Geschiedenis deelcontext 2.1
· 3 periodes;
- 1871-1918 à Duitse Keizerrijk (conservatief)
- 1918-1930 à Republiek van Weimar
- 1933-1945 à Nazi Duitsland (sterk nationalistisch)
· 3 thema’s;
- Worsteling met Duitse nationaliteit
- Worsteling om politieke macht / democratisering
- Worsteling met verdeling van welvaart / sociale rechtvaardigheid
· 1871 ontstaan Duitse Keizerrijk. à = gevolg van Duitse overwinning met Frans-Duitse oorlog.
Ontstaan door;
- Nationalisme had veel aanhangers onder Duitssprekenden à streefden naar één nationale staat voor Duitsers.
· Eenwordingsproces door;
- Pruisische koning werd keizer(Wilhelm I)
- Buitenland politiek van Pruisische kanselier Otto van Bismarck.
- Frans-Duitse oorlog 1870-1871
· 1871 Kroning van Wilhelm I in het paleis van Versailles (hart van vroegere monarchie) => symbolisch, want niet Frankrijk, maar Duitsland was voortaan de sterkste staat in Europa.
· Duitse keizerrijk is erg sterk
Redenen;
- Economisch (à snelle industrialisatie, bijv. mechanisering arbeid en verkeer)
- Politiek en militair (à voorkomen van tweefrontenoorlog)
Gevolgen;
^ van 1871-1890 zet Bismarck belangrijkste lijnen uit voor alliantiepolitiek => vriendschapsverdragen, om zo te voorkomen dat Europese staten tegen het Duitse Rijk zouden samenspannen.
^ Geen kolonies meer in Afrika voor Duitsland, dus hebben zij kolonies in Oost-Europa gekregen.
· Alliantiepolitiek, doordat het Duitse Rijk werd omringd met andere sterke mogendheden. Een oorlog op twee fronten zou het keizerrijk dus niet overleven. Daarom wilde Bismarck de grenzen van 1871 zo houden en zo het machtsevenwicht in Europa handhaven. Dat deed hij dood alliantiepolitiek.
· Keizer Wilhelm II (1888-1918)
- Bewijzingsdrang
- ontslag van Bismarck en troonsbestijging Wilhelm II luidden een
nieuw tijdperk in;
^ Weltpolitiek (creëren overzees gebied)
^ Modern imperialisme; grondstoffen nodig voor industrialisatie.
· Beleid Wilhelm II;
- Militarisme à bijv. 1898 de eerste vlootwet => maakte snelle groei van oorlogsschepen mogelijk.
- Bondgenootschappen (Oostenrijk-Hongarije)
· Rivaliteit tussen grote machten leidde in 1914 tot Eerste Wereldoorlog à “totale oorlog” , want zowel soldaten als burgers zijn betrokken.
Geschiedenis deelcontext 2.2
· Republiek van Weimar (1919-1933)
- In Weimar op 9 november 1918 de Republiek uitgeroepen. Niet in Berlijn, want daar is het te chaotisch en waren bang voor een burgeroorlog / revolutie.
· Sociaaldemocratische politici moesten bestuur overnemen. => grootste partij in parlement, maar geen regeringservaring, want hebben nooit parlementaire democratie gekend.
· Wél een gekozen parlement (Rijksdag), maar niet hoogste macht à keizer bepaalde samenstelling regering à conservatieve elite hierdoor altijd veel macht.
· Republiek veranderde;
- Sinds 1919 bepaalde de Rijksdag wie het land bestuurde
· Dolkstootlegende à I de rug aangevallen door het thuisfront. Terwijl leger aan oostfront aan het vechten was.
· 3 zwaktes Weimarrepubliek;
- Strijden tegen: => thema; democratisering
- Communisten / socialisten
- Oude conservatieve elite
- Extreemrechtse groepen à omdat democratie is opgelegd door geallieerden.
- Democraten verantwoordelijk gesteld voor nederlaag Eerste Wereldoorlog. à dolkstootlegende en Vrede van Versailles (=> herstelbetalingen, schuld v.d. oorlog, kleiner leger en minder grondgebied) => thema; nationalisme
- Economische problemen werden niet opgelost.
Herstel betalingen teveel à DL loopt achter met betalen à Frankrijk en België bezetten Ruhrgebied à arbeiders weigeren te werken en krijgen geld van de Duitse overheid à geld bijgedrukt à inflatie => thema; verdeling welvaart / economie
· Leiders Weimarrepubliek wouden hun land weer aanzien geven in Europa door vreedzame politiek, maar binnenlands kregen ze weinig vertrouwen, want;
- Voorstanders parlementaire republiek moesten strijden tegen groepen ertegen
- Veel Duitsers stelden democratische politici verantwoordelijk voor nederlaag WOI en vernederende Verdrag van Versailles 1919
- Politici hadden geen oplossingen voor economische problemen (herstelbetalingen) à 1923 achterstallige betalingen leidden tot conflict met Frankrijk à Bezetting Ruhrgebied à arbeiders weigeren te werken à extra geld drukken à inflatie
· VS helpt om;
- Dreigende situatie te verhelpen
- Investeren om zelf rijker te worden à Door Dawesplan = leningen aan Duitsland om hun schulden aan Frankrijk af te betalen
· Beurskrach
- Economische crisis wereldwijd
- Gevolg van wereldwijde crisis is extreme politieke partijen krijgen meer stemmen
· 1929 Amerikanen dwongen DL tot aflossen van hun schulden à DL tekort aan kapitaal à ernstige crisis à werkloosheid nam toe à politieke onrust
· Koppeling Hitler met de crisis;
- Crisis à werkloosheid à Hitler beloofde werk en gaf Joden de schuld à meer aanhang NSDAP
· Hitler won verkiezingen in 1933
- Begon opbouw van totalitair regime => regering met bijna volledige controle over dagelijks leven bevolking
· Kenmerken Nazi propaganda;
- Persoonsverheerlijking Hitler
- Militarisme
- Overal aanwezig
- Ariërs vs. Joden
Geschiedenis deelcontext 2.3
· 1933-1945 Nazi Duitsland
· Nazificatie = herinrichting samenleving volgens idealen nationaalsocialisme
manieren;
- Geweld en terreur à
- politieke tegenstanders als eerste (Auschwitz)
- Volksgemeinschaft (lijkt op communisme; gelijk, geen verschillen) => thema; nationalisme (eenheid creëren) en economie (verdeling welvaart) =ideale raszuiver, harmonieuze samenleving zonder klassentegenstellingen
- Neurenbergerwetten; doel = creëren van zuiver Ariërras, Joden geen staatsburger meer, geen gemengde huwelijken meer.
- Propaganda à
- Joseph Goebbels
- Overheersend aanwezig
- Antisemitisch
- Censuur
· Hitler krijgt toch steun van volk, door;
- Indoctrinatie
- Economisch herstel (bijna geen werkloosheid)
- Gaat in tegen het Verdrag van Versailles
· Appeasement politiek;
- Engeland en Frankrijk geven toe aan wensen van Hitler om zo oorlog te voorkomen à Hitler hoeft zich niet aan Verdrag van Versailles te houden à Conferentie van München: 1938 Hitler krijgt Sudetenland.
· Engeland en Frankrijk hadden het mis, Hitler wilde wél een groot Europees rijk (met totale etnische herschikking) à bleek in 1939 toen DL Tsjecho-Slowakije binnenviel. à in 1939 viel DL ook Polen binnen à mat vol voor Engeland en Frankrijk en ze verklaarden oorlog aan DL.
· Rusland hielp Polen niet door; Niet-aanvalsverdrag met DL
· Verloop WOII:
- 1939 à bezetting héél Tsjecho-Slowakije
- 1939 à aanval Polen => begin WOII
- 1940 à Benelux en Frankrijk veroverd
- 1941 à aanval Rusland => grootste fout!
- 1942 à Slag om Stalinrad => keerpunt WOII, hier heeft DL eigenlijk al de oorlog verloren
- 1944 à D-Day = keerpunt Westfront
- 1945 mei à Totale nederlaag (Stunde Null)
· Verschil oorlog Oost- en Westfront;
Westen |
Oosten |
Herstellen normale leven |
Zeer veel geweld |
Zien Westen als ‘broedervolken’ |
Zien oosten als communistisch |
Westen is ook geciviliseerd |
Zien Slavisch volk als minderwaardig |
Hier concentratiekampen gebouwd |
REACTIES
1 seconde geleden