Engels Toetsweek 1 Havo 4 2020-2021
Present Simple
Wanner gebruik je de Present Simple?
- Iets is een feit
- Het is een gewoonte
Welke aanwijswoorden zijn er?
- Always
- Often
- Sometimes
- Usually
- Every day/week
Hoe maak je de Present Simple
- Hele werkwoord invullen in de zin
- Bij he/she/it (shitregel) zet je -e(s) achter het werkwoord.
Past Simple
Wanneer gebruik je de Past Simple?
- Iets is in het verleden begonnen en afgelopen
Welke aanwijswoorden zijn er?
- Yesterdag
- Last week
- Last year
- A few days ago
- When i was young
- The other day
Hoe maak ik de Past Simple?
- Onregelmatige werkwoorden de 2e vorm
- Stam + -ed
Present Perfect
Wanneer gebruik je de Present Perfect?
- Iets is in het verleden begonnen en is nog steeds bezig
- Het resultaat van een gebeurtenis uit het verleden is nu nog merkbaar/ van belang.
Wat zijn de aanwijswoorden?
Hoe maak ik de Present Perfect
- Have/has + voltooid deelwoord
Hoe maak ik een voltooid deelwoord?
- Onregelmatige werkoorden de 3e vorm
- +ed toevoegen aan de stam
Future
Wanneer gebruik je de Future?
- Wanneer iets in de aankomende tijd gaat gebeuren.
Hoe maak je de Future?
- Tegenwoordige tijd +ing
Het is al afgesproken/gebeurt binnen een week
- Going to
Je bent iets van plan of ziet iets aankomen
- Shall + hele werkwoord
Je vraagt om raad of spreekt in het algemeen over de toekomst.
Bij vragen met ‘I’ en ‘we’
- Will + hele werkwoord
Bij vragen met he/she/it (shitrgegel) ent hey.
- Tegenwoordige tijd zonder -ing
Bij een afspraak, programma, rooster of iets dat op een vaste datum plaatsvindt.
Wordorder
- Wie?
- Doet?
- Wat/wie?
- Waar?
- Wanneer?
- Onderwerp
- Werkwoord(en)
- Lijdend voorwerp
- Plaats
- Tijd
Adjectives
Wat is een Adjective?
- Een bijvoegelijk naamwoord
Adverb
Wat is een Adverb?
- Een bijwoord
Hoe maak je een Adverb?
- Door simpelweg -ly achter het bijvoegelijk naamwoord te zetten.
REACTIES
1 seconde geleden