Mens zijn

Beoordeling 4.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 2327 woorden
  • 10 september 2012
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 4.9
5 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Mens zijn

Gedreven door Eros: Plato (± 427-347 v. Chr.)

Psychè: menselijk vermogen om jezelf tot boven je zinnelijke verlangens en dierlijke driften te verheffen. Alles wat leeft, heeft een ziel. Psychè/animus = letterlijk ‘adem’ > ook planten > ‘ziel’ = beginsel leven, dat die onafzienbare reeks ‘nu’-momenten

bij elkaar houdt, wat jou maakt tot persoon/mens die je bent.

De ziel beweegt zich door de ruimte en neemt wisselende vormen aan. Is hij volmaakt en gevleugeld, zweeft hij vrij en bestuurt het heelal. Wanneer hij zijn veren verliest, valt hij en krijgt hij een aards lichaam. Deze versmelting van lichaam en ziel wordt ‘levend wezen’ genoemd. Het slechte kan ervoor zorgen dat de veren verloren gaan. De menner met zijn wagen wil naar boven, naar de hemel. Wanneer het gewicht van het slechte paard de wagen uit evenwicht brengt, wordt het moeilijker om naar boven te stijgen. Het paard is dan niet goed afgericht door de menner. De geest wordt in de hemel gevoed met echte kennis. Dit is slechts weggelegd voor de goden, normale zielen bereiken nauwelijks de hemel. Sommigen kunnen het hoofd van de menner net boven de top uitbrengen. Wanneer een ziel niet goed kan meenemen en lange tijd niks te zien krijgt, stort hij naar de aarde. Elke ziel krijgt een passend lot naar de ervaringen die hij heeft opgedaan (veel gezien: filosoof, beetje gezien: koning).

Leer van de Ideeën: Menselijke vermogen om waarheid, echte werkelijkheid te kennen. Voorwaarden mens-zijn: vermogen tot redeneren en herinneringen vd waarheid. Metafoor: mens menner met 2 paarden. Menner bestuurt span mbv wijsheid: geest/rede (nous). Goede paard: moed/daadkracht en emotie/ hartstocht. Slechte paard: begeerte. Trekkracht beide paarden nodig > alleen luisteren naar goede.

Eros:

1) beminnen, aangetrokken voelen tot ‘wijsheid’, ‘waarheid’, ‘geluk’, ‘het goede’.

2) Griekse mythologische figuur: demon (wezen tussen goden&mensen) die

kracht bezit die mensen en goden in ban kan houden. Kind v Overvloed&Tekort.

Mens = tussenwezen tussen 2 uitersten: totale ontbreken&volmaakte bereikt-hebben. Het verlangde nooit totaal afwezig door besef ervan > drijfveer. Eros = dé kracht die mensen drijft naar kennis vd Ideeën en leven in licht Ideeën, gedrevenheid die leven in beweging houdt, om iets te maken wat verlangen bevredigt > geluk/ontroering >besef dat je er nog niet bent

Zinnelijke liefde onlosmakelijk verbonden met verlangen naar kennis en streven dat verlangen ook bij geliefde te wekken en te voeden. Voor zinnelijke liefde kennis nodig (nooit alleen op begeerte afgaan).

Transcenderen = overschrijden, boven waarneembare werkelijkheid van hier&nu uitstijgen (verbanden leggen, herkennen, identificeren, streven, nadenken, afvragen).

Plato dualist: levend wezen is twee-eenheid (versmelting lichaam-ziel).

Tussen aanleg en voltooiing: Aristoteles (±384-322 v. Chr.)

Levend wezen bevindt zich in permanente beweging v ontwikkeling, groei en vervolmaking, tussen aanleg (dynamis) en verwerkelijking (energeia) daarvan. Geluk (eudaimona): vervolmaking (telos) bereiken, zijn wat je aanleg is (geen eindpunt). Mbv karaktertraining, gewoontevorming en scholing > hobbelige weg, problemen tijdens ontwikkeling (paideia). Entelecheia: dat wat iets werkelijk is als het tot optimale ontplooiing is gekomen, werkelijkheid die ontwikkeling organisme stuurt en richting en doel daarvan bepaalt. Volgroeid: optimaal functioneren (> vermogens kunnen elkaar in weg zitten).

Optimaal mens-zijn: ten volle verwerkelijken wat mensen meest typeert:

1) Zoion logon echon (animal rationale). Logos optimaal werkzaam. Tijd&ruimte voor denken

2) Zoion politikon (sociaal dier). Juiste sociale (gezin) en politieke (staat) omstandigheden; naast aanleg opvoeding en gewoonten belangrijk. Afhankelijk van condities die we niet in onze macht hebbe

Nous: organisch vermogen: voedsel opnemen, waarnemen, bewegen (dieren), denken (mensen). Ziel = geheel van vermogens waarover het organisme beschikt, principe leven, vorm lichaam, organisatieprincipe lichaam, principe v beweging (verandering, ontwikkeling, groei)> telos. Nous

Wezenlijke niet in bovenzinnelijke orde van Ideeën maar in empirische wereld zelf.

Aristoteles monist: organisme: onlosmakelijke eenheid van belichaamde ziel en bezielde lichaam

Een denkend ding: Descartes (1596-1650)

Mens eenheid 2 substanties:

1) res cogitans: denken      het ik, een onstoffelijk ding dat geen uitgebreidheid kent         gedachte

2) res extensa: materie      uitgebreide substanties, telbare, weegbare, meetbare materie             grote teen

Geest (bijv. de wil) stuurt lichaam aan. Conflict rede-ervaring.

Het dualisme omstreden

Het antwoord van Spinoza (1632-1677)

1 substantie: de Natuur, het Universum, God. Aspecten daarvan zijn denken en uitgebreidheid. Onmogelijk dat onstoffelijk inwerkt op materieel of andersom > 2 gescheiden substanties onjuist. Parallellisme: opeenvolging gebeurtenissen in materiële werkelijkheid parallel aan opeenvolging voorstellingen in geest.

Kritiek op het cartesiaanse model: Daniel C. Dennett

Probleem dualisme: hoe kan iets onstoffelijks als geest iets in lichaam veroorzaken? Bestaan geest blijft aanname (animal rationale). Descartes radicaliseert onderscheid. 20e eeuw: computertechnologie en neurowetenschappen > dualisme en basisaanname geest ter discussie gesteld. Dennett verwerpt deze aanname. Wetenschap alleen over materiële fysische werkelijkheid. Intentionaliteit (betrokken zijn op iets) is illusie > intrinsieke intentionaliteit (=bewustzijn): het betrokken zijn op iets als iets, bestaat ook niet. Naturalisme: alleen onderzoeken volgens natuurwetenschappelijke methode.

Bestaansrecht voor de passies: Hume (1711-1776)

Descartes zocht rationele fundering voor natuurwetenschappelijke kennis. Hume: fundering vinden in strikt empirische beschrijving menselijke natuur. Onderzoekingen waarin ervaring cruciaal is > radicaal scepticisme: we kunnen geen zekere kennis hebben van verband tussen onze indrukken en objecten die die indrukken veroorzaken. Hume postsceptisch: hoe de sceptische conclusies gebruiken?

Passies: secundaire impressies, natuurlijke basis v onze waarden&normen die ons gedrag bepalen, bron moraliteit (menselijke eigenschap) > emoties leveren bijdrage aan menselijke rationaliteit. 2 soorten

1) direct: rechtstreeks gevolg plezier/pijn door objecten (dingen/gebeurtenissen). hoop, afkeer, verlangen

2) indirect: complexer, gevolg samenspel

impressies en ideeën door personen/dingen die bij hen horen. trots, bescheidenheid, jaloezie, liefde, haat etc.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

Ons idee ‘zelf’: denkende/lichamelijke substantie met zekere identiteit, continuïteit en onafhankelijkheid > geen rechtstreekse ervaring/oorzaken. Volgens onze percepties (voorstellingen): ‘zelf’ = bundel/ verzameling v verschillende percepties, die elkaar snel opvolgen en zich in voortdurende stroom en beweging bevinden > geen continue eenheid/idee vh ‘zelf’. Ervaring/redenering uit ervaring –≯’zelf’. Verbeeldingskracht -> ‘zelf’ en causaliteit; produceert uit stroom v percepties de ideeën vh bestaan v externe objecten. > niet zeker of ze bestaan, wel voordelen: zelf: basis voor mensen als morele objecten, causaliteit: steun voorspelling gebeurtenissen > handelen afstemmen

Van de troon gestoten: Darwin (1809-1882)

Darwin een ateleologische opvatting vd natuurlijk historie: de geschiedenis vd ontwikkeling der soorten. Evolutietheorie > breuk scheppingsverhaal. Soorten niet perfect, kunnen uitsterven. Creationisten houden zich vast aan scheppingsverhaal, ‘het is maar een theorie’.

Evolutietheorie: geleidelijke overgang eencelligen -> planten -> dieren -> mensen. Toevallige mutaties in genen > variatie: verschillen in soort > sommigen beter aangepast aan milieu > > overlevingskans > > kans op nakomelingen > natuurlijke selectie. Theorie ook toegepast op sociaal-cultureel vlak > kenmerken niet genetisch overgeërfd maar overgeleverd. Afrekening essentialisme en homo sapiens. Soorten uit elkaar geëvolueerd en minder scherp v elkaar te onderscheiden

Het nog onbepaalde dier: Nietzsche (1844-1900)

‘filosoof met de hamer’: tegen veel filosofische theorieën. Fabels > overzichtelijker, simpeler > beter om te beheersen. Mensen verlangen om te heersen > natuurlijk geloof in fabels. ‘filosoof van het lichaam’: lichaam centraal ipv geest. Mens ≠rationeel wezen. Rationaliteit komt voort uit kuddegeest: we passen ons aan elkaar aan. We kunnen werkelijkheid netjes en overzichtelijk ordenen op manier en in taal die iedereen kan begrijpen. > ordening werkelijkheid = ontkenning ervan die we nodig hebben om chaos te bedwingen en beheersen.

Irrationaliteit (begeerten, verlangens etc) meer waard dan rationaliteit. Dichter bij werkelijkheid, uit 1e vloeit 2e voort. Lust = iets wat leven bevordert. Onlust = iets wat leven belemmert. Mens streeft van nature naar lust > onlust nodig (uitdaging: overwinnen > sterker voelen dan daarvoor).

Mens streeft naar kennis > macht (lust) > vastbijten in geloof aan beheersbare werkelijkheid waarvan we zelf deel uitmaken > teken v vermoeidheid ipv kracht. Übermensch (Zarathoestra)= toekomstige mens die zichzelf voorbijstreeft en kan leven met de waarheid dat alle waarheid een illusie is. Niet alleen weten hoe menselijke natuur in elkaar zit, maar zijn/worden wat je in werkelijkheid bent.

  • wat we van onszelf denken bepaalt voor een groot deel hoe we leven (halve waarheid > half leven)
  • er is geen zelfstandig origineel mens waarvan mensbeelden afbeeldingen zouden zijn (Plato), geen
  • onderliggende, v beelden onafhankelijke werkelijkheid waaraan die beelden getoetst kunnen worden
  • we kunnen niet zeggen dat het ene beeld meer

waar is dan het andere

daardoor komt het eropaan welke beelden we eropna houden, volgens welke beelden

we leven

> mensbeelden niet onschuldig

Zelfs geen heer in eigen huis: Freud (1856-1939)

Naïeve

eigenliefde van de mens geschokt door 3 fundamentele ontdekkingen:

1) aarde niet centrum heelal (Copernicus)

2) mens niet kroon schepping > product geleidelijke evolutie en nauw verwant

met dier (Darwin)

3) het ‘ik’ niet heer in eigen huis (Freud): niet bewuste maar onbewuste regeert over persoonlijkheid en gedrag, hier huizen de krachten die uitmaken wie/wat we zijn

Menselijke geest = ingewikkeld web van gebeurtenissen en processen waarvan slechts deel voor bewustzijn toegankelijk is, rest onbewuste. Verkeer tussen de 2 > bewustzijn heeft daarvan geen weet. In onbewuste: bron bewuste  leven > motieven gedragingen, verklaring psychische problemen. Bevat

Menselijke zelf: Het Es, het Ik en het geweten (Über-ich/super-ego). Es domineert Ik. Driedeling geen aangeboren structuur maar ontstaan gedurende de 1e levensjaren van het kind.

Instinctieve driften zijn motor menselijke persoonlijkheid, die product ve diepgaand wordingsproces is. Die driften hebben als kracht de libido/levensenergie/eros: kwantitatief, de drang naar lichamelijk genot die uit is op bevrediging. Thermodynamica: wanneer bepaalde drift wordt aangewakkerd (bijv. honger), ophoping hoeveelheid libido-energie > spanning > ontlading bij bevrediging drift (eten) > lust/genot: afvloeien opgehoopte spanning en wederkering rust. Libido kracht van doen en laten (iedereen streeft naar lust/vermijden pijn). Geen bevrediging > verdringing wens om verdere onlust te voorkomen> substituut-bevrediging: dromen, sublimatie (compenserende prestaties op ander vlak) of neurose (psychische/psychosomatische ziektes).

Neurosen gevolg onderdrukking Es in kindertijd (bijv. te hoge eisen ouders) > kind onderdrukt onlust-gevoelens > conflict eis-verlangens blijft onbewust onopgelost en voortbestaan > onderdrukkende gedrag herhaalt zich later. Rationalisaties: bewuste, gemeende verklaringen voor dat neurotische gedrag die feitelijke onbewuste verdringen van onlustgevoelens aan het zicht onttrekken > ware oorzaak in onbewuste. Weerstand houdt neurose in stand.

Psychoanalyse/cathartische methode: ziekmakende herinneringen in omgekeerde chronologische volgorde reproduceren dmv associatie (invallen ve patiënt tijdens sessie). Van symptoom (rationalisatie) terug naar verdrongen voorstelling (wens, ervaring). Associaties strikt gedetermineerd door onbewuste, verdrongen voorstellingen. Na slagen van analyse kunnen conflict en neurose worden verholpen:) wens verworpen, onbewuste verdringing > bewuste beheersing. of: rem van geweten op uiting wens

   > geen bewuste control

Psychoanalyse komt uiteindelijk uit op de wensimpulsen van het kind die niet met realiteit te verenigen waren (vaak van seksuele aard).

Cultuur oorsprong in instinctieve krachten: uitlaat overtollige driftenergie > erg belangrijk. Libido is dus drijfveer van de cultuur (nomos).

Het dualisme voorbij: Heidegger (1889-1976)

Zijnswijze (wijze waarop mensen zijn) als uitgangspunt ipv specifieke wezenskenmerken. Negeren verschillende zijnswijzen > door de dominerende zijnswijze van direct gegeven dingen laten leiden > men beschrijft de mens als ding. Destructie: poging deze ingebakken voorstellingswijze van de mens als voorhanden ding af te breken.

Dasein (er-zijn) = menselijke zijnde, ‘er’ verwijst naar soort openheid, speelruimte voor dit ‘zijn’ en besef daarvan. Zonder Dasein is mens-zijn ondenkbaar en onbestaanbaar (geen aanhangsel animal). Kenmerk: besef sterfelijkheid, het a-priori van mens-zijn > kan bevrijdend werken: relativeren zorgen en problemen, beslissingen makkelijker etc. Da-sein is Sein-zum-Tode: zijn dat continu betrokken op dood is. Morior ergo sum – Ik sterf, dus ik ben. Dood nodig om levensverhaal te laten ontstaan. Leven zoals wij leiden pas mogelijk in het uitstellen van de dood.

Dasein (er-zijn) = menselijke zijnde, ‘er’ verwijst naar soort openheid, speelruimte voor dit ‘zijn’ en besef daarvan. Zonder Dasein is mens-zijn ondenkbaar en onbestaanbaar (geen aanhangsel animal). Kenmerk: besef sterfelijkheid, het a-priori van mens-zijn > kan bevrijdend werken: relativeren zorgen en problemen, beslissingen makkelijker etc. Da-sein is Sein-zum-Tode: zijn dat continu betrokken op dood is. Morior ergo sum – Ik sterf, dus ik ben. Dood nodig om levensverhaal te laten ontstaan. Leven zoals wij leiden pas mogelijk in het uitstellen van de dood.

Onderscheidende mens niet geest (Aristoteles) maar sterfelijkheid. Optimaal mens-zijn: leven dat besef eigensterfelijkheid niet ontwijkt/onderdrukt maar uitdrukkelijk vasthoudt (eigenlijk Dasein).

Heidegger kan traditionele definitie animal rationale links laten liggen met theorie > belangrijke bijdrage filosofische antropologie > weinig belangstelling door schrijfstijl, fenomenologische methode, nazi.

Een mens is wat hij zelf maakt: het existentialism

In traditionele filosofie onderzoek naar het wezen/essentie van de mens. Kierkegaard: menszijn besloten in concrete, persoonlijke individualiteit. De mens = veelheid unieke individuen.

Atheïstisch existentialisme: als God niet bestaat, is er tenminste een wezen waarbij bestaan vooraf gaat aan wezensbepaling: de mens. Verschijnt eerst in de wereld als ‘niets’, en bepaalt zich daarna nader.

être-en-soi:

de zijnswijze van al het niet-menselijke. Essentie vooraf aan bestaan.

être-pour-soi:

de menseigen bestaanswijze. Bestaan vooraf aan essentie.

Zelfbewustzijn: proces, geen vaste ‘ik’ (want essentie wordt gevormd gedurende

het leven).

Bewustzijn intentioneel: altijd op iets gericht en verwijst dus naar iets buiten zichzelf. Inhoud bewustzijn verandert voortdurend, behalve de intentionele structuur. Bewustzijn is altijd en tegelijkertijd zelfbewust-zijn. Gescheiden: zelfbewustzijn geen bewustzijn v object. Bewustzijn begeleid door besef v zichzelf.

Volgens Sartre is het voor-zich-zijn vrijheid. De vrijheid van het voor-zich-zijn is een soort

speelruimte waarin het en-soi zich op allerlei manieren voordoet.

Wanneer iemand een steen vindt, kan hij hier verschillende betekenissen aan geven. Betekenissen die de steen inzichzelf niet heeft, maar die het bewustzijn eraan verleent door het in zijn projecten (van boer, strijder etc) te betrekken. Dit proces ziet Sartre als het toeeigenen van het en-soi door het pour-soi. Het pour-soi vernietigt het en-soi door het tot object te maken. De verschijning van het en-soi in de sfeer van het bewustzijn is tegelijk de ontkenning. De ontkenning van het en-soi is volgens Sartre de activiteit die het bewustzijn kenmerkt. Alleen het bewustzijn biedt deze mogelijkheid → vrijheid. Van de manier waarop je dingen om je heen ervaart ben je absoluut vrij.

Het existentialisme schept een solipsistisch universum: een beeld van een werkelijkheid van op zichzelf teruggeworpen individuen, voor wie een ander hooguit bijdraagt aan zijn levensproject. 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.