Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De Tachtigjarige Oorlog

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 2980 woorden
  • 19 juli 2015
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
10 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Amsterdammers, Middelburgers en Gentenaren

De Nederlanden omstreeks 1555.

Karel V bezat het Habsburgse Rijk, wat bestond uit: Spanje, delen van Italië en Spaanse koloniën in Latijns-Amerika, Oostenrijk en erflanden, de Nederlanden (Benelux) en Duitsland. Door de grootte van zijn rijk, had Karel V problemen op:

  • Politiek gebied: zijn macht was zeer beperkt. Veel delen waren erg zelfstandig. Hij werd tegengewerkt door de Franse koning. Ook kwam er een opkomst van islamitische Turken die hun Spanje weer terugwilden.
  • Godsdienstig gebied: de positie van de Katholieke Kerk werd aagetast, het geloof van Karel V. Er ontstond een opkomst van protestanten (Duitsland: lutheralisme, Nederland: calvinisme). Dit sprak het Edict van Worms (1521) tegen, waar er maar één geloof was, Rooms-Katholicisme.

Karel V treedt af in 1555 en zijn erfenis werd verdeeld over zijn broer Ferdinand en zijn zoon Filips II. Ferdinand erfde het Oosterijkse gebied en werd keizer van Duitsland. Filips II werd de koning van Spanje en kreeg de Spaanse koloniën, delen van Italië en de Nederlanden. De Nederlanden waren met Spanje in een personele unie verbonden: de Nederlanden en Spanje deelden dezelfde vorst. Filips II werd geen koning van de Nederlanden, maar landsheer. Filips II was uit voor absolute macht en streefde naar een eenheid van bestuur (centralisatiepolitiek), maar dat ging niet in de Nederlanden. Er was in de Nederlanden geen sprake van een nationaal besef. Onderlinge contacten waren moeilijk vanwege de slechte wegen, er was geen algemene taal die gesproken werd en elk gewest had zijn eigen wetten en regels (gewestelijk particularisme).

Filips II kon geen belastingen opleggen en moest dus om geld vragen aan de gewesten, een bede.

In de 16e eeuw groeide de bevolking en werden steden steeds belangrijker. Door goede havens kon een deel van het benodigde graan uit het Oostzee-gebied worden ingevoerd. Boeren gingen zich specialiseren in het produceren van groenten, fruit, boter en kaas. Dit werd vervolgens geëxporteerd. Door de opkomst van nijverheid en handel waren diverse grondstoffen nodig. Het handelskapitalisme kwam op, waarbij men streeft naar zoveel mogelijk winst. Boeren verbouwden vlas (laken), hop, hennep (scheepstouw) en meekrap (rode kleurstof), hiernaast was er ook sprake van nijverheid, visserij en handel. Brabant en Vlaanderen werden door hun gunstige ligging de centra van handel en nijverheid. De stapelmarkt van Europa werd Antwerpen. In 1585 werd de Westerschelde afgesloten, waardoor Amsterdam de nieuwe stapelmarkt werd.

In de loop van de 16e eeuw gingen we van een standenmaatschappij (geboorte beslist) over tot een klassenmaatschappij (bepaald door rijkdom). In het Oosten bleef de standenmaatschappij echter bestaan vanwege de slechte grond. Maar dit stond alle niet garant voor rijkdom. Mede door de inflatie leefde de meerderheid van de bevolking rond het bestaansminimum. Er lag een hongersnood op de loer. Er waren grote schommelingen in de economie door misoogsten en handelsbelemmeringen. De afhankelijkheid van buitenlandse grondstoffen maakte de Nederlanden kwetsbaar. De sociale rechtsorde werd echter geaccepteerd. De adel bleef hoog in aanzien en de rijke burgers in steden hadden de bestuursfuncties (patriciaat).

Het geloof werd erg belangrijk, omdat de dood op de loer lag. De Katholieke Kerk leerde de mensen dat je zonder de hulp van de geestelijkheid geen kans had om in de hemel te komen. Ze speelde ook een grote rol in het bestuur, het onderwijs en de zorg, waardoor er geen sprake was van scheiding tussen kerk en samenleving. Er kwam veel kritiek op de Katholieke Kerk vanwege de luxe, corruptie en geldhonger.

Iedereen die uit de Katholieke Kerk treedt, worden protestanten genoemd. Deze beweging noemen we de Hervorming/Reformatie. De eerste hervormer, Maarten Luther, stelde dat de mens niet door goede daden zijn zieleheil kon afdwingen, maar slechts kon hopen op Gods genade. Ook kwam Johannes Calvijn op tegen de Kerk. Luther en Calvijn waren het over een aantal zaken eens:

  • De grondslag van het geloof ligt in de Bijbel
  • De paus moest weg
  • Het veranderen of afschaffen van de mis, het celibaat en het kloosterleven

Waarin Calvijn verschilde van Luther was dat volgens hem de mensen streng en sober moesten leven. De gelovigen moesten zich organiseren in gemeenten met een eigen kerkeraad die de predikant benoemde.

Het grootste verschil tussen Luthter en Calvijn:

  • Luther geloofde erin dat een slechte vorst een straf van God was en je je daartegen niet mocht verzetten.
  • Calvijn vond dat publieke personen in opstand mochten komen tegen hun vorst als deze het ware geloof onderdrukte.

Er was tussen de het Rooms-Katholicisme en het Protestantisme een groot verschil in sacramenten. De Rooms-Katholieke Kerk had de doop, het heilig avondmaal, heilig oliesel (priester vraagt bij sterven aan God of hij in de hemel kan komen), de biecht, het vormsel, de priesterwijding (eer om iemand in het gezin tot geestelijke laten horen) en het huwelijk. De Protestanten hadden alleen de doop en het heilig avondmaal.

De Katholieke Kerk probeerden de Hervorming te bestrijden door de inquisitie opsporen en het verbranden van ketters (de Contra-Reformatie). Er ontstond een scheuring in de kerk: Duitsland en Scandinavië gingen over tot het lutheralisme en de Nederlanden, Zwitserland en Frankrijk namen het calvinisme aan.

In de Nederlanden was maar een klein aantal mensen calvinistisch, maar ze waren vastbesloten, actief en fanatiek. De katholieken begonnen te twijfelen. Ze moesten kiezen tussen één geloven, want twee geloven in één land, dat kon niet. (Op een schilderij: opengeslagen Bijbel refereerd naar het protestantisme, een gelosten Bijbel refereerd naar het Rooms-Katholicisme).

De adel buitenspel

Groeiende ontevredenheid (1555-1560)

In de steden kwamen er steeds meer rijke burgers en ontstond er een nieuwe machtsfactor (stedelijke middengroeperingen). Zij werden door vorsten beschouwd als een bondgenoot tegen de te zelfstandige adel. De rijke burgerij hielp de vorst met geld in ruil voor meer stadsrechten. Aan het eind van de Middeleeuwen begonnen de vorsten zich te richten op een vast inkomen en centralisatie. Hiervoor was een centraal bestuursapparaat en een sterk leger.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

In de Nederladen had Filips II Margaretha van Parma aangesteld als landvoogdes. Zij kon echter nooit snel handelen want Filips II moest alle beslissingen nemen, maar die verbleef in Spanje. Ze regeerde vanuit Brussel en kreeg hulp van 3 adviesraden:

  • Raad van State bestond uit hoge edelen en rechtsgeleerden. Zij gaven advies. Deze was het minst belangrijk omdat edelen vaak tegenwerkten.
  • Geheime Raad bestond uit juristen en waren betrokken bij wetgeving en bestuur. (belangrijkst)
  • Raad van Financiën bestond uit mensen met kennis van financiën. Zij hielden toezicht op de financiële situatie.

Margaretha overlegde veel, voornamelijk met haar belangrijkste adviseur Granvelle, soms tegen de zin van het volk in. Onder de landvoogdes stonden de stadhouders (plaatsvervanger van Filips per gewest). De stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht was Willem van Oranje. Per gewest was er ook een statenvergadering. Zij gaven advies aan de stadhouver en namen beslissingen over de beden. De gewestelijke staten kwamen met zijn allen bijeen in de Staten-Generaal. De steden van een gewest werden bestuurd door burgemeesters en de gemeenteraad (vroedschap). Rechtspraak in een stad was in handen van de schout en schepenen. Rijke burgers gaven leiding aan de schutterijen (gewapende burgerwachten).

Om de greep op de Kerk te versterken, regelde Filips II met de paus een kerkelijke herindeling voor de Nederlanden (1559). Er waren nu 3 aartsbisdommen: Mechelen, Kamerijk en Utrecht (waarvan Mechelen de belangrijkste was).

In 1562 werd de Liga opgericht. Deze eiste het vertrek van Granvelle, die uiteindelijk vertrok in 1564. Er ontstonden spanningen tussen de rijke adel en Filips II vanwege verzet tegen de centralisatiepolitiek en vanwege de vervolgingen van ketters door Filips II. Redenen voor het verzet:

  • De afwezigheid van Filips II
  • De toenemende invloed van de Hervorming
  • Filips II hield zich meer bezig met de bestrijding van de Turken en piraten.
  • De economische problemen (werkloosheid en voedselgebrek)

‘Slechts een stelletje bedelaars’

 

Van verzet naar opstand (1560-1575)

Het Compromis was een verbond van lage edelen. Zij boden in 1566 een smeekschrift aan Margaretha van Parma om te vragen om versoepeling van de aanpak van de ketters. Zij beloofde voorlopig minder streng te zijn, maar kon niets beslissen zonder instemming van Filips II die nog steeds in Spanje zat. Dit contact verliep dus niet soepel en ze kreeg geen antwoord. Alle verzetters tegen de Spanjaarden werden geuzen genoemd, wat kwam van het Franse gueux wat bedelaars betekende.

De aanhang van de calvinisten groeide. Zij hadden geen eigen kerkgebouwen en hielden daardoor hun preken in de open lucht: hagespreken. Kerken moesten gezuiverd worden; dit zou de werkloosheid, de armoede en de hoge broodprijzen verhelpen. Hierdoor begon de Beeldenstorm. De mensen die hieraan meededen, deden het soms spontaan en soms georganisseerd en waren (arme) calvinisten, katholieken en edelen. Margaretha van Parma kreeg weer snel orde in de Nederlanden door het toestaan van de calvinistische preken.

Toen Filips II hoorde van de Beeldenstorm riep hij de hertog van Alva bij zich, één van zijn beste generaals, stelde hem in als landsheer en gaf hem de opdracht om de ketterij en het verzet in de Nederlanden uit te roeien, de Katholieke Kerk te herstellen en belasting in te voeren (zoals de tiende penning). Bij zijn aankomst in 1567 stelde hij de Raad van Beroerten (Bloedraad) op, waarbij hij mensen ter dood veroordeelde en verbandde. Om een standpunt te maken, liet hij Egmont (stadhouder van Vlaanderen) en Hoorne (lid van de Liga) onthoofden. Willem van Oranje was aan deze straf ontkomen, omdat hij gevlucht was. Willem van Oranje liet het hier echter niet mee zitten. In 1568 stormde hij met zijn huurleger de Nederlanden binnen, zonder succes. De geldstroom voor Alva verdween vanwege de strijd van de Spanjaarden tegen de Turken, waar veel geld in werd gestoken. De watergeuzen waren een felle groep opstandelingen die actief verzet pleegde tegen Alva (voornamelijk radicale calvinisten). Zij gaven steun aan Willem van Oranje, die zich had aangesloten bij de calvinisten. In 1572 maakte Willem nieuwe plannen: vanuit Duitsland en Frankrijk zouden legers de Nederlanden binnenvallen en tegelijkertijd moesten de watergeuzen vanuit zee een stad veroveren. Op 1 april veroverden de geuzen Den Briel. Omdat Alva een aanval verwachtte uit Frankrijk werd hij verslagen. Zo ontstond er ruimte voor verzet. Niet veel later verklaarden een aantal steden dat zij Willem van Oranje erkenden als stadhouder. Dit was revolutionair, want alleen de landsheer mocht een stadhouder aanstellen. Alva kon de Opstand niet neerslaan. Wel wisten de Spanjaarden een aantal steden terug te heroveren, maar Alkmaar en Leiden gaven niet in. In 1573 verving Filips II Alva door Requesens, die de strijd moest voorzetten maar gematigd moest optreden om onderhandelingen mogelijk te maken. Ook hij kon de macht in de Nederlanden niet herstellen.

Scheiding tussen Noord en Zuid

Poging tot bundeling van het verzet (1575-1581)

In 1576 overleed Requesens en sloegen de soldate aan het muiten. De opstandige gewesten en de gewesten die trouw waren gebleven aan de koning sloegen de handen ineen en kwamen met een onderling vredesverdrag: de Pacificatie van Gent. Daarin werd afgesproken dat:

  • Spaanse troepen het land uit moesten
  • De vervolging van de ketters moest stoppen
  • Het calvinisme behield zijn bevoorrechte positie in Holland en Zeeland
  • Er mocht niets tegen het katholieke geloof ondernomen worden

Toen het verdrag nog niet was ondertekent, vond de Spaanse Furie in Antwerpen plaats waarbij duizenden mensen werden vermoord. De ondertekeningen werden hierdoor versneld. Willem van Oranje hoopte hiermee de eenheid bewaard zou kunnen blijven door een religievrede (godsdienstvrijheid).

Filips II erkende de Pacificatie van Gent niet, omdat hij maar maar één geloof wilde. Om de Katholieke Kerk te herstellen, stuurde hij Don Juan die al snel overleed. De Pacificatie van Gent hield echter geen stand door de fanatieke houding van de calvinisten, wat katholieken afschrikte. Er ontstond een scheiding in de Nederlanden tussen degenen die de Opstand wilden doorzetten en zij die trouw wilden blijven aan het Spaanse gezag. De scheiding werd versterkt door de komst van een nieuwe landvoogd: Alexander Farnese, hertog van Parma. In 1579 werden twee unie’s opgericht:

  • Unie van Atrecht: de 3 Waalse gewesten sloten vrede met Parma en kregen privileges terug. De Katholieke Kerk werd als enige kerk erkend.
  • Unie van Utrecht: de Noordelijke gewesten sloten een militair verbond. Zij bleven doorvechten tegen Spanje. Ieder gewest mocht zelf zijn godsdienst bepalen.

In 1580 werd Willem van Oranje in de ban gedaan door Filips II. Willem verdedigde zichzelf in een geschrift (de Apologie) waarin hij de koning een bedrieger noemt. In 1581 besluit de Staten-Generaal Filips II niet langer als hun landsheer te erkennen: de Acte van Verlatinghe. Willem van Oranje werd niet de nieuwe landsheer, omdat buitenlandse steun nodig was. Zowel Frankrijk, als Engeland wilde geen soeverein worden. Wel kwam Anjou, de broer van de Franse koning, met soldaten naar de Nederlanden om hen in de Opstand te steunen. Hij werd de nieuwe soeverein (hij kreeg de landsheerlijkheid).

Republiek tegen wil en dank

Op het nippertje uit het Habsburgse Rijk (1581-1588)

Er waren nu twee landsheren: de hertog van Parma en Anjou. Parma had veel geluk. Filips II had een wapenstilstand met de Turken, waardoor er meer geld beschikbaar was voor Parma. In 1585 veroverde hij een aantal steden waaronder Antwerpen. Hij won de katholieken over door zijn respectvolle omgang. Anjou daarentegen was erg onbekwaam en kon geen vertrouwen winnen. Zo pleegde hij nog in 1583 een militaire aanslag (de Franse Furie) op Antwerpen. Kort daarop stierf hij. In 1584 werd Willem van Oranje vermoord door Balthasar Gerards.

De opstandige gewesten kregen hulp van de Engelse, protestantse graaf van Leicester. Maar al snel werd duidelijk dat hij aan het onderhandelen was met Parma voor het sluiten van vrede en werd hij verjaagd. De opstandige gewesten besloten de soevereiniteit zelf op zich te nemen. Zo ontstond in 1588 een nieuwe statenbond, de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De macht lag bij de statenvergaderingen die samenwerkten in de Staten-Generaal. De leiding lag bij Maurits (stadhouder), Willem Lodewijk (stadhouder Friesland en Groningen) en Johan van Oldenbarnevelt (raadspensionaris). Dit alle had voorkomen kunnen worden als Filips II niet wederom zijn aandacht richtte op andere oorlogen. In 1588 stuurde hij een vloot, de Armada, naar Engeland wat eindigde in een nederlaag. Ook moest hij ingrijpen bij de burgeroorlog in Frankrijk tussen de Rooms-katholieken en de hugenoten. Deze eindigde in 1589 door het Edict van Nantes wat meer vrijheid gaf aan de hugenoten. Dit werkte in het voordeel van de Republiek: alle 7 gewesten waren onafhankelijk en de macht lag bij henzelf.

Moordenaars, plunderaars en verkrachters

De samenleving in de Nederlanden en de oorlog

Een oorlog kon toentertijd maanden duren, tot de bevolking uitgeput en uitgehongerd overgaf. Het waren uitputtingsoorlogen. Het belangrijkste van een oorlog was het veroveren van steden. Voor de belegering van een stad was een beroepsleger nodig die maandenlang betaald moesten worden. Dit kostte veel geld dat Filips II al niet meer had. De legers van de Republiek waren dat niet voor hun beroep. Zij streden uit motivatie. Door de geldnood aan de kant van de Spanjaarden begonnen de soldaten te muiten. Zo’n leger dat muiterijen pleegde bestond uit een zelfgekozen leider (electo) die onbeperkte volmachten kreeg. Ze gaven erg veel overlast en ookal kochten sommige steden de plunderingen af, de bewoners leden onder het gedrag van de soldaten. Na verloop van tijd begonnen de onderhandelingen. Ze hadden 3 eisen: uitbetaling van achterstallig soldij, generaal pardon voor het muiten en recht van overplaatsing (ontkomen van wraak). De troepen kregen genade omdat ze onvervangbaar waren.

Oorlogsinvloeden:

  • Steden werden ingenomen met daarbij toegestande plunderingen en muiterijen
  • Er waren prijsstijgingen, hongersnoden en besmettelijke ziektes
  • De handel en nijverheid werd belemmerd
  • De landbouw liep veel schade op door vele inundaties (het onder water zetten van land), wat als wapen diende tegen de Spanjaarden
  • Minder bevolking in het Zuiden door veel emigratie naar het Noorden

‘Die tyrannie verdreven’

De gevolgen van de Opstand voor de Noordelijke Nederlanden

Toen de Republiek werd opgericht was het nog klein: Holland, Zeeland, Utrecht en Friesland. Door veroveringen werd het gebied op den duur uitgebreid. De Republiek was een statenbond, wat inhield dat elk gewest onafhankelijk was. Maar er moest een vorm van samenwerking zijn en dat gebeurde in de Staten-Generaal. Er was eenparigheid in de Staten-Generaal wat betekende dat iedereen voor of tegen moest zijn als er een besluit werd genomen over vrede, oorlog, wapenstilstand of belastingen. Het bestuur was als volgt:

  • Stadhouder: een dienaar van de staten van een gewest. Hij was opperbevelhebber en had het recht bestuurders te benoemen en het recht van gratie (leven van een ter dood veroordeelde sparen).
  • Raadspensionaris/Landsadvocaat: een rechtsgeleerde ambtenaar. Het was een soort minister van Buitenlandse Zaken.

Officieel hadden alle gewesten evenveel invloed, maar Holland’s invloed was het grootst omdat daar de meeste mensen woonden en er dus het meeste belasting werd betaald. Samengevat was dit het bestuur:

Steden werden bestuurd door de vroedschap (regenten) die burgemeesters en schepenen (soort politie) kozen.

Gewesten werden bestuurd door de statenvergadering (vertegnwoordigers van de adel en steden) met als leiding de raadspensionaris. Plus elk gewest koos zijn eigen stadhouder.

Algemene zaken werden behandeld in de Staten-Generaal.

Het leger en de vloot stonden onder opperbevel van de stadhouder.

In de loop van de 16e eeuw was het Noorden economisch sterker dan het Zuiden. Oorzaken:

  • Het Zuiden had meer te lijden onder het oorlogsgeweld
  • De afsluiten van de Schelde maakte van Amsterdam de belangrijkste haven en dat lag in het Noorden
  • Vele kooplieden en ambachtslieden (protestanten) vluchtten naar Amsterdam
  • Er was veel werk in het Noorden waardoor ze zuiderlingen aantrokken die vluchtten voor armoede

Op het gebied van sociale verhoudingen was er één grote verandering: er was geen aparte stand voor de geestelijkheid. In de steden was de adel belangrijk, maar meer naar de achtergrond verdwenen door de opkomst van de rijke burgerij met daaronder de middenklasse.

Op het gebied van sociale verhoudingen was er één grote verandering: er was geen aparte stand voor de geestelijkheid. In de steden was de adel belangrijk, maar meer naar de achtergrond verdwenen door de opkomst van de rijke burgerij met daaronder de middenklasse.

In de Republiek was geen staatskerk, maar de Gereformeerde Kerk werd de officiële Kerk. Er gold gewetensvrijheid in de Republiek: je mocht geloven in wat je wilde, maar je mocht het niet openbaar uitoefenen. Er waren dus geen kerken voor niet-calvinisten, maar wel schuilkerken. 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.