H3 Tijd van monniken en ridders

Beoordeling 4.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1194 woorden
  • 2 januari 2018
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 4.5
10 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

H3 Tijd van monniken en ridders
500-1000 BC

Kenmerkende aspecten

9 Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
10 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
11 De verspreiding van het christendom in geheel Europa.
12 Het ontstaan en de verspreiding van de islam.

§3.1 Leenheren en leenmannen

Gallo-Romeinen en Franken

  • Foederati = woonden vrijwillig in het RR, verdedigden grens, deelden in welvaart + bescherming in ruil voor belasting betalen en soldaten leveren
  • In Gallië was het christendom de staatsgodsdienst; cultuur, bestuur en economie waren Romeins.
  • 5e eeuw: de noordelijke grenzen van het RR vielen weg, door oprukkende stammen uit Noord- en Oost-Europa en een verzwakt centraal gezag. Gevolgen:
    • Enorme Volksverhuizingen
    • Geen centraal aangestuurd Romeins leger
    • Mensen vluchtten en lieten landbouwgronden en steden onbeheerd achter
    • Voedselvoorziening en handel stortten in -> hongersnoden en plunderingen
  • Franken heersten als krijgslieden over bevolking. Oude Romeinse adel trouwde met leden van vooraanstaande Frankische families -> nieuwe Frankische adel

Het feodalisme ontstaat

  • Clovis (koning der Franken) werd katholiek christen en liet zich dopen

    • Vazallen waren krijgslieden of hadden administratieven en juridische taken
    • Na Clovis’ dood werd het rijk verdeeld onder (zwakke) zonen
  • Karel Martel vestigde de Karolingische dynastie
    • De koning wilden de ridders aan zich binden door ze te belonen met land (=leen)
    • => feodalisme of leenstelsel (koning is leenheer, ridder is leenman)

Karel de Grote

  • Karel de Grote verdeelde zijn rijk in 400 graafschappen

    • Graven handhaafden koninklijk gezag, spraken recht en voerden de wetten van de koning uit
    • Zendgraven controleerden leenmannen, wetten bekend te maken en toe te zien op de naleving van de wetten
    • Markgraven hadden stukken land aan de grenzen om die te verdedigen
  • Karel zelf reisde rond en verbleef in paltsen (tijdelijke hoofdsteden)
  • 800: Karel werd door de paus tot keizer gekroond (-> conflict met keizer Byzantijnse Rijk)

Het Byzantijnse Rijk

  • Justitianus (482-565) wilde het RR herenigen en ging gebieden uit het W-RR veroveren -> financiële nood putte zijn rijk uit
  • Middeleeuwen: economische en culturele bloei hoofdstad Constantinopel
    • Gunstige ligging aan doorgang Middellandse en Zwarte Zee, handelsroutes
  • Eigen ontwikkeling Byzantijnse Rijk, kerk week af van christelijke kerk in het westen

De zwakte van het leenstelsel

  • Leenmannen vererfden grond -> verzwakte de macht van (zwakkere) koningen
  • Verhouding leenheer-leenman werd minder persoonlijk
  • Leenmannen gingen zelf ook leenmannen benoemen

De Noormannen

  • Vanaf zee deden de Noormannen regelmatig invallen (rijke steden en kloosters)
  • Lodewijk de Vrome gaf Noormannen leengebieden op voorwaarde van bescherming tegen aanvallen van Noormannen (net als Romeinen-Germanen)

§3.2 Hofstelsel en horigen

Agrarisch-autarkisch

  • Agrarisch-urbane samenleving (vooral landbouw, kleine steden met vooral handel en nijverheid)

    • Elite: grootgrondbezitters
    • Boeren en landeigenaren leefden van een villa rustica
    • Slaven deden het zware werk
  • Steden liepen leeg door Germaanse invallen -> landbouwproductie daalde sterk -> grote boeren beschermden kleine boeren
  • Agrarisch-autarkische samenleving (zelfvoorzienend, nadruk op landbouw, weinig specialisatie in nijverheid)
    • Grootgrondbezitters organiseerden landgoederen in domeinen

Vrijen, horigen en lijfeigenen

  • Adel: nieuwe Frankische elite + oude Gallo-Romeinse elite
  • Vrijen: boeren die werkten op eigen grond of onder een landheer
    • Rechten: deelnemen aan rechtsprekende vergaderingen
    • Plichten: heervaart (soort dienstplicht)
  • Horigen: gebonden aan domein van een heer, mochten landgoed niet verlaten zonder toestemming

    • Rechten: bescherming van heer
    • Plichten: deel v/d oogst afstaan, akkers van heer bewerken, herendiensten
  • Lijfeigenen: knechten in dienst van de heer
    • Rechten: voedsel en huisvesting
    • Plichten: op het land werken
  • Noord-Europa: tweeledige domeinen

    • Vroonland (akkers, weiden en bos), beheerd door edelman, onderhouden door lijfeigenen, vroonhof (woonhuis van de heer) was het centrum
    • Hoevenland (verdeeld over hoeven, boerderijen), rijen en horigen konden het pachten
  • => hofstelsel (economisch systeem, landgoed werd bewerkt door vrijen en horigen)

Dorestad

  • 7e – 9e eeuw was Dorestad een succesvolle internationale handelsplaats
  • Aantrekkelijk voor buitenlandse handelaren, ambachtsliedern en boeren -> landbouw bloeide op
  • Economisch centrum: Dorestad had het recht om eigen munten te slaan

§3.3 Het christendom in Europa

Religie is politiek

  • Hiërarchische opbouw in de katholieke kerk:

    • Paus: bepaalde het beleid en besliste over geloofszaken
    • Bisschoppen: regeerden bisdommen, waren baas over priesters en zagen toe op het verspreiden en handhaven van het geloof
    • Missionarissen: gezonden om heidense volken te kerstenen (tactiek: plaatselijke heerser en edelen dopen)
  • Beide partijen tevreden:

    • Katholieke kerk won invloed door toename aantal gelovigen + kon beroep doen op de koning op militaire steun
    • Koning werd gesteund door groeiende kerk en goddelijke zegen
  • Clovis was de eerste christelijke Frankische koning

Monniken en missionarissen

  • Kloosters, toevluchtsoorden in moeilijke tijden
  • Paus Gregorius I de Grote (590-604): veel gedaan voor verspreiding christendom
  • 690: Willibrord, gesteund door Pepijn van Herstal, werkte in gebied van de Friezen, vanaf 716 steun van Bonifatius
    • Soms wel gevaarlijk, want hun tactiek was: zwakte heidense goden aantonen door heilige plaatsen te onteren
  • Uiteindelijk had de kerstening van West-Europa toch succes, er werden veel kloosters gesticht

Kloosters in het feodale stelsel

  • Kerk was erg rijk geworden door giften en veel rijke gelovigen schonken na hun dood landgoederen aan kloosters -> kloosters werden grootgrondbezitters
  • Taken van kloosters tijdens de Middeleeuwen:
    • Geestelijke functie: ze waren hoeders van het christelijke geloof
    • Sociale functie: monniken en nonnen zorgden voor armen/zieken/kinderen en gaven onderwijs
    • Boeken en teksten overschrijven en bewaren
  • Aken: politiek en cultureel centrum van Karels rijk
  • Karel zag zijn rijk als voortzetting van het RR en wilde ook andere aspecten laten herleven:
    • Geleerden moesten klassieke handschriften kopiëren -> Karolingische minuskel
    • Alcuinus van York werd leraar van kinderen van de keizer, schreef leerplan voor kloosterscholen (artes liberales, bestaande uit trivium en quadrivium)
    • => Karolingische Renaissance, vanwege grote belangstelling voor Klassieke Oudheid

§3.4 De islam in Europa

De islam in ontwikkeling

  • Mohammed (570-632)

    • 610: openbaring van Allah, woorden opgeschreven in de Koran
    • 622: hedsjra, begin islamitische jaartelling met vlucht van Mohammed uit Mekka
    • Steeds meer aanhangers, zodat Mohammed met volgelingen terugkeerde
  • Jihad: islam verspreiden, = heilige plicht van moslims

    • Grote (innerlijke) jihad: eigen zwakheden bestrijden, door bijv. 5x bidden
    • Kleine jihad: islam verdedigen tegen bedreigingen van buitenaf
  • Islamitisch grondgebied breidde zich uit, door veroveringsdrift en aantrekkingskracht islam
  • Joden en christenen hadden dhimmi-status, moesten gezag accepteren en extra belasting betalen, zodat ze met rust gelaten werden

Een verdeelde wereld

  • Verschillende stromingen en rijken

    • Kalifaat = gebied dat veroverd was door Arabische moslims
    • Omayyaden (661-750) met Damascus als hoofdstad, grootste omvang van het islamitische gebied
    • 750: verslagen door familie der Abassieden, alle Omayyaden gedood, behalve prins Abd el-Raham
    • Onder prins Abd el-Raham: islamitisch Spanje culturele bloei, tolerant klimaat (ook voor joden en christenen) -> vanaf 929 kalifaat van Córdoba, met als hoofdstad Bagdad met bureaucratie
  • Soennieten en sjiieten hadden verschil van mening over opvolger van Mohammed

Islam in Europa: strijd om macht

  • Moslimlegers probeerden vanuit Spanje Europa verder binnen te dringen

    • 732: Slag bij Poitiers
    • Motieven: machtsposities, niet religies
  • Tot 1492: Reconquista (strijd van christenen om Spanje te heroveren op moslims

Wetenschap en cultuur

  • 9e en 10e eeuw: hoogtepunt islamitische wetenschap

    • Veel belangstelling voor filosofische en natuurwetenschappelijke geschriften van de oude Grieken, vertaald in het Arabisch
    • Oprichting Huis van Wijsheid (bibliotheek en onderzoekscentrum, om klassieke geschriften te vertalen) door kalief Haroen al-Rashid
  • Filosoof Al-Kindi (801-873) introduceerde de Griekse filosofie en het gebruik van Indiase cijfers in de Arabische wereld
  • Onderzoek in de anatomie en astronomie: uitvinding astrolabium -> hogere medische kennis dan Europeanen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.