De late middeleeuwen

Beoordeling 4.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 5402 woorden
  • 14 juni 2016
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 4.7
6 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Fix onze energie!

Studeer energie & techniek. Iedereen staat te springen om jou! We hebben namelijk veel technische toppers nodig die de energie van morgen fixen. Met een opleiding in energie & techniek ben je onmisbaar voor de toekomst. Check Power Up The Planet en ontdek welke opleiding het beste bij je past! 

Check Power Up The Planet!

De Late Middeleeuwen, Gothiek, is vooral een periode van de kathedraalbouwers.

Jean Fouquet
Tijd: 1420 – 1480
Wat: Schilder

In de late Middeleeuwen groeien veel steden uit. In de dichtbevolkte steden is het niet mogelijk alle benodigde voedsel te verbouwen. De gesloten plattelandseconomie maakt daarom plaats voor ruilhandel. In de steden heeft naast de adel en geestelijkheid ook de stedelijke burgerij zeggenschap. De steden proberen elkaar te overtreffen met het bouwen van grote en hoge kerken of kathedralen. Om de burgers aan te spreken, verandert er veel in de kerk. De diensten worden spannender gemaakt met meerstemmige muziek en toneelmatige uitbeelding van de in het Latijn voorgelezen of gezongen teksten. Christus wordt steeds meer gezien als een gewoon mens en niet meer als koning die wetten voorschrijft. Ook kloosters vestigen zich in de steden. Ze nemen actief deel aan het stedelijk leven. In ruil van het geven van onderwijs en het verzorgen van zieken ontvangen de nieuwe kloosterorden giften van de burgerij om in hun onderhoud te voorzien.

Het koor
In de steden wilde de mensen herkenbare en begrijpelijke handelingen in de kerk. Weinig mensen kunnen lezen of schrijven, dus voor veel kerkgangers zijn de verhalen uit de bijbel vrijwel onbekend. Tijdens de mis spreekt de priester in het Latijns + de symbolische betekenis van de handelingen zijn maar moeilijk te begrijpen à om gehoor te geven aan de behoefte van de burgers ontstaat er het liturgisch drama, waarin de Latijnse teksten met spel worden verduidelijkt + om de kerkganger verder te betrekken bij de mis wordt de muziek bij de gezongen missen uitbundiger en meerstemmig à het koor in de kerk speelt voor de geschiedenis van muziek en theater dan ook een grote rol

Het koor in de katholieke kerk is de belangrijkste plek à het koor bevindt zich achter in de kerk vaak als verhoogd podium à het is de plek waar de priester rituele handelingen verricht tijdens de mis à op het koor staat een soort tafel als altaar waaraan de priester bij elke mis op symbolische wijze met brood (lichaam) en wijn (bloed) verwijst naar de dood van Christus à voor de gewone mens is dit dus verboden terrein

Viderunt Omnes
Wat: Gregoriaanse melodie met zeer langgerekte tonen (lijkt op slowmotion) & polyfonie
Geschreven door: Kapelmeester Perotin
Jaar: 1198

La Messe de Nostra Dame
Wat: Nummer dat bestaat uit vier gelijkwaardige stemmen, met elk eigen melodielijnen en bijbehorende teksten
Geschreven door: Guillaume de Machaut (1300 – 1377)

Een mis bestaat uit gezongen delen die in vaste volgorde worden gezongen:

  1. Kyrie                   =            Roep om Goddelijke bescherming
  2. Gloria                 =            Aanbidding van God
  3. Credo                 =            Bevestiging van het geloof
  4. Sanctus              =            Loflied
  5. Agnus Dei          =            Verzoek aan God om zich te bekommeren om de gelovigen

De Machaut
à Meestal wordt een mis door meerdere componisten geschreven, maar dit is de oudste bekende mis waarvan alle delen van een componist zijn à de mis is geschreven om uitgevoerd te worden in de kathedraal Notre- Dame, in Reims à De complexe zangpartijen komen goed tot hun recht in de hoge binnenruimte van deze gothische kathedraal à Net als in de vormgeving van het gebouw voegen herhaling, variatie, ritme en lijnenspel zich samen tot een groots en haast mysterieus geheel à hoge en lage tonen lijken de ruimte te vullen

Quem Quareritis
Liturgisch drama: Een poging om de handelingen van de mis te verduidelijken aan de kerkganger à het liturgisch drama zet de bijbel teksten, waarop de mis is gebaseerd, zonder veel ingrepen om in dealogen. Met een vaste rolverdeling en regieaanwijzingen ontstaat op die manier een vorm van theater in de kerk
Pasen: In de paasmis wordt de kruisging van Christus en zijn opstanding uit de dood herdacht en dit is uitstekend geschikt om te worden verlevendigd met spel à de priester vraagt aan Maria ‘Quem Quaeritis’ (wie zoekt gij) à Maria’s tekst wordt gezongen door drie koorknapen die tegelijkertijd antwoorden ‘Jezus van Nazareth, de gekruisigde’ à met kostuums, decorstukken en rekwisieten wordt de tekst voor het publiek nog spannender gemaakt

God is licht
Rond de 12de eeuw wordt Maria als moeder van Christus volop vereerd à Maria wordt vereerd als adellijke dame, die in alles de ‘ideale vrouw’ lijkt à haar aanbidders beschrijven haar met de mooiste teksten en ‘schenken’ haar grote en rijkversierde kathedralen
De kathedralen worden gebouwd in een nieuwe stijl: de Gotiek à deze stijl is bedacht en voor het eerst toegepast door abt Suger, de hoogste baas van een benedictijnenklooster te Saint- Denise à de kerk van het klooster bevat de graven van de Franse koningen à Suger ontwerpt rond 1140 een nieuwe kloosterkerk die recht doet aan de koninklijke functie van het gebouw à de stijl wordt gekenmerkt door: openheid en licht à Suger laat zich inspireren door oude christelijke geschriften die in zijn klooster worden bewaard, hierin wordt God gelijkgesteld aan licht à het veelkleurige licht van God bedekt alles en iedereen

Notre – Dame in Chartres
Wat: Eind twaalfde eeuw wordt in de Franse stad Chartres een kathedraal gebouwd die de inwoners vol trots beschouwen als het aardse huis van Maria
Notre – Dame: Worden relieken van Maria bewaard à waaronder het kleed dat ze gedragen zou hebben bij de geboorte van Christus
Plattegrond: De kerk heeft een kruisvormige plattegrond à de lange as van het kruis bestaat uit een middenschip en twee zijbeuken à de korte as van het kruis heet het dwarsschip à via grote vensters in het verhoogde middenschip valt veelkleurig licht in à de kolommen rond het koor zijn nog slanker dan in de rest van de kerk à het lijkt alsof de wanden hier enkel van glas-in-lood zijn à de belangrijkste entree van de kerk is het koningsportaal waarmee het midden schap wordt afgesloten, boven deze ingang is een groot roosvenster aangebracht à ook het dwarsschop wordt aan beide kanten afgesloten met portalen en roosvensters

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen

Incarnatievenster
Betekenis: Vleeswording, christelijke theologie
Rijkdom in de kerk: Volgens Suger moet het interieur van een kerk rijkdom uitstralen ‘gouden vaatwerk, edelstenen en alles wat men in de schepping voor kostbaar houdt’ à alle kostbaarheden worden beschenen met goddelijk licht dat door de glas-in-loodramen naar binnen valt à in de vensters worden veelkleurige stukjes glas allerlei verhalen uit de bijbel uitgebeeld à wanneer het licht door zo’n venster op een kerkganger valt wordt deze vanzelf bijna letterlijk ‘aangeraakt’ door de heilige figuren van de voorstelling van het venster
Annunciatie: Veelgebruikt thema uit de beeldende kunst ontleend aan de bijbel. Letterlijk: aankondiging à boodschap van de aartsengel Gabriël aan Maria dat zij de heilige geest zal ontvangen en moeder zal worden van Christus

Drie koningen:
à Naast de uitbeelding van het Laatste Oordeel, wordt de geboorte van Christus een geliefd thema
Verhaal: Op de detailfoto van het incarnatievenster herken je scenes (blz. 29) uit het kerstverhaal. De drie koningen hebben dagenlang een feel ster gevolgd, om bij Christus’ geboorteplaats Bethelem uit te komen. Zij overladen Christus met kostbare geschenken en begroeten de pasgeborene als een koning.
Raam: De makers van het raam volgen niet precies de bijbeltekst, maar kiezen voor een symbolisch verhaal waarin het belang van Christus wordt onderstreept. De drie koningen zijn herkenbaar gekleed: ze dragen kostbare gewaden en hebben allerdrie een gouden kroon op hun hoofd à bij hun aankomst in Bethlehem lijkt het of Maria de stal met schapen en een os heeft verruild voor een troon à ook zij draagt een kroon en zij heeft de kleine Christus op haar schoot à Christus begroet de drie koningen
Boodschap: Christus is gelijk aan de koningen en Maria is de koningin

Dit wil je ook lezen:

De kathedraal exterieur
12e en 13e eeuw: Bijna elke zichzelf respecterende bisschopsstad bouwt een nieuwe kathedraal à de steden gaan een concurrentiestrijd aan over wie de mooiste, rijkste en grootste kathedralen hebben à naast schenkingen wordt de bouw van deze kathedraal bekostigd door de stadsbewoners hoge belastingen te bouwen
1211: Start van de bouw van de kathedraal in Reims à belangrijke kathedraal, omdat hier de koningen worden gekroond à de leiding ligt in de handen van Jean d’Orbais à veel verschillende bouwloges (= soort gespecialiseerde aannemersbedrijf) deden mee zoals; metselaars, timmerlieden, beeldhouwers en glazeniers
Gotische kenmerken: Enorme spitsvormige ramen, nauwelijks dragende muren, het gewicht van de overkapping wordt opgevangen door een ingewikkeld stelsel van ribben die verbonden zijn met luchtbogen, uiteindelijk wordt alle gewicht afgeleid naar pijlers à omdat er geen zware dragende muren meer nodig zijn, worden de wanden afgesloten door raampartijen, het beeldhouwwerk aan de buitenkant van de kathedraal komt steeds meer los te staan van de architectuur van de kerk


 


1 – Koorsluiting of Apsis
2 - Priesterkoor
3 – Doksaal
4 - Kooromgang
5 - Straatkapellen
6 – Kruising of viering
7 – Transept
8 - Middenschip
9 - Zijbeuken
10 – Narthex of westbouw

Koningsportaal Reims
Wat: Poort waar de koning doorheengaat die net gekroond is
Architectuur: De gevel wordt gekenmerkt door twee gelijke hoge torens, met grote open venstervormige uitsparingen, waardoor het geluid van de kerkklokken over de stad kan klinken + de westgevel heeft 3 ingangen die elk worden afgesloten met een spitsvormig gewelf + in het linkergewelf zijn beelden te zien rond de geboorte van Christus, in het midden wordt Maria tot koningin gekroond en in het rechtergewelf staan beeldengroepen waarin de kruisging van Christus wordt uitgebeeld + de gevel bestaat uit 3 lagen, onderaan de 3 entrees met gewelven, in het midden het roostervenster en de eerste openingen voor het klokkenwerk + helemaal boven bevinden zich een rij met koningsbeelden en de twee opengewerkte spitsen van de torens

Exterieur koor
Gotiek: Kenmerkend zijn de ‘open’  gevels waardoor de overgang van ‘buiten’  naar ‘binnen’ heel geleidelijk verloopt à de toepassing van skeletbouw maakt het mogelijk dat gotische kerken erg hoog worden
Architectuur: Vooral bij het koor zie je dat vanuit het dak luchtbogen naar buiten steken à het lijkt alsof de kathedraal in steigers staat à de luchtbogen leiden het gewicht van het gewelf via zware pijlers af aan de buitenkant van de kerk & op de begane grond ligt om het koor een krans van kapellen waartussen zware pijlers staan die de krachten vanuit het koor opvangen à de kapellen zijn half rond en lijken net een soort minikerkjes met elk een eigen altaar

Annunciatie en visitatie
Buitenkant: Aan de buitenkant van de kathedraal van Reims zijn er meer dan tweeduizend beelden te zien à aan het linkergewelf van het koningsportaal staan beelden die de aankondiging van de geboorte Christus laten zien à ze vertellen het verhaal van de annuciatie: een engel die Maria vertelt dat ze zwanger zal zijn van Christus (links) à (rechts) de visitatie: de al zwangere Maria wordt bezocht door de toekomstige moeder van Johannes de Doper
Gotiek: In tegenstelling tot de Romaanse kunst staan deze beelden los van de muur, de beelden zijn erg gedetailleerd, elke plooi van de kleding is uiterst precies weergegeven, de gezichten tonen zeer scherpe emoties en door de armgebaren lijken de figuren van de beelden werkelijk met elkaar te ‘praten’

Het plein
Middeleeuwen: In het centrum van een middeleeuwse West- Europese stad sta je oog in oog met een kerk. In sommige Italiaanse steden is dat anders, dan is het stadhuis het centrum
Siena: Italiaanse stad waar het stadshuis het centrum vormt à het aantal inwoners steeg heel erg in de late Middeleeuwen, doordat iedere burger binnen de veilige stadsmuren wilde wonen à Siena ligt op heuvels en de ruimte is beperkt, maar ondanks die beperkte ruimte ligt er midden in Siena een ruim plein: Piazzo del Campo à het belangrijkste gebouw daar is het stadhuis + een imposante toren steekt ver uit boven de middeleeuwse stad en onderstreept de status van het plein: hier zetelt de Nove, het stadsbestuur van Siena à niet de kerk of de adel heeft hier de macht, maar de burgers zijn de baas à de Sienesen willen hun stad zo modern en democratisch mogelijk besturen, opdat iedereen er gelukkig kan leven
Architectuur: Uit de architectuur van het plein, de indeling van de stad en de decoraties in het stadhuis, blijkt de trots van de burgers
Het plein is zo vormgegeven dat het een weerspiegeling is van de bestuursvorm

Op het plein:
. Markten
. Volksfeesten
. Openbare terechtstellingen

Piazzo del Campo
Ook wel: Het mooiste plein ter wereld, volgens menig toerisme
Tijd: 1297- 1310
Indeling: Het ruime plein heeft een schelpachtige contour en zijn aflopende holle vorm is een verrassing in de dichte bebouwde Siena à het plein is groot maar ook intiem, omdat het geheel door gebouwen is ingesloten à veel kleine kronkelsteegjes leiden de bezoeker onherroepelijk naar het plein à door de komvorm doet het plein wel denken aan een amfitheater, met het palazzo als levensgroot decorstuk à de bestrating versterkt de blikrichting: verschillende kleuren stenen verdelen het plein in negen segmenten die samenkomen op het plein (palazzo) à ieder segment staat voor een van de afgevaardigden in het stadsbestuur à Nove is Italiaans voor negen, dus de negen afgevaardigden mannen à Alle belangrijke gebeurtenissen, zoals de dagelijkse markt, terechtstellingen, openluchtmissen en stierengevechten, spelen zich af op dit plein

Palazzo Pubblico
Wat: Het meest prominente gebouw op het plein à de toren steekt ver boven het plein uit en dat is geen toeval, dit is het belangrijkste machtscentrum van de stad à hier zetelt de Nove, die voornamelijk bestaat uit rijke kooplui en bankiers
Bestuursvorm: De bestuursvorm in de stadstaat Siena komt vrij dicht in de buurt van wat wij tegenwoordig een republiek noemen à in de leefregels die de Nove zichzelf en de burgers voorhoudt, klinken duidelijk christelijke waarden door als rechtvaardigheid, voorzichtigheid, kracht en matigheid à in het stadhuis worden deze waarden in woord en beeld gebracht voor de analfabete inwoners van Siena
Stadhuis: Ondanks alle vredige bedoelingen van het stadsbestuur heeft het stadhuis wel iets weg van een versierd fort à de kantelen en de massieve aanblik doen vermoeden dat het stadhuis niet zomaar te veroveren valt à dat moet ook wel: Siena verkeert in de late Middeleeuwen veelvuldig in oorlog met buurman Florence

Het goede bewind
Wat: In 1338 geeft de Nove de schilder Ambrogio Lorenzetti (? – 1347) opdracht twee fresco’s (= muurschildering op natte kalklaag) te maken in hun vergaderzaal: “Het goede bewind”, die de gevolgen van een goed en verstandig bestuur laat zien en op de tweede fresco de verschrikkingen van een slecht bestuur laat zien
Schilderij: Lorenzetti schildert een levendige stad, waarin alles vlekkeloos verloopt. Er wordt gedanst, een priester geeft les en ambachtslieden zijn aan het werk. Op het platteland werken de boeren en de ezels vervoeren hun opbrengsten naar de markt = het resultaat van een goed bestuur à bijna alle terreinen waar het bestuur zich mee bezighoudt zijn terug te vinden in deze voorstelling, zoals; verdediging van de stad, de rechtspraak, het bestuur over de provincie, de zorg voor onderwijs en zieken, het reguleren van de handel en de bescherming van ambachten
Stijl: Lorenzetti schildert dit in een naturalistische stijl, hij heeft heel nauwkeurig de werkelijkheid uitgebeeld à niet eerder in de geschiedenis is zo’n gedetailleerd beeld gegeven van het alledaagse leven in de stad
Securitas: Het bestuur dat waakt over de veiligheid van burgers en boeren

De straat
Straatartiesten: Speellieden, jongleurs, toneelspelers, berentemmers trekken van stad naar stad à over de kunsten die deze zogeheten vagebonden of vaganten vertonen, is weinig bekend à tekst en muziek zijn nauwelijks opgeschreven en er werd veel geïmproviseerd à de artiesten staan laag in aanzien en veel steden vaardigden wetten uit om te voorkomen dat ze op ongewenste plekken en tijden optreden à de kerk is fel gekant tegen straatartiesten, ze werden afgedaan als ‘ minstrelen van de satan’ en hun muziek is volkomen in tegenspraak met de strenge kerkelijke muziek à de mengvorm van muziek, theater en circusachtige acts was wel al populair onder de Romeinen
Loop der tijd: In de late Middeleeuwen vermindert het verzet van de kerk tegen volksvermaak en worden theater en volksmuziek ingezet bij vieringen en processies, maar wanneer de kerk denkt dat deze opvoeringen te uitbundig worden, ontstaan er allerlei vormen van religieus drama buiten de kerk à er ontstaan groots opgezette theaterstukken die opgevoerd worden op geïmproviseerde openluchtpodia of op boerenwagens

 De reizende gokelaer
Werk: Stadsbestuurders huren zo nu en dan vaganten in ter verhoging van de feestvreugde op jaarmarkten en bij andere gelegenheden à uit oude archieven valt op te maken welke instrumenten er worden bespeeld en welke kunstjes er worden vertoond, veel straatmuzikanten spelen op verschillende instrumenten tegelijk à vaak zijn dit instrumenten die klanken zonder onderbreking alten klinken, zoals de doedelzak à over deze tonen heen wordt de melodie gespeeld of gezongen
De reizende gokelaer: Een prent (1520) van Lucas van Leyden (1494 – 1533) waarop we een rondtrekkende vagant zien die op een doedelzak speelt à de goochelaar zal waarschijnlijk zijn publiek vermaken met allerlei ‘tovenarij’, begeleid door muziek en zang à het is niet ongevaarlijk; een ‘gokelaer’ loopt het gevaar als ‘handlanger van de duivel’  opgepakt te worden

Passiespelen van Valenciennes
Mysteriespel: De vroegste vorm van middeleeuwse religieus straattheater, waarin bijbel scenes nagespeeld worden, zonder dat ze veel verband met elkaar hebben
Passiespel: Spel, vooral in de late Middeleeuwen en vroegrenaissance, waarin het lijden van Christus het hoofdthema is, voorzetting in de volkstaal van de Paas liturgie à soms nemen honderden spelers hieraan deel en duurt het spel dagenlang à aan het decor van de passiespelen van de Franse stad Valenciennes is te zien dat deze voor verschillende scenes naast elkaar staan à uit de overgeleverde teksten blijkt dat er veel werk wordt gemaakt van allerlei theatrale effecten om bijvoorbeeld aardbevingen, overstromingen en branden zo echt mogelijk weer te geven
Wagenspelen: Een variant op de mysterie- en passiespelen is het plaatsen van decors op boerenwagens à bij deze wagenspelen trekken de karren in optocht langs het publiek à de wagens worden gemaakt door de gilden à elk gilde is herkenbaar aan het Bijbelverhaal dat op de wagen wordt uitgebeeld, bijvoorbeeld; timmerlieden tonen de toren van Babel, viskopers Jonas en de walvis en scheepsbouwers de ark van Noach

Mariken van Nieumeghen
Mirakelspel: Hierin worden verhalen verbeeld waarin op wonderbaarlijke wijze zondaars hun leven verbeteren à dit is goed herkenbaar in het mirakelspel Mariken van Nieumeghen uit de 15de eeuw
Verhaal: Na een bezoek aan de markt in Nijmegen wordt Mariken ’s avonds op straat aangesproken door een figuur die zich voorstelt als Moenen met het ene oog. Hij belooft haar een leven vol rijkdom en kennis. Ondanks dat Mariken doorheeft dat ze van doen heeft met de duivel zelf. Gaat ze toch met hem mee. Zeven jaar leidt ze met de duivel een wild en zondig leven. Op een dag komt Mariken echter tot inkeer bij het zien van een wagenspel in de stad. In een laatste poging om haar bekering te voorkomen, sleurt de duivel Mariken de lucht in en laat haar te pletter vallen. Als een wonder overleeft Mariken de val. Pas na jaren van boetedoening in een klooster vergeeft God haar haar zonden en kan Mariken vredig sterven.

Kloosters in de stad
Vanaf: 12de eeuw ook kloosters in de steden à vaak zijn dit de nieuwe kloosteroden van de franciscanen en domicanen
Nieuwe orden: De nieuwe orden, die soberheid en ontbering van luxe voorschrijven, noemen we bedelorden à ze leven van giften van de burgerij in ruil waarvoor de monniken diensten verlenen aan de burger zoals; het verzorgen van onderwijs, het opvangen en verplegen van zieken en het ontfermen over de armen
Zichtbare wereld: omdat  de monniken zich steeds meer onder het volk begeven, wordt afstand tussen kerk en de burgers kleiner, waardoor het geloof een menselijker gezicht krijgt à geleidelijk gaan monniken zich meer bezighouden met de bestudering van de zichtbare wereld à vanuit de nieuwe kloosterorden ontstaan de eerste universiteiten à zelfs de ‘heidense’ klassieke bronnen worden bestudeerd omdat die bruikbare kennis kunnen opleveren voor het geloof à ook kunstenaars gaan zich in de late Middeleeuwen meer verdiepen in het afbeelden van de zichtbare wereld à de vroegmiddeleeuwse fabeldieren, gedrochten en gefantaseerde duivels maken in de gotiek plaats voor mensfiguren en afbeeldingen van echt bestaande dieren en planten uit de natuur à kunstenaars krijgen meer aandacht voor de menselijke anatomie en de uitbeelding van ruimtelijkheid

San Francesco
Tijd: 1228 - 1258
Wat: Kerk die gewijd is aan de Heilige Franciscus
Wie: De rijke, jonge Franciscus besluit op een dag al zijn bezittingen en luxe op te geven en zijn leven te wijden aan het geloof à hij volgt hiermee het voorbeeld van Christus die zijn leerlingen uitzond om te prediken zonder geld op zak, zonder schoeisel, zonder staf en zonder een tweedestel kleren à net als Christus krijgt ook Franciscus volgelingen die met hem meereizen à Franciscus wordt populair omdat hij de taal van het volk spreekt en zich afzet tegen de overvloedige rijkdom van de kerk
Interieur: In de San Francesco wordt zijn leven verbeeld in grote fresco’s op de muur, wat typisch Italiaans is, waar men de voorkeur geeft aan muurschilderingen boven grote gebrandschilderde ramen à de kerk heeft veel ramen, want door het warme klimaat wordt het al snel een broeikas à de San Francesco is veel soberder dan de Franse gotische kerken, wat aansluit bij de principes van Franciscus à De bouwstijl is Romaans georiënteerd

Kerstviering in Greccio
Franciscus: Hij predikt niet in de kerk, maar op straat + hij richt zich tot het publiek in de taal van het volk en niet in het Latijn + hij spreekt het publiek rechtstreeks aan en zingt als een straatartiest over de schoonheid van Gods schepping à in de zijn boodschap benadrukt hij de menselijke kant van Christus
Giotto: Franciscus introduceert ook de kerststal: een illustratie van de geboorte van Christus àwe zien een kerststal terug in de serie fresco’s van Giotto (1267 – 1337) in de San Francesco, die in deze fresco’s het leven van Christus laat zien à in de kerstviering in Greccio (voor 1300) pakt de Heilige Franciscus een levend kind op uit een nagebouwde kribbe à Franciscus is herkenbaar aan zijn eenvoudige bruine pij, kenmerk van de franciscaner monniken
Thema Christus: Thema’s als de geboorte en de dood van Christus worden populair in de middeleeuwse kunst à steeds vaker wordt hij afgebeeld als menszoon à de strenge Christus die als rechter oordeelt over goed en kwaad, komt als thema steeds minder voor

Dood van de Heilige Franciscus
Verhaal: Tegen het einde van zijn leven trekt Franciscus zich dagenlang terug om te vasten. In deze periode van afzondering, vasten en bidden raakt Franciscus in extase, waarna zich (volgens de overlevering) op zijn lichaam de wonden van gekruisigde Christus aftekenen à door te lijden is het dus mogelijk Christus’ voorbeeld te volgen à twee jaar na zijn dood verklaart de kerk Franciscus heilig
Fresco: Giotto toont in ‘de dood van de Heilig Franciscus’ (voor 1300) drie scenes binnen een fresco à onderaan rouwen monniken bij het lichaam van Franciscus + in het midden zien we de mis ter ere van zijn begrafenis + bovenaan verrijst Franciscus naar de hemel, omgeven door engelen à de figuren staan op een natuurlijke manier in de ruimte à Giotto is de eerste middeleeuwse kunstenaar die religieuze figuren weergeeft als mensen van vlees en bloed, hij loopt daarmee vooruit op ontwikkelingen die tot bloei komen in de Renaissance

Het Hof
Muziek: Musici die langs de adellijke hoven trekken en daar optreden worden troubadours of trouveres genoemd. In Duitsland noemt men ze Minnesanger à de troubadours zijn niet te vergelijken met de ongeschoolden straatartiesten
Kenmerken: Troubadours zijn vaak ze van adellijke komaf en hebben ze een opleiding genoten in een klooster + het gregoriaans klinkt in hun muziek door + evenals de oosterse motieven + een invloed van de Spaans- moorse cultuur à een belangrijk onderdeel van hun repertoire zijn de minneliederen, hierin wordt de hoofse liefde bezongen (= het aanbidden van de vrouw als hoogste maar onbereikbaar ideaal) in plaats van stappen te ondernemen en de geliefde te veroveren, lijdt de minnaar in stilte
Componeren: Sommige troubadours leggen zich toe op het componeren van muziek, die door anderen wordt uitgevoerd. Ze baseren hun composities meestal op bestaande werken. Door teksten te veranderen, stemmen toe te voegen of weg te laten ontstaat er ‘nieuwe’ muziek. Je zou kunnen zeggen dat componisten in deze periode ‘collectief componeren’ à dit verandert in de 14de eeuw: componisten schrijven steeds vaker zelfstandig, volledig originele werken. Voor het eerst in de muziekgeschiedenis zien we componisten die zich presenteren als kunstenaars à Italie wordt in de 14de het belangrijkste muziekcentrum

Codex Manesse
Minstrelen- handschrift: Schilderij waarop we de familie Manesse (1315 – 1340) zien en de minnesanger Heinrich Frauenlob met zijn orkest optreden aan het hof à de koning zit hoog op de troon à Frauenlob staat in het midden zijn orkest te dirigeren à daarbij speelt hij op een vedel, een voorloper van de viool à om Frauenlob heen staan andere muzikanten met trommel, fluit en een doedelzak à een andere muzikant heft een schalmei op, een blaasinstrument met een riet, vergelijkbaar met een hobo à verder zien we een psalterium, een snaarinstrument dat tokkelend wordt bespeeld à het psalterium wordt algemeen gezien als een verre voorvader van het klavecimbel
Thema’s: Minstrelen of minnesanger zingen niet alleen over de hoofse liefde, ook over politiek of morele kwesties à de meeste liederen kennen refreinen, hiermee worden de hovelingen uitgenodigd tot dansen of meezingen à het zal dan ook meestal een vrolijke bedoening zijn geweest aan de hoven wanneer de minstreel met zijn orkest zijn opwachting maakte

D’ardant Desir
Zin: ‘Door vurig verlangen omarmd ween ik, arm en eenzaam, alle medelijden ontberend’
Motet: Is godsdienstig gezang à het is een veelvoorkomende liedvorm vanaf de 13de eeuw à het dooreenlopen van meerdere zin melodieën is een belangrijk kenmerk
D’ardant desir: Je hoort drie stemmen met elk een eigen tekst à twee teksten worden in het Frans (omdat dit soort liederen niet in de kerk worden gebruikt) gezongen en een in het Latijn à twee stemmen verwoorden het gevoel van de verstoten minnaar en een derde stem, de tenor, vlecht hier een zin doorheen uit het Hooglied, een bijbel boek uit het Oude Testament à het is een lied voor kenners, niet voor de burgers op straat maar voor het hof alleen à opvallend is de mengvorm van religieuze en wereldlijke thema’s
Componist: Onbekend, wat geldt voor veel troubadourmuziek à het lied is waarschijnlijk samengesteld uit in die tijd bekende teksten en melodieën

Ecco la Primavera
Lied: Een gezongen orde aan de lente, eind 14e eeuw, geschreven door de Italiaanse dichter/componist Francesco Landini (1330 – 1397)
Wie: Landini was organist in de kerk San Lorenzo in Florence à hij verbindt de traditie van de troubadours met de recente ontwikkelingen van de Franse polyfonie à de blinde Landini is wel te vergelijken met een hedendaagse popmuzikant, hij schrijft eigen muziek en teksten en voert deze het liefst ook zelf uit à hij is vooral beroemd als dichter en als virtuoos bespeler van het organet, een klein draagbaar orgel à Landini is een van de eerste componisten waarvan werk bewaard is gebleven à na zijn dood is zijn repertoire vastgelegd in de Codex Squarcialupi à in Italië maken originele componisten in toenemende mate furore à muzikanten en componisten uit heel Europa worden ‘aangetrokken’ om in Italië te komen werken

Samenvatting
Steden: In de loop van de 12de en 13de eeuw maakt de gesloten plattelandseconomie plaats voor ruilhandel en groeien de steden. In de steden heeft naast de adel en geestelijkheid ook de stedelijke burgerij zeggenschap. Het bouwen van een kerkgebouw is niet meer een exclusieve taak voor de adel of de kloosters, maar wordt een taak van de hele stadsbevolking. Door de groeiende invloed van de (niet ingewijde) burgerij verandert er veel in de kerk.
Muziek: Met meerstemmige muziek en theatrale toevoegingen worden de missen levendiger. Deze vernieuwing binnen de kerk zet zich door buiten de kerk op de pleinen en straten van de stad, waar verschillende vormen van theater ontstaan met religieuze inhoud. De ontwikkelingen op het gebied van muziek laten wederzijdse beïnvloeding zien tussen kerkelijke en niet- kerkelijke muziek. De meerstemmige muziek die al lange tijd bekend is aan de adellijke hoven en als vermaak in de straten, doet nu ook haar intrede in de mis. Het alleenrecht van de gregoriaanse religieuze muziek is daarmee uitgespeeld.
Kloosters: Ook kloosters vestigden zich in de snel groeiende steden. Ze nemen actief deel aan het stedelijk leven. In ruil van het geven van onderwijs en het verzorgen van zieken ontvangen de nieuwe kloosterorden giften van de burgerij om in hun onderhoud te voorzien.

Beeldende kunst:
In de steden is behoefte aan een weergave van de bijbel verhalen op een manier die de burgers aanspreekt. Christus en Maria krijgen in de beeldende kunst een meer menselijk karakter, met speciale aandacht voor de geboorte en het sterven van Christus. In de kerken en kathedralen worden veel glas- in- loodramen toegepast. Deze techniek legt beperkingen op: de voorstellingen zijn vaak nog schematisch en decoratief van karakter. Boekillustraties en later ook paneelschilderijen worden daarentegen steeds gedetailleerder. In Italië valt de realistische weergave ook op in de fresco’s van Lorenzetti en Giotto die beschouwd mogen worden als voorlopers van de Renaissance. Beeldhouwwerk komt los te staan van de architectuur. Ook hier is een ontwikkeling van schematisch naar realistisch herkenbaar.

Bouwkunst:
De gotiek als bouwstijl ontstaat in de directe omgeving van Parijs rond 1150 en verspreidt zich in de twee eeuwen daarna over heel Europa. Het streven van de gotische bouwmeesters is om in het interieur licht een belangrijke rol te laten spelen vanuit het idee ‘God is licht’. Een gotische kathedraal of kerk kent eigenlijk nauwelijks dragende muren. Het gewicht van de overkapping wordt opgevangen door een ingewikkeld stelsel van ribben die verbonden zijn met luchtbogen. Uiteindelijk wordt alle gewicht afgeleid naar pijlers. Omdat er geen zware dragende muren meer nodig zijn, worden de wanden afgesloten door grote raampartijen met gebrandschilderde glas- in-lood. In Italië is de invloed van de gotiek minder groot.

Muziek:
Troubadours aan het hof gaan veel vrijer om met muziek dan gebruikelijk is in de kerkelijke muziek. Het gregoriaans klinkt in hun muziek door, evenals oosterse motieven, een invloed van de Spaans- Moorse cultuur. Een belangrijk onderdeel van hun repertoire zijn de minneliederen. Hierin wordt de hoofse liefde bezongen. De kapelmeesters van de Notre- Dame in Parijs geven de eerste aanzet voor meerstemmige muziek, de polyfonie, voor gebruik in de kerk. De eerste volledige mis is in 1363 geschreven door Guillaume de Machaut. In de polyfone muziek speelt de cantus firmus een belangrijke rol. Dit is een hoofdmelodie, vaak ontleend aan bestaande muziek zoals gregoriaans of volksliedjes, waaromheen andere stemmen met een eigen melodie worden geweven.

Muziek:
Troubadours aan het hof gaan veel vrijer om met muziek dan gebruikelijk is in de kerkelijke muziek. Het gregoriaans klinkt in hun muziek door, evenals oosterse motieven, een invloed van de Spaans- Moorse cultuur. Een belangrijk onderdeel van hun repertoire zijn de minneliederen. Hierin wordt de hoofse liefde bezongen. De kapelmeesters van de Notre- Dame in Parijs geven de eerste aanzet voor meerstemmige muziek, de polyfonie, voor gebruik in de kerk. De eerste volledige mis is in 1363 geschreven door Guillaume de Machaut. In de polyfone muziek speelt de cantus firmus een belangrijke rol. Dit is een hoofdmelodie, vaak ontleend aan bestaande muziek zoals gregoriaans of volksliedjes, waaromheen andere stemmen met een eigen melodie worden geweven.

Theater:
In de kerk doet het liturgisch drama zijn intrede. Met theatrale middelen en het bewerken van bijbel teksten tot dialogen raakt het publiek meer betrokken bij de mis. Er is ook verzet tegen deze popularisering van de mis, wat er uiteindelijk toe leidt dat het theater zich niet binnen de kerk maar buiten de kerk ontwikkelt. De mysteriespelen en passiespelen zijn nog steeds gebaseerd op bijbel teksten of binnen de kerk geaccepteerde beschrijven van het leven der heiligen. De spelen worden gehouden op straten en pleinen in de stad en zijn soms uitgesmeerd over enkele dagen. Bij een mirakelspel is de inhoud wel religieus maar deze wordt gekoppeld aan een eigentijds verhaal. In een mirakelspel worden de geschetste problemen opgelost door tussenkomst van Maria of andere heiligen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.