Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Module 2 hoofdstuk 3

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 398 woorden
  • 2 september 2008
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
4 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
H3
1.
Marketing= het maken en uitvoeren van plannen voor het vergroten of behouden van de omzet
Marketing concept= consument gerichte benadering
Marktsegment= aantal afnemers van een bepaald product die min of meer gelijke wensen en behoeften hebben
Marketing mix= de vier p’s product, prijs, plaats, promotie (soms personeel, parkeren en preventie ook)

2. Product

product kan 3 betekenissen hebben:
- fysieke product; de basiseigenschappen, maaltijd heeft een bepaalde voedingswaarde
- tastbare product; het product zoals het aangeboden wordt: hoe ziet het eruit? Verpakking, accessoires, merknaam, kleur, design

- Uitgebreide product; het tastbare product uitgebreid met niet-tastbare eigenschappen zoals sfeer in het restaurant, imago v.e. spijkerbroek, bezorging, garantie, en andere service

Homogene producten:
In de ogen vd consument identiek, bijv. consument heeft geen voorkeur voor houten of plasticen wasknijpers

Heterogene producten:
Niet identiek, de koper heeft voorkeur voor het ene product boven het andere

Trading up:
Kwalitatief betere of luxere uitgave van een product
Trading down:
Kwalitatief lagere of minder luxe product; bv pocketuitgave

De productielevenscyclus geeft aan hoe de omzet van een product zich ontwikkelt vanaf het moment dat het voor het eerst op de markt komt tot aan het moment dat het niet meer verkocht wordt, “gefaseerde ontwikkeling” (vd omzet)
- 1. de introductiefase
- 2. de groeifase
- 3. de rijpheid
- 4. de verzadiging
- 5. de neergang

3. Prijs

Verschillende uitgangspunten bij prijsbepaling

- kostengeoriënteerde prijs
- prijsdifferentiatie: het voeren van verschillende prijzen voor hetzelfde product vanwege kostenverschillen (bijv. het daltarief bij openbaar vervoer, het nachttarief bij elektriciteitsbedrijven)
- concurrentie-georiënteerde prijsvaststelling
- afnemers-georiënteerde prijsvaststelling
Prijsdiscriminatie: het toepassen van verschillende prijzen voor hetzelfde product op basis van verschillen tussen de afnemers. Voorbeeld: het gebruik maken van speciale prijzen voor kinderen en bejaarden.

4. Plaats

Bedrijfskolom:
De weg van oerproducent naar de consument. De bedrijfskolom geeft een overzicht van alle geledingen die een product doorloopt, van grondstof tot en met eindproduct.

Veranderingen in bedrijfskolom:
- specialisatie horizontaal, bijv een boekwinkel verkoopt alleen kinderboeken
- parallellisatie horizontaal, bijv bij een spaarbank kun je een hypotheek afsluiten of betaalrekening openen (branchevervaging)
- integratie verticaal, bijv een koffiebrander koopt plantages op (achterwaarts) of een koffiehandelaar koopt een winkelketen op

- differentiatie verticaal, bijv oliemaatschappijstoot het transport van benzine naar de tankstations af

5. Promotie

Public relations:
De beïnvloeding van de mening van personen die belangrijk zijn voor de onderneming

Soorten reclame:
- productreclame eigenschappen van een (nieuw) product
- merkreclame aantal voor een aantal producten van 1 merk (Philips)
- individuele reclame producent maakt reclame voor zijn product of zijn merk
- collectieve reclame voor een bepaald soort product (bloemen, brood)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.