Aantekening vraagzinnen Frans

VRAAGZINNEN MAKEN

1                    DOOR DE ZIN VRAGEND UIT

TE SPREKEN / STEMSTIJGING :

TU REGARDES SOUVENT LE FOOT?

KIJK JIJ VAAK VOETBAL ?   

2                    ZET  “ EST-CE QUE “ VOORAAN IN

DE ZIN. VOLGORDE :

EST-CE QUE + ONDERWERP + 

GEZEGDE   

EST-CE QUE TU CONNAIS TINTIN?

KEN JIJ KUIFJE ? 

EST-CE QUE TU NE TRAVAILLES PLUS AU SUPERMARCHÉ ?

WERK JIJ NIET MEER IN DE SUPER-

MARKT ?

EST- CE QU’IL EST CHEZ TOI ?

IS HIJ BIJ JOU ?

“EST-CE QUE “  KUN JE NIET VERTALEN.

  3              INVERSIE : ZET HET WERKWOORD /   

PV  VOORAAN, DAN TRAIT D’UNION + ONDERWERP:

CHANTES – TU ? ZING JIJ?

LET OP ! DIT MAG NIET BIJ NAMEN!

PARLE –T- IL FRANÇAIS?  

T   staat er alleen voor de uitspraak!

(Betekent niets.)

  4              MET EEN VRAAGWOORD  AAN

HET BEGIN / EIND VAN DE ZIN:

OÙ EST LE JOURNALISTE ?

WAAR IS DE JOURNALIST ?

Of:  LE JOURNALISTE EST OÙ ? 

COMMENT  VOUS ALLEZ EN VILLE ?

HOE GAAN JULLIE NAAR DE STAD?

VOUS ALLEZ EN VILLE COMMENT ?

Of : VRAAGWOORD + EST-CE QUE +

ONDERWERP + GEZEGDE 

QUAND EST-CE QUE TU VIENS ?

WANNEER KOM JIJ ? 

A QUELLE HEURE EST- CE QUE

TU PRENDS LE VÉLO ?

HOE LAAT NEEM JIJ DE FIETS ?