Franse Revolutie

Revolutie:
Revolutie = een grote verandering in een samenleving die in een korte tijd plaatsvindt.
- Meestal gaat het over een revolutie op politiek gebied.
=>de ene bevolkingsgroep neemt ,meestal met geweld, de macht van de andere bevolkinggroep over.
=> de nieuwe regering voert daarna veel belangrijke veranderingen door in de samenleving.

Revoluties verlopen vaak in drie fasen:
- De eerste fase: de bestaande regering wordt verdreven en gematigde hervormers krijgen de macht in handen. Deze gematigde hervormers willen wel veel veranderen, maar niet te snel en met zo weinig mogelijk geweld.
- De tweede fase: De gematigde leiders kunnen de macht niet in handen houden. Zij worden verdreven door radicale hervormers. Deze radicale willen snel veel veranderen en doden tegenstanders.

- De derde fase: door het geweld van de radicalen ontstaat chaos in het land. De kans is dan groot dat een sterke man de macht grijpt

De overeenkomsten tussen revoluties:
• Tijdens een revolutie groeien de nationale gevoelens onder de bevolking
• De revolutionairen willen hun ideeën in het buitenland verspreiden.


De Franse Revolutie:
Voor de revolutie:
Onder het Oude Regime verstaan we het bestuur van de Franse koningen uit de 18e eeuw. Dit Oude Regime had de volgende kenmerken:
- Autocratie ( alle macht in handen van de kon ing)
- Ongelijkheid van mensen op politiek, economisch en sociaal gebied

Oorzaken:
- De voorrechten van de geestelijkheid;
o Heel veel grond, weinig mensen (10%-1%)
o De kerk mocht alle Fransen belasting laten betalen. De kerk zelf hoefde geen belasting te betalen.
- De voorrechten van de adel;

o Heel veel grond, weinig mensen (20%-1,5%)
o De edelen hoefden bijna geen belasting te betalen.
o De hoge edelen kregen de belangrijke functies in de Kerk (bisschop), het bestuur en het leger
- Het land wordt slecht bestuurd;
o De regering kon de schulden van het land bijna niet meer betalen.
o Het ambtenarenapparaat werkte slecht. (voor veel geld een ambtenaren functie, geen opleiding=> slecht werk)
o De rechtspraak in het land was oneerlijk. Mensen konden zomaar in de gevangenis gezet worden.
o De koning bestuurde niet goed.
=>
- De klachten van de boeren; Zij wilden meer grond en een eerlijker verdeling van de belastingen. Ook wilden zij afschaffing van verplichting aan de adel
- De klachten van de stedelijke werklieden; Zij moesten lange n hard werken, heel vaak onder ongezonde en onveilige omstandigheden. Het loon dat ze voor hun werk kregen, was erg laag.
- De klachten van de Bourgeiosie; De prijs voor een adellijke titel werd onbetaalbaar. Ze moesten wel belasting betalen en de adel en de geestelijkheid niet of nauwelijks; er was geen vrijheid van meningsuiting en drukpers; de kooplieden hadden bij hun werk te weinig vrijheid.


De eerste fase:
In 1789 riep de koning de Staten Generaal bijeen, omdat hij vond dat de adel meer belasting moesten betalen. Iedere stand kreeg bij het stemmen 1 stem, daar was de derde stand het niet mee eens. Zij vonden dat er per hoofd geteld moest worden, omdat zij met veel meer waren. De vertegenwoordigende leden van de Derde Stand kwamen in Verzet. Zij riepen zichzelf uit tot Nationale Vergadering. (er moest een grondwet komen) Zij namen met de steun van de armen van Parijs en de boeren de macht over van de koning en de edelen:

De voorrechten van adel en geestelijkheid werden afgeschaft. Het grondbezit van de Kerk werd haar afgenomen en de geestelijken kregen een salaris van de regering. Er kwamen een Verklaring van de rechten van de mens en de burger en een grondwet, daarin werden de ideeën van de verlichters over vrijheid en gelijkheid in artikelen vastgelegd.
Reactionairen (edelen en hoge geestelijke) zij vonden dat de hervormingen veel te ver waren gegaan.
Radicalen (een klein deel van de bourgeoisie en de minder rijke burgers van Parijs) zij wilde nog meer hervormingen. Zij wilde een republiek, stemrecht voor iedereen, verhoging van de lonen, verlaging van de prijzen.
20 juni 1791 wilde de koning vluchtten, om zich aan te sluiten bij Franse edelen en steun te krijgen van andere koningen. Maar hij werd gesnapt en moest terugkeren. Dat had twee gevolgen:
- De meeste mensen waren nu tegen de koning (eerst alleen radicalen)
- De angst voor een buitenlandse inval om de koning te helpen groeide.
=> om de nationale gevoelens te verenigen wilden de Franse revolutionaire regering zelf een oorlog beginnen, zij vielen Oostenrijk aan (1992), maar Pruisen kwam Oostenrijk te hulp
=> de koninklijke familie werd vermoord, het paleis werd bestormd en de koning werd afgezet. In 1993 kwam Lodewijk zich verdedigen tegen de beschuldiging van landverraad: een zeer kleine meerderheid, o.a. Robespierre vonden dat Lodewijk moest sterven.
=> door de executie van Lodewijk schrokken ook ander landen en schoten ze Oostenrijk en Pruisen te hulp.
=> de Franse regering dacht dat iedereen de regering zou steunen, maar de reactionairen edelen en geestelijken kregen de steun van veel boeren, die vonden dat de Parijzenaars te veel te vertellen hadden.


De tweede fase:
De gematigde revolutionairen vonden dat er genoeg was veranderd. De radicalen wilden nog meer veranderen. Dankzij de steun van de arme Parijse bevolking hadden de radicale van 1793 de meerderheid in de Nationale Vergadering. Zij stelden de vijanden van de gematigden terecht. (de Terreur; het terrechtstellen van de vijanden van de revolutie) Zij verbeterden het bestuur en het leger in Frankrijk en versloegen de buitenlandse legers en hun Franse bondgenoten:

- Naar alle delen van Frankrijk werden afgevaardigden gestuurd, om erop toe te zien dat de bevelen van de regering goed werden uitgevoerd.
- Als eerste land in de geschiedenis voerde Frankrijk de algemene dienstplicht in.
- Het Franse leger werd beter georganiseerd. Officier kon je allen worden als je daarvoor bekwaam was.
Na de terrechtstellingen van niet alleen gematigde, maar ook radicalen beschuldigd en zonder rechtspraak vermoord
=>
De mensen waren het niet meer eens met de radicalen en Robespierre werd vermoord.
=>


De derde fase:
De bourgeoisie wist de macht weer in handen te krijgen. De nieuwe regering voelde niets voor democratisch ideeën. In de jaren 1795-1799 had die regering veel problemen:
- oorlog met het buitenland
- oorlog met de adel
- bestuurders dachten vooral aan zichzelf
Na deze periode van chaos besloot in 1799 een generaal (Napoleon), gesteund door zijn troepen, zelf de macht in handen te nemen. Er kwam nu een bestuur door één man (autocratie) (tot 1815)

Napoleon
Napoleon heeft d.m.v. zijn veroveringen een aantal ideeën van de Franse Revolutie over een groot deel van Europa verspreid, daarbij was o.a. de verspreiding van de wetgeving (Code Napoleon) belangrijk, de belangrijkste punten daaruit waren:

- Iedereen was gelijk voor de wet, Iedereen moest een bepaalde baan kunnen krijgen en voor een misdaad moest iedereen dezelfde straf krijgen
- Mensen mochten niet meer gevangen worden genomen zonder dat er (in het openbaar) een rechtzaak op volgde. De beschuldigde kreeg d e hulp van een advocaat en mocht getuigen meebrengen om zich te verdedigen
Napoleon moest niet hebben van een aantal idealen van de Franse Revolutie: parlement, algemeen kiesrecht en vrijheid v. meningsuiting. En ook ongelijkheid bleef nog veel bestaan.

De overblijfselen van de Franse Revolutie:
- Hervormingen zoals de Code Napoleon bleven bestaan.
- Er kwamen grondwetten, waardoor de macht van de koningen kleiner werd.

Napoleon vergeleek zichzelf met Hannibal en Carolis Magnus ( Karel de Grote)

De koningen in Europa moesten niets hebben van de meeste ideeën van de Franse Revolutie. Zij waren bang door die ideeën hun macht kwijt te raken.

Grondwet:
Er komt een constitutionele monarchie: een bestuursvorm, waarbij een persoon de macht heeft, maar waarbij die macht wel beperkt is.


Tijden: alle jaartallen van de stencils, alle jaartallen uit het boek
1777 een lege schatkist voor de koning
5 mei 1789 opening van de standen vergadering
20 juni1789 De eed in de kaastsbaan (nationale vergadering)

14 juli 1789 Bestorming van de Bastille
Augustus 1787 Boeren vallen op het platteland kastelen aan
4+5 aug 1789 Nationale Vergadering; adel en geestelijkheid doen af van hun privileges.
=> de grond van de kerk wordt verkocht aan de bourgeoisie en boeren.
26 aug 1789 De Nationale Vergadering stlede de onderstaande verklaring op. (koning weigert hem te tekenen)
5 oktober 1789 Het volk van Parijs gaat de koning halen.
=> koning tekent Verklaring van de rechten van de mens en de burger.
=> Nationale vergadering in Parijs
1789 Lodewijk XVI roept de Staten-Generaal bijeen.
14-7 1789 Bestorming Bastille
1789-1791 Hervormingen nationale vergadering
Juli 1790 geestelijken krijgen een salaris
November 1790 geestelijken moeten de eed van trouw aan de regering afleggen
1791 - Grondwet komt tot stand
10 juni - Vlucht van Loderwijk XVI de koning wil de grondwet niet
onderteken.
25 juni - De koning gaat voor de 2e keer naar Parijs, de mensen willen een
republiek.

14 september - Lodewijk ondertekend de grondwet=> Frankrijk wordt een
constitutionele monarchie.
- Verklaring van de rechten van de mens en de burger (?) (boek)
1792 - Frankrijk in oorlog met Oostenrijk en Pruisen
30 juli - vrijwilligers stromen naar parijs, om te vechten=> het volkslied.
10 aug - een woeste menigte vermoordt de complete koninklijke garde
11 aug - de nationale vergadering ontheft lodewijk uit al zijn functies en neemt
hem en zijn familie gevangen.
Sept 1792 - er worden in totaal 1200 aristocraten vermoord
21 spet - De republiek wordt uitgeroepen.
- Lodewijk XVI wordt afgezet
1793 - Terechtstelling Lodewijk XVI
- Frankrijk wordt aangevallen door Oostenrijk, Pruisen, Engeland en
andere landen.
17 jan 1793 - De revolutionaire rechtbank aan het werk. Brissot en zijn aanhangers
proberen de executie van Lodewijk XVI uit te stellen, dat kost hun leven.
21 januari 1793 - De dood van Louis Capet

2 juni 1793 - de Jacobijnen plegen een staatsgreep
=> (terreur)
1793-1794 Periode van terreur o.l.v. Robespierre
16 oktober 1793 - terechtstelling van Marie antionette
17 juli 1794 - Robbespierre wordt gearresteerd, de volgende dag wordt hij terechtgesteld.=> einde van de rode terreur
=> de gematigde bourgeoisie had het weer voor het zeggen.
1795 -Republiek der 7 Verenigde Nederlanden bezet door Frankrijk =>
Bataafse republiek.
-de regering roept de hulp van het leger in om een opstand te onderdrukken.=> Napoleon nam de leiding
=> de macht van Napoleon groeit.
1796 Napoleon krijgt het bevel over een leger.
1797 Napoleon verwijdert de koningsgezinden en sluit vrede met Oostenrijk.
1798 Napoleon wordt naar Egypte gestuur, waar hij wordt verslagen.
1799 - Oostenrijk en Rusland verklaren de oorlog aan Frankrijk.
- Napoleon grijpt de macht (hij pleegt een staatsgreep)

1801 Napoleon sluit een verdrag met de paus; er komt een volledige
scheiding tussen Kerk en staat, met de paus aan het hoofd van de kerk.
1804 Napoleon kroont zijn vrouw Josphine.
1805 -Napoleon verlaat Oostenrijk en Rusland bij Austerlitz.
- Napoleon verliest van Nelson bij trafalgar.
1806 -Koninkrijk der Nederlanden onder leiding van Lodewijk Napoleon
-het Continentale stelsel wordt afgeschaft=> handelsboycot van
Engeland door alle landen van het Europese vasteland.
1810 - Lodewijk Napoleon wordt door zijn broer van de troon gehaald.
- Nederland is een provincie van Frankrijk.
1812 Napoleon wil Rusland dwingen zich aan het continentale stelsel te
houden => een veldtocht door dat land.
Winter 1812-1813 Napoleon wordt verslagen in Rusland.
1813 Napoleon verliest de Volkerenslag bij Leipzig.
1814 - Willem van Oranje komt terug naar Nederland.
20 April Napoleon vertrekt naar het eiland ELba, hij houd de titel keizer.

31 maart 1814 Napoleon wordt afgezet, Lodewijk XVIII wordt koning.
Voorjaar 1815 het gaat niet goed met de Franse regering, Napoleon komt terug.
18 juni 1815 Napoleon bij Waterloo verslagen. En naar Sint Helena verbannen.