Informele brief maken, grammatica

Own adress, without your name.

• if you send it abroad, also write the name of your country: the netherlands

Aan de zoom 62

1422 MD Uithoorn

The Netherlands

Skip a line. The date is written below your adress on the right and can be written in various ways:

21th  January, 2013 ; 21/01/2013

21th January, 2013

If you know the person, you can write:

• Dear Eric,
• Dearest Diana
• Dear Mr Drummond (married or unmarried)
• Dear Mrs Drummond (married or widow)
• Dear Miss Drummond (unmarried)
• Dear Ms Drummond (don’t know married or unmarried)

Dear Jennifer,

• No full stop after Mr, Mrs, Ms or Miss
• Divide the body of the letter into paragraphs by indenting each paragraph.
• If you want, you can use I’m or you’re

I hope everything is fine with you, your dad, your mum and those two silly brothers of yours. I’m just fine and so is the rest of my family.

My sister Ellen has just got married to Frank. Frank is a nice bloke. They haven’t got a house of their own because they can’t afford one. Prices of houses are astronomical in my country. And in yours? They have rented an Apartment in the city of Eindhoven. The reason I’m so happy is that Ellen’s old bedroom has now become mine! It’s a big room!

In your last letter you wrote me that you wanted to take up a sport. Have you already decided on a particular sport?

I really hope you’ll write me soon.

Finish your letter as follows:

• Yours,
• Best wishes,
• All the best,
• Kind regards,
• Love from (only when it’s a very good friend.

Below this, write your full name if you don’t know each other well. If you do know each other well, it’s enough to write your first name

Best wishes,

Sanne

Informele brief

Zinsbouw en woordvolgorde:

Probeer je taal simpel te houden, ga niet alles eerst in het Nederlands bedenken en dan letterlijk vertalen, want juist daardoor krijg je ‘kromme’ Engelse zinnen.

Hou je aan de volgende ‘standaard’ indeling:

Bevestigende zinnen:

Onderwerp – Gezegde – Lijdend vw. – Bepaling van Plaats – Bepaling van Tijd

1. 1.    Het Meewerkend voorwerp staat vóór of áchter het Lijdend voorwerp.

He gave me the book / He gave the book to me.

1. 2.    Sommige bepalingen van tijd kunnen ook vooraan staan, de volgorde van de rest verandert niet.

• I saw him yesterday. (Ik zag hem gisteren)
• Yesterday I saw him. (Gisteren zag ik hem.)

1. 3.    Woorden als ‘(n)ever’, ‘usually’, ‘sometimes’, ‘always’, ‘often’, ‘just’ etc. staan:

• NA ‘am / is / are / was / were’
• VOOR het werkwoord
• NA het eerste werkwoord, als het gezegde uit meer dan één werkwoord bestaat

1. 4.    Zet alle werkwoorden van het gezegde bij elkaar, maar denk aan de woorden bij 3.

Vragende zinnen:

Onderwerp en het éérste werkwoord van het gezegde wisselen van plaats

I can swim – Can I swim?

Denk eraan dat je bij een heleboel vragende (en ook ontkennende) zinnen DO / DOES / DID (+ INFINITIEF) moet gebruiken.

Grammatica:

Nu komt alles wat je in de afgelopen jaren geleerd hebt bij elkaar. Te veel om hier allemaal op te noemen.

Toch een paar ‘gouden regels’:

De vaste combinaties:

Controleer of je je aan onderstaande combinaties hebt gehouden:

1. 1.    Am/is/are/was/were +ing vorm                         He was watching TV

Maar denk aan de lijdende vorm dan geldt:

Am/is/are/was/were + volt. Deelwoord               He was helped by his friend

1. 2.    Have/has/had + volt. Deelwoord
2. 3.    Alle andere hulpww + inf. Maar de balangrijkste is do/does/did + infinitief

De juiste tijd

PAST SIMPLE

Example

Sentence

+ form

Regular: verb + ed

Irregular: 2e rijtje

Played

Go, went, gone

You called bob

- form

Didn’t + verb

I didn’t play

You didn’t call bob

? form

Did + verb

Where did you go?

Did you call bob?

Use

Yesterday, last week, 2008, 3 months ago,

used to, would

I saw Jan yesterday.

We used to live in Utrecht

PRESENT PERFECT

Sentence

+ form

He/she/it: has + verb+ ed/d

I/we/you/they: have + verb+ ed/d

She has already washed her hair.

They have just cleaned their shoes

- form

He/she/it: hasn’t + verb+ ed/d

I/we/you/they: haven’t + verb + ed/d

He hasn’t finished his homework yet.