Eindexamens 2025

Wij helpen je er doorheen ›

Present simple, present continuous, past simple, present perfect, present perfect continuous

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 380 woorden
  • 15 januari 2024
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
3 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
De ultieme examengids voor mensen die echt niet willen slagen

Eindexamens. Die periode waar je al tijden naar uitkijkt (not) en waar je je super goed op hebt voorbereid (ook not). Geen paniek: wij hebben de ultieme survivalgids voor je samengesteld. Met deze tips ga je het (waarschijnlijk niet) redden. Maar ze zijn wel leuk. 

Bekijk de tips

(Present simple, present continuous, past simple, present perfect, present perfect continuous)

Present simple: gebruik je bij feiten of dingen die vaak gebeuren. Dit kan je zien aan woorden zoals: ‘always, usually, often, regularly’.

Present continuous: gebruik je bij dingen die je nu aan het doen bent of bij dingen die je irriteren. Als het woord eindigt op -e (write), word de -e à -ing (writing).

Present simple

Present continuous

Onderwerp/ subject

Werkwoord/ verbs

How to write

Werkwoord/ verbs

How to write

I

Buy

Do … buy?

Don’t buy.

Am buying

Am I buying?                  I am not buying

You

Walk

Do … walk?

Don’t walk.

Are walking

Are you walking? You’re not walking

He/she/it

writes

Does … write?

Doesn’t write.

Is writing

Is she writing?         He’s not writing

We/you/they

laugh

Do … laugh?

Don’t laugh

Are laughing

Are they laughing?      we’re not laughing

Past simple: je gebruikt dit wanneer je iets wil uitleggen dat in het verleden is gebeurd. Er is geen connectie met het heden. Vaak staat er een bijwoord in de zin zoals: yesterday, an hour ago, in 1964 enc.

Regular verbs

Stam ww + ed

To walk à walked

Irregular verbs

Voorbeeld:

Buy à bought

Questions

Did + stam ww

Did he walk? / Did he buy?

negations

Didn’t/ did not + stam ww

He didn’t walk. / He didn’t buy.

Present perfect: beschrijft iets dat in het verleden is begonnen en nu nogsteeds bezig is.       Voorbeeld: We have lived in this town since 1993.                                                                                                       Er is vaak een bijwoord in de zin: since, for, now à hieraan kan je zien hoelang het al bezig is.

Regular verbs

Have/ has + past participle

He has walked

Irregular

Have/ has + irregular word

He had bought

Questions

Has + stam ww + ed/ irregular word

Has he walked? / Has he bought?

negations

Hasn’t/ has not + stam ww + ed/ irregular word

He hasn’t walked. / He hasn’t bought.

Present perfect continuous: gebruik je wanneer iets erg lang duurt of lang heeft geduurt.

All verbs

Have/ has + been + stam ww+ ing

He has been walking / He has been buying

Qeustions

Have/ has + onderwerp + been + stam ww + ing

Has he been walking? / has he been buying?

negations

Have/ has + not/ n’t + stam ww+ ing

He hasn’t been walking/ He hasn’t been buying.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.