk > consumptiemaatschappij)
Het buitenland is nu ook bereikbaar voor mensen uit de midden- en arbeidersklasse
Oostbloklanden vooral investering in de zware industrie > welvaartsniveau bleef hier achter
ONDANKS Marshallplan alsnog de wederopbouw belangrijk, dus hoge overheidsbelastingen en lage lonen (weinig protest hiertegen, sinds de oorlogsschade zo overweldigend was geweest)
>>> verzorgingsmaatschappij (uitgebreid stelsel van voorzieningen in geval van nood om een bestaanszekerheid te behouden)
1960 weer hogere slarissen en explosieve koopkracht + steeds meer vrije tijd
Het karakter van de economie
De verheid werd grootste werkgever in West-Europa en de dienstverlenende sector werd de populairste. -> De agrarische en industriële sector namen daarentegen af.
70s: einde aan het economisch wonder (oliecrisis -> wereldwijde economische recessie)
- Door te hoge lonen gingen bedrijven automatiseren en naar lagelonenlanden
- Ellende bleef wel beperkt door verzorgingsstaat, maar sociale zekerheid gedeeltelijk afgebroken
Jeugd
- Steeds vaker middelbaar onderwijs (door gestegen salarissen en verlaagd schoolgeld)
- Belangrijke doelgroep voor consumptie-industrie
- Bezorgde ouders en weinig aantrekken van de jeugd tegenover hen
- Muziek (Rock-‘n-roll populair) à jeugdcultuur
- Kloof tussen generatie van jaren dertigers en naoorlogse generatie
- Verzet tegen aspecten in de samenleving (meer inspraak, politiek democratischer!)
Het protest had daadwerkelijk grote invloed op de westerse samenleving.
- Gezin
- Bedrijfsleven (studenten sloten zich aan bij arbeiders)
- Machtsverhouding (meer inspraak, gelijkheid)
- School (vaker middelbaar onderwijs)
Waardoor kwam dat nou? Toegenomen welvaart, uitbreiding onderwijs en de naoorlogse luxe
13.2 Noord en Zuid
Strijd voor onafhankelijkheid
1945-1957 Zuid-Azië en Midden-Oosten
1954-1964 Afrikaanse staten
Dekolonisatie na WO II (India, Pakistan, Indonesië en Vietnam)
WAAROM: Wilden het al sinds deelname WO I was in Japan toename van het nationalisme OOK: VS en USSR tegen kolonialisme, VS zelf kolonie geweest en USSR tegen kapitalisme
MAAR: Europese mogendheden niet mee eens en willen de macht over hun kolonies terug
WANT: dat zorgt voor macht, aanzien en economisch profijt (overzeese bezittingen onmisbaar voor de inkomsten van de wederopbouw
Onafhankelijk:
India en Pakistan van de Britten in 1947
Indonesië van Nederland in 1949
Vietnam van Frankrijk in 1954
VS en SU blijven nu over als wereldmachten -> EU rijk krimpt daarentegen
Afrika’s verzet pas na WO II
- Vreedzaam verlopen meestal
- Geweldloze strijd van Gandhi
- Wel lange oorlog tussen Frankrijk - Portugese koloniën en Algerije
Problemen in Afrika
- Bevolkingssamenstelling (veroorzaakte hevige spanningen)
- Instabiel bestuur (veel staatsgrepen geweest) + geen ervaring met democratie
- Ongeschooldheid en armoede
- Economisch ook afhankelijk van Westen
- Geen eigen industrie mogelijk (alleen agrarische producten en onbewerkte grondstoffen)
à Winstgevende contracten van politieke elite in ruil voor geldbedragen van Westen
MAAR: bevolking leefde nog steeds in armoede
= NEOKOLONIALISME (het nog overheersen en uitbuiten van voormalige koloniën om economische redenen)
13.5 De wereld na 1989
Het einde van de Koude Oorlog
1985: Gorbatsjov partijleider USSR
Werd geconfronteerd met structurele problemen als falende economie en bankroet (door geldverslindende wapenwedloop)
à bevolking al lang geen geloof meer in communisme
Hoe economie redden?
- Glasnost (vrijheid en openheid)
- Perestrojka (meer economische vrijheid)
- Einde maken aan geldverslindende wapenwedloop
- Einde controle over Oostblok
Gevolgen
- Geloof in communisme verdwijnt volledig
- Val van het communisme in Oost-Europa (val van de Berlijnse Muur)
- ALS LAATST in 1991: val van de USSR
HIERNA: nog een val van een tweede communistische staat: JOEGOSLAVIË
Dit komt door de dood van Tito (want hij hield de zes staten ineen)
à onoverzichtelijke oorlog in 1991 (met Servië)
Nederlands leger bemoeit zich wegens medeverantwoordelijkheid
Nieuwe spanningen
In plaats van Koude Oorlog nu 1. Strijd tussen democratie en radicale Islam (9/11)
Stichting staat Israël in 1948 -> veel steun hiervoor door Westerse politici
Omringende staten boos -> oorlog -> Amerikaanse steun voor Israël
2. Moslimfundamentalisme
* Moslims die oorspronkelijke uitgangspunten van hun geloof zo veel mogelijk in de praktijk willen brengen + sharia (islamitische wetgeving volgens Allah)
3. Komst moslimimmigranten naar Europa
-> polarisatie (conflict tussen bevolkingsgroepen en tegenstellingen tussen partijen in Europa)
Fundamentalisme (strenge godsdienstige richting die moderne inzichten afwijst) en terrorisme
Historische context: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Staatsvorming: overal dezelfde wetten
Centralisatie: bestuurd vanuit één plek
Feodale stelsel
Hofstelsel
Intro
14e en 15e eeuw: Bourgondische hertogen verzamelen delen Nederlanden -> feodale stelsel
1515: Karel V erft landen
- Wilde een centraal bestuur (staatsvorming) en regeren vanuit centrum Brussel
- Hij vond de Zuidelijke Nederlanden belangrijker (rijke burgers, grootste steden)
- Verovering aantal gebieden
- Religieuze spanningen en bevolking kon zich niet vinden in de centralisatiepolitiek
- 1555 Nederlanden gaan naar Filips II
Voor centralisatie: het tegengaan van de gevolgen/problemen v/h feodalisme (middeleeuwen)
- iedereen begon het als eigen grond te zien
HOE: de macht afnemen van de adel en steden met burgerij (aangezien zij eigen belastingen hadden en soms zelfs een muur om hun stad hadden heen gebouwd)
Reformatie
Inquisitie: kerkelijke rechtbank die controleert of iedereen nog KATHOLIEK is d.m.v. ondervraging en marteling
Scheuring binnen kerk naar aanleiding van kritiek Luther en Calvijn (protestantisme)
Calvinisme: het ligt al vast of je naar de hemel gaat of niet -> open zijn (geen gordijnen) -> vorst mag afgezet worden bij onjuist geloof
Lutherisme: tegen aflaten/relieken -> kern van het geloof is de bijbel ->NIET DE PAUS
- MAAR: dit past niet binnen de centralisatiepolitiek van Karel V (en later Filips II)
- DUS: vervolgingen van ketters (mensen die in iets anders geloven dan het katholicisme)
Oorzaken 80-jarige oorlog
- Alle macht naar 1 punt (CENTRALISATIEPOLITIEK)
- Godsdienstpolitiek van Habsburgers
- Iedereen katholiek
-----> Ontstaan Nederlandse Opstand en Republiek der Zeven Nederlanden
Deelcontext 1 Opstand in de Nederlanden (1515-1572)
Karel V: 1515
Heer der Nederlanden
Keizer Duitse Rijk
Koning van Spanje
Aartshertog Oostenrijk
Filips II: 1555
Heer der Nederlanden
Koning van Spanje (ook
overzeese gebieden)
Koning van Portugal
Hertog van Alva: 1567
Generaal
Landvoogd van de Neder-
landen
Willem van Oranje
Stadhouder Holland,
Zeeland en Utrecht
Lid van de Raad van State
1543 | Zeventien Provinciën | Karel V + Filips II met opstand in 1566 |
1588 | Republiek der Zeven Nederlanden | gewesten, stadhouder, raadspensionaris, Staten-Generaal, o.a. de Witt, Maurits, Van Oldenbarnevelt + stadhouderloze tijdperken |
1795 | Bataafse Republiek | Radicalen die voorstander zijn van een centraal bestuur |
1806 | Koninkrijk Holland | Napoleon, Lodewijk, staatsgreep (maar 5 jaar) |
1815 | Verenigd Koninkrijk (incl. België) | Willem I |
1830 | (Verenigd) koninkrijk der Nederlanden | België onafhankelijk, Willem II |
Opstand in de Nederlanden…
- Vanaf 1543 Karel V heerst over de 17 gewesten/provinciën der Nederlanden
- Steden groeien dankzij handel (vooral in het Zuiden)
- Vrij veel autonomie (zelf beslissen)
- Belastingen in ruil voor privileges
Godsdienst
Rijksdag in Worms: Luther weigert geschriften in te trekken (dit is een duidelijke boodschap)
---> Reformatie is feit
Enkel door te geloven en de bijbel te lezen kom je in de hemel! Bijbel komt in volkstaal.
Karel V antwoordt:
VERVOLING Protestanten (Calvinisme) (hier kan hij streng optreden)
1550: bloedplakkaat (wetten waarin hij ketters, iemand die qua geloof afwijkt van de officiële, de doodstraf toezegt)
1555: Vrede van Augsburg aan het einde van Karel V’s regeerperiode creëert hij toch nog vrede in zijn rijk
- Filips II neemt het over en is nu heer der Nederlanden
- Volgt het beleid van zijn vader
- Centralisatie = het doel
- Tegengaan protestanten
- Smeekschrift der edelen (verzoek om de kettervervolgingen te stoppen)
- Hagenpreken (preken van calvinisten in de buitenlucht)
- Beeldenstorm (calvinisten vallen katholieke kerken aan en vernietigen heiligenbeelden)
Margareta is Filips’ plaatsvervangster en legt tijdelijk de brandstapelrituelen en bloedplakkaten stil
- Vervolgens stuurt Filips II Hertog van Alva naar de Nederlanden en die straft de daders van de Beeldenstorm (door middel van zijn speciale rechtbank ‘Raad van Beroerten’. Duizenden vluchtten.
Ontstaan NEDERLANDSE OPSTAND
(Karel de V versterkte het Centraal bestuur en streed tegen de protestanten. Filips II bestreed op zijn beurt de calvinisten en stuurde Alva om de ketterij neer te slaan. Dat leidde tot de Nederlandse Opstand.)
Politiek: Filips II wilde alle macht (absolutisme) en het volk had geen inspraak
Godsdienstig: geen vrijheid van geloofsuiting. Karel V en Filips II waren streng Rooms-katholiek. Karel V maakte wetten tegen ketters en zelfs een speciale inquisitie.
Economisch: de bevolking leed honger, moest veel belasting betalen en er waren lage lonen
- veldtochten door Willem van Oranje
- verovering van den Briel door watergeuzen (1572)
à Willem van Oranje wordt stadhouder van de republiek
Noorden grotendeels ongemoeid tijdens 80-jarige oorlog
Lezen in boek: Rijksdag in Worms, Instelling drie Collaterale Raden, Instelling van de Bloedplakkaten + Jaartallen (blz. 11,12)
Deelcontext 2 Ontstaan van de Republiek (1572-1588)
Karel V regeerde over de Zeventien Provinciën 1506-1555 en Filips II 1555-1581
Ontstaan van de Republiek
1572: begin Opstand
- Radicale calvinisten tegenover trouwe katholieken
- Willem van Oranje (calvinist) leidt de opstand en is voor geloofsvrijheid
- Steunt niet alleen calvinisme, maar ook katholicisme (voor meer aanhang)
- Propagandaoorlog (met nadruk op vaderland) -> pamfletten worden verspreid als boodschap. Filips II: niet onder de indruk van propaganda, Alva vertrok.
1575: Spanje bankroet (door vele oorlogen van Filips II)
-----> troepen werden weinig betaald ----> muiterijen (opstanden) soldaten (punt van licht, ook voor katholieken, die deelnamen)
1576: Pacificatie van Gent (dit wordt ook ondertekend door katholieken)
- Samen vechten tegen de Spanjaarden om die troepen weg te krijgen
- Alleen Holland/Zeeland calvinistisch rest katholiek
- Gewetensvrijheid binnen alle gewesten
1574 Ontzet van Leiden (van de bezetting Spaanse troepen af)
1578 Alteratie van A’dam: katholieken uit Holland sluiten zich uiteindelijk aan bij opstand
MAAR: ondanks de afspraken van de Pacificatie van Gent, kwamen radicale calvinisten aan de macht in Brabant en Vlaanderen (Zuiden)
Katholieken zoeken nu weer verzoening bij Filips II + zijn weer gehoorzaam
- Het verzoenen van Nederland mislukte zo
- Gevolgen: Unie van Atrecht en Utrecht (verdedigen tegen Spaanse troepen)
Antwoord Filips II: Willem van Oranje vogelvrij verklaard (1580)
Antwoord opstandelingen: Plakkaat van Verlatinghe (vanaf nu; officieel niet meer trouw aan Filips II, verder zonder hem) (1581)
Filips II is weg -> nieuwe soeverein -> Hertog van Anjou -> Hertog van Leicester
MAAR: Filips II verovert de Zuidelijke Nederlanden weer en Antwerpen valt in zijn handen
Val van Antwerpen 1585
1588: Noordelijke Nederlanden richten zelfstandige Republiek op met soevereine gewesten (eigen baas in eigen gebied)
Filips II werd afgeleid door andere conflicten en de Armada vloot werd door ENG verslagen
1596: Frankrijk en Engeland erkennen Republiek al las zelfstandig
1648: Vrede van Münster (erkenning door Spanje, achterkleinzoon Filips II)
NU: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden officiële erkenning over soevereiniteit
Lezen: Het Ontzet van Leiden, Alteratie van Amsterdam, Plakkaat van Verlatinghe, De Spaanse Armada wordt verslagen (blz. 19,20,21)
Deelcontext 3 Ontstaan van de Gouden Eeuw (1588-1648)
Belangrijkste oorzaken van de economische bloei in Holland en Zeeland
- Moedernegotie (halen van graan uit Oostzeegebied, sinds onze bodem is ingeklonken. Dit was de grootste bijdrage aan de Republiek. En we hebben dus voldoende voedsel
- Zwakke feodale structuur, dus boeren zelf de opportuniteit om eigen producten te telen
(specialisatie + commercialisering)
Nog een oorzaak
- Val van Antwerpen (1585) (Schelde werd afgesloten, dus nutteloze haven voor de Spanjaarden. Antwerpenaren met kapitaal en kennis komen naar ons, aangezien ze niet bij de Spanjaarden willen horen, in wiens handen het hier is)
Vluchtelingen uit Zuidelijke Nederlanden -> namen handelskennis mee naar het noorden en zo ontstond een groep rijke burgers, met politieke invloed: regenten
BESTUUR REPUBLIEK
- Staten-Generaal (hierbij is de macht aan de gewestelijke staten)
- Gewesten komen ook op voor eigen handelsbelangen
- Alleen zaken bespreken die samen MOETEN (zoals leger (defensie), vloot, buitenland)
- Regenten uit Holland en Zeeland en adel en geestelijkheid (voornamelijk uit noorden)
DUS: Gewestelijke Staten bepalen zelf over wetten, belastingheffing, handel, geloof
WEL zijn er nog Generaliteitslanden (geen zelfstandige provincies, bestuurd door de S-G)
Bijzondere functies
Raadspensionaris
- leidt Holland in de Staten-Generaal
- van Oldenbarnevelt
- DECENTRALISATIE
- voor Holland en voor Handel
Stadhouder
- legeraanvoerder van Staatse Leger (gehele republiek)
- prins Maurits
- uitgekozen door Gewestelijke Staten
- CENTRALISATIE
- voor Oorlog
Het Staatse Leger = stadhouders van Holland en Zeeland samen
Eind 16e eeuw : Portugal is in Spaanse handen, DUS ook OORLOG met Portugal -> zij komen nu geen specerijen brengen, we moeten ze zelf gaan halen in Azië
1602 VOC OPRICHTING
- om concurrentie te beperken – monopolie binnen onze Republiek
- Bestuurlijk centrum naar Jakarta (Batavia)
- Enorme rijkdom voor de regenten
1609 Opstand met Filips II’s opvolger tot stilstand -> Twaalfjarig Bestand
- Binnenlandse problemen op toppunt
- Van Oldenbarnevelt wordt onthoofd in 1619
- Opnieuw oorlog
1648 Vrede van Münster en Spanjes erkenning voor de Republiek haar onafhankelijkheid
Ondertussen ontstaat een burgerlijke cultuur in Amsterdam. Veel regenten worden afgebeeld op portretten en daarom heeft de Gouden Eeuw een burgerlijk karakter.
Het uiteindelijke einde van de Gouden eeuw (eind 17e eeuw) komt door de toenemende economische concurrentie van Frankrijk en Engeland
Historische context Duitsland (1871-1945)
Intro
800: Frankische rijk onder leiding van Karel de Grote
843: Rijk valt uiteen na dood Lodewijk de Vrome
à hierdoor ontstaat het HRR (één machthebber: Duitse keizer)
MAAR: De positie van de keizer is redelijk zwak
- Hij heeft de investituursstrijd verloren (strijd tussen de keizer en de paus over het benoemen van bisschoppen)
- Vorsten hebben invloed
DUS: er is geen centralisatie!
Waar is er dan wel centralisatie?
Frankrijk -> uiteindelijk leidt dit tot absolutisme (Lodewijk de zonnekoning)
Pruisen -> alleen is maar een onderdeel van het Duitse Rijk
In het geheel blijft Duitsland alsnog wel verbrokkeld, wat leidt tot zwakte. (1800)
Napoleon verovert Duitse Rijk in 1804
Dit leidt tot besef dat EENHEID belangrijk is DUS NATIONALISME groeit.
1871: Het Duitse keizerrijk ontstaat
Wilhelm I tegen liberalisme
koning van Pruisen
keizer van het Duitse keizerrijk 1861-1888
Otto von Bismarck wil centralisatie
minister-president van Pruisen
rijkskanselier Duitse keizerrijk 1871-1890
Wilhelm II nationalisme
koning van Pruisen
keizer van het Duitse keizerrijk 1888-1819
500-843 | Frankische Rijk | Lodewijk de Vrome |
962-1804 | HRR | Rooms-Duitse keizer (met Italië en Bourgondië) |
Hiertussen | Duitse bonden | 40 Duitse staten (geen staatshoofd) |
1871-1918 | Duitse keizerrijk | Keizers (constitutionele monarchie) |
1918-1933 | Weimarrepubliek | (Na de eerste wereldoorlog) |
1933-1945 | Nazi-Duitsland | Dictatuur (Hitler) |
Na de oorlog | Geallieerde zones/Saarland | |
1949-1990 | DDR (Oost-Duitsland) | Volksrepubliek, communistisch, Oost-Berlijn |
1949-1990 | West-Duitsland | Duitse democratische bondsrepubliek met een bondspresident en bondskanselier |
Deelcontext 1 Duitse keizerrijk (1871-1918)
Na overwinning Frans-Duitse oorlog è Duitse Keizerrijk (samen met Pruisen) in 1871
Niet onverwachts, want nationalisme was er al onder de Duitsers. Duitsers hadden een sterke voorliefde voor hun cultuur en streefden naar één nationale staat
EENWORDING (onder leiding van Otto von Bismarck)
-> Pruisische koning Wilhelm 1 (gekroond in Versailles)
+ Pruisische regeringsleider (rijkskanselier) Otto von Bismarck
Europese grootmacht, want:
Economisch: snelle industrialisatie (en concurrent voor Groot-Brittannië)
Politiek/militair: groot, sterk leger
MAAR: wel omringd door machtige staten (Frankrijk, G-B, Rusland)
Nu belangrijk dat Bismarck machtsevenwicht binnen Europa handhaaft (d.m.v. alliantiepolitiek = vriendschapsverdragen te sluiten)
1888: troonsbestijging keizer Wilhelm II
1890: ontslag Otto von Bismarck
Nieuw tijdperk voor Duitsland (belangrijke rol binnen de wereld!)
- Duitse Weltpolitik
- Creëren van overzees rijk wegens economische redenen (grondstoffen, afzetmarkten)
- Dit zou betekenen: aansluiten bij modern imperialisme
Otto von Bismarck organiseert Conferentie van Berlijn (1884-1885)
- Afspraken over het verdelen van Afrika in koloniën
- Voorkomen oorlog over gebieden
- Er zijn grote tegenstellingen tussen Duitsland en Groot-Brittannië
MAAR: Duitse Weltpolitik was geen succes DUS: Duitsland gaat zich meer richten op Oost-Europa
WEL: toenemend militarisme door Weltpolitik (zoals Eerste Vlootwet 1898)
GEVOLGEN
- Industrialisatie
- Modern imperialisme
- Militarisme
- Enthousiasme
- Allianties
à Mondt uit in WO I
von Schlieffenplan mislukt na verloren Slag aan de Marne à Tweefrontenoorlog (Frankrijk en Rusland) is onontkoombaar -> uitzichtloze loopgravenoorlog
Herfst 1918: enorme verliezen voor Duitsland (duidelijk VERLOREN -> ontstaan revolutie)
- Kwam door blokkades op zee, betere tanks van de Britten en deelname VS
- Duitse Keizer vlucht naar NL
- Weimarrepubliek uitgeroepen (democratie)
11-11-1918 Wapenstilstand
1919: vernederen Verdrag van Versailles
Deelcontext 2 Republiek van Weimar (1919-1933)
Situatie tijdens keizerrijk:
- Keizer aan de macht
- Samen met conservatieve elite
- Keizer benoemt de regering
- Democratisch verkozen parlement (wel weinig macht)
1918: Opstand en vlucht van keizer à sociaaldemocraten nemen over
1919: Rijksdag -> nieuwe grondwet dat wet hier heengaat
MAAR: niet alle Duitsers (COMMUNISTEN) waren het eens met de parlementaire democratie -> Radicale socialisten - wilden dictatuur door arbeiders en soldaten
- wil oude elite afstraffen
1919 Spartakus opstand in Berlijn (tegen invoering van parlementaire democratie!!)
Maar wordt onderdrukt!
Weinig vertrouwen in de Weimarrepubliek
- Er moet gestreden worden tegen extreemlinks (communisme), oude elite (adel) en extreemrechts (nationalistisch)
- Veel Duitsers vonden het tekenen van de Vrede van Versailles vernederd
- Enorme economische problemen (herstelbetalingen)
Herstelbetalingen
* Duitsers kunnen de herstelbetalingen niet betalen
* Frankrijk en België bezetten vervolgens het Ruhrgebied = 1923 Conflict met Frankrijk
* Arbeiders weigeren te werken in het bezette Ruhrgebied
* Arbeiders moeten alsnog betaald worden, dus Duitsland drukt een hoop geld
ENORME INFLATIE (geld bijna niks meer waard)
MAAR: Steun van de Amerikanen!
- Dawesplan (1924)
- Veel Amerikaanse leningen
- Betalingen afgelost aan Frankrijk
- Er wordt een eind gemaakt aan de bezetting van het Ruhrgebied
- 1924-1929 kent Duitsland redelijke stabiliteit
1929 VS Beurskrach VS wil geld terug!
- Enorme crisis ontstaat
- Enorme werkeloosheid
- Inflatie
- Politieke onrust (land bijna niet te meer besturen, NSDAP profiteert hiervan)
Beloftes NSDAP:
- Economisch herstel
- Sterk leiderschap
- Negeren contract Verdrag van Versailles
+ gebruik propaganda, paramilitair machtsvertoon en redenaarstalent (mooie woordjes) Hitler
Gevolgen:
1933 Hitler verkozen tot rijkskanselier (Duits staatshoofd)
- Begon direct met totalitair(e) regime/staat (1 ideologie, 1 partij) opbouwen
- Schakelt communisten uit (geeft hen de schuld van de Rijksdagbrand)
- Machtigingswet -> einde Weimarrepubliek
------> Duitsland wordt een dictatuur
Deelcontext 3 Nazi-Duitsland (1933-1945)
Binnenland
- democratie terzijde geschoven door Hitler -> Nazificatie (nationaalsocialisme)
1
Veel terreur en geweld
- Concentratiekampen (eerste = Dachau)
Op wie?
- Politieke tegenstanders
- ‘minderwaardige mensen’ die niet in Volksgemeinschaft pasten (daklozen, bejaarden, homoseksuelen, gehandicapten en joden)
*Neurenberger wetten om joden te discrimineren
2
Steun voor regime door middel van propaganda en strikte censuur
Joseph Goebbels
- oprichten Rijkscultuurkamer (in de gaten houden journalisten/kunstenaars)
- streng censuur
Er was wel een regime, maar alsnog veel steun voor de nazi’s afkomstig vanaf de bevolking
- economie verbetert weer (werkeloosheid verdwijnt)
- Verdrag van Versailles bijna totaal teruggedraaid
Hitler probeert het Oude Duitsland weer terug te krijgen
- Appeasementpolitiek (de Britten en Fransen geven Hitler voormalige Duitse gebieden terug, in ruil voor vrede)
- 1938 Anschluss Oostenrijk
- Belangrijkste moment appeasementpolitiek = Conferentie van München (1938) à Duitsland krijgt een deel van Tsjecho-Slowakije (later neemt hij heel T-S alsnog in)
- 1939 BINNENVALLEN POLEN = START WO II
Begin van de oorlog
- Bijna compleet Noordwest-Europa veroverd (niet G-B)
- 1941: SUCCESVOLLE INVAL SOVJET-UNIE
- West-Europa ander optreden dan Oost-Europa
- West-Europa: normale leven herstellen
- Oost-Europa: slechte behandeling bevolking
OMDAT: Duitsers zijn radicaal anticommunistisch en hebben racistisch wereldbeeld over Oost-Eu slaven + Joden
=> begin Endlösung (Joodse genocide) (volkerenmoord)
Details hiervan zijn gereld tijdens Wannseeconferentie in 1942
KEERPUNTEN IN DE OORLOG
- Slag bij Stalingrad (1942) -> oostfront
- D-Day (6 juni 1944) (geallieerde troepen, VS, G-B + Canada, aan Franse westkust)
(tweefrontenoorlog)
- 1945 Berlijn in de handen van de Russen -> zelfmoord Hitler -> overgave Duitsland
EINDE WO II
REACTIES
1 seconde geleden