Verschil Passé Composé en Imparfait

 

Passé composé

Imparfait

uitleg

Er staat een tijdsaanduiding in,

Afgesloten handeling, begin en eind zijn duidelijk.

Wat er in het verleden was, niet op bepaald moment

• Toestand op bepaald moment (beschrijving)
• Een gewoonte van iets/iemand, of een feit
• Handeling wat aan de gang was, nu niet meer

Signaalwoorden (adverbes de temps)

puis – alors – ensuite - tout de suite après tout à coup – soudain - cette année - ce mois(-ci) - cette semaine

souvent – toujours – quelquefois - parfois –autrefois - tout le temps – avant - de temps en temps

 

Uitgangen van de Présent en Passé Composé

Persnl. Voornmw.

Eindigt op -er

Eindigt op -re

Eindigt op -ir

je

-e

-s

-is

tu

-es

-s

-is

il, elle, on

-e

-

-it

 

 

 

 

nous

-ons

-ons

-issons

vous

-ez

-ez

-issez

ils, elles

-ent

-ent

-issent

 

 

 

 

uitgang Passé Composé

-é

-u

-i

 

Passé Composé: Avoir of être??

Over het algemeen gebruik je altijd het hulpwerkwoord avoir.                                                           De werkwoorden hieronder
Uitzonderingen: être, réussir, changer en commencer is in het Frans met AVOIR!!!! horen bij être:

descendre (naar beneden gaan)

monter (naar boven gaan)

entrer (binnenkomen) / rentrer (thuiskomen) / arriver (aankomen) / venir (komen)

sortir (uitgaan) / partir (vertrekken) / aller (gaan)

naître (geboren worden)

mourir (dood gaan)

Maar ook tomber (vallen), passer (doorbrengen), retourner (omdraaien), rester (blijven) en de wederkerende werkwoorden horen bij être

 

De Imparfait

Je bepaald de vorm van de imparfait zo:

1. Nous vorm van werkwoord (tegenwoordige tijd), en haal –ons eraf
2. Voeg de uitgangen er aan toe
   1. je                                               regardais
   2. tu                                               regardais
   3. il, elle, on                regardait
   4. nous                          regardions
   5. vous                          regardiez
   6. ils, elles                    regardaient

De Futur Simple

1. Vorm van werkwoord aller (zie onregelmatige werkwoorden achterin je boek)
2. Hele werkwoord