Samenvatting Filosofie: wijsgerige antropologie
Drie Copernicaanse wendingen:
- De verschuiving van het geocentrische naar het heliocentrische wereldbeeld, door Copernicus
- De evolutietheorie, door Darwin
- Het beeld van de mens als ziek dier, door Freud
Door de ontdekking van Copernicus was de aarde, en daarmee de mensheid, niet langer het middelpunt van het heelal.
Door de evolutietheorie is aangetoond dat het slechts toeval is dat de mens bestaat, de mens is dus niet een speciaal wezen.
Volgens Freud is de mens een ziek dier dat therapie nodig heeft, we zijn dus niet zo rationeel als wij denken, we worden slechts aangestuurd door seksuele driften
Freud
Psycho-analyse: bedoeld om onbewuste trauma’s naar boven te halen door middel van gesprekstherapie
Drie delen van de geest volgens Freud:
- Es: seksuele driften
- Ich: persoonlijkheid
- Über-Ich: geweten
Interpreteren van dromen: als je slaapt, sluimert het Über-Ich zodat het Es, de verlangens en gedachten, toch voorkomen in je dromen. Onze dromen vertellen volgens Freud veel over onze drijfveren.
Locke
Tabula rasa: de mens is bij geboorte een onbeschreven blad, er bestaat niet zoiets als een aangeboren karakter en aangeboren ideeën. Door wat je meemaakt wordt je wie je bent.
Ieder mens is uniek omdat je herinnering alle gebeurtenissen en ervaringen in je leven aan elkaar rijgt als een ketting, niemand heeft precies dezelfde ervaringen.
Hume
Je kunt je ‘zelf’ (de eigenaar van alle ervaringen en herinneringen) niet vinden omdat er buiten ervaringen niets bestaat.
Plato
De mens bestaat uit een sterfelijk lichaam en een onsterfelijke ziel. De ziel behoort eigenlijk tot de Ideeënwereld, maar wordt door het lichaam tijdelijk verlaagd tot het aardse, totdat het lichaam sterft.
De drie delen van de ziel volgens Plato:
- rede (maakt de juiste afweging)
- gemoed (streeft naar succes)
- begeerte (innerlijke driften/impulsief)
Plato vergelijkt de ziel met een menner en twee paarden.
Menner: rede
Wit paard: gemoed
Zwart paard: begeerte
De menner leidt de twee paarden langs de hemel, tussen de aarde en de Ideeënwereld in. De menner heeft de leiding maar kan het zwarte paard nauwelijks in bedwang houden, deze probeert steeds naar de aarde te gaan. Het witte paard, dat staat voor moed en geestkracht, wil naar de Ideeënwereld.
Plato heeft een negatief beeld van het lichaam omdat het een soort kerker is van de ziel. Het lichaam zorgt ervoor dat de ziel zich noodgedwongen moet beperken tot het aardse, in plaats van de goede Ideeënwereld.
De mens heeft iets in zich van beide werelden, doordat de mens een lichaam en een ziel heeft. Naast het bevredigen van aardse behoeftes streeft de mens ook naar bijvoorbeeld succes en zelfontplooiing.
Descartes
Cartesiaans dualisme: lichaam en geest zijn twee volstrekt gescheiden substanties
Lichaam: neemt ruimte in, is vergankelijk en stoffelijk
Geest: onstoffelijk en onvergankelijk
Contact tussen lichaam en geest is een probleem voor Descartes, omdat het stoffelijke lichaam en de onstoffelijke ziel met elkaar communiceren waaruit een actie voorkomt. Dit is tegenstrijdig met zijn idee dat lichaam en geest twee totaal verschillende substanties zijn die niet met elkaar in contact staan.
Volgens Descartes zijn dieren niet meer dan domme machines, omdat ze alleen materie hebben en niets geestelijks.
La Mettrie/materialisme
De mens is volgens La Mettrie een ingewikkelde machine, omdat ons denken en voelen niets anders zijn dan bepaalde toestanden van de hersenen waarin zich allerlei fysische en chemische processen afspelen die scheikundig te verklaren zijn.
Materialisme: de opvatting dat alles tot materie te herleiden is.
Het materialisme is een deterministisch standpunt omdat het stelt dat alles scheikundig te verklaren valt. Dit betekent dat je ook alles, door middel van die scheikundige verklaringen, zou kunnen voorspellen en de vrije wil niet bestaat.
Turing
Turingtest: gedachte-experiment waarbij aangetoond moet worden of een machine menselijke intelligentie kan bevatten. De test ziet er als volgt uit: twee afgesloten kamers, kamer 1 en kamer 2. In kamer 1 zit een proefpersoon achter een pc. In kamer 2 zitten een computer en mens achter een pc. De proefpersoon communiceert door middel van een chatprogramma met beide subjecten, aan de hand van een vraag-en-antwoordspel. Als de proefpersoon de computer niet van de echte persoon kan onderscheiden, is de computer geslaagd voor de Turingtest. Volgens Turing kun je hieruit concluderen dat computers kunnen denken.
Searle
Chinese kamer: dit is een gedachte-experiment van Searle, dat probeert een antwoord te bieden op de Turingtest. Het gedachte-experiment gaat als volgt: In een afgesloten kamer bevindt zich een proefpersoon die geen Chinees kent. Ook liggen er een boek/handleiding over de Chinese taal in de moedertaal van de proefpersoon, schrijfspullen en papier. Buiten de kamer staanChinese native speakers, die proberen te communiceren met de proefpersoon door middel van het doorgeven van briefjes. De proefpersoon begrijpt uiteraard niet wat er op de briefjes staat, maar weet dankzij het boek de juiste tekens die horen bij de tekens die hij gekregen heeft te plaatsen. Hierdoor denken de native speakers dat ze te maken hebben met een persoon die vloeiend Chinees spreekt, terwijl de proefpersoon eigenlijk geen idee heeft wat hij gedaan en gezegd heeft, hij heeft simpelweg de instructies opgevolgd.
Volgens Searle volgen computers slechts regels zonder te begrijpen waar ze mee bezig zijn. Dit betekent dat het onmogelijk is dat computers kunnen denken.
Thomas Nagel
De gedachte-experimenten over het chocoladeproeven en ‘hoe het is om een vleermuis te zijn’ geeft als argument tegen het materialisme dat een gegeven/verschijnsel nooit helemaal uit te leggen valt omdat je sommige dingen nooit zelf zal kunnen ervaren. Bijvoorbeeld hoe het is om een vleermuis te zijn.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden