Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Franse Revolutie

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 239 woorden
  • 31 oktober 2015
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
3 keer beoordeeld

De Franse revolutie in een notendop.

De standen.

1e stand

2e stand

3e stand

1% v/d bevolking

10% grond

- geestelijkheid

Bisschop, kardinaal, pastoor, priester, monnik, enz.

- Geen belasting betalen   (Ze doen een gift aan de staat, meestal lager dan de belasting die ze eigenlijk moeten betalen), wel belasting innen.

-voorrechten!

1,5% v/d bevolking

20% grond

- adel

Markies, graaf, paus, hertog, enz.

-betalen weinig tot geen belasting.

-belangrijke functies in de kerk, het bestuur en het leger.

-voorrechten!

97,5% v/d bevolking

- burgers en boeren

Advocaat, dokter, bankier, koopman, boer, smid, schoenlapper, enz.

Rijke burgers = bourgeoisie.

- betalen veel belasting.

- plichten!

Boer: Mislukte graanoogst -> weinig inkomen -> honger.

Smid: Mislukte graanoogst -> hoge graanprijzen -> duur brood -> honger.

Advocaat: Waarom hebben wij geen macht?

 

3 fases van een revolutie.

1. De bestaande regering wordt verdreven (Koning Lodewijk) en de gematigde hervormers (Bourgeoisie) krijgen de macht in handen. Ze wilden veel veranderen, maar niet te snel en met zo weinig mogelijk geweld.

2. De gematigde hervormers kunnen de macht niet in handen houden. Zij worden verdreven door de radicale hervormers (Robespierre). Ze willen snel veel veranderen en doden tegenstanders.

3. Door het geweld van de radicalen ontstaat chaos in het land. De kan is dan groot dat een sterke man (Napoleon) de macht grijpt.

Revolutie: een groten verandering in een samenleving, die in korte tijd plaatsvind.

Revolutionairen: mensen die een revolutie uitvoeren.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.