De middeleeuwen

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 4845 woorden
  • 14 juni 2016
  • 1 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
1 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Maak kans op 50 euro Bol.com tegoed 💜

Scholieren.com wil weten hoe school écht is voor jou. Vul de vragenlijst in (7 - 10 min) en laat weten wat er beter kan. Wij luisteren — en je maakt kans op 50 euro 💶

Doe mee

Middeleeuwen, elfde eeuw (1000 – 1100)

Politiek

Geen eenheid

Economisch

De boerenbevolking staan hun opbrengsten af aan de eigenaar – de leenheer- van de grond, die in ruil hiervoor het gebied met een eigen legertje ridders beschermd.

Sociaal

De boerenbevolking woont verspreid rond de burchten en kastelen.

In Europa wonen maar zo’n 36 miljoen mensen.

Tussen de woongemeenschappen is weinig contact.

Cultureel

God het middelpunt, wat zorgt voor een eenheid in het grootste deel van Europa.

Strikte scheiding tussen goed en kwaad.

In de christelijke wereld een eenheid van bouwstijl: het Romaans

Islamitische moren in het Zuiden van Europa à Finisterre = Het einde van de wereld, ligt aan de Atlantische kust bij Santiago de Compostela, tot hier heeft de apostel Jacobus het geloof verspreid

Kloosters: Verspreiding van geloof en cultuur

  • Door het kopiëren en uitwisselen van de bijbel, worden algemeen geldende regels voor de kerkdiensten opgesteld
  • In de kloosters wordt er ook muziek genoteerd, zodat die gespeeld kan worden

Verlaten landschap, rond 1000 is het Europese landschap woest, leeg en verlaten. Slechts een klein deel van de grond is bruikbaar gemaakt voor landbouw of bewoning.

Het gewone volk: Leidt een armoedig bestaan en houdt zich in leven door landbouw, jacht en het verzamelen van eten in de natuur à de opbrengsten van de landbouw en de jacht worden voor een groot deel afgestaan aan de burchtheer die eigenaar is van het land
Burchtheren: Er is weinig verzet tegen de rijkdom en de macht van de (vaak adellijke) burchtheren à ze financieren en organiseren de verdediging van hun grondgebied en de bewoners

Doornenburg
Waar: Vanaf 800, in het vlakke rivierenlandschap, dicht bij de Waal, de Rijn en de Linge.
Wat: Dit kasteel was waarschijnlijk eerst een versterkte boerderij die omringd werd door een aarden waal.
Uiterlijk: Het kasteel bestaat uit een hoge massieve burcht (donjon) met een diepe gracht en een voorburcht (ook met een gracht) + aan de binnenplaats van de voorburcht bevinden zich een boerderij, een kapel en enkele zalen + het hele complex is naar binnen gekeerd (de wereld buiten het kasteel wordt letterlijk buitengesloten) + de burcht bestaat uit sobere massieve blokken metselwerk, met slechts een paar openingen à deze architectuur is functioneel en nauwelijks versierd , een enorme ‘steenklomp’

Carcassonne
Waar: Zuid-Frankrijk
Wat: Vestingstad die ligt op een hoge steile rots en gold eeuwenlang als een onneembare vesting
Oorsprong: Romeins
Uiterlijk: Carcassonne bestaat uit twee stadsdelen: een hooggelegen ommuurde vestingstad en een lager gelegen deel dat buiten de stadsmuren ligt + de middeleeuwse bewoners hebben de oude Romeinse verdedigingswerken uitgebreid en gemoderniseerd + de middeleeuwse stadsmuur bestaat uit een binnenmuur en een buitenmuur, daartussen zit een diepe kloof + de stad heeft een klooster, een Romaanse kathedraal en een paleis (want zo’n ommuurde stad is natuurlijk ook een veilige schuilplaats voor kloosterlingen, het plaatselijke hoofd van de katholieke kerk: de bisschop en de landheer).

Sante Vincente
Waar: in het Noord-Spaanse Cardona (1029 – 1040)
Architectuur: Laat-Romeinse en vroegchristelijke architectuur is Romaans
Uiterlijk: Ziet eruit als een gesloten vesting + de plattegrond is een kruis + aan het einde van het kruis is een halfronde apsis met slechts één hoog halfrond venster + op het hart van het kruis staat een achthoekige vieringtoren met aan de binnenzijde een koepel waarin door enkele kleine vensters licht schijnt + zowel de plattegrond als de gevels van het gebouw zijn opgebouwd uit geometrische vormen + de uitsparingen en verdikkingen in de stenen wanden en pilaren zorgen voor een sobere versiering + ramen en andere openingen in de muur worden afgesloten door een halfronde boog

Arabieren (in de christelijke wereld gaat het niet zó goed):

Politiek

De Arabieren hebben in korte tijd het Midden-Oosten en grote delen van Noord- Afrika veroverd

Abd ar-Rahman (“de immigrant”) verovert het zuidelijke helft van Spanje en Portugal à Córdoba wordt de hoofdstad van het Spaans- Arabische rijk, waar een kruisbestuiving plaatsvindt tussen de lokale en Arabische cultuur

Economisch

De Arabieren maken allerlei rijkversierde moskeeën en paleizen en de handel en kunstnijverheid bloeit

Sociaal

In de christelijke wereld worden de Arabieren ‘moren’ genoemd en worden afgeschilderd als bloeddorstige barbaren.

Het Heilige Graf van Christus in Jeruzalem ligt in de handen van de Arabieren.

1095: Paus Urbanus 2de roept de christenen om Jeruzalem te veroveren, dit is het startsein voor de kruistochten waarbij christelijke legers een bloedig spoor trekken door Turkije en het Midden- Oosten.

Cultureel

Onder invloed van bronnen uit de Klassieke Oudheid schrijven Arabische wetenschappers boeken over filosofie, medicijnen en wiskunde.

Grote Moskee van Córdoba
Opdrachtgever: Abd ar-Rahman 1ste 
Begin: In 786 begon de bouw , 987 was de moskee twee keer zo groot (met zo’n 544 zuilen)
Architectuur: Zuilen waarschijnlijk afkomstig uit het oude Romeinse + hoefijzer vormen (wat typisch Arabisch is) + oneindige herhaling van de roden blokken + labyrint achtig

Gebedsruimte van de Grote Moskee
Mihrab: Een kleine nis, die gericht is naar het oosten, waar de heilige stad Mekka ligt
Architectuur: De mihrabfacade is uitbundig versierd met allerlei complexen vormen, patronen en letters + deze abstracte versieringen, arabesken genoemd, zijn typisch voor de islam, waarin het maken van afbeeldingen naar de werkelijkheid nagenoeg verboden is (en het maken van beelden naar levend voorbeeld is voorbehouden aan God) + kalligrafie (een andere decoratiemogelijkheid), deze zijn rond de mihrab geschreven en het zijn teksten uit de koran

Kruistochten
Leider: Paus Urbanus 2de
Waar: Door christelijk Europa (Frankrijk, Duitsland en Italië) naar het oosten
De tocht: Na een barre tocht van vier jaar richten de kruisvaarders een slachting aan in Jeruzalem: Jeruzalem, een stad waar tot dan toe christenen, joden en moslims vreedzaam naast elkaar hebben geleefd, wordt compleet geplunderd à er komt een steeds diepere kloof tussen de christelijke en Arabische wereld

Profeet Mohammed
Wie: De grondlegger van de islam, die in zijn visoenen door Allah wordt geroepen profeet te worden en een nieuw geloof te verspreiden
Tijd: 570 – 632
Vijf hoofdplichten: O.a. Bidden tot Allah, vasten en pelgrimstocht naar Mekka
Centrum: Vanaf 750 wordt Bagdad het belangrijkste bestuurs- en kenniscentrum van het Arabische Rijk à met Bagdads universiteit, bibliotheek, het Huis der Wijsheid (is een verzamelplaats voor filosofen, medici, wiskundigen, schrijvers en astronomen)

Relieken
Heiligen: In de middeleeuwen spelen de heiligen een belangrijke rol à de heiligen worden aangeroepen door God à hun bemiddeling geeft uitzicht op; genezing, bescherming en een uiteindelijke plaats in de hemel
De relieken: Botten, nagels, haar
De belangrijkste relieken & meeste zeldzame: Overblijfselen die verbonden zijn aan het lijdensverhaal van Jezus
Primaire relieken: Echte lichamelijke resten
Secundaire relieken: Kledingstukken die de heilige heeft gedragen

Geloof & bijgeloof is bij reliekverering moeilijk te onderscheiden à in de 16de eeuw, tijdens de Reformatie, groeit het verzet tegen het vereren van heiligen en relieken à als reactie hierop stelt de katholieke kerk strengere regels op à er komt een soort echtheidscertificaat en eenmaal goedgekeurde relieken worden verzegeld om fraude te voorkomen à in 1588 wordt bovendien de officiële procedure rond heilige verklaringen verzwaard.

Reliekarm
Wat: De reliekhouder uit de kerk Binche (Belgie) heeft de vorm van een arm, de houder bevat een stuk arm van de Heilige Jacobus, een van de apostelen à op de sluitplaat aan de onderzijde van de houder staan nog andere relieken vermeld, waaronder het haar van Maria en van de apostel Petrus è Dit is een voorbeeld van een kostbare reliek
Betekenis: het gebaar van de hand maakt wel duidelijk welke rol het reliek heeft: de aanbidders van deze relieken ontvangen Gods zegen
Van wie: De houder wordt toegeschreven aan de edelsmid: Godfried van Hoei
Uiterlijk: Op een houten kern zijn zilveren platen geslagen, verguld met bladgoud + de mouw is versierd met edelstenen en bergkristallen (= deze dure materialen geven het belang aan van de relieken die in de houder bewaard worden)
Heilige moment: Samen met een tweede reliekarm (met resten van de apostel Petrus) wordt de reliekarm eens per jaar in een processie (= plechtige kerkelijk omgang (optocht) soms voorafgaand aan de dienst of mis, soms als vorm van boetedoening) door de stad gedragen, zodat Gods zegen ook buiten de kerk wordt verspreid

Reliekhouder van de Heilige Laurentius
Vagevuur: In de Middeleeuwen gaan gelovigen uit van het bestaan van het vage vuur. Mensen die onvoldoende hebben geboden, gebiecht of te weinig giften hebben gegeven, komen hier na hun dood terecht à pas na foltering in het vagevuur kan de gelovige worden toegelaten tot de hemel à de angst voor het vagevuur is groot en wordt bestreden met relieken van Laurentius
Verhaal: Het verhaal van Laurentius, als volgeling van Christus, door de Romeinen werd veroordeeld tot de brandstapel à hij overleefde het vuur op wonderbaarlijke wijze, waarna hij alsnog werd onthoofd à de kerk verklaarde Laurentius als martelaar voor het geloof heilig à een gebed gericht tot hem hielp om aan de verschrikkingen van het vagevuur te ontkomen + bij de aanwezigheid van relieken van de heilige, geeft het gebed meer kracht

1978: Tot het aantreden van paus Paulus Johannes 2de in 1978 werden 300 mensen heilig verklaard volgens de procedure die geldt sinds het einde van de 16de eeuw
1983: In dit jaar heeft de paus deze regels versoepeld en zijn er maar liefst 500 nieuwe heiligen bij gekomen
De Heiligverklaring: Er wordt nog steeds onderzoek naar gedaan à er moet vaststaan dat de heilige als martelaar voor het geloof is gestorven of bijzondere daden heeft verricht

Driekoningenschrijn
Drie koningen: De drie koningen zijn bekend uit het kerstverhaal à het zijn de eerste vorsten die Christus zien en hem eren als Gods zoon
Reis: In de nadagen van het Romeinse Rijk zijn stoffelijke resten van de drie koningen van her en der bijeengebracht en in Milaan terechtgekomen à Als oorlogsbuit worden de relieken in 1162 overgebracht naar Keulen, waar ze ook nu nog in de domkerk te vingen zijn
Uiterlijk: De relieken worden bewaards in een ruime eikenhouten kis waarin de vorm van een middenschip met zijbeuken van een kerk herkenbaar zijn + de kist is bedekt met zilver, goud en edelstenen + voorstellingen die verwijzen naar het verhaal van de drie koningen
Keulen: Om de kist een waardige plek te bieden, wordt in 1228 gestart met de bouw van de Keulse dom à de stad is trots op deze Koninklijke relieken & ze staan symbool voor de machtige positie die Keulen binnen de kerk inneemt

Pelgrims
Waarom: Pelgrimstochten brengen de gelovigen dicht bij de belangrijkste relieken (al weten hedendaagse onderzoekers nog steeds niet of de relieken echt lichamelijk resten van de heiligen bevatten) + Het ondernemen van een pelgrimstocht is een manier om de fouten die iemand tijdens zijn leven heeft gemaakt goed te maken + de tocht levert aflaten op, pluspinten die worden meegewogen bij het uiteindelijke oordeel tussen hemel, hel en vagevuur
Waarheen: Naar bedevaartplaatsen dicht bij huis, maar ook zijn in de Middeleeuwen Rome, Santiago de Compostela en Keulen veel gekozen als einddoelen van deze reizen (in Rome zijn graven en overblijfselen van enkele apostelen, waaronder Petrus & in Santiago de Compostela is het graf van apostel Jacobus de Oudste)
De tocht: Zo’n pelgrimstocht kan al snel maanden in beslag nemen. De pelgrims volgen vaste routes. De route naar Santiago de Compostela is al 1132x vastgelegd in een soort reisgids: Codex Calixtinus + onderweg worden bedevaartskerken, kloosters en herbergen bezocht

Sainte- Madeleine
Waar: Vezelay, Frankrijk
Pelgrimsroute: Santiago de Compostela
Wat: De kerk is een bedevaartsoord, maar bovendien een vertrekplaats van de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela à het gebeente van Maria Magdalena schijnt deze kerk te bezitten
Hergebouwd: In 1120 stort de kerk in tijdens een brand en raken bijna duizend gelovigen bedolven onder het puin à na deze brand wordt de huidige Sainte- Madeleine gebouwd
Inrichting: Het is een echte pelgrimskerk: het publiek wordt ongevangen in een grote voorhal: de narthex à via een ruime koorgang kunnen bezoekers langs de kapellen en relieken lopen, terwijl er tegelijk diensten worden gehouden, de architectuur van de kerk staat symbool voor de pelgrimstocht die hier start à vanuit de narthex loop je eerst onder een poort door waarboven Christus op een troon is afgebeeld à dan kom je in het donkere middenschip, hier zijn op kapitelen afbeeldingen gebeeldhouwd die je waarschuwen voor duivels verleidingen à als die overwonnen zijn, kom je bij de apsis, waar het licht is als symbool voor het Rijk GodsL het uiteindelijk doel van de tocht

Sainte- Foy
Waar: Conques, Frankrijk à in een verlaten en onherbergzaam landschap
Pelgrimsroute: Santiago de Compostela
Restauratie: Conques raakt in verval als na de Middeleeuwen de belangstelling voor pelgrimstochten naar Santiago de Compostela verdwijnt à in de 19de eeuw vindt er een ingrijpende restauratie van de kerk plaats
Functie Sainte- Foy: Ingericht voor het ontvangen van veel pelgrims
Architectuur: Romaans + de kerk oogt stevig en robuust, als een kasteel + de muren zijn massief met weinig vensters, zodat ze het gewicht van de dakconstructie kunnen dragen + de onderdelen van de kerk, de bouwvolumes, zijn overzichtelijk en snel herkenbaar

Peunte de la Reina
Wat: De burg van de koningin
Pelgrimsroute: Santiago de Compostela
Eeuw: In de 11de eeuw werd deze burg speciaal voor de pelgrims aangelegd
Functie: De verschillende routes door Frankrijk richting Santiago de Compostela komen samen bij st. Jean Pief du Port waar de Pyreneeen overgestoken worden à vanaf hier ga je Spanje in
Naast de brug: Meson del Peregrino, hier kunnen moderne pelgrims overnachten want de historische route is tegenwoordig weer populair

Het Laatste oordeel
Verhaal: Ooit keer Christus terug op aarde om definitief te oordelen, volgens het laatste bijbelboek (Openbaringen of Apocalyps) à hierin beschrijft evangelist Johannes een visioen over de manier waarop dit Laatste oordeel zal verlopen à het oordeel wordt, zo is te lezen, ingeleid door verschrikkelijke rampen: vulkanen basten uit, de aarde beeft, vloedgolven overspoelen het land en ga zo maar door à aan de hemel verschijnt dan Christus, met een aantal raadgevers, om het oordeel over de zielen te vellen
In de Middeleeuwen: Het Laatste oordeel is een onderwerp dat veel voorkomt in de Middeleeuwen, omdat het is om gelovigen bang te maken en te stimuleren hen er alles aan te doen de verschrikkingen van hel en vagevuur te ontlopen
Aflaten: De kerk snapt dat iedereen weleens de fout in gaat en dit kwaad wordt dan afgekocht door aflaten die door de kerk worden verleend à het verlenen van aflaten ontaart in de loop der eeuwen tot een handel die de kerk veel geld oplevert

Portaal Sainte- Foy
Uiterlijk: Op het timpaan boven de ingang van de pelgrimskerk in Conques is een voorbeeld te zien van het Laatste Oordeel, vroeger was deze geverfd
Verhaal: In het midden zit Christus op een troon, hij maakt streng de scheiding tussen goed en kwaad, tussen hemel en hel à links van Christus heerst orde, in harmonie zitten de figuren onder keurige poortjes rondom Abraham à rechts van Christus is het minder vredig, vanuit het midden worden mensen door helpers van de duivel de hellemond ingedreven + achter de poort heerst de duivel, hij belist over de straffen voor de zondaars (bijvoorbeeld ze worden door monsters opgegeten, gevierendeeld, gebraden aan het spit of opgehangen)

De hel op het portaal van Sainte- Foy
Straffen: Judas wordt opgehangen, omdat hij Christus verraadde in de ruil voor geld, wat nog te zien is aan de geldbuidel om zijn nek & daaronder wordt er een tong uitgerukt, de straf voor roddelen of kwaadsprekerij
Wat voor straf: De folteringen in de hel zijn verbonden met ondeugden of zonden die tijdens het leven op aarde zijn begaan à soms worden die gekoppeld aan echte gebeurtenissen, bv. De duivel vangt de bisschop van Clermond met een net, die ooit de kas van de abdij in Conques plunderde, nu wordt hij voor altijd op de kijk gezet
Op de architraaf: Er staat een tekst dat wil zeggen: O zondaars, besef welk een hard oordeel u te wachten staat, als gij uw manier van leven niet grondig verandert

Portaal Sainte- Madeleine
1146: Bernardus van Clairvaux roept hier de gelovigen bijeen voor een grote onderneming: een kruistocht om Jeruzalem te heroveren van de moslims à Vezelay speelt dus een belangrijke rol in de verspreiding van het christelijke geloof
Het Laatste Oordeel: Is te vinden in de grote narthex boven de toegang naar het middenschip van de kerk à Christus is nu niet afgebeeld als rechter van het Laatste Oordeel, maar vanaf zijn troon zendt hij apostelen, stuk voor stuk herkenbaar aan hun vaste symbolen, uit om het geloof te verspreiden tot in de verste uithoeken à In de boog rondom Christus staan de volken afgebeeld waaraan het Evangelie al is verkondigd à de niet- christelijke volken (waaronder de Reuzen, de Pygmeeen en Flaporen) zijn aan de voeten van Christus op de architraaf afgebeeld à de wonderlijke verzameling figuurtjes laat zien dat er voor de heidense wereld weinig eerbied was

Ora et labora
Betekenis: Bid en werk
Wat: De regels die Benedictus van Nursia al in de 6de eeuw had opgesteld voor het kloosterleven (= regula Benedicti), gelden in de 10e eeuw voor heel Europa
10e eeuw: In West- Europa nam het aantal kloosters flink toe
Regeling: Tussen de feodale landeigenaren en de kloosters bestaat een taakverdeling à de feodale heren dragen zorg voor verdediging en bestuur & de monniken in de kloosters nemen de taak op zich God te loven met zang en gebed (vergelijkbaar met ridders in dienst van de feodale machthebbers, kun je de monniken beschouwen als een soort beroepsleger. Het is hun vak zich in te zetten voor het heil van de hele mensheid en vooral van iedereen die het klooster met schenkingen steunt.
Leden: Vooral zonen van vooraanstaande families bevolken de kloosters à om te kunnen intreden wordt een flink deel van het familiebezit afgestaan aan de kloosters à eenmaal ingetreden, onderwerpen monniken zich aan de disciplines van de kloosterorde

Eadwinus Psalter
Scriptorium: Hier kopiëren monniken oude en eigentijdse boeken à dit handwerk vraagt veel geduld en precisie, maar in die dagen is dit de enige manier om kennis vast te leggen en te verspreiden
Wie: Eadwinus is een kopiist, die in een van zijn handschriften een zelfportret als illustratie zet à we zien hem met pen en mes (voor het slijpen van de pen of voor het wegkrabben van fouten) aan het werk aan een lessenaar
Illustratie: Op de beelden in de timpanen valt op dat de weergave van de anatomie en het gezicht nog erg schematisch is + perspectief van de stoel en de lessenaar is eenvoudig + de plooien van Eadwinus’ habijt zijn gestileerd en er is niet echt gekeken naar hoe plooien vallen & op de randversiering is een tekst opgenomen: ‘ noch mijn faam, noch mijn log zal snel sterven’, wat inhoudt dat Eadwinus erg trots is op zijn kunnen, wat uitzonderlijk is, want de monniken doen het werk niet voor eigen roem maar altijd in dienst van het klooster en uiteindelijk van God.

Pueri hebraeorum portantes
Vertaling: Allelujah, dit is een melodie met een reeks van tonen op een lettergreep
De getijden: Op vaste tijden zijn er in de kloosters gebedsdiensten à iedere week wordt er volgens een vast rooster alle 150 pslamen gezongen en omlijst met andere gezangen en gebeden (in het Latijns)
Ontwikkeling: In het begin gebruikte iedere streek zijn eigen melodieën à volgens de overlevering brengt paus Gregorius de Grote hier verandering in en hij komt met het gregoriaans Gregoriaans: Het gregoriaans kenmerkt zich door een eenstemmige gezongen melodielijn in een niet maatgebonden ritme
De monniken: Ze zingen in het koorgedeelte van de kerk en hun zang is bestemd voor de liturgie (= het geheel van voorschriften en ceremonieën voor inrichting van de eredienst; de gebeden en gezangen van de dienst) à veel van de psalmen worden erg sober, lettergreep voor lettergreep op een toon gezongen

Johanneshymne
Ontwikkeling: Het gregoriaans wordt in de loop van eeuwen geperfectioneerd à grote kloosters laten het zingen van psalmen speciaal over aan opgeleide monniken à het repertoire neemt toe en het wordt steeds moeilijker de muziek allen op het gehoor te leren à als eerste stap in de ontwikkeling van de muzieknotatie worden er als geheugensteuntje tekentjes, neumen, aangebracht boven de tekst
Guido Arezzo: (ca. 990 – 1050) verbetert het susteem door twee lijnen aan te brengen, een gele die de toon c aangeeft en een rode die de f aangeeft à vervolgens ontstaat de vierlijnige notenbalk met sleutel en een notatie in vierkante noten à om het instuderen van de muziek verder te vergemakkelijken gaf Guido van Arezzo de verschillende tonen namen die beter in het gehoor liggen dan c-d-e-f-g-a-b, zoals de gregoriaanse regel dit voorschreef à de namen van deze solmisatie (= ) ontleent hij aan het Johanneshymne  à iedere regel begint met een toon hoger en de lettergreep waarmee deze begint, bepaalt de naam van de toon (aan deze duizend jaar oude Johanneshymne hebben we ons do-re-mi-fa-sol-la-ti-do overgehouden
Johanneshymne: Notatie uit de 19de eeuw van de Johanneshymne

Sober of luxe
Luxe: Voor het ontvangen van schenkingen en erfenissen vergaren de kloosters veel bezittingen en kapitaal à de kloosterorden leven van dit geld in grote luxe
Cluniacenzers: Vooral de kloosters van de Cluniacenzers, een orde ontstaan vanuit de abdij te Cluny in Midden- Frankrijk, staan bekend om hun enorme rijkdommen à ter meerdere glorie van God worden deze gebruikte voor het vervaardigen van oogverblindende misgewaden, reliekhouders en wierookvaten + de Cluny- orde is verantwoordelijk voor de bouw van honderden kloosters en kerken à de uitbundige architectuur en schitterende erediensten van de kerk staan in schril contrast met de armoede van de bevolking à de weelde wordt verdacht in de ogen van andere kloosterorden, in de geschriften van Bernardus van Clairvaux wordt deze pracht en praal aangevallen
Cisterciënzers: De kerken van deze orde maken een soberdere indruk à deze orde wijst overdadig beeldhouwwerk, zoals te zien is in Vezelay of Silos, af à in hunkerken treffen we geen dure spullen à voor de liturgie stelt Bernardus nieuwe regels op, waarin voor uiterlijk vertoon geen plaats meer is
Verdeeldheid: De meningsverschillen over weelde ter ere van god of soberheid naar het voorbeeld van Christus houden de kerk in de 12de eeuw veel bezig à dit zijn de eerste tekenen van verdeeldheid binnen de kerk

Enkele uitspraken van Bernardus van Clairvaux
Over gregoriaanse zang: ‘Het (de zang) mag ons oor strelen enkel oom het hart te bereiken, om pijn te verzachten en haat weg te nemen. Het mag ons niet afleiden van de betekenis van de woorden maar moet deze juist extra benadrukken.’
Over de rijkdommen in de kerk: ‘De kerk fonkelt van alle kanten, maar de armen leven in ontbering; haar stenen zijn bedekt met goud, maar haar kinderen hebben niets om zich mee te kleden; de liefhebbers vinden de kerk genoeg om hun nieuwsgierigheid te bevredigen, maar de armen vinden er niets om hun ellende te verlichten.’

De bekering van Eustachius
Soort kerk: Cluniacenzers- kerk
Uiterlijk: Het interieur is op het eerste gezicht wat sober, maar als je goed kijkt zie je dat er meer dan honderd kapitelen van de pijlers en half zuilen heel rijk zijn bewerkt & elk kapiteel is versierd met weer andere bloem- en plantmotieven en verbeeldt een eigen verhaal
Voorbeeld: Een van de kapitalen van de zuidelijke zijbeuk laat de bekering van Romeinse generaal Placidus zien à op zijn paard jaagt hij met zijn jachthond op groot wild en plotseling staat hij tegenover een hert met een gouden kruisteken tussen zijn gewei. Placidus bekeert zich na deze verschijning onder zijn nieuwe naam Eustachius tot het christendom. Dat wordt hem door zijn Romeinse broeders niet in dank afgenomen en hij sterft de marteldood à Reden om hem later heilig te verklaren

Klooster Fontenay
Cisterciënzers: In Nederland worden dit schiermonniken genoemd. ‘schier’ naar de grauwe kleur van hun pijen van ongebleekt katoen à Schiermonnikoog dankt zijn naam aan het klooster dat er stond.
Waar: Bernardus van Clairvaux wil dat de kloosters bij voorkeur op verlaten en onherbergzame gebieden worden gesticht, zoals het kloostercomplex bij Fontenay in Frankrijk (vanaf 1133) à hier krijg je een goede indruk van de eenvoud die Bernardus voorstaat
Inrichting: Centraal in het complex ligt de kloostertuin. In tegenstelling tot de onherbergzame woestenij rond het klooster is de tuin strak en symmetrisch van indeling en keurig onderhouden. Voor de monniken die bijna nooit buiten de poort van het complex komen, is deze tuin een afspiegeling van de goddelijke orde à rondom de tuin loopt de kloostergang, kaal en zonder beeldhouwwerk à de gang verbindt de verschillende gebouwen waaruit het klooster bestaat à het bouwen van torens is binnen de orde niet toegestaan + een indrukwekkende entree met een gebeeldhouwd Laatste Oordeel ontbreekt

Kerk Fontenay
Uitspraak Bernardus de Clairvaux: ‘We verbieden houtsnij- en beeldhouwwerk en schilderingen in de kerk en in de andere kloosterruimten. Ze vangen de aandacht en leiden ons af van meditatie, discipline en onze religieuze roeping.’
Interieur: Sober, de kerk is zo kaal dat het lijkt of de cisterciënzers weinig hebben toegevoegd aan de kunsten à dit is echter een vergissing, want de heilige atmosfeer in hun kerken wordt enkel bepaald door architectuur, waarin harmonieuze verhoudingen en invallend licht moet verwijzen naar God à de cisterciënzers hebben veel belangstelling gehad voor de bouwkundige aspecten en hebben veel bijgedragen aan de verdere ontwikkeling van de bouwkunst. Ze lopen hierin vooruit op de architectuur van de gotiek.

Samenvatting
Rond het jaar 1000 zorgt het katholieke geloof in het grootst deel van Europa voor een culturele eenheid. In de verspreiding van het geloof spelen kloosters een grote rol: hier worden bijbels gekopieerd en uitgewisseld + hier worden algemeen geldende regels voor de kerkdiensten opgesteld. In de kloosters wordt voor het eerst het gregoriaans genoteerd zodat het overal gezongen kan worden. Door invloed van de kloosters ontstaat er voor het eerst sinds de Romeinen weer een bouwstijl die uitstijgt boven regionale verschillen: het Romaans.
Reliekverering is een belangrijk onderdeel van het geloof. Gelovigen ondernemen pelgrimstochten naar relieken en heiligen in onder meer Santiago de Compostela, Rome en Jeruzalem. De tochten zijn gevaarlijke ondernemingen, die maanden in beslag nemen. Langs deze routes bloeit religie, cultuur en economie op.
Voorstellingen van het Laatste Oordeel stimuleren de gelovigen er alles aan te doen de verschrikkingen van de hel en het vagevuur te ontlopen. Giften, waarmee aflaten worden verdiend, zorgen ervoor dat de kerk veel kan besteden aan uitbundige architectuur en schitterende erediensten. Vooral de kloosters van de Cluniacenzers etaleren hun rijkdom ‘ter ere van Christus’. In de ogen van de cisterciënzers, een kloosterorde gesticht door Bernardus van Clairvaux, moet de kerk deze pracht en praal afleggen. Zij streven soberheid ‘in navolging van Christus’ na.
De Arabieren hebben in korte tijd het Midden- Oosten, delen van Noord- Afrika en Zuid- Europa veroverd. Er worden versierde moskeeën en paleizen gebouwd, de handel en kunstnijverheid bloeit. Cordoba wordt de hoofdstad van dit Spaans- Arabische Rijk, waar een kruisbestuiving plaatsvindt tussen de lokale en Arabische cultuur.

Cluniacenzers kerken

Cisterciënzers kerken

Torens

Massieve blokken

Beeldhouwwerk

Somber

Portaal reliëf

Niet versierd

Luxe

Neutraal

Sainte- Madeleine

Klooster/kerk Fontenay

Beeldende kunst
In de 11de en 12de eeuw nauwelijks sprake van zelfstandige beeldhouwkunst à gebeeldhouwde figuren en decoraties zijn een onderdeel van de bouwkunst in de vorm van bv. Kapitelen en timpanen à op timpanen boven het portaal van de kerk is het Laatste Oordeel een veelvoorkomend thema

Rijke versieringen tref je vooral aan in kerken en kloosters van de Cluniacenzers + in de handgeschreven boeken zijn vaak illustraties opgenomen + zowel bij de gebeeldhouwde figuren als bij illustraties valt op dat er weinig aandacht is voor een kloppende anatomie & het centrale perspectief ontbreekt & plooival wordt schematisch en decoratief weergegeven

Hoewel de verbeelding van hel en vagevuur angstaanjagend is, komt dit niet door ver uitgewerkte gezichtsuitdrukkingen.

De vraag naar reliekhouders levert gouden tijden op voor de edelsmeden.

Abstracte versieringen met complexe vormen, patronen en letters zijn kenmerkend voor de islamitische kunst.

Romaanse bouwstijl kenmerken:

  • Geometrische grondvormen
  • Sobere versieringen
  • Toepassing rondbogen
  • Massieve ‘dragende’ muren

Bouwkunst
De Romaanse stijl wordt gekenmerkt door zware muren, met weinig vensters à de dikke muren dragen het dak en ingewikkelde boogconstructies ontbreken à de architectuur van zowel kastelen, kloosters en kerken is helder en overzichtelijk à de verschillende ruimten zijn als blokvorm snel herkenbaar à niet alleen kastelen, ook kerken ogen vaak als en bastion, stevig en onoverwinnelijk.

Afgeleid van de Romeinse voorbeelden worden rondbogen en tongewelven veelvuldig toegepast à onder invloed van de islam ontstaat in Zuid- Frankrijk en Spanje een variant op de Romaanse rondbogenstijl, met oosterse of moorse bogen in een hoefijzervorm

De cisterciënzers hebben weinig op met decoraties, maar hebben des te meer aandacht voor bouwconstructies die het uiterlijk van de kerk bepalen. Hiermee loopt deze orde vooruit op het ontstaan van gotiek.

Muziek
Voor het zingen van psalmen in de kloosters gelden vaste regels: het gregoriaans. Deze muziek kenmerkt zich door een eenstemmige gezongen melodielijn in een niet maatgebonden ritme. Guido van Arezzo verbetert de eerste aanzetten tot muzieknotatie, waarna de vierregelige notenbalk ontstaat. Om de zang makkelijker in te kunnen studeren, ontwikkelt hij de solmisatie.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.