Waar heb jij je schoolspullen gekocht?

Doe mee aan het Back To School onderzoek over schoolspullen en maak kans op een Bol.com bon van 25 euro.

Hoofdstuk 4 tm 6

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1067 woorden
  • 26 december 2003
  • 23 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
23 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
5 belangrijke vragen die je jezelf moet stellen als studiezoeker

Met keuze uit ruim 1.600 hbo- en wo-bachelors in Nederland is het best lastig om een studie te kiezen. Hoe begin je met zoeken, en hoe kom je dichterbij de studie die bij je past? Om je daarbij te helpen, hebben we vijf belangrijke vragen op een rijtje gezet die je jezelf moet stellen tijdens je studiezoektocht.

Naar de pagina
Hoofdstuk 4: emoties Aristoteles: zie een emotie als een passieve aandoening van de ziel (passies): deze passieve toestanden zijn aandoeningen die veroorzaakt worden door factoren van buiten af of interne factoren als stemmingen en driften.: belangrijk om emoties onder controle te houden: het gevoel is belangrijk, het lijdt tot beweging.: emoties bepalen wat wij waardevol vinden. Katharsis: een reiniging door middel van de tragedie. Modern gezegd: je hebt een aantal opgekropte emoties vrijelijk kunnen laten gaan. Voor veel mensen is een potje huilen ook zo’n katharsis. William james: pragmatisme
Feit -> lichamelijke uiting -> emotie

Beer -> rennen -> angst
Emoties
1 vrouwelijk:----------------------------------> mannelijk
2 emoties duidelijk onderscheiden van ratio
3 leiden af:------------------------------------> doelgericht
4 ratio (actief):-------------------------> emoties passief , ze overkomen ons
Traditioneel : beer: angst: rennen
William james : beer: rennen: angst
Spinoza
Actieve emoties leidde tot adequate emoties = goed
Passieve emoties leidde tot inadequate emoties = slecht
Inadequate: komen van buiten af, niet door externe emoties gek maken
Actieve: je kiest ervoor om er zelf voor te gaan, interne emotie

Inadequate: je hebt een beeld van de werkelijkheid die niet goed is. Steve pinker: emoties uitgaande van de mens als informatieverwerker.: emoties zijn machinismen die de hoogste doelen van het brein bepalen: wij hebben een leger aan vooronderstellingen over de natuur die steeds gevoed worden door informatie. Een moeder voelt liefde voor haar kind doordat haar genen zijn doorgegeven. Zij leeft als het ware door in haar kind. (zelfzuchtig gen theorie). Er is geen strijd tussen de soorten bij het zelfzuchtig gen maar juist binnen de soorten. Testosteron: agrresie
Vrouwen en mannen kennen verschillende soorten emoties, dat komt door vroeger. Mannen: jagen vrouwen: voeden kinderen op. Vrouwen en mannen zijn door sexe verschillend
Altruïsme: het gedrag dat anderen ten goede komt ten koste van eigen gedrag. Bioloog trivers: genegenheid is de emotie die een altruïstische relatie doet ontstaan en onderhoudt. Het gevoel houdt bereidheid in om iets voor iemand te doen en richt zich op hen die bereid lijken op hun beurt iets terug te doen. (doorlezen blz 115 bovenaan) Emoties toon je om een dreiging kracht bij te zetten, of om te onderstrepen dat wat je zegt ook echt gemeend is. Jean-paul Sartre: rationalistische en existentialistische benadering: wat is het bewustzijn->: het bewustzijn van de mens geen afgesloten ding is, maar wezenlijk en altijd gekenmerkt wordt door een gercihtheid op iets, bijvoorbeeld concrete dingen in de wereld of normen en warden.: het bewustzijn is intentioneel, je bent je altijd ergens van bewust.: we zijn vrij en kiezen ervoor om ons door een emotie te laten meeslepen al gaat dat bijna automatisch en nauwelijks bewust. Nico frijda: 1 het taksatie moment = de bedrijging van het belang 2 appael = je kun er lichamelijk opgewonden van raken 3 component = jalozie
Kunnen toepassen op verschillende emoties Hoofdstuk 5: begeerte, verlangen en vrijheid Plato: de oorsprong van al het begeren of verlangen is het gebrek. Leest blz 123 het gesprek van socrates
Verlangen: ik wil het hebben
Begeren: ik moet het hebben
Thomas hobbes: begeerte is niets anders dan het verlangen naar middelen om eigen behoeten te bevredigen.: mens altijd egoistisch-> alles draait om macht: iedereen is potentiele vijand ( homo homini lupus) Macht
Mens Angst voor de dood-> hierdoor word je geregeert

Koning: heeft een sociaal contract: moet er voor zorgen dat we niet bang zijn voor de dood. Rousseau: de mens is van nature goed: cultuur maakt je slecht. Nietzsche: begeerte is een manifestatie van de ‘wil tot macht’. ( lees blz 129 ) ( nog niet gedaan blz 131 132) Girard: de mens begeert iets omdat een ander dat ‘iets’begeert (tweedehands begeren).: innerlijke drang tot nabootsing (mimesis) mimetische begeerte.: iets willen wat een ander wil
C A B
Rolmodel: a wil hebben wat b heeft, b heeft c dus a wil dat ook: a/b concurrentie positie
Psychoanlyse: al onze wensen en verlangens een basis vindt in een oerdrift, de libido. Freud: Realiteit (cultuur) Uber ich / boven – ik / super ego ] Geweten/ wet vd vader ]: bewust
Ich / ik / ego = stabiele identiteit ] Sublimatie (omzetten) Verdringing
Es/ het / id : seksuele energie/ drift: onbewust (eros) Lustprincipe/ natuur
Natuur en cultuur moet in evenwicht zijn: anders conflict: neuroses / trauma’s
Luce irigaray: filosofe in psychoanalytica.: verschil tussen sekse als uitgangspunt.: de vrouw heeft een fundamenteel andere beleving van de werled dan de man.: tweeheid of het differentie een kracht van het vrouwelijk denken. Evt doorlezen blz 138 tot 141
Sartre: rationalist: dualist: je bepaalt zelf wat het bewustzijn is: bewustzijn is vrijheid. Voor sartre is ieder mens volledig vrij omdat hij fundamenteel bewustzijn is en het bewustzijn leeg is en ‘onbepaald’. (blz 147->->) Descartes: het bewustzijn is een cogito. Hegel: idealist: denken geft de grootste werkelijkheidskracht.: de ontwikkeling van de mensheid was volgens hem een ontwikkeling van steeds hogere niveaus denken. De evolutie middels tegenspraken heet de weg van de dialectiek (tegenstellingen) Marx heeft twee dingen van hegel: historiciteit en dialectische methode.: hij ziet de mensen als een actief wezen (niet alleen van verstand maar ook van het hele lichaam): de mens vormt zich door arbeid

Marx stlet dus niet (zoals hegel) het denken primair maar het handelen (arbeiden). Niet de idee maar de praktijk.: vandaar geen idealist maar een materialist. Maar omdat bij hem de mens wel actief is en bij een materialist is dat niet zo is het juits dialectisch materialisme. Hoofdstuk 6: wie ben ik-> Plato: wat is het ware het goede en het schone
Descartes: wat is ware kennis, waar zit de essentie van de mens
T hobbes: is de mens goed of slecht (macht = negatief) Spinoza: is de mens een eenheid of een veelheid
Nietsche: wat is werkelijkheid, hoe kun je als mens je het beste ontplooien (macht = positief) Cassire: wat is symbolische bewustzijn
Irigaray: wlekl invloed heeft je geslacht op je mens zijn
Sartre (excentrische theorie): wat is het bewustzijn: je word geboren met een leeg bewustzijn
Girard: wat is mimetische begeerte, waarom begeren wij

Eenheid veelheid
Spinoza, aristoteles, merleau – ponty, plato, descartes, pinker, nietsche (doorlezen blz 156 tot 157) Rationalistische antropologie: ziet de mens overwegend als autonoom, het verstand bepaalt onze handelingen. Michel foucault: onderzocht cultuurverschijnselen tot ver in de griekse oudheid.: via macht ontwikkelt de maatschappij zich verder
Macht werkt via normalisering (zoveel mogelijk bij het normale denken en handelen aansluiten) en via disciplinering (via maatregelen die vooral het lichaam betreffen, wordt je gedrag gestroomlijnd, bijvoorbeeld in de gevangenis of in dienst waarin van minuut tot minuut handelingen zijn voorgeschreven). (lees de rest van hoofdstuk 6 door: lastig om samen te vatten)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.