Hoofdstuk 1
hoe te beginnen: enkele gereedschappen en strategieën
Filosofische vragen zijn irritante vragen. Alle volkomen normale/vanzelfsprekende dingen worden omgetoverd tot intrigerende puzzels.
Bijvoorbeeld: is mijn smaak wel van mij?
Of ze knagen aan de bodem van je bestaan en ondermijnen doorgaans vertrouwde zekerheden.
Bijvoorbeeld: waarom sta ik op als de wekker gaat?
Wat is filosofie? Wat is er zo lastig aan deze vraag?
-
Weinig belangstelling voor, veel vinden het maar 'vaag gedoe' en 'tijdsverspilling'. Niemand gaat graag deze vooroordelen te lijf en verdedigd zich. Vooroordelen zijn hardnekkige tegenstanders.
-
Filosofie is eerst en vooral een activiteit. Je kunt het vergelijken met een ontdekkingsreiziger, hij zal niet rusten eerder hij het doel van zijn expeditie heeft bereikt. Er zijn dan natuurlijk ook thuisblijvers, zij worden liever niet bestookt met lastige vragen en hebben vooroordelen.
Eisen van een filosoof:
-
Vragen kunnen stellen aan jezelf en aan andere.
-
Niet te snel tevreden zijn met je antwoorden.
-
Kwestie tot op de bodem willen uitzoeken, zelfs bij het vermoeden dat die onbereikbaar is.
-
Niet te veel last hebben van de dogmaticus in zichzelf.
Dogmaticus: je bent een dogmaticus als je blind geloof hecht aan opvattingen die je aanhangt, zonder nog te onderzoeken of ze waar zijn of niet.
De dogmaticus is van de juistheid van zijn mening zo heilig overtuigd, dat bij voorbaat bij iedere twijfel de hand afwijst.
Filosofische houding/attitude: iemand die met een open geest om zich heen kijkt, die bereid is om vragen te stellen en discussie over vastgeroeste overtuigingen en verworven zekerheden niet uit de weg gaat. Hij sluit zich niet op in de heilige huisjes van vertrouwde vanzelfsprekendheden. Hij is bereid om na te denken.
Een filosoof ben je niet als je als je het vak filosoof uitoefent, maar wanneer je je dogmaticus (voor even) aan de kant zet.
De weg naar je antwoord is belangrijker dan het antwoord zelf. Er is maar zelden een antwoord goed, het gaat des te meer om de argumenten.
Strategie
Uitleg
Brainstormen/vrije associatie
Je gedachten de vrije uitloop laten en kijken wat je bij dit onderwerp te binnen schiet.
Veronderstellingen
Stellingen die verborgen zitten in uitspraken en waarvan je zelf ongemerkt aanneemt dat ze juist zijn.
Voorbeeld: je ziet op het bord dat de trein naar Maastricht om 16.35 uur vertrekt. Je stapt in de trein, een veronderstelling die je kunt maken is dus dat je er vanuit gaat dat de trein in Maastricht stopt en niet in Groningen.
Intuïtie
Je hebt vaak al een idee in welke richting je het antwoord zoeken moet. Het kan ook zijn dat je intuïtie het fout is, maar als je niet dogmatisch gaat zijn, kom je achter je fout.
Betekenis van het woord filosofie (volgens Van Dale):
-
wijsgerig stelsel
-
levensbeschouwing, wereldbeschouwing
-
studie die de algemene beginselen van een bepaalde tak van kennis.
Het woord filosofie komt uit het Grieks. Het Griekse woord is philosophos.
Slaafse mensen streven van nature naar roem en rijkdom, terwijl filosofen verlangen naar waarheid.
Een belangrijk verschil tussen filosofie en andere wetenschappen: bij filosofie gaat het om een speciaal soort kennis die je niet zomaar kun vergaren of bezitten, zoals feitenkennis.
Voldoende voorwaarde: een eigenschap/kenmerk die zekerheid geeft over wat iets is.
Noodzakelijke voorwaarde: eigenschap/kenmerk die iets moet hebben om te kunnen zijn wat het is.
Te ruime definitie: er valt meer onder je omschrijving dan onder het begrip.
Te krappe definitie: niet alles wat onder het begrip valt wordt door je omschrijving gedekt.
Sluitende definitie: ze bakt precies datgene af wat onder het begrip valt, de exacte omvang – niet meer niet minder.
Stipulatievee definitie: een precieze afspraak, kan nooit te ruim of te krap zijn.
Een priemgetal is een getal dat uitsluitend deelbaar is door zichzelf en door 1.
-
Priemgetal is soortbegrip, het begrip dat gedefinieerd wordt (definiendum).
-
Getal is genusbegrip, het begrip is algemener dan het soortbegrip.
-
Uitsluitend deelbaar door zichzelf en 1 is het specifiek verschil, het geeft aan waarvan het soortbegrip verschilt van alle anders soortbegrippen die onder het genusbegrip vallen.
Genusbegrip en soortbegrip zijn de definiets.
Soort-verschil-definitie: definities bestaat uit het genusbegrip en het specifiek verschil.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
A.
A.
Thanks, dankzij deze samenvatting heb ik mooi een 8,3
9 jaar geleden
AntwoordenC.
C.
mooi!
9 jaar geleden