Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Eerste wereldoorlog

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vmbo | 5420 woorden
  • 15 januari 2012
  • 14 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
14 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De strijd bij de Marne.
Toen Joffre Plan XVII om hem heen zag mislukken en erachter kwam dat de Duitsers gebruik maakten van reservetroepen, was hij er nog steeds overtuigd van dat Frankrijk kon winnen. Hij rekende nog steeds op een mogelijke herhaling van de aanval. En dus haalde hij troepen weg aan de rechtervleugel en van de reserves om een nieuw zesde leger te vormen aan de bedreigde linkerkant van de Geallieerden. Dat nieuwe leger kwam onder leiding van generaal Maunoury. Aan het einde van augustus stonden de Duitsers bijna in Parijs. Maar er volgt geen beslissende aanval. Het von Schlieffenplan begon namelijk vast te lopen. Dat kwam door Moltke. Want hij had zijn rechtervleugel verzwakt omdat hij vier legertroepen die voor België waren bestemd naar het oosten had gestuurd. Dat deed hij omdat in Oost-Pruisen een Russische aanval op gang kwam en die aanval kwam veel vroeger en was veel krachtiger dan de Duitse regering had verwacht. Die Russische aanval kwam op verzoek van Frankrijk en Engeland. Maar de rechterkant was nu wel verminderd in kracht. Volgens het von Schlieffen plan moest de rechtervleugel met een grote boog om de linkervleugel heen gaan om de vijand in te sluiten. Het was niet de bedoeling om de Fransen achterwaarts uit de val te drijven. Bevelhebber van de eerste rechtervleugel, von Kluck, beval op 1 september zijn legers om zuidwaarts af te buigen in de richting van het gebied oostelijk van Parijs. Hiermee hoopte hij om de Franse legers in te sluiten , die zich hadden teruggetrokken tot de rivier de Marne. Op 3 september stak het Britse expeditieleger, onder leiding van Sir John French, de Marne over. Joffre gaf op 4 september het bevel voor een aanval door de Geallieerde linkervleugel. Want hij had via de luchtverkenningsdienst gehoord dat de kant van von Kluck nogal zwak was. Maar op deze aanval van de Geallieerden reageerde von Kluck door zijn zwakke kant om hun as te laten draaien de confrontatie met het nieuwe zesde leger van Maunoury aan te gaan. Joffre liet daarop allemaal taxi’s met versterking komen [de Taxi-affaire] maar die konden het niet voorkomen dat de legers van Maunoury werden teruggedreven. Maar tegelijkertijd maakten de Geallieerden die zich al hadden teruggetrokken in het Zuiden, weer rechtsomkeert over de Marne en vielen hun achtervolgers aan, met veel vechtlust. Vijf dagen lang vochten de Duitse legers door, ondanks gebrekkige verbindingen en voorraden die steeds minder werden. De Geallieerden slaagden erin in om de Duitsers bijna 20 kilometer terug te drijven en ze veroverden Ferte-sous-Jouarre. Het leger van von Kluck dreigt nu omsingeld te worden. En op 10 september, 1 dag voor het verstrijken van de zes weken die volgens von Schlieffen nodig waren om de Fransen te verslaan, beviel Moltke dat ze zich moesten terugtrekken naar de rivier de Aisne. Met deze terugtocht verdween de Duitse hoop op een snelle overwinning en de kans op een korte oorlog. Na de gebeurtenissen was Joffre erg populair. Moltke’s positie werd overgenomen door Erich von Falkenhayn. Parijs was gered en dat was het belangrijkste. Toch waren de Duitsers nog lang niet verslagen.

De loopgraven.
Vanaf ongeveer dit moment in de oorlog beginnen de beide partijen met zichzelf in te graven in loopgraven. De snelle oorlog [Blitzkrieg] veranderde in een langzame oorlog [Sitzkrieg] De soldaten aan zowel de Duitse- als aan de Geallieerde kant waren uitgeput en begonnen zich in te graven. Bijna vier jaar lang probeerden miljoenen soldaten elkaar’s stellingen te veroveren. Per meter vielen er duizenden doden.


Je had het Westfront bestaande uit: Duitsland dat oorlog voerde tegen Engeland, Frankrijk en België en het Oostfront, bestaande uit: Duitsland dat oorlog voerde tegen Rusland. Al gauw veranderden de primitieve loopgraven in een compleet gangenstelsel, dat over 725 km door heel Europa liep. De voorste-, ondersteunende- en reserveloopgraven van de Britten waren ononderbroken, maar wel zigzaggend of in een soort “hondentanden’’ patroon gegraven. Dat beschermde de troepen tegen allerlei beschietingen en de versplintering van granaten. Hierdoor werd de loopgraaf wel verdeeld in veel korte stukken en werden ze van elkaar afgeschermd door een aarden wal. De voorste-, ondersteunende- en reservelooplinies waren meestal met elkaar verbonden door loopgraven waarlangs de aflossing en bevoorrading plaatsvond. Soms werden er verbindingen gegraven tussen tegenoverliggende loopgraven. Hierin konden ’s nachts vijandelijke plannen worden afgeluisterd. De loopgraven werden beschermd aan beide kanten door prikkeldraadversperringen, die soms wel 30 meter dik waren. Loopgraven in de voorste linie waren gewoonlijk van boven 2 meter breed en op de bodem 60 tot 90 cm breed, bij een diepte van 2 tot 3 meter. Aan de voorkant waren langs de bovenrand zandzakken opgestapeld, die gaven de mensen in de loopgraaf een beetje bescherming tegen kogels. Ook op de achterste wand van de loopgraaf werden zandzakken neergelegd. Als loopplanken werden op de bodem dwarslatten neergelegd. Want de bodem van een loopgraaf was vaak een vieze blubber van regen, sneeuw en zand. En de zijkanten van de loopgraven werden versterkt met hout, golfplaten, zandzakken, afrasteringen van draad enz. Zoals je ziet werd er dus best veel gebruik gemaakt van zandzakken, want die konden makkelijk vervangen worden en er konden geen dodelijke splinters vanaf springen als ze door een granaat werden geraakt.
De levensomstandigheden in de loopgraven waren erg primitief. In en onder de loopgraven werden kleine, kelderachtige bouwsels gemaakt, die bescherming gaven aan officieren. De meeste soldaten moesten het doen met een waterdicht laken of ze rolden zich op in een kleine uitholling in de zijkant van de loopgraaf. De Geallieerden dachten dat ze nooit lang in een bepaalde loopgraaf bleven en legden daarom geen luxe schuilplaatsen aan. De Duitsers legden, als ze genoeg tijd en ruimte hadden, grote, luxe schuilplaatsen aan. Soms wel 12 meter onder de grond. Vaak hadden die schuilplaatsen elektrisch licht, een waterleiding en een goede ventilatie. En soms ook nog houten vloeren en wanden, geschilderde plafonds en tapijten!

Maar er waren ook problemen in de loopgraven bijv.:
-Luizen. Omdat je jezelf niet goed kon wassen en verzorgen, had je daar al gauw last van.
-Shell shock. Dat is dat je helemaal gek bent van angst.
-Ratten. Daar waren er miljoenen van en die kwamen ’s nachts aan de lijken vreten.
-Er kwam, vooral in loopgraven in Vlaanderen, veel water in de loopgraven. Het gevolg was dat je voeten door het water en de modder opzwollen en ontstoken raakten. En daardoor kreeg je je laarzen niet meer uit. En het deed erg pijn als je je laarzen aanhield, dus dat was vreselijk.

Het aantal doden door bevriezing en “loopgraafvoeten” steeg behoorlijk.

Na verschillende veldslagen in o. a. Antwerpen en Ieper werd het winter. Het westfront was nu compleet, met tegenover elkaar gelegen linies van loopgraven, die zich uitstrekten van de Zwitserse grens tot aan de Belgische kust. De Duitsers hadden veel wapens voor loopgravengevechten, zoals zware kanonnen en snel ontploffende granaten. De Britten moesten wat improviseren en maakten granaten van jamblikjes. Alle legers hadden een tekort aan explosieven, ook de Duitsers. En dan kwam er nog bij dat er in zo’n korte tijd oorlog voeren al grote verliezen waren geleden. De Britten hadden 3627 officieren en 86. 237 soldaten verloren tussen augustus en december 1914. De Fransen 900. 000 man en Duitsland 750. 000.

De concentratie op het oostfront in 1915 en de gevolgen daarvan.
De gevechten van Duitsland tegen Rusland namen veel kracht weg aan het Westfront en voor die gevechten hadden de Duitsers ook wapens nodig zoals granaten. Hierdoor hadden ze dus weinig wapens voor een grote aanval in het westen. Maar de opvolger van Moltke, von Falkenhayn, was er nog steeds van overtuigd dat ze de oorlog zouden winnen. Hij zei dat de Duitsers weer met een aanval in Frankrijk begonnen, als het in Rusland weer een beetje rustig was. Maar zo snel ging dat niet. Oostenrijk-Hongarije had dringend een grote overwinning nodig om buurlanden, zoals Italië en Roemenië tegen te houden om aan de oorlog mee te gaan doen bij de Geallieerden. En zonder hulp van de Duitsers dreigde zelfs het gevaar dat de Oostenrijkers een afzonderlijk vredesverdrag zouden aangaan. De Duitse kanselier, Bethmann-Hollweg, wilde dat het Oostfront in 1915 voorrang zou krijgen. Want terwijl de zware gevechten in het westen weinig hadden opgeleverd, had Rusland al twee keer een poging gedaan om Duitsland aan te vallen. En ze hadden Rusland maar met moeite van de pogingen af kunnen laten zien. Ook had Duitsland een vrij groot deel van Polen bezet. [Het Russische deel.] Dus in het oosten hadden ze meer succes dan in het westen en was het verstandiger om zich wat meer met het oosten bezig te houden. Von Falkenhayn hoopte dat ze daar een overwinning konden behalen die groot genoeg was om de vijand voor lange tijd tegen te houden. Maar voorlopig was het nog niet zover. Want Oostenrijk werd door de Russen veroverd en de tweefrontenoorlog ontstond. Dit dwong Duitsland om meer troepen in te zetten dan dat ze eigenlijk van plan waren. Dit was niet zo best voor hun oorlogspogingen in het westen. Want door hun oorlog in het oosten, gingen ze in het westen dus verdedigen. Maar dat was niet zo best want doordat ze dus geen harde slagen tegen de Geallieerden, en dan vooral tegen het verzwakte Engeland, konden uitvoeren liepen ze hun [kleine] kans mis op de overwinning. Door het verdedigen van de Duitsers hadden de Geallieerden de kans om te reorganiseren. Vooral de Britten hadden hier veel aan. Ze trainden goed en versterkten de loopgraven.


In 1915 trad Bulgarije toe tot de oorlog aan de kant van de Duitsers. Al gauw hadden de Bulgaren en de Duitsers Servië veroverd. In 1915 raakt ook Italië bij de oorlog betrokken. Dit omdat er in Londen een geheime ontmoeting was geweest tussen Italië, Frankrijk en Engeland. Deze ontmoeting word “Het geheime verdrag van Londen’’genoemd. Frankrijk en Engeland hadden Italië beloofd dat ze allerlei koloniën kregen en gebiedsuitbreiding, ten koste van Oostenrijk-Hongarije, als ze aan hun kant zouden meedoen. Italië deed mee maar ze verloren veel aanvallen.

Wapens.
In de eerste wereldoorlog werd er veel gebruik gemaakt van allerlei nieuwe wapens. De Duitsers ontwikkelden de vlammenwerpers en het gifgas. De Duitsers begonnen met het gebruiken van gifgas op 22 april 1915. Het gifgas was erg gevaarlijk want het verblinde en verstikte. Het gas gebruiken was riskant want als de windrichting draaide, kon het weer naar de gebruiker worden geblazen. In de eerste wereldoorlog werden voornamelijk drie soorten gas gebruikt. In het begin waren dat chloor en fosgeen. Die gassen tasten de longen aan, waardoor de longen werden gevuld met vloeistof. Het gevolg hiervan was dat je stikte. In 1916 werd er een nieuw soort gas geïntroduceerd, het mosterdgas. Dit veroorzaakte ernstige brandwonden en blaren, zowel op de huid als onder de huid. Hiervan kreeg je hele erge pijn en soms een tijdelijke blindheid. Als bescherming tegen het gifgas werden er gasmaskers gedragen. In de lente van 1915 kregen de Britse troepen de eerste gasmaskers uitgereikt. Het beste Britse gasmasker was de ‘Small Box Respirator’, die in augustus 1916 kwam. Door de gasmaskers stierven er nog maar weinig soldaten aan gifgassen. Maar er werden nog meer wapens gebruikt. De Engelsen ontwikkelden de tanks. Met de tank was het mogelijk om de oorlog te winnen, maar omdat de tank te vroeg werd ingezet, was het verrassingselement ervan weg. Er werd ook voor het eerst echt gebruik gemaakt van vliegtuigen, zeppelins en duikboten. De zeppelins en de duikboten werden vooral door de Duitsers gebruikt. Vanaf 1915 werden er met de zeppelins bombardementen uitgevoerd op o. a Londen en oostelijk Engeland. Maar al snel bleek hoe kwetsbaar de zeppelins waren voor beschietingen en jachtvliegtuigen. Want een zeppelin was gevuld met waterstof en dat was erg brandbaar. Dus werden ze alleen nog voor verkenningsvluchten gebruikt. De Engelsen ontwikkelden dieptebommen om duikboten mee uit te schakelen en er kwamen repeteergeweren. Dat waren de voorlopers van de mitrailleuren. Je kon ermee in korte tijd duizenden mensen mee dood schieten.

De strijd op zee. ( stuk 1.)
Er werd behalve op het land, ook op zee gevochten. De Engelsen legden al vroeg in de oorlog een schepenblokkade aan voor de Duitse kust. Hierdoor werd de aanvoer van goederen, zoals wol, rubber, olie en koper, voor Duitsland moeilijk gemaakt en er ontstonden op allerlei terreinen tekorten. En daarom besloten de Duitsers om vanaf 1 februari 1915 de wateren rond de Britse eilanden tot oorlogszone te verklaren. Ze zouden elk Geallieerd handelsschip tot zinken brengen. Tussen februari en september werden er zo’n 50 schepen door duikboten [ook wel U-boten genoemd] met torpedo’s beschoten. Toen werd op 7 mei 1915 het grootste lijnschip ter wereld, de Lusitania, door de Duitsers tot zinken gebracht. Dit was een Engels passagiersschip. Er waren wel Amerikanen aan boord geweest van de Lusitania.
[Van de 1153 passagiers die omkwamen waren er 128 Amerikaan.] De Amerikaanse burgers reageerden hier woedend op en de Geallieerden hoopten dat de Amerikanen de oorlog aan Duitsland zouden verklaren. De Amerikaanse president Wilson vond dat echter niet zo’n goed plan omdat hij vond dat Amerika recht op een oorlog afging. De Duitsers kondigden officieel aan dat ze zouden stoppen met deze manier van oorlog voeren. Maar de plannen voor een onbeperkte duikbotenoorlog bleven net als de blokkade voor de Duitse kust.

De slag bij Verdun en de Somme.
1915 was een bloedig jaar geweest maar er was nog steeds oorlog. Falkenhayn stelde voor 1916 een andere strategie op. Ze zouden Frankrijk aanvallen en dan zouden ze proberen om de Fransen te dwingen tot een strijd waarin ze langzaam zouden “doodbloeden. ’’Voor deze aanval moest hij een locatie uitzoeken die de Fransen koste wat kost zouden verdedigen. Falkenhayn koos voor Verdun, een stad aan de oever van de Maas. De stad, een heel oud onderdeel van de verdedigingslinie van Frankrijk, zouden de Fransen zeker verdedigen. De Fransen namen, alhoewel ze slecht bevoorraad waren, de uitdaging aan. Op 21 februari begon de slag met een schot van een scheepskanon. Het bombardement wat volgde duurde 9 uur en was het langste bombardement ooit. De Duitse opmars verloopt snel en de eerste dagen wordt er al een paar kilometer aan terrein gewonnen. Op 25 februari veroveren de Duitsers één van de belangrijkste verdedigingspunten van Verdun: fort Duoaumont. In Frankrijk was dit een grote schok. Na dit rampzalige begin word er een nieuwe bevelhebber aangesteld, generaal Philippe Pétain. Hij reorganiseerd de verdediging en hierna ging het wat beter met de Franse troepen. Er begonnen nu ook veel slachtoffers bij de Duitsers te vallen. Tegen eind maart waren er aan de Duitse kant al 81. 607 slachtoffers gevallen en dat waren er maar 7000 minder dan de Franse slachtoffers. Pétain had namelijk een nieuw systeem ingevoerd genaamd: “Het Noriasysteem. ’’Dit zorgde ervoor dat de soldaten in de voorste linie elkaar sneller afwisselden en hierdoor groeide het zelfvertrouwen van de Fransen weer. Want doordat ze sneller werden afgewisseld stonden er steeds weer nieuwe, fitte soldaten in de voorste linie. Ze kregen hierdoor een voorsprong op de Duitsers want die moesten langer aan het front blijven. Ook werden de Fransen gesteund door het Britse leger waardoor ze meer strijdkrachten kregen. En de Duitsers hadden bijna geen reserves meer. In april en mei volgen aanval en tegenaanval elkaar op. Eind mei hebben de Duitsers 4 kilometer terreinwinst. Dan geeft von Falkenhayn het bevel tot een aanval met als doel fort Vaux, fort Souville en het versterkte punt, bekend als Ouvrage de Thiaumont, in te nemen. Dat waren de laatste obstakels van betekenis vóór Verdun. Op 1 juni word de aanval ingezet en na een week is fort Vaux ingenomen. De volgende dag namen de Duitsers Ouvrage de Tiaumont in maar die moesten ze vrijwel onmiddellijk weer afstaan. Tussen 8 juni en 24 oktober is dit punt wel 14 keer in andere handen gekomen. Maar door die gevechten waren er wel gaten geslagen in Pétains verdedigingslinie. De Duitsers beginnen een paar dagen later een aanval op fort Souville maar die mislukte. De Duitsers beginnen nu veel gebruik te maken van aanvalstechnieken en ze begonnen voor het eerst het mosterdgas te gebruiken. Aan allebei de kanten werd er nu vooral om de nationale eer gevochten, dan om een strategisch doel. Doordat er al zoveel slachtoffers waren gevallen durfden beide partijen eigenlijk niet op te geven.

De Fransen wisten dat alleen een grote tegenaanval de Duitsers nog kon tegenhouden om Verdun in te nemen. De Britten hadden plannen voor een aanval, samen met de Fransen, aan de rivier de Somme. [Het Somme-offensief] Deze aanval was eigenlijk gepland voor midden-augustus maar het werd nu vervroegd en het Franse deel werd verkleind. De Britten zouden met die aanval bij de Somme de druk op het Franse leger erg verminderen en dan had het Franse leger meer kans van slagen. De nieuwe Britse bevelhebber, generaal Douglas Haig, was ervan overtuigd dat het zou lukken om de Duitsers bij de Somme te verslaan. Joffre hoopte alleen dat de Britten de Duitsers zouden uitputten. En op 1 juli begint de aanval. Op veel plaatsen was er niet echt een tactisch plan en de soldaten bestormden gewoon de Duitse loopgraven. De Britten hadden 1. 5 miljoen granaten op de loopgraven afgevuurd maar omdat de Duitse verdedigers in hun 10 meter diepe schuilplaatsen niet waren verwond, werden de Britten al van grote afstand neergeschoten. Er vielen die dag in een paar uur bijna 60. 000 Britse doden en gewonden. Het was de bloedigste dag van de oorlog.


Op 11 juli doen de Duitsers nog een aanval op fort Souville maar die mislukt.
Aan de Somme gaat het ook niet zo best met de Duitsers. Von Falkenhayn riep vanaf 11 juli op tot verdedigen en dit was een teken dat de effecten van de Britse aanval begonnen door te werken. En doordat Falkenhayn in juli en augustus maar bleef oproepen tot verdedigen, kwamen de Duitsers bij de Somme onder spanning te staan. Hun sterke nam af en er was minder tijd om uit te rusten en te oefenen. Dat kwam dus goed uit voor de Britten. Op 27 augustus mengt Roemenië zich in de oorlog aan de kant van de Geallieerden en hierdoor werd de val van von Falkenhayn versneld. Op 29 augustus wordt hij ontslagen en nemen Hindenburg en Ludendorff het over. Ze veranderen wat aan de Duitse aanval, er kwam een wat flexibeler verdedigingssysteem en er werden nieuwe verdedigingswerken aangelegen achter de bestaande linies. De Fransen planden ondertussen een tegenaanval. Ze hadden een nieuwe commandant gevonden, generaal Robert Neville. Hij kwam met de “kruipende barrages. ’’Dit was een langzaam voortrollend gordijn van granaatvuur. Hierachter kon de verdediging dan oprukken. De aanvallers zouden het gordijn van vuur steeds om de 4 minuten 90 meter naar voren leggen. Hierdoor zouden er veel troepen vernietigd worden. Het werkte erg goed want toen op 24 oktober de eerste tegenaanval losbarstte werden Fleury en Ouvrage de Thiaumont dezelfde dag nog ingenomen. En Marokkaanse troepen veroverden fort Douaumont. Fort Vaux kwam 9 dagen later weer in Franse handen. Binnen enkele dagen veroverden de Fransen een groot gedeelte terug van het terrein dat ze tussen februari en juli hadden verloren. Op 15 december kwam er nog een heftige aanval bij Verdun en die bracht de Franse linies 3 kilometer achter fort Douaumont. De slag bij Verdun was ook voorbij en er was geen grote winnaar ondanks de terreinwinst van Frankrijk in oktober. De Duitsers dachten dat ze het Franse leger hadden laten “doodbloeden’’ en dat het zich niet meer kon herstellen. Er zijn wel bijna 400. 000 doden gevallen. Op 19 november eindigt de slag bij de Somme. De Britten verloren daar in totaal 419. 654 man en de Fransen verloren 204. 253 man. En er was maar 8 kilometer terrein veroverd. Maar de Duitsers hadden bij de Somme de meeste mensen verloren namelijk zo’n 500. 000 man. Beide kanten herstelden de hele oorlog niet meer goed van de slagen bij Verdun en de Somme.

De strijd op zee. ( stuk 2)
De Engelse blokkade bleef dus en de Duitsers wilden er vanaf. Ze besluiten om in mei 1916 de groep van Britse schepen die de havens van Duitsland blokkeerden naar open zee te lokken en te vernietigen. Maar de Engelsen hadden de Duitse plannen opgevangen via de radio. De Engelsen zetten de aanval in en de Duitsers werden voor de kust van Jutland opgewacht door de hele Britse vloot. Er ontstaat een hevig gevecht en de Duitsers worden teruggedrongen naar hun basis. Het gevecht had niets opgeleverd want de blokkade bleef nog steeds. Deze slag wordt “De slag bij Jutland’’ genoemd. Om de Geallieerden fatale klappen toe te brengen zagen de Duitsers nog maar één mogelijkheid: een onbeperkte duikbotenoorlog. Vanaf februari werd op alle schepen die maar voorbij voerden, neutraal of niet, torpedo’s afgevuurd!De Duitsers wisten wel dat ze hierdoor Amerika ook bij de oorlog zouden betrekken, maar ze dachten dat Engeland zich voor die tijd wel over zou geven. De Duitse acties hebben veel succes. Het eerste half jaar van 1917 is vreselijk voor de Britten. Er werden heel veel handelsschepen tot zinken gebracht. En een aantal belangrijke voorraden in Groot-Brittannië krompen erg. In juli waren de Britse bevoorradingsproblemen wat verminderd door het invoeren van rantsoenen. Ze bestreden de duikboten met dieptebommen en hydrofoons. Dan bedenken de Britse admiralen een tactiek om de schepen beter te kunnen beschermen. Ze gaan voortaan in konvooi varen, begeleid door oorlogsschepen. De duikboten zijn dan gedwongen om onder water te blijven waar ze veel langzamer en minder goed kunnen bewegen. En binnen enkele weken namen de scheepsverliezen erg af en Groot-Brittannië kon weer worden bevoorraad. De zeeoorlog is voorbij.

Amerika mengt zich in de oorlog.
Tijdens de zeeoorlog had Amerika op 6 april 1917 Duitsland de oorlog verklaard. Na drie jaar neutraal te zijn geweest kiezen ze uiteindelijk de kant van de Geallieerden. Ze konden de oorlog niet meer negeren. Ze raakten er economisch gezien steeds meer bij betrokken. Al vanaf het begin van de oorlog ontstond er grote vraag naar Amerikaanse goederen, voedsel + wapens, vooral door Engeland en Frankrijk. Hierdoor ging het ineens heel goed met de Amerikaanse economie. Door de oorlog werd de handel tussen Amerika en Engeland nog beter. Dit kwam o. a. door de Britse blokkade voor Duitsland. Er werden leningen uitgeschreven van meer dan 2. 2 miljard dollar aan de Geallieerde landen. Een Duitse overwinning zou een economische ramp zijn voor Amerika, want de grote handel werd dan minder en de Geallieerden zouden hun schulden niet meer kunnen betalen. Maar veel Amerikanen blijven tegen Amerikaanse inmenging in de oorlog. Ook de president, Willson, is tegen meedoen. Maar de oorlog negeren word wel steeds moeilijker. Veel Amerikaanse burgers sterven door Duitse duikboot-aanvallen o. a. als de Lusitania zinkt. Veel Amerikanen willen nu dat Amerika mee gaat doen. Twee gebeurtenissen zorgden er uiteindelijk voor dat Amerika ook echt bij de oorlog betrokken raakte. Allereerst doordat de Duitsers in februari 1917 weer begonnen met hun duikbotenoorlog. Ten tweede was het een telegram van de Duitse minister Zimmermann naar een Duitse diplomaat in Mexico. Er stond een voorstel aan Mexico in. Als Mexico zich bij Duitsland aan zou sluiten en als de oorlog goed zou gaan dan kregen zij als beloning de staten Texas, Nieuw-Mexico en Arizona terug. Want Mexico had die staten namelijk eerder aan Amerika verloren. Ook zou er een aanval van Japan op Amerikaanse basis in de Stille Oceaan komen. De Britten onderschepten het telegram en zeiden alles aan Amerika. Nu wilde echt iedereen oorlog voeren met Duitsland en op 6 april verklaarde Amerika aan Duitsland de oorlog.

Maar 1917 was niet alleen het jaar van de komst van Amerika en de duikbotenoorlog. De Franse generaal Neville bereidde voor april een aanval voor langs de Aisne dat het Duitse front in twee dagen zou wegvagen. Hij zette z’n aanval aan maar het werd een mislukking. Er vielen 180. 000 doden en gewonden. Neville had teveel hoop gewekt en het Franse leger verloor hun zelfvertrouwen. Er ontstond ontevredenheid en er kwamen protesten. Soldaten wilden niet meer vechten. In mei was er oproer in bijna de helft van de Franse troepen. Pétain, de generaal van de Fransen in de slag om Verdun, nam de leiding over van Neville. Hij gaf de legers voedsel, meer verlof en zei dat er geen hopeloze aanvallen meer zouden worden uitgevoerd. Het bijna ineenstorten van het Franse leger zorgde voor een zwaardere last op de schouders van de Britten. Er stond voor juli een grote aanval in Vlaanderen gepland. Want Haig was ervan overtuigd dat Vlaanderen het belangrijkste strijddeel was van de oorlog. De aanval ging moeilijk en na een tijdje werd die opgegeven. Ook Italië had het moeilijk. Elf veldslagen had ze niet dichter bij Triest gebracht en toen ze in Caporetto door de Duitsers werden aangevallen gaven ze zich massaal over. Er werden snel Engelse en Franse soldaten naar Italië overgebracht en die konden toen nog net Venetië redden.

De situatie in Rusland.
Ook in Rusland was het mis. Op 11 maart 1917 protesteren 20. 000 mensen tegen de oorlog want er is een voedseltekort. De regering wankelt en dan voegen de soldaten zich bij de protesterende bevolking. Het leger steunt de regering dus niet meer. Er worden overal in Sint-Petersburg speciale raden opgericht, sovjets, waarin soldaten en arbeiders zitten. Algauw nemen die sovjets de plaats van de regering in. Nicolaas II doet op 15 maart 1917 afstand van de troon. In de Centrale Sovjet van Sint-Petersburg willen ze vrede met de Duitsers sluiten. De Duitsers denken van deze situatie te kunnen profiteren en in april laten ze Lenin vanuit Zwitserland door Duitsland de Russische grens overkomen. De situatie verslechterd nog meer en in juli protesteren weer duizenden mensen. Dan is er in de herfst weer een opstand, georganiseerd door Lenin. Deze keer tegen Kerenski, een lid van de voorlopige regering. Op 6 november vergadert Kerenski in het Winterpaleis met zijn regering over hoe het verder moet met de opstand. Dan komen er allerlei berichten door o. a. dat het schip Aurora zijn kanonnen op het Winterpaleis richt. Kerenski slaat op de vlucht. De macht komt in handen van Lenin. Hij besluit om onmiddellijk een einde te maken aan de oorlog en in december wordt een staakt-het-vuren getekend met Duitsland. De Duitsers zijn nu eindelijk af van de tweefrontenoorlog. Ook Roemenië stopt met oorlog voeren tegen Duitsland.

1918, het laatste jaar van oorlogvoering.
De Amerikaanse president Wilson houdt op 8 januari 1918 een toespraak voor het Congres. Hij zegt dat de Amerikanen de oorlog ingaan voor een rechtvaardige, toekomstige vrede. Wilson geeft 14 punten, die daarvoor moesten zorgen dat die rechtvaardige vrede zou blijven. Er stond o. a. in dat er geen geheime verdragen en bondgenoten mochten worden afgesloten, in oorlogs- en vredestijd was er vrijheid op zee en alle landen moesten hun bewapening terug brengen. Ook wil Wilson de Volkenbond oprichten. . Hierdoor zouden alle landen tot elkaar komen en zouden ze over elk conflict kunnen overleggen.


De Duitsers veranderen hun tactiek uit angst voor de komst van Amerikaanse legers. Ze willen de vijand overbluffen. Dit willen ze doen door kleine, goed getrainde eenheden te laten aanvallen, direct na afloop van zware beschietingen. Deze eenheden worden Sturmtruppen genoemd. Met deze aanvallen willen ze de troepen diep in de vijandelijke linies laten doordringen. De eerste aanval met de Sturmtruppen was op 21 maart ’s ochtends in St. Quentin aan de Somme. Na 5 uur trekken de Engelsen zich terug. Haig vraagt Pétain om steeds meer versterkingen. Pétain helpt maar vind eigenlijk het Franse leger en de beveiliging van Parijs belangrijker. Haig vindt dit niet leuk en de Franse en Engelse politici besluiten dat alle Geallieerden troepen onder bevel kwamen van 1 commandant. Dit werd generaal Foch. Met moeite dichten de Fransen en de Engelsen het front. De Duitsers lijden even grote verliezen en de stootkracht van het Duitse leger verdwijnt. Steeds vaker gaan de soldaten plunderen.

De Duitsers vallen in april aan bij Ieper. Het Britse leger houd stand en de lijst van verliezen voor de Duitsers word steeds groter. Maar Ludendorff laat allerlei acties uitvoeren om de kracht van de Geallieerden te testen. In mei vindt hij een zwakke plek als zijn troepen de Aisne oversteken en opruken tot de Marne. Maar daarna beginnen zijn aanvallen te haperen doordat ze zware verliezen lijden en ze kunnen de troepen niet meer vervangen. De soldaten hebben ook weinig zin meer om te vechten. De Fransen en de Britten hadden ook zware verliezen geleden maar die krijgen hulp van de Amerikanen. Er werden elke maand honderdduizenden soldaten aangevoerd. In de zomer worden de Duitse aanvallen steeds gevolgd door succesvolle tegenaanvallen van de Fransen, dit doordat er steeds meer Amerikaanse troepen kwamen en er werden steeds meer tanks gebruikt. De verraste Duitsers moesten zich steeds meer terugtrekken.

Tegen eind september sloegen de Britten een gat in de Hindenburglinie. Toen verloren de Duitsers hun laatste hoop op de overwinning. Op 27 september geeft Bulgarije zich over.
Op 4 oktober vormt prins Max von Baden een nieuwe regering in Duitsland. Die regering vraagt aan president Wilson om stappen te ondernemen om de vrede te herstellen. In Palestina doorbreekt het Britse leger de Turkse linies en Turkije geeft zich op 30 oktober over. Op hetzelfde moment valt Oostenrijk-Hongarije uiteen: de Tsjechen, de Polen en de Hongaren hebben voorlopige regeringen gevormd om te onderhandelen met de Geallieerden. Op 3 november tekent O-H de overgave. Eind oktober legt Lindendorff zijn functie als generaal neer en vlucht naar Zweden. De Duitsers proberen om hun stellingen in het westen terug te veroveren en terwijl zij dat proberen word er in Duitsland steeds meer gevraagd om het aftreden van de keizer, maar Wilhelm II weigert.

Op 28 oktober weigeren Duitse matrozen van de oorlogsvloot in Kiel om uit te varen voor een laatste, zinloze slag tegen Engeland. Er breekt muiterij uit, die zich snel uitbreid. Op 4 november is de hele haven in handen van de matrozen. De Duitse overheid kan niets doen. Er zijn geen troepen meer om de opstand neer te slaan. Rond 7-8 november was de situatie helemaal uit de hand gelopen. De vreedzame novemberrevolutie maakte een einde aan het Duitse keizerrijk. Prins Max en een aantal generaals dwongen Wilhelm II om af te treden. Vanuit Belgie vluchtte hij op 10 november naar Nederland. In Berlijn was op 9 november de republiek uitgeroepen door de socialisten. En op 11 november om 5. 10 uur ondertekent de nieuwe Duitse regering in een spoorwegwagon in het bos van Compiegne het verdrag tot wapenstilstand. In alle landen waar oorlog is geweest word feest gevierd.

De vrede van Versailles.
Omdat een wapenstilstand nog geen echte afsluiting van een oorlog is kwamen er vredesonderhandelingen. Deze begonnen op 18 januari 1919 in Parijs. Er werd onderhandeld op basis van de 14 punten die door Wilson waren opgesteld. De belangrijkste landen op de onderhandelingen waren Amerika, Engeland en Frankrijk. [De Duitsers mochten niet eraan deelnemen.] Voor Amerika was president Wilson er, voor Engeland Lloyd George en voor Frankrijk de Franse premier Georges Clemenceau. [Le tigre] Ze hadden allemaal een andere manier om Duitsland te straffen. Clemenceau vond dat Duitsland de enige schuldige was aan de oorlog. Hij wilde een harde vrede. Frankrijk was door de oorlog ernstig verzwakt, heel veel mannen tussen de 20 en 35 waren gedood en het industriële oosten lag in puin. Hij eiste hoge herstelbetalingen en volledige bewapening. Wilson dacht er anders over. Hij wilde een zachte vrede. Hij vond dat Duitsland door de oorlog al genoeg had geleden. Lloyd George zat er net tussenin. Hij wilde een rechtvaardige vrede. Niet te hard en niet te zacht straffen. Want als ze Duitsland te hard zouden straffen dan zou Frankrijk te machtig worden. Hij vond herstelbetalingen niets omdat Duitsland het toch niet allemaal zou terugbetalen en als Duitsland te arm werd zouden ze minder Engelse producten kunnen kopen. Drie verschillende meningen dus. Maar ze moeten er toch uit zijn gekomen want op 28 juni 1919 worden de verdragen getekend, in het paleis van Versailles.

Wat moest Duitsland na de oorlog doen?
-Duitsland was de enige schuldige aan de oorlog. [ net als in de 2de wereldoorlog.]

-Duitsland moest de volgende gebieden afstaan:
*Elzas-Lotharingen aan Frankrijk
*Moresnet, Eupen en Malmédy aan België
*Posen en West-Pruisen aan Polen
*Sleeswijk Holstein aan Denemarken
*Sudeten Duitsland aan Tsjechoslowakije
*Stukje van Oost-Pruisen aan Litouwen.
*Alle koloniën van Duitsland gingen naar landen die in opdracht van de Volkenbond deze gebieden moesten besturen totdat zij in staat waren om zelfbestuur te krijgen.

-Er waren in het vredesverdrag ook bepalingen opgenomen om Duitsland economisch en militair in toom te houden: het Duitse leger mocht maar bestaan uit 100. 000 man en ze mochten geen tanks, zware kanonnen en vliegtuigen hebben. De vloot mag maximaal bestaan uit 6 oorlogsschepen.


-Duitsland raakt de belangrijke Oostzeehaven Danzig, het industriële Saargebied en het belangrijke Rijnland kwijt.

-De dienstplicht in Duitsland moest worden afgeschaft.

-Duitsland werd gedwongen toe te geven dat zij alleen schuldig waren aan de oorlog en ze moesten alle niet-militaire schade vergoeden. Die schade bedroeg
132 miljard goudmark.
Met de ondertekening van het verdrag van Versailles kwam er een einde aan een vier jaar durende bloedige strijd. De eerste wereldoorlog is voorbij.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.