Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Grammatica

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 388 woorden
  • 21 juni 2015
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
5 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Present Simple:
Voor- feiten & gewoontes

Hoe maak je het-

I walk to school

You walk to school

He walks to school

She walks to school

It walks to school

They walk to school

We walk to school

Signaalwoorden- always, never, ever, usually, often, always.

Present Continuous:
Voor- nu of heel binnenkort

Hoe maak je het-

I am playing football

You are playing football

He is playing football

She is playing football  

It is playing football

They are playing football

We are playing football

Signaalwoorden- now, at the moment, look, listen!, hurry up!,just now, right now 

Past Simple:
Voor- Als het in het verleden is gebeurd en is afgelopen

Hoe maak je het-

I worked yesterday

You worked yesterday

He worked yesterday

She worked yesterday

It worked yesterday

They worked yesterday

We worked yesterday

Signaalwoorden-  yesterday, last, the other day, minutes ago

Past Continuous:
Voor- te zeggen dat iets aan de gang was (eventueel toen iets anders gebeurde; dat andere wat gebeurde staat dan in de simple past)

Hoe maak je het-

I was doing my homework, when the doorbell rang

You were doing your homework, when the doorbell rang

He was doing his homework, when the doorbell rang

She was doing her homework, when the doorbell rang

It was doing its homework, when the doorbell rang

They were doing there homework, when the doorbell rang

We were doing our homework, when the doorbell rang

Signaalwoorden- when, were

Present Perfect:
Voor- het speelde zich af in het verleden, maar het heeft effect op nu.

Hoe maak je het?-

I have missed the bus

You have missed the bus

He has missed the bus

She has missed the bus

It has missed the bus

They have missed the bus

We have missed the bus

Signaalwoorden- for, yet, never, ever, just, already, since

Present Perfect Continuous:
Voor- als iets in het verleden begonnen is en nog steeds voortduurt en je wilt vooral de tijdsduur benadrukken.

Hoe maak je het?-

Recently, I have been feeling sick

Recently, You have been feeling sick

Recently, He has been feeling sick

Recently, She has been feeling sick

Recently, It has been feeling sick

Recently, They have been feeling sick

Recently, We have been feeling sick

Signaalwoorden- all (day, year ...), for (5 minutes) , since, (the) whole (day, week,...)

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.