Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Gele reader: periodisering

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 1186 woorden
  • 21 augustus 2008
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
8 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Geschiedenis samenvatting

De tijd van jagers en boeren

Ongeveer 8000 voor Chr. leefde de mensen van jagen en het verzamelen van voedsel. Ze trokken rond en hadden dus geen vaste woonplaats. Zo’n samenleving heet een samenleving van jagers en verzamelaars.
Met de komst van de landbouw ontstonden er landbouwsamenlevingen. Er zijn veel verschillen tussen de samenleving van jagers en verzamelaars en landbouwsamenleving:
• De boeren woonde op een vaste plaats

• Er was bestuur nodig om alles goed te regelen
• Er kwamen ook nieuwe beroepen die de mensen gingen uitoefenen, daardoor kwamen er ook nieuwe uitvindingen.
Na de loop van de tijd ontstonden er steden, die ontstonden langs de rivieren de Eufraat, Trigis en de Nijl. In de steden woonde bestuurders, priesters en handwerkslieden en handelaren.
Het schrift rond 3000 voor Chr. eindigt de prehistorie.

De tijd van de Grieken en Romeinen

Na 3000 voor Chr. ontstonden op verschillen plaatsen bloeiende beschavingen. In die beschavingen speelden steden, nijverheid en handel een grote rol  landbouwstedelijke samenleving.
De Romeinen namen veel dingen van de Grieken over: de bouwkunst, goden en de manier van denken. De Griekse wetenschap was zelfs de basis voor de wetenschap die we tegenwoordig nog kennen. Veel volkeren namen de gewoontes en kennis van de Grieken en Romeinen over.
Door de handel en veroveringen verspreide de Romeinse cultuur zich over Europa, op de zelfde manier is het christendom verspreid. In het begin was het geloof verboden in het Romeinse rijk maar later was het de enige toegestane godsdienst.
De periode 3000 voor tot 500 na Christus wordt ook wel de oudheid genoemd.
De periode eindigde met de val van het West-Romeinse rijk. (rond 500 na Chr.)

De tijd van monniken en ridders

De periode van 500 tot 1500 is de periode van de Middeleeuwen. De periode begon met de val van het West-Romeinse rijke eindigde met de ontdekkingsreizen en de splitsing van de Christelijk kerk.

De tijd van monniken en ridders is het 1ste tijdvak van de deze periode. Mensen leefden weer van de landbouw, dat kwam omdat veel steden in verval raakte en er was bijna geen handel over grotere afstanden.
Er ontstonden een hofstelsel, waarin de boeren hun zelfstandigheid kwijt raakte en als horige moesten werken in ruil voor bescherming. Om zijn rijk goed te kunnen besturen stelde de koning het leenstelsel in: leenmannen krijgen een stuk land in leen van de koning. In ruil daarvoor moesten ze trouw zijn aan de koning en hun gebied besturen en rechtspreken, in de tijd van oorlog moesten de leenmannen hun leenheer helpen.
In Europa werd het christendom steeds belangrijker, vooral d kloosters speelde een belangrijke rol bij het verspreiden van het geloof. In het midden oosten kwam een ander belangrijk geloof: de islam, in deze periode verspreide de islam zich over Noord-Afrika en Spanje.

De tijd van steden en staten

De tweede helft van de Middeleeuwen (vanaf 1000), na de handel weer toe. Door verbeteringen in de landbouw en de toegenomen handel, ontstonden er nieuwe steden. De burgers wilde hun stad zelf besturen, en zelf zoveel mogelijk regelen: zelf wetten maken en rechtspreken, dat was geregel met de stadsrechten. In de steden leefde naast handelaren ook ambachtslieden, die lid werden van gilden.
Er ontstonden grotere gebieden die vanuit één centraal punt werden bestuurd. Het was het begin van enkele Europese staten die nog steeds bestaan. In deze periode was er een strijdt tussen de kerk en de staat: het idee bestond dat de kerk zich alleen met godsdienstige dingen moest bezig houden de dat vorsten verantwoord waren voor bestuur, rechtspraak en oorlogsvoering.

De tijd van ontdekkers en hervormers

Als de in 1500 de Middeleeuwen zijn afgelopen begint de Vroeg-moderne tijd. In die tijd veranderde veel: de geleerde bestuurde de boeken en kunstwerken uit de Griekse en Romeinse tijd daardoor kregen ze een ander mensbeeld, waarin minder nadruk op het geloof lag en meer aandacht kwam voor de mens en het leven op aarde. Deze periode van grotere aandacht voor de presentaties van de Grieken en Romeinen heet de Renaissance.
In de Renaissance werden nieuwe gebieden en vaarroutes ontdekt, twee beroemde ontdekkingsreizigers zijn: Columbus en Vasco da Gama.

In de christelijke kerk ontstond een splitsing: de katholieken en de protestanten. Deze ruzie viel samen met de opstand tegen de Spaanse koning Filips II. Na een lange periode van gevechten en wreedheden kwam de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden tot stand.

Tijd van regenten en vorsten

Rond 1600 ontstond als gevolg van Europese ontdekkingsreizen en veroveringen overzee een echte wereld economie. De Nederlanden speelden hierbij een grote rol, een voorbeeld daarvan is dat Amsterdam de grootste stapelmarkt was.
Door de winst van de VOC en de WIC leefde de Nederlanders in een gouden eeuw. Door de toegenomen kennis was er sprake van een wetenschappelijke revolutie.
Het bestuur van die tijd bestond uit: Rijke burgers (regenten), zij bestuurde de verschillende gewesten. In andere landen hadden de vorsten absolute macht.

De tijd van pruiken en revoluties

In de 18de eeuw was Frankrijk een standensamenleving met een absoluut vorst. Verlichte denkers hadden een nieuwe opvatting over het bestuur: zij hadden het over vrijheid, gelijkheid en in spraak in het bestuur. 1789 brak een opstand uit tegen de oude regering.
Tijdens de Franse revolutie werd de standensamenleving afgestraft en werden grondaspecten als gelijkheid, vrijheid en inspraak in het bestuur vast gelegd in de grondwet.
1799 greep Napoleon de macht in Frankrijk. Hij zorgen voor verspreiding van de vernieuwingen naar de lande die hij veroverde. In de Nederland bestuurde zijn broer Lodewijk Napoleon als koning, hij moderniseerde bijvoorbeeld de rechtspraak.
Ook in Amerika was er een revolutie waarin vrijheid centraal stond. In de Amerikaanse Vrijheidsoorlog vochten de Engelse kolonisten zich los van Engeland. Hun nieuwe land was de VS, ze krijgen een grondwet die gebaseerd was op de verlichting, de scheiding van machten stond hierin centraal.

De grondwet gelde niet voor de slaven, die vooral op de plantages in het zuiden werkte. Er kwamen groepen mensen die de slavernij wilden afschaffen. Mede door de slavernij ontstond er een burgeroorlog tussen de noordelijke staten, die tegen de slavernij waren en de zuidelijke staten. De noordelijke staten wonnen en in 1865 werd de slavernij afschaft.

De tijd van burgers en stoommachines

Eind van de 18de eeuw ontstond in Engeland de Industriële revolutie. Door de komst van fabrieken en de groei van de steden veranderde de hele samenleving. Arbeiders richten vakbonden en politieke partijen op. In de NL kwam de industrialisatie pas in het midden van de 19de eeuw op gang.
Sinds 1815 was NL een constitutionele monarchie. De liberale zorgen in 1884 voor de grondwet die de koning minder de het parlement mee macht gaf.
Er kwamen verschillende groepen die inspraak eisten:
• socialisten, zij kwamen op voor de arbeiders en eisen uitbreiding van het kiesrecht.
• Confessionele, eisten dat de overheid ook de bijzondere school betaalde.
• Feministen, zij streden voor de rechten van de vrouwen.
Na 1870 begon de race om wie de meeste kolonies had. Nationalistische gevoelens en de behoefte aan grondstoffen en afzetmarkten voor de nieuwe industrie speelde bij dit moderne imperialisme een grote rol.
NL had ook een kolonie: Nederlands-Indië. De Europeanen vonden de Europese beschaving beter dan die van andere landen, dit leidde vaak tot openlijk racisme.
De periode vanaf 1870 wordt ook wel de Moderne tijd genoemd.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.