Mens zijn
Gedreven door Eros: Plato (± 427-347 v. Chr.)
Psychè: menselijk vermogen om jezelf tot boven je zinnelijke verlangens en dierlijke driften te verheffen. Alles wat leeft, heeft een ziel. Psychè/animus = letterlijk ‘adem’ > ook planten > ‘ziel’ = beginsel leven, dat die onafzienbare reeks ‘nu’-momenten
bij elkaar houdt, wat jou maakt tot persoon/mens die je bent.
De ziel beweegt zich door de ruimte en neemt wisselende vormen aan. Is hij volmaakt en gevleugeld, zweeft hij vrij en bestuurt het heelal. Wanneer hij zijn veren verliest, valt hij en krijgt hij een aards lichaam. Deze versmelting van lichaam en ziel wordt ‘levend wezen’ genoemd. Het slechte kan ervoor zorgen dat de veren verloren gaan. De menner met zijn wagen wil naar boven, naar de hemel. Wanneer het gewicht van het slechte paard de wagen uit evenwicht brengt, wordt het moeilijker om naar boven te stijgen. Het paard is dan niet goed afgericht door de menner. De geest wordt in de hemel gevoed met echte kennis. Dit is slechts weggelegd voor de goden, normale zielen bereiken nauwelijks de hemel. Sommigen kunnen het hoofd van de menner net boven de top uitbrengen. Wanneer een ziel niet goed kan meenemen en lange tijd niks te zien krijgt, stort hij naar de aarde. Elke ziel krijgt een passend lot naar de ervaringen die hij heeft opgedaan (veel gezien: filosoof, beetje gezien: koning).
Leer van de Ideeën: Menselijke vermogen om waarheid, echte werkelijkheid te kennen. Voorwaarden mens-zijn: vermogen tot redeneren en herinneringen vd waarheid. Metafoor: mens menner met 2 paarden. Menner bestuurt span mbv wijsheid: geest/rede (nous). Goede paard: moed/daadkracht en emotie/ hartstocht. Slechte paard: begeerte. Trekkracht beide paarden nodig > alleen luisteren naar goede.
Eros:
1) beminnen, aangetrokken voelen tot ‘wijsheid’, ‘waarheid’, ‘geluk’, ‘het goede’.
2) Griekse mythologische figuur: demon (wezen tussen goden&mensen) die
kracht bezit die mensen en goden in ban kan houden. Kind v Overvloed&Tekort.
Mens = tussenwezen tussen 2 uitersten: totale ontbreken&volmaakte bereikt-hebben. Het verlangde nooit totaal afwezig door besef ervan > drijfveer. Eros = dé kracht die mensen drijft naar kennis vd Ideeën en leven in licht Ideeën, gedrevenheid die leven in beweging houdt, om iets te maken wat verlangen bevredigt > geluk/ontroering >besef dat je er nog niet bent
Zinnelijke liefde onlosmakelijk verbonden met verlangen naar kennis en streven dat verlangen ook bij geliefde te wekken en te voeden. Voor zinnelijke liefde kennis nodig (nooit alleen op begeerte afgaan).
Transcenderen = overschrijden, boven waarneembare werkelijkheid van hier&nu uitstijgen (verbanden leggen, herkennen, identificeren, streven, nadenken, afvragen).
Plato dualist: levend wezen is twee-eenheid (versmelting lichaam-ziel).
Tussen aanleg en voltooiing: Aristoteles (±384-322 v. Chr.)
Levend wezen bevindt zich in permanente beweging v ontwikkeling, groei en vervolmaking, tussen aanleg (dynamis) en verwerkelijking (energeia) daarvan. Geluk (eudaimona): vervolmaking (telos) bereiken, zijn wat je aanleg is (geen eindpunt). Mbv karaktertraining, gewoontevorming en scholing > hobbelige weg, problemen tijdens ontwikkeling (paideia). Entelecheia: dat wat iets werkelijk is als het tot optimale ontplooiing is gekomen, werkelijkheid die ontwikkeling organisme stuurt en richting en doel daarvan bepaalt. Volgroeid: optimaal functioneren (> vermogens kunnen elkaar in weg zitten).
Optimaal mens-zijn: ten volle verwerkelijken wat mensen meest typeert:
1) Zoion logon echon (animal rationale). Logos optimaal werkzaam. Tijd&ruimte voor denken
2) Zoion politikon (sociaal dier). Juiste sociale (gezin) en politieke (staat) omstandigheden; naast aanleg opvoeding en gewoonten belangrijk. Afhankelijk van condities die we niet in onze macht hebbe
Nous: organisch vermogen: voedsel opnemen, waarnemen, bewegen (dieren), denken (mensen). Ziel = geheel van vermogens waarover het organisme beschikt, principe leven, vorm lichaam, organisatieprincipe lichaam, principe v beweging (verandering, ontwikkeling, groei)> telos. Nous
Wezenlijke niet in bovenzinnelijke orde van Ideeën maar in empirische wereld zelf.
Aristoteles monist: organisme: onlosmakelijke eenheid van belichaamde ziel en bezielde lichaam
Een denkend ding: Descartes (1596-1650)
Mens eenheid 2 substanties:
1) res cogitans: denken het ik, een onstoffelijk ding dat geen uitgebreidheid kent gedachte
2) res extensa: materie uitgebreide substanties, telbare, weegbare, meetbare materie grote teen
Geest (bijv. de wil) stuurt lichaam aan. Conflict rede-ervaring.
Het dualisme omstreden
Het antwoord van Spinoza (1632-1677)
1 substantie: de Natuur, het Universum, God. Aspecten daarvan zijn denken en uitgebreidheid. Onmogelijk dat onstoffelijk inwerkt op materieel of andersom > 2 gescheiden substanties onjuist. Parallellisme: opeenvolging gebeurtenissen in materiële werkelijkheid parallel aan opeenvolging voorstellingen in geest.
Kritiek op het cartesiaanse model: Daniel C. Dennett
Probleem dualisme: hoe kan iets onstoffelijks als geest iets in lichaam veroorzaken? Bestaan geest blijft aanname (animal rationale). Descartes radicaliseert onderscheid. 20e eeuw: computertechnologie en neurowetenschappen > dualisme en basisaanname geest ter discussie gesteld. Dennett verwerpt deze aanname. Wetenschap alleen over materiële fysische werkelijkheid. Intentionaliteit (betrokken zijn op iets) is illusie > intrinsieke intentionaliteit (=bewustzijn): het betrokken zijn op iets als iets, bestaat ook niet. Naturalisme: alleen onderzoeken volgens natuurwetenschappelijke methode.
Bestaansrecht voor de passies: Hume (1711-1776)
Descartes zocht rationele fundering voor natuurwetenschappelijke kennis. Hume: fundering vinden in strikt empirische beschrijving menselijke natuur. Onderzoekingen waarin ervaring cruciaal is > radicaal scepticisme: we kunnen geen zekere kennis hebben van verband tussen onze indrukken en objecten die die indrukken veroorzaken. Hume postsceptisch: hoe de sceptische conclusies gebruiken?
Passies: secundaire impressies, natuurlijke basis v onze waarden&normen die ons gedrag bepalen, bron moraliteit (menselijke eigenschap) > emoties leveren bijdrage aan menselijke rationaliteit. 2 soorten
1) direct: rechtstreeks gevolg plezier/pijn door objecten (dingen/gebeurtenissen). hoop, afkeer, verlangen
2) indirect: complexer, gevolg samenspel
impressies en ideeën door personen/dingen die bij hen horen. trots, bescheidenheid, jaloezie, liefde, haat etc.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden