Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Wijsgerige antropologie

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1340 woorden
  • 26 juni 2016
  • 15 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
15 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Wijsgerige antropologie   §1 Verschillen tussen mens en dier
Algemeen: denken, (zelf)bewustzijn, taal, moraal, religie, kunst, gereedschap etc.   Rationaliteit = redenen kunnen geven voor je handelen
-Rationeel = redelijk, redenen kunnen geven
-A-rationeel = geen reden hebben
-Irrationeel = alle reden A te doen, en toch B doen   Aristoteles; mens is een dier dat kan denken, mens is een redelijk dier.
De driedeling van de ziel volgens Aristoteles:

1. Vegetatieve ziel: behorend aan planten, hun vermogen om te leven
2. Sensitieve ziel: behorend aan dieren, hun vermogen om te leven & te voelen
3. Redelijke ziel: behorend aan mensen, hun vermogen om te leven, voelen en denken   Nietzsche; mens als nog niet vastgestelde dier, mens is een vormgever van zichzelf.
Dieren hebben hun doel en leven al vastgesteld (vast ‘stramien), mensen nog niet. Je wordt niet op de aarde gezet met een bepaalde reden, die moet je zelf ontwikkelen.   Plessner; de mens als cultureel wezen, zowel centrisch als excentrisch.
Hij noemt de mensen ‘van nature kunstmatig’. Hij geeft niet alleen zijn eigen leven vorm, maar ook zijn omgeving. Een mens is alsnog een natuurwezen door zijn lichaam dat moet eten en sterfelijk is, maar is ook een cultuurwezen omdat hij afstand kan nemen van deze natuurlijke behoeften. Cultuur (waarin we opgroeien) heeft een enorme invloed op hoe wij over onszelf denken en hoe wij ons leven vormgeven.
Centrisch = wat je doet terugkoppelen naar een centrum, reageren op prikkels (dieren & mensen )
Excentrisch = mogelijkheid om te denken over prikkels en hoe je er op reageert (alleen mensen)
Mensen zijn dus zowel centrisch als excentrisch.   Freud; de onbewuste drijfveren; Es, Ich en Über-ich.
Hij deelt de menselijke geest in 3en.
Ich = de persoonlijkheid, wordt in belangrijke mate bepaald door Es
Es = de (seksuele) driften
Über-Ich = soort geweten dat opgebouwd wordt door de opvoeding
Sterk vergelijkbaar met het menner-verhaal van Plato.
Volgens Freud heeft het mensbeeld in de geschiedenis 3 deuken opgelopen. Die van Copernicus (nieuwe kijk op heelal), Darwin (evolutietheorie), en die van hemzelf.           §2 Lichaam en Geest   Algemeen: hoe verhouden zich lichaam en geest: dualisme, monisme, materialisme   Dualisme = 2 substanties (bij fysiek dualisme lichaam en geest los van elkaar)
Monisme = 1 substantie

Materialisme = vorm van monisme, lichaam en geest zijn 1 geheel, bestaan niet los van elkaar   Locke; tabula rasa, onbeschreven blad.
Geen aangeboren karakter of ideeën. Door wat je meemaakt, word je wie je bent. Het ‘zelf’ komt voort uit ervaring. Verzameling van ervaringen wat ons geheugen 1 geheel maakt, een soort ‘film’.   Hume; buiten onze ervaringen is er niets, geen ‘zelf’, of ‘kern’.
Je voelt alleen warmte of kou, honger of dorst, pijn of genot. De ‘eigenaar’ van gevoelens en ervaringen bestaat niet.   Plato (dualisme); ziel in de kerker van het lichaam; metafoor van het gevleugelde tweespan: de menner (rede) met zwart paard (begeerte) en wit paard (moed/doorzettingsvermogen).
Lijkt erg op Freud’s onbewuste drijfveren. Plato was echter erg negatief over de begeerte, vindt dat je alleen het doorzettingsvermogen moet volgen. Hij wil weg van de aarde en naar de hemel/Ideeënwereld.   Descartes (dualisme); door zijn twijfelmethode komt hij tot cogito ergo sum, (ik denk, dus ik ben) en daarmee tot het onderscheid tussen de ziel als denkende, onstoffelijke substantie (res cogitans) en het lichaam als uitgebreide, stoffelijke substantie. Gelooft in verbinding van ziel en geest door de pijnappelklier, een soort wisselwerking. Metafoor gelijklopende klokken.   De La Mettrie (materialisme); de mens is een zichzelf aansturende machine. Lichaam en geest zijn helemaal niet gescheiden, maar is maar 1 substantie.   Spinoza (monisme); de mens bestaat uit 1 substantie (God of de natuur), maar die ene substantie kan zich aan ons op twee manieren (modi, verschijningsvormen) voordoen. Metafoor 1 klok met 2 wijzerplaten, die verbonden zijn met hetzelfde mechaniek.   Turing (turingtest) & Chinese room van Searle. Dit zijn vraag-antwoordspellen die de vragen wekken of computers kunnen nadenken of enkel instructies opvolgen. Turing denkt dat denkende machines kunnen bestaan, Searle denkt van niet.              
§3 Vrijheid   Vrije wil en het nature-nurture-debat: genetisch determinisme vs. tabula rasa.   Nature-nurture-debat: worden we bepaald door onze genen of door onze opvoeding en omgeving?   Structuralisme = mensen worden bepaald door een onzichtbare structuur waarin ze leven, bijvoorbeeld door machts- of taalstructuur
Existentialisme = de menselijke cultuur staat niet vast, mensen zijn volledig vrij en daarmee verantwoordelijk voor hoe ze hun leven leiden   Foucault (structuralisme); de gedetermineerde mens komt via disciplinering tot normalisering en is speelbal van structuren.   Sartre (existentialisme); en soi (=op zich) is het zijn van de natuur, pour soi (=voor zich) zijn alleen mensen. Mensen vallen niet met zichzelf samen, zijn bewust en hebben vrije wil. Dieren reageren wel op de omgeving, maar mensen zijn zich er bewust van en kunnen daarom hun leven betekenis geven. We hebben geen essentie, aangeboren karakter, doel, plan of kern. De mens is veroordeeld tot zijn vrijheid. Lijkt erg op Nietzsche in manier van denken.   De Beauvoir; ‘Je wordt niet als vrouw geboren, maar tot vrouw gemaakt.’ Ging uit van existentialisme en feminisme. Je wordt door de cultuur tot de vrouw gemaakt van die maatschappij. Zij wil zo min mogelijk verschillen tussen man en vrouw. Streven naar gelijkheid. Biologische verschillen tussen man en vrouw zijn geen rechtvaardiging voor sociale, culturele of economische verschillen.   Irigaray; andere stroming binnen het feminisme die zich richt op het denken over seksuele differentie, dat juist van de verschillen tussen man en vrouw graat. Streven naar gelijkheid is de verkeerde strategie. Beleveniswereld van een vrouw is anders dan die van een man. Vrouwen moeten niet hetzelfde worden als mannen, maar juist onafhankelijk daarvan eigen identiteit ontwikkelen. Ideale cultuur is waarin het mannelijke en vrouwelijke naast elkaar kunnen bestaan zonder traditionele rolpatronen en taalconstructies.   Stoïcijnen (apatheia); gingen er van uit dat emoties de innerlijke rust en het denken verstoren. Het ideaal is de apatheia, een houding van rust waarin je je lot aanvaardt. De gebeurtenissen bepalen niet hoe het met je gaat, maar je reactie daarop. Je lot is bepaald.   Spinoza beschrijft een mechaniek van de hartstochten. Als we inzichten hebben in hoe emoties bij onszelf en bij anderen werken, kunnen we beter handelen en minder lijden. 3 fundamentele emoties: de begeerte, de vreugde en het verdriet.   Aristoteles noemde emoties ‘passies’. Ze vormen het passieve gedeelte van de ziel en staan tegenover het actieve, redelijke deel van de ziel. Een ideaal evenwicht tussen gevoel en verstand. Door emoties weten we wat we waardevol vinden en krijgen we informatie.   James; bij het optreden van een emotie is er eerst de lichamelijke reactie, daaruit volgt pas het besef van de emotie. Dat heeft een voordeel, want als we ons lichaam kunnen controleren, kunnen we ook emoties bedwingen of oproepen.   Volgens Sartre zijn emoties een manier om van de werkelijkheid te ontvluchten. Je emotie tonen is een excuus om in die situatie niets te hoeven doen. Het is een manipulatie van de werkelijkheid en niet iets wat je overkomt en waar je totaal geen invloed op hebt.  
Schema van Toulmin:
Verticaal: GOROCV.   Gegeven  Conclusie   Voorbehoud  
 
                                     Rechtvaardiging
Ondersteuning    Ondersteuning   Drogredenen:
• Op de man spelen (aanval op de persoon)
• Onjuiste oorzaak-gevolg relatie (daarna dus daardoor)
• Stroman (verdraaien van de woorden van de tegenpartij)
• Cirkelredenering (iets is waar omdat het waar is)
• Overhaaste generalisatie (ongeoorloofd veralgemeniseren)

• Vals dilemma (ten onrechte de ander dwingen tot een keus tussen 2 dingen)
• Hellend vlak (van kwaad tot erger)
• En jij zelf dan! (jijbak, ander verwijten zelf schuldig te zijn aan datgene waar hij tegen is)    

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.