florence: santo spirito, Ospedale dogli innocenti, palazzo

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 3164 woorden
  • 9 augustus 2007
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 5
10 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Santo Spirito in vergelijking met de San Lorenso
De overeenkomsten:

De Santo Spirito kijkt heel erg op de San Lorenso dat is ook logisch want ze gemaakt door dezelfde bouwmeester namelijk Brunelleschi.

- De gevel. Beide kerken hebben een kaal, onvoltooide buitenkant en een interieur in renaissancestijl. Qua decoratieve rijkdom blijft de Santo Spirito echter achter bij de andere kerk, waaraan de Medici grote sommen geld spendeerden.
- Beide kerken zijn gebouwd volgens een modulair systeem. Waarbij de viering als moduul is gebruikt.
De verschillen

De meest grootste verschillen zijn:

- De koepel, die in de Santo Spirito veel beter gelukt is omdat in tegenstelling tot de pijlers in de San Lorenzo de pijlers in de Santo Spirito door Brunelleschi zelf gebouwd zijn. Wat uiteindelijk het resultaat geeft dat de koepel in de Santo Spirito meer licht doorlaat in de kerk.
- De zuilen, De San Lorenzo heeft ongelijke zuilen waardoor de kerk een ongelijk geheel lijkt. Bij de San Spirito is dit niet zo ,de halve zuilen bij de zijbeuken en de hele zuilen in het schip worden op gelijke hoogte gezet
- De vloer. IN de San Lorenzo lopen de lijnen van de marmeren vloeren langs de plint van de zuilen. Terwijl juist in de Santo Spirito de lijnen van de marmeren vloeren naar het midden van de zuilen lopen.
De koepel.

Een gebrekkige koepel zoals die in de San Lorenzo was makkelijker te voorkomen dan de gebrekkige aansluitingen van de zijkapellen op de transeptkapellen. De koepel geeft in de Santo Spirito wel voldoende licht dat goed verdeeld is over de ruimte in tegenstelling tot de koepel van de San Lorenzo. Bij de aanzet van de koepel zijn twaalf ronde vensters aangebracht die ook voorkomen in de Oude Sacristie en de Pazzi-kapel.

Bij de San Lorenzo had de prior Dolfini de pijlers bij de viering te smal gemaakt om een koepel die Brunelleschi per se wilde bouwen, te kunnen dragen. Met kunst en vliegwerk had Filippo deze vieringpijlers verstevigd door er aan alle zijden nog gecanneleerde pilasters aan toe te voegen.
Bij de Santo Spirito was Brunelleschi vrij om pijlers te maken die een flinke vouwkoepel konden dragen. De pijlers in de Santo Spirito zijn twee braccia dik (ca. 1,17 meter), die in de San Lorenzo 1, 5 braccio. Een ander groot voordeel van de koepel van de Santo Spirito is dat hij duidelijk uitsteekt boven het zadeldak van de kerk. In de zestiende eeuw is er nog een lantaarn en een tweede buitenste schaal aan de koepel toegevoegd.
De viering als module in de Santo Spirito en de San Lorenzo
Zowel in de Santo Spirito als in de San Lorenzo is een modulair systeem toegepast, waarbij de viering als moduul is gebruikt.
Zo is een travee van het schip precies de helft van die van de viering. De zijbeuk is weer de helft van de travee van het schip dus 1/4 van de viering. De zijkapel is weer de helft van de zijbeuktraveeën en 1/8 van de viering. In de vloeren van beide kerken wordt de omtrek van elke travee nauwkeurig door de belijning in het marmer aangegeven(zie teggelaar.com)
Het verschil tussen de Santo Spirito en de San Lorenzo zit hem in de vloer:
In de San Lorenzo lopen de lijnen in de vloer naast de plint van de zuil -anders geformuleerd de ruimte van de basementen hoort niet bij de travee- terwijl in de vloer van de Santo Spirito de gekleurde marmerstrepen precies naar het midden van de zuilen lopen. Hier heeft Brunelleschi dus de ruimte van de traveeën vanuit het hart van de zuilen berekend. Precies zoals dit bij het intercolumnium volgens de Griekse regels gebruikelijk was. (zie Teggelaar.com)
viering en het schip
.Als je in het schip staat en naar de rij bogen kijkt die door de Corinthische zuilen gedragen wordt, doet zich op het einde van de reeks arcaden een probleem voor. Elke zuil in de scheiboog draagt twee bogen die precies in het midden van het impostblok bij elkaar komen.
Bij de pijler van de viering is niet één, maar een halve zuil geplaatst. Dit is natuurlijk niet meer dan logisch. Elke travee van de scheibogen moet immers gelijk zijn. Maar juist bij het einde van de scheiboog bij de pijler en de halve zuil ontstaat een onvermijdelijk conflict dat zich onmogelijk laat oplossen.
De keus voor een halve zuil ligt voor de hand om symmetrie bij elke travee in de scheibogen te krijgen. Bovendien is het niet meer dan logisch om indien één zuil twee bogen draagt een halve zuil voor één boog te gebruiken. Het probleem is echter dat de afstand van de travee tussen de pijler met een halve zuil en de volgende met een hele zuil kleiner wordt dan de afstand van andere traveeën in de scheibogen met twee hele zuilen.
De afstanden tussen de hele zuilen bedraagt elf braccia, maar de ruimte tussen de halve zuil bij de vieringpijler en de volgende hele zuil meet één braccio minder. De consequentie van dit verschil is dat de laatste boog in de scheibogen, precies voor de viering, korter is en dit is te zien ook: weg symmetrie.144 Dit is een onoplosbaar dilemma. Hier botsen twee principes van de Renaissance op elkaar die zich niet altijd met elkaar laten verenigen namelijk: symmetrie en een consequent modulair systeem (gebruik van de viering als module zoals hierboven beschreven).
De gevel van de Santo Spirito
Er is een felle en langdurige discussie geweest, die goed gedocumenteerd is over hoe de gevel er nu precies uit moest komen te zien.147 Op elf maart 1482 werd er een bijeenkomst gehouden waarbij een beslissing genomen moest worden over de façade. Het ging in feite om twee opties voor de deuren in de gevel:
1. een brede en hoge deur in het midden bij het schip, geflankeerd door twee kleinere deuren die elk bij de zijbeuken geplaatst zouden worden.
2. vier gelijke deuren.
n het eerste geval wordt de lengteas van de basiliek sterk benadrukt, zoals je dit ook zo sterk ervaart als je de andere kerk van Brunelleschi, de San Lorenzo, binnengaat. Bij vier gelijke deuren is er geen as meer. Geen enkele deur ligt dan immers meer op één lijn met het altaar dat precies in het midden van de viering onder de koepel staat. In maart 1483 werd besloten om een gevel met drie deuren te bouwen. Toch werd al een jaar later de bouw stilgelegd en werden de metselaars ontslagen.
In mei 1486 wordt uiteindelijk de knoop doorgehakt. De Operai had tweeënzestig mensen, waaronder gewaardeerde architecten en bouwmeesters, uit alle wijken van de stad aangewezen om een beslissing te nemen. Op deze vergadering stelde Antonio Canigiani voor om twee modellen van de gevel te maken: één met drie en de andere met vier deuren. Bovendien merkte ene Maestro Lodovico nog op dat hij gehoord had, dat Brunelleschi vier deuren had gepland.149
Ospedale dogli innocenti

Het vondelingengasthuis, het Ospedale degli Innocenti, is genoemd naar de onnozele kinderen, die volgens de evangelist Lucas in opdracht van koning Herodes werden vermoord nadat deze gehoord had dat er een nieuwe koning (Jezus, de Messias) was geboren. Deze spedali werden vanaf de veertiende eeuw steeds belangrijker. De Accademia was vroeger ook een spedalo. Brunelleschi’s verbouwing (begonnen in 1419) deed een van de hoogtepunten van de architectuur van Florence ontstaan.(zie teggelaar.com)
Bijna alles aan dit gebouw is echt “klassiek”: de symmetrische plattegrond, de doordachte relatie met het plein en de behandeling van de zuilen. Het Ospedale is het best bekend om zijn loggia met negen bogen. Deze bedekt de gevel aan de zijde van het plein. De loggia is gebaseerd op een systeem van getalmatige verhoudingen, die het werk een gebalanceerde, harmonieus uitzicht geven.

De bouwgeschiedenis van het vondelingenhuis

In 1419 gaf het gilde van Zijdehandelaars aan Brunelleschi de opdracht om de Ospedale degli Innocenti te ontwerpen. Het Ospedale, of Vondelingentehuis, werd gesticht als een instituut om wezen op te vangen, op te voeden en als volwaardige burgers te laten uitgroeien.
Brunelleschi heeft van 1419 tot 1427 aan de bouw van het vondelingenhuis gewerkt. Het originele plan van Brunelleschi is na zijn vertrek in januari 1427 nog ingrijpend veranderd. In het oorspronkelijke plan bestond de loggia uit negen kubussen met daarop halfronde koepels. In de loggia waren drie deuren. De middelste leidt naar het binnenhof en de kantoren, links is de deur naar de kerk en rechts naar het ziekenhuis. Brunelleschi had slechts twee aangrenzende traveeën (één aan elke zijde) gepland, later komen er nog twee bij. Als de gewelven van de loggia voltooid zijn, wordt er in 1426 ter bescherming een tijdelijk dak boven aangebracht.
De uitbreiding van het Ospedale degli Innocenti na het vertrek van Brunelleschi
Later werd besloten het wat beperkte plan van Brunelleschi aanzienlijk uit te breiden. De minimale opzet die Brunelleschi had gemaakt, waarschijnlijk om de kosten in de hand te houden, had toch wel veel nadelen. Zo was er geen aparte keuken, eetzaal noch wasgelegenheid.
. Er moest een aparte ruimte voor vrouwen komen en dus ook een tweede binnenhof:.
Deze uitbreidingen worden tussen 1437 en 1439 voltooid. Hierna wordt de gevel weer aangepakt. In 1441 worden vreemd genoeg pas de kelders uitgegraven en krijgen ze gewelven. Tussen 1444 en 1445 krijgen de loggia’s in het centrale binnenhof hun graatgewelven. In 1449, na dertig jaar, is het complex voltooid.
Op 25 januari 1445 komen de eerste kinderen in het spedale te wonen... In de negentiende eeuw is er nog een extra verdieping, een attiek, aan de voorzijde opgebouwd. Tijdens een ingrijpende restauratie in de jaren zestig onder leiding van Morozzi, is het complex zo goed als mogelijk in zijn oorspronkelijke staat teruggebracht. De attiek is hierbij weer verwijderd.
De gevolgen van de uitbreiding van het Ospedale degli Innocenti
De beslissing in 1427 om het complex flink uit te breiden, had grote consequenties voor de gevel en de plattegrond. De aanvankelijke symmetrische opzet kon niet meer gehandhaafd worden. Brunelleschi heeft het complex op een west-oost as ontworpen. Deze as begint bij de hoofdingang in het midden van de gevel en loopt verder door langs het midden van het binnenhof. De twee vleugels, kerk en ziekenhuis, benadrukken deze west-oost as nog eens extra.

Precies tegenover de hoofdingang in de buitenste oostelijke muur was nog een deur die naar de tuin leidde. Deze tuin liep helemaal door tot aan de Via della Pergola en werd gebruikt als groentetuin en wijngaard.
De symmetrische plattegrond met de aswerking en dat in combinatie met een doordachte relatie met het ervoor liggende plein was volkomen nieuw. Door het besluit van het bestuur van het gilde om het in aanbouwzijnde complex flink uit te breiden, betekende dat deze symmetrie geweld werd aangedaan. Bovendien moest er door de uitbreiding aan de zuidzijde bij de gevel nog een travee bijkomen. Hierdoor raakte de gevel uit balans.
Ontwikkeling van Palazzi

De ontwikkeling van Palazzi in Florence: Davanzati, Medici-Riccardi, Strozzi en Rucellai
Het Palazzo Davanzati

Het Palazzo Davanzati is een typisch middeleeuws paleis dat in 1330 voor de familie Davizzi gebouwd is. In de vijftiende eeuw kwam het palazzo in handen van de familie Davanzati vandaar de huidige benaming. In de Middeleeuwen nam men genoegen met het kavel en de vorm ervan dicteerde de plattegrond, van symmetrie was dus geen sprake
Het cortile, het binnenhof, ligt niet geheel centraal en doet nogal rommelig aan. Bij de gevel zijn de onderste bogen van de drie ingangen enigszins spits. Hieraan is te zien dat we te maken hebben met een gotisch palazzo. Kenmerkend voor Florence zijn de rustica en de verdiepingen die bij elke etage steeds iets minder hoog worden en duidelijk van elkaar gescheiden zijn. De vijfde verdieping komt uit latere tijden en heeft geen school gemaakt in Florence. Louis Couperus heeft nog lovende woorden over dit gotische paleis geschreven. Over het binnenhof schrijft deze Nederlandse schrijver onder meer:
Het interieur hoewel niet geheel authentiek is in gotische stijl ingericht. Vooral eerste etage heeft vele meubels uit de veertiende eeuw.
Hoe middeleeuws dit palazzo ook is, de opzet gaat terug naar de klassieke tijd. In Ostia, de oude havenstad van Rome, is dit nog goed te zien. De begane grond van de huizen had ook al in de Romeinse tijd hoge deuren waardoor paard en wagen naar binnen konden om hun goederen af te leveren of op te halen. De begane grond werd ondermeer gebruikt voor winkels, kantoren en als opslagplaats. Ook de mezzanino [It: halve verdiepingen] boven de drie brede deuren, zie je al in Ostia. Het was al met al een toch vrij bescheiden paleis er waren slechts twaalf kamers, heel anders dan het Palazzo Pitti bijvoorbeeld.
Het Palazzo Medici-Riccardi
Cosimo wilde in 1434 na zijn terugkeer als balling uit Venetië een nieuw paleis laten bouwen. Waarschijnlijk heeft Brunelleschi hier al een ontwerp voor gemaakt. Het nieuwe palazzo zou direct voor en op één as met de San Lorenzo gesitueerd worden.47 Cosimo die al zo overduidelijk van de San Lorenzo een Medicikerk had gemaakt, vond de plek en het ruime ontwerp vermoedelijk te veel van het goede. Opvallen en teveel pronken kon niet aldus Cosimo.
Het paleis komt weliswaar niet op één as met de San Lorenzo te liggen, maar het is wel zichtbaar als je de San Lorenzo uitloopt en wel aan je linkerhand: aan de Via Larga (tegenwoordig de Via Cavour) een, zoals de naam al zegt, voor die tijd brede straat.
Het ontwerp van Brunelleschi viel niet in de smaak bij Cosimo: hij vond het te uitbundig en te groot. De invloed van de franciscanen die soberheid en eenvoud predikten, was ook bij andere palazzi van rijke families terug te vinden. Toch werden er voor de bouw van het Medicipaleis twintig huizen gesloopt en heeft het palazzo veertig kamers, achtentwintig meer dan het Davanzati.
Als de familie Riccardi in 1655 het paleis koopt, wordt de voorzijde, de kant aan de Via Cavour, flink uitgebreid. De oorspronkelijke kubusvorm gaat hierdoor verloren. Er komen, maar liefst zeven traveeën en één ingangsdeur bij. Dit oneven aantal werd genomen om de symmetrie te kunnen behouden.
Met het Palazzo Medici-Riccardi begint een kentering: het verschilt duidelijk van middeleeuwse palazzi zoals Davanzati, Spini of het Antinori. Michelozzo was al duidelijk onder invloed van Alberti en Brunelleschi. Toch is de stijl van Michelozzo nog steeds getrouw aan de Florentijnse traditie. Zo is er een duidelijke verdeling in drie verdiepingen, waarbij de hoogte van de opeenvolgende verdiepingen steeds wat kleiner wordt. Verder is er gebruik gemaakt van: zitbanken aan de buitenzijde, kordonlijsten die tegelijkertijd als vensterbank dienen, bifore vensters en een sterk uitstekende kroonlijst. Wel nieuw zijn de plattegrond en de symmetrische opbouw van de gevel.
Palazzo Strozzi

De bouw startte in 1489. Opdrachtgever was de rijke koopman Filippo Strozzi, die met dit paleis de Medici de loef wilde afsteken. Listig had Strozzi aan Lorenzo de'Medici een ontwerp voorgelegd van een paleis van veel bescheidener omvang, waarop deze had opgemerkt dat zo'n armetierig bouwsel de stad onwaardig was. Strozzi kreeg toen de vrije hand om met iets beters op de proppen te komen. De bouw stond onder leiding van de ontwerper Benedetto da Maiano en na diens dood van Simone del Pollaiolo. De werkzaamheden vorderden slechts langzaam. Toen het paleis in 1538 door Cosimo I werd geconfisqueerd, kwam de bouw definitief stil te liggen, hoewel de kroonlijst nog niet afwas. In 1568 werd het aan de familie Strozzi teruggegeven. Vandaag de dag huisvest het enkele culturele instituten en een expositieruimte.

Als je de plattegrond bekijkt zie je dat het volledig symmetrisch is en het binnenhof ligt precies in het midden van het gebouw. De façade is opgebouwd uit grote blokken steen, die van beneden naar boven steeds minder ruw gevoegd zijn. In het midden is een machtige poort te zien en vierkante tralievensters.
Daarboven komen twee verdiepingen met rijen sierlijke tweelingvensters die in contrast staan met het ruwe metselwerk en die op dezelfde wijze overwelfd worden als het portaal. Het geheel wordt afgesloten door een op klassieke voorbeelden geïnspireerde kroonlijst. De elegante binnenplaats heeft een porticus waarboven zich twee verdiepingen verheffen waarvan de bovenste een open loggia is. Ook aan details werd aandacht besteed. Zoals de ringen om paarden mee vast te binden en vlaggenmasten.
Het Palazzo Rucellai

Dit palazzo is uniek voor deze stad. Giovanni Rucellai had Alberti (na goede ervaringen met hem te hebben gehad) hem de opdracht gegeven om de gevel te ontwerpen. In dit palazzo introduceerde Alberti voor het eerst pilasters die de gevel duidelijk ordenen. Het zijn de pilasters en de horizontale kordonlijsten die tevens als vensterbank dienen en de gevel helder indelen. De volgorde is gebaseerd op het Colosseum waar bij elke verdieping verschillende orden gebruikt zijn.

Op de eerste verdieping, de piano nobile, gebruikt hij 3 verschillende ordes: de ionische, de corintische en de dorische orde beïnvloeden elkaar hier heel erg, maar er zijn wel drie verschillende orden gebruikt.
De rustica van de hele gevel is vlak en steekt even ver uit als de pilasters. Heel anders dan de ruwe uitstekende rustica die Michelozzo in het paleis voor de Medici gebruikte.
DE DEUR

De rusticaplaten lijken qua grootte volstrekt willekeurig geordend. Voor het eerst en in overeenstemming met de klassieken, hebben de deuren niet een spitse (Davanzati) of bijna ronde boog (Palazzo Medici-Riccardi), maar een horizontale balk als afsluiting. De lijsten om de deuren worden aan de onderzijde in een hoek van negentig graden geknikt. Dit is geïnspireerd op de gevel van de San Miniato al Monte en het Baptisterium waar de architraaf ook is omgebogen.
DE GEVEL
Het ruitvormige patroon bij de zitbanken is gebaseerd op het Romeinse metselwerk genaamd opus reticulatum. Alberti gebruikt dit patroon uitsluitend als een versieringsmotief. Dit geldt trouwens ook voor de pilasters die alleen gebruikt worden als een middel om een zekere geleding aan te brengen. De Romeinen gebruikte het juist als versteviging van het beton.
De vensters van Alberti passen weliswaar in de Florentijnse traditie, maar er is echter ook een opmerkelijk verschil. Bij de bifore ramen van het Palazzo Vecchio of het Palazzo Medici-Riccardi worden de bogen direct gesteund door zuiltjes. Dit nu was volgens Alberti niet volgens de klassieke regels.
Brunelleschi dacht hier echter heel anders over zoals te zien is in zijn Ospedale degli Innocenti waar de bogen van de loggia wel direct door zuilen gedragen worden. Daarom koos Alberti voor een soort tussenoplossing waarbij tussen de zuilen en de boog een dwarsbalk gezet wordt.
De gevel is een doordachte en goed geordende eenheid. Dit is echter zeker niet het geval bij wat er zich achter de façade bevindt zoals op de plattegrond goed te zien is. Het palazzo bestaat uit meerdere huizen en van echte symmetrie is totaal geen sprake. Wel heel wat anders dan wat we hiervoor gezien hebben bij het Palazzo Strozzi. Dit kwam omdat Giovanni het oorspronkelijke pand van zijn vader geërfd had en pas later heel geleidelijk nog enkele belendende panden heeft kunnen aankopen. Het oorspronkelijke ontwerp ging waarschijnlijk nog uit van vijf traveeën, maar als Giovanni Rucellai in 1458 nog een aangrenzend huis weet op te kopen komen er twee traveeën bij.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.