het referentiekader

[Zie bijlage!]

Het referentiekader:

Wanneer we het referentiekader van een document opstellen, dan plaatsen we dat document in:
A.    De ruimte
a.    Plaats (zo precies mogelijk)
B.    Domein & deeldomein
a.    Politiek
i.    Territoriaal
ii.    Bestuurlijk
b.    Socio-economisch
i.    Sociaal
ii.    Economie
c.    Cultuur
i.    Kunst
ii.    Wetenschap & techniek
iii.    Godsdienst
iv.    Leefgewoontes
•    Deeldomein leefgewoonten gebruiken we liever niet, je zegt beter het domein en deeldomein waarop de leefgewoonte gebaseerd is.
•    Bij het deeldomein kunst vermeld je ook steeds beter het domein en deeldomein waarover het kunstwerk informatie geeft.

C.    De tijd
D.    De beschaving

?

Prehistorie   
Prehistorische beschaving
Schrift/ 3500 V.C.

Stroomculturen        Mesopotamische beschaving
egyptenaren
800 V.C.

Klassieke oudheid   
Griekse en romeinse beschaving
500

Ancien regime
5001800
Middeleeuwen   

1450

Nieuwe tijd   

1750

Nieuwste tijd   
Moderne beschaving
Vanaf 1800
1945

Eigen tijd   
Postmoderne beschaving
?