Geschiedenis van de VS

Geschiedenis
GESCHIEDENIS VAN DE VERENIGDE STATEN

Aantekeningen uit de les:
Beschrijvende ontwikkeling van de VS. De demografische geschiedenis van de VS begon ongeveer 10.000 voor Christus. (Azië en Amerika zaten aan elkaar) Aziaten gingen naar Amerika. (Zeespiegel was 100 meter gedaald).

1500 na Christus (1492) nam de autochtone cultuur Amerika over.

De indiaanse cultuur had zich al ver ontwikkeld zonder hulp.

Er kwam een einde aan de oorlog van Spanje tegen de Noren. Columbus kreeg 3 boten.
In recordtempo gingen mensen naar “het nieuwe land”, Amerika.

In de eerste helft van de 15e eeuw kwamen enorm veel Spanjaarders en Portugezen om nieuw Spanje op te richten. De paus bezocht Spanje (torde sillas) en dan wordt de streep getrokken. Dus de grens? Zuid-Amerika: rechts van 96 graden Portugees, oost westen Spaans. En het zelfde bij het Noorden (Canada niet echt).

De universiteiten zijn daar eerder gesticht dan hier in Nederland. De ontwikkeling gin daar zeer snel. De taalontwikkeling betekende ook de cultuurontwikkeling.

Tekstboek bladzijde 193:
1600 Het Noorden van Amerika kwamen de 1e kolonisten uit Noordwest Europa. (Engelsen, Fransen, Nederlanders, Etc.) In de loop van de 17e eeuw groeit de Europese kolonisatie daar in het Noorden.

1667 De Nederlandse aanwezigheid in Amerika verdwijnt door de vrede van Breda. Nederland verloor de handelsoorlog tegen Engeland en heeft toen New York ingeruild voor Suriname. Daar waren namelijk Rietsuikerplantages.

De Engelse kolonisatie krijgt definitief vorm. Door de protestantse geloofsoorlogen in de UK komt er een grote migranten beweging naar de VS toe.

WAPS White Angelsaksen Protestant Stock
De strijd tussen de protestanten en katholieken duurt een kleine 40 jaar. 1588 filips de 2e probeerde tevergeefs met de armada te komen.  protestantisering gaat door ontstaan van een zelfstandige Britse kerk (pres byteriaanse kerk). Van de vorst quikers etc. Ze werden vervolgd, men vluchtte om het eigen geloof te houden naar: Amerika. The freedom for faith. Er is namelijk geen geloofsvervolging in Amerika. Ze had een groot geloof conservatisme. In Europa ontstaat een vorstelijk absolutisme 1700  de vorst trekt alle macht naar zich toe. Een deel van de Franse protestanten vluchten naar Amerika en Canada. Er komt Politieke vrijheid in opkomst, 18e eeuw.
Tot ongeveer 1750 blijven de koloniën, vanaf toen begon het idee op te komen van onafhankelijke koloniën. Dan gaat men de gebieden als staten zien.
1776 onafhankelijkheidsoorlog
1783 Dan ontstaat er een grondwet. The fandingathers. Er komt ook een verklaring van de rechten van de mens Amerika is een onafhankelijke staat.

* 1 Indianen (Blz. 191)
Verschillende stammen van indianen
Indianen leefden in stammen. Ze hadden weinig/ geen contact met andere culturen. Hierdoor zijn er ook verschillen. Het bestuur - groep ouderen en dappere mannen
- mannen en vrouwen
- één leider

Overeenkomsten tussen de stammen
Overeenkomsten: - Ze geloofden dat geesten en goden alles in de natuur regelden
- Ze gebruikten de natuur erg goed
- Indianen waren trouw aan hun stam, ze deden alles samen.
- De natuur is van iedereen

* 2 Ontstaan van de VS (Blz. 192)
De komst van de Europeanen
1492 Europeanen kwamen weer, de indianen stonden machteloos met hun pijl en boog. Vooral de West- Europeanen; Engelsen Fransen en Spanjaarden.

Kolonisten vechten zich vrij en maken een grondwet
1775 of 1776 onafhankelijkheidsoorlog, 13 Engelse koloniën vechten zich vrij. Het gevolg hiervan is dat er een grondwet gemaakt moet worden. 1787 Was dit gebeurd. Iedere kolonie had zijn eigen grondwet en werd een staat genoemd. Samen waren ze de Unie van verenigde staten; VS.
Ze hadden Trias Politica:
- Uitvoerende macht: De President (+Vice-president 4jr.) Hij heeft Vetorecht, is staatshoofd v. h. kabinet, is leider van leger en vloot en benoemd ambtenaren.

- Wetgevende macht: Congres, Bestaat uit het senaat (daar zitten per staat 2 afgevaardigden 6jr.) en het huis van afgevaardigden, (aantal inwoners Per staat 2jr).
Congres keurt wetten goed of af, ook kan ze de president beschuldigen en afzetten. Het senaat moet alle benoemingen door de president goedkeuren.

- Rechtsprekende macht: De rechters, het hooggerechtshof. 9 rechters, door de president levenslang aangesteld. Ze moeten elke wet aan de grondwet toetsen. Het hooggerechtshof controleert op deze manier het congres en de president. De regering van de gehele Unie heeft alleen bevoegdheden op buitenlands en economisch politiek gebied. De staten regelen zelf het onderwijs, politie rechtspraak en het verkeer.

Hoe democratisch was de grondwet?
De sociale wetten in de grondwet van Amerika:
* Vrijheid van godsdienst
* vrijheid van meningsuiting
* Vrijheid de regering te vragen maatregelen te ondernemen
* Vrijheid te vergaderen
* Recht op wapens, om zichzelf te beschermen

Niet democratisch:
Niet alle burgers hadden het recht te kiezen en gekozen te worden, dat recht hadden alleen blanke meerderjarige mannen.
Er mochten geen veranderingen in de grondwet worden aangebracht, wel aanvullingen:
* Afschaffing slavernij (1865)
* Algemeen kiesrecht voor mannen ( 1870)
* Algemeen kiesrecht voor vrouwen (1920)
* president mag 1 maal herkozen worden (1951)

Partijen en Presidenten
In de VS is een twee- partijenstelsel: De Democraten (macht voor president en ministers groot) tegenover de Republikeinen (macht afzonderlijke staten groot).
De Verkiezingen: - 1st de voorverkiezingen, elke partij kiest een eigen kandidaat. Winnaar word presidentskandidaat, die trekken door het land om kiezers te winnen.
- Dan worden de presidentsverkiezingen gehouden. Er wordt per staat gestemd op de kiesmannen, hoe groter de staat hoe meer kiesmannen, het totaal aantal kiesmannen komt overeen met het aantal mensen uit het congres.

* 3 Uitbreiding naar het westen ten koste van de indianen (Blz. 195)
Trek naar het Westen
Het gebied Ten westen van de 13 staten (gebied tussen Appalachen en Mississippi) kwam onder bestuur van de Unie. Als er meer dan 5000 inwoners in een gebied waren mochten ze zelf een wetgevend lichaam kiezen, met meer dan 60.000 inwoners een grondwet opstellen en zich een staat noemen. De mensen die naar het westen trokken zijn Pioniers het gebied waar ze heen trokken was de Frontier; grensgebied tussen oude en nieuwe land, deze grens verschoof naar het westen.

Verdragen met de indianen blijken weinig waard
De regering heeft naar aanleiding van Henry Knox besloten, de indianen niet uit te roeien maar hen tot een beschaafd volk proberen te maken. In de eerste helft van de 19de eeuw tekenden de meeste stammen onder dreiging van een oorlog het verdrag. Daarbij deden ze afstand van hun grond gebied in ruil voor grond in Oklahoma. In Oklahoma konden de indianen alleen van de landbouw leven. Al spoedig bleek dat de verdragen voor de indianen weinig waard waren.

De definitieve oplossing voor het indianenvraagstuk
De indianen begonnen een uitzichtloze oorlog; bijna iedere grote slag liep uit in een nederlaag. Uiteindelijk gaven de indianen zich over en lieten zich in reservaten stoppen. Deze hadden vaak slechte grond, als blanken toch een deel van die grond wilden hebben, jaagden ze de indianen gewoon weg. Indianen die zich in de Amerikaanse samenleving wilden aanpassen kregen hiertoe geen kans. In de 19de eeuw werd 3kwart van de indianen gedood door blanken. Hun leus was: “geen betere indiaan dan een dode indiaan”. De indianen verloren hun cultuur in die reservaten.

* 4 Tegenstellingen leiden tot burgeroorlog (Blz. 198)
Groeiende tegenstellingen tussen Noordelijke en Zuidelijke staten
In het Noorden:Economisch: er was landbouw, maar geen tabak katoen of suikerriet. In het
noorden nam de industrie snel toe. De burgers wilden invoer rechten om de industrie te beschermen, vooral tegen Engeland.
Sociaal: Arbeid was vrij, soms was het wel zo dat ze langer moesten werken voor minder geld maar er was geen sprake van slavernij. Een deel van de bevolking was voor Afschaffing van slavernij, een ander deel was tegen uitbreiding van slavernij
Politiek: Grote macht van de centrale regering in Washington.

In het Zuiden: Economisch: er was weinig industrie, akkerbouw en veeteelt leverden hier de
belangrijkste producten op. Ze leverden de meeste katoen in de wereld. Het Z. wilde geen invoerrechten, ze juist handelden met Engeland.
Sociaal: Op de plantages werkten slaven. De burgers waren voor slavernij.
Politiek: Staten afzonderlijk macht.

Begin 19de eeuw waren de stemmen in het senaat tussen Noord en Zuid ongeveer gelijk. Maar in de loop van die eeuw komen er nieuwe staten bij.

Slavernij kwam vooral in het zuiden tot ontwikkeling
Eind 18e eeuw waren er al tegenstander van de slavernij, als Jefferson en Washington. Mede door de cottongin (een katoen ontpluis machine) steeg de vraag naar slaven. Maar in 1808 werd de slavernij door President Jefferson afgeschaft. Als gevolg hiervan begon de illegale slavenhandel vanuit Afrika en het Caribische gebied. De slaven leefden bijna allemaal in de Zuidelijke staten.
1790 mensentelling 4 miljoen mensen, zonder de indianen. 1860 4 miljoen slaven in het Z. ze werkten in steden en op plantages.

Groeiend aantal conflicten leidt tot een burgeroorlog
In het Noorden werd een nieuwe partij opgericht; (1854) De Republikeinse, deze was tegen de uitbreiding van de slavernij. De volgelingen waren noordelijk. 1833 ontstond er een anti-slavernij-vereniging onder leiding van Garisson. In zijn blad maakte hij zijn mening duidelijk, de aanhanger hiervan werden “abolitionisten” genoemd, er waren ruim 100.000 leden. Leden van de vereniging hielpen ook slaven te ontsnappen. Spanningen ontstonden bij het toetreden van nieuwe staten, het lag eraan of er wel of niet slavernij werd toegestaan.1857 Het hooggerechtshof bepaald dat zwarten geen burgers zijn, maar koopwaar en daarom geen klacht konden indienen. Ook werd gezegd dat zwarten geen rechten hadden die de blanke verplicht was te respecteren. Hiermee is slavernij overal mogelijk gemaakt. De bewoners van de nieuwe staten mochten zelf kiezen of ze slavernij wilden toestaan.

Bij de presidentsverkiezingen van 1860 werd de Republikein Lincoln tot president gekozen. De meeste zuidelijke staten wilden hem niet als president erkennen. Zij besloten uit de Unie van de VS te stappen. De Noordelijke staten waren daar fel tegen gevolg  Burgeroorlog. Er sneuvelden 618.000 mensen. Het Zuiden gaf zich uiteindelijk over op 9 April 1865. 5 dagen later werd Lincoln vermoord. De moord was een grote ramp. Lincoln was namelijk nog redelijk en gematigd. De opvolger van Lincoln zou het niet lukken om het Noorden en Zuiden te verzoenen.

Lincoln en de slavernij
In het begin van de oorlog was hij tegen het bevrijden van slaven. Zijn voornaamste doel van de oorlog was de Unie redden. Pas loop 1862 veranderde zijn instelling, oorzaak: de oorlog liep voor het Noorden niet zo goed en de ontvluchte slaven bleken goede hulp voor de troepen. Het was dus een militaire maatregel. In 1865 waren alle slaven vrij. Lincoln nu bekend als bevrijder van slaven.

* 5 Segregatie en industrialisatie (Blz. 203)
segregatie in het zuiden na 1865
Sociale en Politieke gevolgen van de burgeroorlog zijn; Segregatie. Dit houdt in dat het leven van de zwarten en blanken gescheiden zou worden, alles apart. De zwarten stonden onder de laagste blanke bevolkingslaag. De KKK (Ku Klux Klan) en de eis dat iedereen die ging stemmen moest kunnen lezen en schrijven hield veel zwarten weg van de stembus.
NAACP (National Association for the Advancement of Coloured People), een vereniging die op een vredige manier gelijke rechten voor blanken en zwarte wilde bereiken.

Snel economisch herstel
De VS herstelde economisch gezien erg snel van de burgeroorlog. Er ontstond weer handel tussen Noord en Zuid. De industrie ontwikkelde zich erg snel. De VS werd als groot voorbeeld gezien.

Communisme en socialisme krijgen weinig aanhang
In de VS kwam net als in Europa grote armoede voor toch kreeg het communisme en het socialisme weinig aanhang in de VS, de oorzaak:
* De blanke arbeiders lieten de zwarte arbeiders niet toe in hun vakverenigingen.
* 1860-1920 kwamen er 30 miljoen immigranten die ieder werk aannamen. Hierdoor was er grote
verdeeldheid onder de arbeiders.
* De arbeiders hadden meer hoop tot een betere toekomst
* In de VS waren niet-socialistische partijen al bezig met hervormingen en sociale wetgeving.

* 6 De jaren ’20: de tijd van de jazz? (Blz. 204)
De VS nemen geen deel aan de Volkenbond
Volkenbond is een bond die de vrijheid en de veiligheid van alle volken moet garanderen. Er moet sprake zijn van ontwapening en recht van alle volken om over hun eigen toekomst te beschikken. Hoewel het voorstel van de volkenbond van de Amerikaans president Wilson kwam, stemde het senaat tegen. Dit kwam doordat ze het te ver vonden gaan om tegen hun zin in betrokken te worden bij een oorlog. De bevolking wilde dus geen internationalisme maar Amerikanisme. Dus zo onafhankelijk mogelijk voor het eigen Amerikaanse welzijn zorgen.

Nieuw economisch tijdperk onder leiding van de Republikeinen
Er komt een nieuwe regeringspolitiek in de jaren ’20. Deze houdt in dat het zakenleven zoveel mogelijk met rust gelaten moet worden. En er weinig tot geen belasting door wordt betaald.

Een consumptiemaatschappij ontstaat
Het wordt een samenleving waar het er vooral om gaat de mensen zoveel mogelijk goederen te laten ge- en ver-bruiken. Dit wordt veroorzaakt door de reclame die mensen bepaalde dingen aanpraat. Ook wordt dit makkelijker doordat er afbetalingssystemen worden bedacht, makkelijker lenen.

vrees voor het communisme groeit
De Russische revolutie en communistische pogingen in 1917 zorgen voor veel angst bij de Amerikanen. Dit kwam doordat na de oorlogsjaren er een periode van onrust, stakingen en bomaanslagen uitbrak in de VS. Die onrust werd vooral gezocht in activiteiten door communisten. Terwijl de werkelijke oorzaak ergens anders lag:
* 4,5 miljoen ontslagen soldaten, die zonder hulp weer aan de bak moesten
* Lange werktijden
* Ongezonde werkomstandigheden
* Prijzen die meer stegen dan de lonen 
* Stakingen
* Zwarten en nieuwe immigranten die voor zeer lage lonen gingen werken en de plaats van stakende arbeiders gingen innemen, wekte ergernis.

Er was argwaan tegenover de immigranten en mensen die kritiek hadden op de Amerikaans samenleving.

Zwarten trekken naar steden, discriminatie neemt toe
De zwarte trekken na de 1e WO massaal naar de steden in het Noorden in de hoop dat daar een einde aan de armoede en discriminatie zou zijn. Maar ze kwamen in overvolle getto’s terecht. De huren waren hoog, de lonen waren laag, de kindersterfte was hoog en er was te weinig onderwijs. In het Zuiden waren de omstandigheden nog slechter. De blanke namen de jazzmuziek van de zwarte over.

De VS worden tijdelijk “drooggelegd”
1919 Verbod alcoholhoudende dranken te verkopen het te vervoeren. In 1933 werd de wet afgeschaft.

Boeren beleven moeilijke tijden
Tijdens de oorlog konden de boeren veel naar Europa uitvoeren, maar na de oorlog viel deze markt weg. Hierdoor ontstond enorme overproductie, het gevolg is dat een half miljoen boeren hun baan verloren. Door de industrialisatie ontstond meer werkeloosheid en nog meer overproductie.

Intellectuelen, schrijvers en kunstenaars wijken uit naar Europa

Verklaring voor de verschillende reacties, stad en platteland botsen met elkaar
Platteland, ’20 het laatste grote verzet te zien van blanken tegen het denken en handelen van de mensen in de grote steden. Ze zagen dat veel mensen in de grote stad gingen wonen, en zagen de stad als aanstichter van het kwaad, misdaad en stakingen kwamen er namelijk voor.
Plattelandse denkbeeld: een Amerikaan is protestant, afkomstig uit West-Europa en afkerig van veranderingen die zijn levenswijze bedreigen. Ze gaven de schuld aan Zuid- Europeanen, in de steden woonden namelijk mensen van verschillende afkomst en culturen. Daar was door de industrialisatie veel meer veranderd dan op het platteland. De stedelingen waren als gevolg van de industrialisatie meer aan veranderingen gewend.

Wat bleef hetzelfde in de jaren ‘20
* De armste groep boeren bleven de Indianen.
* De welvaart bleef zeer ongelijk verdeeld.
* De meeste blanke Amerikanen bleven hopen dat welvaart voor het was weggelegd, hierdoor werd
de onverdeeldheid draaglijk.

* 7 Van crisis tot depressie (Blz 207)
1929: de economische crisis begint
1928 Hoover president, Republikein. Aantal maanden na zijn ambtsaanvaarding begon de afzet van auto’s te stokken, mensen wilden hun aandelen kwijt, de koersen begonnen dramatisch te zakken en iedereen wilde nu zijn aandelen kwijt, 1929 stortte wall street in elkaar; de beurs.

Hoe ontstond de crisis
Het van kwaad tot erger. 1933 25% van de bevolking, 15 miljoen mensen waren werkloos.
Een slechte inkomensverdeling
Jaren ’20, driekwart van de bevolking had een inkomen van het toenmalige minimumloon of lager.
Overproductie
Industrie: De vraag bleef achter bij het aanbod. Hierdoor werden arbeiders ontslagen, de winst daalt
Landbouw: door industrialisatie  ook overproductie gevolg: Prijzen daalden, boeren konden hun bedrijf niet draaiende houden. Ze gingen naar banken voor hulp.
Een te groot vertrouwen in de economische ontwikkeling
Steeds meer mensen gingen aandelen kopen, hierdoor stegen de prijzen van de aandelen. De mensen die geen geld hadden gingen naar de bank om geld te lenen en dan aandelen te kunnen kopen.
Onvoldoende controle op de activiteiten van de banken
De banken hadden al het geld dat ze hadden en zelfs meer, aan de mensen uitgeleend. In normale tijden is dit geen probleem, maar omdat tijdens de crisis de mensen hun cheques of gestorte geld wilden ophalen kon dat niet, omdat er niet genoeg geld was.

De depressie
Depressie is een economische teruggang. Bedrijven gingen failliet, inkomen daalde, lonen daalden, ook voor Europa was het merkbaar, geen handel

* 8 F.D. Roosevelt bestrijdt de depressie (Blz. 209)
Roosevelt, democraat werd presidentskandidaat. Hij wil/ vindt:
- het bedrijfsleven teveel invloed heeft gekregen ten koste van anderen.
- De regering moet zich meer met op bedrijfsleven gaan richten.
- Nationale solidariteit; meer denken aan de arme boeren en arbeiders.
Hoover zegt dat:
- Roosevelt’s ideeën On- Amerikaans en demagogisch zijn
- En dat hij de bevolkingslagen tegen elkaar opzet.
Roosevelt wordt president.

De eerste New Deal
Betekende dat de overheid actie ging ondernemen, heel veel actie zelfs.
Herstel vertrouwen in banken
Alle banken gingen een week dicht. Zwakke banken werden definitief gesloten en sterke werden aangevuld. In plaats van al het geld van de bank af te halen gingen de mensen het geld weer brengen.
Steun aan de boeren
Boeren die het overschot hielpen wegwerken, door de productie te beperken kregen subsidie. Daardoor zouden de prijzen weer stijgen en de koopkracht van de boeren toenemen. Dit werkte vooral voor de grote boeren, voor de kleine was er weinig tot geen verbetering.
Het bedrijfsleven wordt aangespoord afspraken te maken en na te leven
Het Doel van de afspraken was het tegengaan van overproductie en slechte werkomstandigheden. De bedrijven die eraan mee wilden doen moesten zich aansluiten bij de NIRA. Dit was hun eigen keuze en ging op een harmonische manier. Deze methode werd geen succes doordat kleine bedrijven vonden dat grote een groter voordeel hadden. En de consumenten waren ontevreden doordat de prijzen gestegen waren.
Met grote projecten worden werklozen aan werk geholpen
Een voorbeeld hiervan is in 1935 het WPA (World Progress Administration) Van 1935 tot 1943 konden ze maar een kwart van de werklozen helpen.

De tweede New Deal
Het harmoniemodel wordt vervangen door een conflictmodel
Roosevelt wilde hervormen. Hij wil het kapitalistische stelsel behouden maar dat kan alleen als de uitwassen ervan worden bestreden. 1934 Roosevelt word herkozen.
Vanaf die tijd werd het bedrijfsleven niet meer gevraagd om mee te doen, maar gedongen door middel van wetten. Dus geen harmonie meer ( eerste New Deal) maar conflict (tweede New Deal).
Geboorte van de verzorgingsstaat in de VS
1935 werd de SSA (Social Security Act) ingevoerd. Het begin van de verzekeringen. Maar niet iedereen viel daaronder. Dit geld werd door werknemer maar ook vooral door werkgevers opgebracht. Ze gingen met deze zekerheid niet zo ver als in Europa.
De positie van de vakbonden wordt versterkt
De regering probeert de positie van de vakbonden te versterken. Roosevelt vond dat tegenover de werkgevers vakbond ook een werknemers vakbond zou staan. Door middel van een wet probeerde hij hiermee al te helpen. 1935 NLRA (National Labor Relations Act), hierin stond dat werknemers d.m.v vertegenwoordigers met de werkgeversvakbonden mochten onderhandelen.
Big Gouvernement onder leiding van Roosevelt
De macht was verdeeld tussen Big Business (jr ’20) Big Labor (werknemers vakbond) en Big Government (overheid, door New Deal gevormd). Door wetten kreeg de overheid en hele grote invloed op het bedrijfsleven. Om dit na te leven waren er dubbel zo veel ambtenaren nodig.

De laatste jaren van de New Deal
1934-1936 Botst Roosevelt met grondwet, een aantal New Deal wetten in conflict met grondwet. Hij wil het Hooggerechtshof uitbreiden (om stemmen vóór New Deal te krijgen) dit wordt verworpen.
Oorlogsdreiging leidt tot einde New Deal
1939 Wordt de New Deal afgeschaft. Dit was de eis van het Zuiden want alleen dan wilden ze Tegen het Nazi-Duitsland vechten. Dit vond Roosevelt nodig omdat hij het zag als gevaar van buitenaf.

Betekenis van Roosevelt en de New Deal
Roosevelt was groot doordat hij taken had, De depressie en de oorlog. Toen de depressie was opgelost begon er meer kritiek tegen hem te komen. Maar doordat toen net de oorlog begon stonden de mensen weer achter hem. Telkens bij een crisissituatie gaven de burgers hun president onverdeeld steun. Roosevelt nam de minderheden erbij, benoemde ook joden zwarten etc. op hoge functies. Hij deed geen extra dingen voor zwarten klinkt achteraf als verwijt, maar toch zijn de zwarten massaal achter hem gaan staan en weg van de partij van Lincoln. Dankzij Roosevelt had het volk weer vertrouwen in de toekomst.

* 9 De macht van de presidenten sinds 1945 (Blz. 213)
Verzet tegen de binnenlandse politiek van Roosevelt en Truman
Nadat Roosevelt het beleid veranderd heeft door grote zakenlieden te benoemen kwam er toch veel verzet tegen zijn binnenlands beleid:
* De midden- en boven- laag klaagden over de greep van de vakbonden op de politiek en eco.
* Christelijke en conservatieve Amerikanen waren niet blij met de samenwerking met het goddeloze
en communistische Rusland (toen Sovjet-Unie)
* Amerikaanse zwarten die aan het front streden eisten gelijke rechten.

Roosevelt sterft in 1945, hij wordt opgevolgd door Truman. Truman behield de binnenlandse economie van Roosevelt maar noemde hem Fair Deal. Hij stelde zich veel harder op tegen de Russen. Hij wist de positie van de zwarten te verbeteren. 1848 wint hij onverwachts de verkiezingen. 1952 Eisenhower, republikein wint de verkiezingen.

Eisenhower, een populaire president met een gematigd beleid
Hij zette het buitenlandse beleid van Truman voort. Binnenlands gezien bleef de New deal grotendeels gehandhaafd.

Op economisch gebied wilde Eisenhower niet veel doen, hij vond dat het bedrijfsleven zijn eigen gang moest gaan. Sociaal gezien dacht hij niet dat wetten het denken en doen van mensen zomaar kon veranderen hij deed dus niets aan het verschillen tussen de blanken en gekleurde. Maar het Hooggerechtshof nam het hef in eigen handen en schafte de apartheid tot verbazing van het Zuiden en Eisenhower af.

Kennedy’s beleid wordt gedwarsboomd
1960 Kennedy wordt president, een democraat. Hij had grote plannen op binnenlands gebied:
De Amerikanen moesten naar de “New Frontier” trekken; het bestrijden van de navolgen van de New Deal; armoede werkloosheid en rassendiscriminatie. Kennedy diende veel wetsvoorstellen in maar het Congres, een meerderheid vormend door Republikeinen en conservatieve Democraten waren tegen Kennedy. Hij maakte afspraken met het bedrijfsleven de prijzen en lonen niet te heffen om een betere concurrentie positie te winnen. Dan hoefden de belastingen niet verhoogd te worden.
De werkeloosheid daalde hierdoor.

Civil Right Acts (wet) maakte hij de apartheid volledig ongedaan ook in de Zuidelijke staten, Maar ook deze werd afgewezen. November 1963 werd Kennedy vermoord. Hij werd opgevolgd door Johnson.

Oorlog in Vietnam belet Johnson zijn “Great Society” tot stand te brengen
1964 won Johnson de verkiezingen. Hij had een binnenlands politiek plan “Great Society”. Het Doel ervan was bestrijding van armoede. Dit dmv de verzorgende taak van de overheid uit te breiden. Dit werd aanvaard, onder een ander Congres dan bij Kennedy. Door de Vietnamese oorlog kon Johnson zijn plan niet geheel tot stand brengen. Johnson lukte het om de Civil right acts te aanvaarden, kiesrecht voor zwarten bevorderen. Maar de N- W- Amerikaanse zwarten wilden economische gelijkheid. Er kwam veel kritiek op Johnson. Hij stelt zich niet verkiesbaar.
1968 Martin Luther King vermoord, broer van J.F. Kennedy vermoord.

Nixon: Succes in de buitenlandse politiek, maar ten onder aan corruptie
Nixon wint verkiezingen. Wil deelstaten meer macht geven, kabinet minder. In praktijk gebeurde hier niet veel mee. Hij gaf geen aandacht aan de arme zwarten. Een deel van de zwarten hadden zich opgewerkt naar de middenklasse, die wilden de armen niet steunen; Verdeeldheid. Buitenlandse politieke successen: Goede betrekkingen tussen China en de VS.
Goede betrekkingen met de SU.
1972 wordt hij herkozen, hij werd gedwongen af te treden, dit is nooit eerder gebeurd, oorzaak: corruptie.

Ford en Carter: weinig slagvaardig
In de periode van Roosevelt tot Nixon was de macht van de President toegenomen. Als gevolg van Nixon wil men de macht van de president gaan beperken. Tweede helft ’70 economie liep achteruit, slagvaardig beleid nodig. Ford volgt Nixon op, hij wordt verstoten door Carter.

Reagan als wonderdokter
1980 Reagan president, hij was is republikein. Minder geld voor sociale voorzieningen. Belastingen verlaagd, defensie versterkt. Steunde het bedrijfsleven. Individu moet meer op eigen benen staan.

Van Bush tot Clinton
1988 Bush gekozen. 3 problemen bleven:
* De slechte omstandigheden tussen blanken en zwarten bleven.
* Het begrotingstekort bleef
* Er was een stijgende werkeloosheid
Door de grote binnenlandse problemen wilde Bush zich een naam geven door op buitenlands gebied vooruitstrevende overwinningen te behalen:
* verdrag over wapenvermindering met SU
* Winst Koude Oorlog
* verdreef Irakese troepen uit Koeweit

Verkiezingen 1992 Clinton wint, democraat. Ook Clinton werd door het Congres tegengewerkt. Tegen de zin van Clinton werden wetsvoorstellen aangenomen. Clinton gebruikte geen vetorecht omdat hij anders alleen meer tegenstanders kreeg in het Congres.

Verkiezingen 1996 Clinton wordt herkozen. Hij sloot goede compromissen met de republikeinen. Ondanks zijn vele affaires schoorde hij goed in de opiniepeilingen.

Presidenten:

1860 werd de Republikein Lincoln tot president

1924 Wilson kwam, ’20 Republikeinen
1928 Hoover Republikein
19… Roosevelt, democraat 3x herkozen NEW DEAL 1 en 2
1945 (Dood Roosevelt,) Truman volg hem op
1948 Truman Democraat FAIR DEAL
1952 Eisenhower , republikein

1960 Kennedy democraat.
1963 (werd Kennedy vermoord). Hij werd opgevolgd door Johnson.
1964 Johnson Democraat GREAT SOCIETY
1968 Nixon wint verkiezingen
1972 Herkozen, afgezet, corruptie. Ford volgt Nixon op.
1976 Carter
1980 Reagan republikein
1988 Bush Sen.
1992 Clinton wint, democraat.
1996 herkozen

Paragraaf
1: De indianen
2: 1500 Ontstaan en Bestuur van de VS
3: 1600 1700 Uitbreiding van kolonisatie naar het westen
4: 1860 Burgeroorlog N- Z door slavernij, meningsverschil en Lincoln.
5: 1865 Segregatie en industrialisatie (slaven vrij)
6: 1920 consumptiemaatschappij, verschil platteland en stad, getto’s.
7: 1929 economische crisis, depressie. Overproductie banken aandelen positivisme
8: 1930 Roosevelt New Deal, bestrijding depressie. 1e is harmonie 2e is conflict, gedwongen.
9:1945 presidenten blijvende economische problemen.