Arbeid Economie

Beoordeling 0
Foto van Maud
  • Samenvatting door Maud
  • 4e klas vwo | 2205 woorden
  • 24 februari 2025
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

De Arbeidsmarkt: Vraag en Aanbod

Op de arbeidsmarkt komen de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid samen. De aanbieders van arbeid, oftewel de beroepsbevolking, zijn mensen tussen de 15 en 75 jaar die willen en kunnen werken.

De meeste werkenden zijn in loondienst, bij particuliere bedrijven of de overheid. Een groot deel van hen heeft een vast contract, wat betekent dat hun arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd geldt en zij ontslagbescherming genieten. Tegelijkertijd groeit het aantal werknemers met een tijdelijk of flexibel contract, een ontwikkeling die bekendstaat als de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Naast werknemers in loondienst zijn er ook zelfstandigen, waarvan een steeds groter deel bestaat uit zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers).

Werkgelegenheid en Werkloosheid

Voor de werkzame beroepsbevolking bestaat een vraag naar arbeid; zij hebben een baan en dragen bij aan de werkgelegenheid. De niet-werkzame beroepsbevolking, bestaande uit mensen die willen en kunnen werken maar geen baan vinden, wordt als werkloos beschouwd.

De vraag naar arbeid die vervuld wordt, noemen we werkgelegenheid. De openstaande vraag naar arbeid bestaat uit vacatures; dit zijn posities waarvoor werkgevers nog personeel zoeken. Zelfs bij werkloosheid kunnen er vacatures zijn, omdat er mogelijk een mismatch is tussen de gevraagde en aangeboden vaardigheden.

Een stijging van de werkgelegenheid betekent niet altijd dat de werkloosheid daalt. Dit komt doordat de totale beroepsbevolking tegelijkertijd kan toenemen.

Flexibiliteit op de Arbeidsmarkt

Veel bedrijven streven naar een flexibele schil van tijdelijke medewerkers. Naast een vaste kern van personeel met vaste contracten en ontslagbescherming, maken zij steeds vaker gebruik van tijdelijke contracten of ZZP’ers.

Tijdens een economische neergang of een teruglopende conjunctuur kunnen bedrijven de contracten van tijdelijk personeel eenvoudig niet verlengen, waardoor ze formeel niemand hoeven te ontslaan. Dit voorkomt kosten zoals loondoorbetalingsverplichtingen en sociale uitkeringen. Door ZZP’ers in te schakelen, vermijden bedrijven nog meer risico’s die verbonden zijn aan vast personeel.

De Arbeidsmarkt: Abstract versus Concreet

Terwijl een groentemarkt een fysieke locatie heeft, is de arbeidsmarkt abstract. Werkgevers kunnen vacatures plaatsen via interne kanalen of de media, terwijl werkzoekenden zich kunnen presenteren via bijvoorbeeld arbeidsbemiddeling.

Arbeidsbemiddelaars zoals uitzendbureaus en het UWV Werkbedrijf helpen bij het koppelen van werkzoekenden aan werkgevers. Het UWV biedt daarnaast ook uitkeringen aan mensen zonder werk.

Wanneer bedrijven veel vacatures hebben en moeite hebben om personeel te vinden, spreken we van een krappe arbeidsmarkt. Als de vraag naar arbeid sneller stijgt dan het aanbod, verkrapt de arbeidsmarkt. In het omgekeerde geval, wanneer er meer werkzoekenden dan banen zijn, spreken we van een ruime arbeidsmarkt.

Bij een ruime arbeidsmarkt is de werkloosheid hoog en zijn er weinig vacatures. De verhouding tussen vraag en aanbod bepaalt de prijs van arbeid, oftewel het loon. In een krappe arbeidsmarkt hebben lonen de neiging te stijgen, terwijl een ruime arbeidsmarkt juist een neerwaartse druk op lonen uitoefent.

Arbeidsmarktontwikkelingen in Nederland

In 2022 was de arbeidsmarkt in Nederland historisch krap. Dit kwam doordat de economie zich lange tijd in een hoogconjunctuur bevond, terwijl het aanbod van arbeid afnam door vergrijzing.

Na het opheffen van de coronamaatregelen ontstond er tijdelijk extra krapte, omdat consumenten massaal gingen besteden. De krapte kan gedeeltelijk worden opgelost door:

  • Het aantrekken van arbeidsmigranten
  • Stimulering van de arbeidsparticipatie (bijvoorbeeld door goedkopere kinderopvang)
  • Investeringen in arbeidsbesparende technologie, waardoor machines en automatisering steeds meer taken overnemen

Segmenten binnen de Arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt kent verschillende deelmarkten. We kunnen deze onderverdelen op basis van:

  • Beroepsgroepen (bijvoorbeeld docenten, bouwvakkers, zorgpersoneel)
  • Geografische regio’s
  • Functieniveau en opleidingsniveau

De Invloed van de Conjunctuur

De conjunctuur verwijst naar de op- en neergaande beweging van de economische activiteit, veroorzaakt door schommelingen in de bestedingen. De ontwikkeling van de conjunctuur heeft directe gevolgen voor de werkgelegenheid.

Een afnemende groei of een economische krimp kan leiden tot een ruime arbeidsmarkt, waarbij de vraag naar arbeid daalt en werkloosheid stijgt. Veel werknemers kunnen in zulke periodes overbodig worden.


Aanbieders van arbeid maken een afweging tussen werken en vrije tijd. Mensen streven naar welvaart, wat wordt bereikt door te werken en zo een inkomen te verwerven. Dit inkomen is nodig om in levensbehoeften te voorzien. Tegelijkertijd hebben mensen behoefte aan vrije tijd. Minder vrije tijd kan de welvaart verminderen.

Hierdoor ontstaat een keuzeprobleem: men kan economisch vooruitgaan door meer te werken, maar heeft dan minder vrije tijd. Of men werkt minder, verdient minder, maar heeft meer vrije tijd.

Bij deze keuze wordt een afweging gemaakt tussen opbrengsten en kosten. Opofferingskosten zijn de opbrengsten van de keuze die men laat schieten. Als iemand €10 per uur verdient, kost een uur vrije tijd €10. De opofferingskosten van vrije tijd zijn dus het gederfde inkomen. Omgekeerd zijn de opofferingskosten van extra inkomen de ingeleverde vrije tijd.

Dit keuzeprobleem kan worden weergegeven met een budgetlijn, waarin tijdsbesteding in beeld wordt gebracht. Deze lijn toont alle mogelijke bestedingsmogelijkheden binnen een bepaald budget, in dit geval het maximale aantal werkbare uren per jaar. Bijvoorbeeld, bij een maximum van 4380 werkbare uren per jaar en een uurloon van €30, kan iemand maximaal €131.400 verdienen. Als men niet werkt, heeft men maximaal 4380 uur vrije tijd.

Invloed van conjunctuur op de arbeidsmarkt

Bij hoogconjunctuur en een sterke arbeidsmarkt zullen meer mensen zich aanbieden, omdat de kans op een baan en de beloning toenemen (het aanzuigeffect). Jongeren kiezen bijvoorbeeld minder snel voor een opleiding en ouderen werken langer door. Bij laagconjunctuur trekken mensen zich juist terug van de arbeidsmarkt vanwege minder baankansen en lagere beloningen (het ontmoedigingseffect).

Beroepsbevolking en arbeidsparticipatie

De beroepsbevolking kan worden uitgedrukt in personen of in arbeidsjaren. Omdat veel mensen in deeltijd werken, is de beroepsbevolking uitgedrukt in personen groter dan in arbeidsjaren. De personen/arbeidsjaren-ratio geeft deze verhouding weer. Een ratio van 1,25 betekent dat voor één volledige baan 1,25 personen nodig zijn. Gemiddeld werkt men dan 0,8 jaar per persoon.

De omvang van de beroepsbevolking (aanbod van arbeid) wordt beïnvloed door:

  • Conjuncturele ontwikkelingen (aanzuig- en ontmoedigingseffect)
  • Structurele groei van de bevolking
  • Maatschappelijke ontwikkelingen (bijv. vrouwenemancipatie, langer doorwerken van ouderen)
  • Toename of afname van arbeidsmigranten
  • Wetgeving (leerplicht, pensioenleeftijd)
  • Gezondheidstoestand

De potentiële beroepsbevolking (15-75 jaar) wordt onderverdeeld in beroepsbevolking en niet-beroepsbevolking. De beroepsbevolking omvat werkenden en werkzoekenden die minimaal één uur per week willen werken en direct beschikbaar zijn. De niet-beroepsbevolking bestaat uit mensen die niet werken en niet op zoek zijn naar werk, zoals huisvrouwen, gepensioneerden, studenten en arbeidsongeschikten.

Arbeidsparticipatiegraad

De arbeidsparticipatiegraad geeft aan welk percentage van de potentiële beroepsbevolking deelneemt aan het arbeidsproces:

  • Netto participatiegraad: (werkzame beroepsbevolking / potentiële beroepsbevolking) x 100%
  • Bruto participatiegraad: (beroepsbevolking / potentiële beroepsbevolking) x 100%

Veranderingen in de beroepsbevolking

De beroepsbevolking verandert voortdurend door instroom (schoolverlaters, herintreders) en uitstroom (pensioen, arbeidsongeschiktheid). Door vergrijzing daalt het aantal werkenden ten opzichte van het aantal uitkeringsontvangers. Een hogere participatiegraad helpt de uitkeringen betaalbaar te houden. Maatregelen om participatie te verhogen zijn:

  • Verhogen van de AOW-leeftijd
  • Verruimen van kinderopvangmogelijkheden
  • Herkeuren van arbeidsongeschikten
  • Activeren van werklozen

Arbeidsmarktontwikkelingen en sociale zekerheid

De arbeidsparticipatie van vrouwen is de afgelopen decennia sterk gestegen en nadert die van mannen. Na het 50ste levensjaar neemt de participatie bij beide geslachten af. Laagopgeleiden hebben gemiddeld een lagere participatie en loon. Zij werken vaker met flexibele contracten of als zzp'er. Ook arbeidsmigranten, met name uit Midden- en Oost-Europa, zijn actief in deze sectoren. Tegelijkertijd is er een grote vraag naar hoogopgeleide kennismigranten.

De economische crisis van 2008 leidde tot oplopende werkloosheid en financiële druk op de overheid. Een belangrijke graadmeter voor de betaalbaarheid van uitkeringen is de i/a-ratio (inactieven-actieven-ratio):

i/a-ratio = (inactieven / actieven) x 100 = (ontvangers van uitkeringen / betalers van sociale premies) x 100

Een stijgende i/a-ratio betekent dat minder werkenden de uitkeringen moeten financieren, wat leidt tot mogelijke verhoging van sociale premies of verlaging van uitkeringen. Oplossingen zijn:

  • Meer werkenden (bijv. langer doorwerken stimuleren)
  • Minder uitkeringsgerechtigden (bijv. herintreders en werklozen activeren)

Samenvatting:

Deze tekst bespreekt de beroepsbevolking en factoren die de omvang en samenstelling beïnvloeden. Belangrijke thema’s zijn:

  • Veranderingen in de beroepsbevolking door vergrijzing, migratie, onderwijs en beleid
  • Arbeidsparticipatie en manieren om deze te meten
  • Invloed van conjunctuur op de arbeidsmarkt
  • Betaalbaarheid van sociale zekerheid via de i/a-ratio

Een hoge arbeidsparticipatie is essentieel voor economische stabiliteit en sociale zekerheid. Beleidsmaatregelen kunnen helpen om de participatiegraad te verhogen en de impact van vergrijzing en economische schommelingen op te vangen.

De werkgelegenheid is de vervulde vraag naar arbeid. Over het algemeen wordt de vraag naar arbeid bepaald door de totale productie en de arbeidsproductiviteit (de gemiddelde productie per persoon).   Werkgelegenheid = Totale productie / Arbeidsproductiviteit   De arbeidsproductiviteit kan worden uitgedrukt in de gemiddelde productie per persoon of per arbeidskracht, bijvoorbeeld per uur, per jaar, in aantal producten of in geldwaarde van de geproduceerde goederen.   Wanneer veranderingen van grootheden in procenten worden weergegeven, is het raadzaam indexcijfers te gebruiken. De formule wordt dan:   Indexcijfer werkgelegenheid = (Indexcijfer productie / Indexcijfer arbeidsproductiviteit) x 100   Bij een stijgende productie en een gelijkblijvende arbeidsproductiviteit neemt de werkgelegenheid toe. De productie in de publieke sector wordt beïnvloed door politieke keuzes: sommige partijen pleiten voor een grotere overheidsproductie, terwijl anderen een kleinere overheid nastreven. In de private sector hangt de productie onder andere af van de bestedingen. Tijdens een laagconjunctuur zijn de bestedingen laag, wat leidt tot een lagere productie en minder werkgelegenheid. Daarnaast speelt de concurrentiepositie een belangrijke rol. Factoren zoals productiekosten en productkwaliteit bepalen de concurrentiekracht van een bedrijf. Vooral de loonkosten per product zijn van belang, zeker bij arbeidsintensieve productiemethoden waarbij veel arbeid wordt ingezet ten opzichte van kapitaal. Bij kapitaalintensieve productiewijzen wordt er juist meer kapitaal dan arbeid gebruikt.   De loonkosten per product worden berekend met de volgende formule:   Loonkosten per product = Loonkosten per werknemer / Arbeidsproductiviteit   Bij gebruik van indexcijfers:   Indexcijfer loonkosten per product = (Indexcijfer loonkosten per werknemer / Indexcijfer arbeidsproductiviteit) x 100   Een sterke stijging van de loonkosten per product, bijvoorbeeld door loonstijgingen zonder een bijbehorende toename van de arbeidsproductiviteit, kan de winst onder druk zetten. Dit kan ertoe leiden dat bedrijven verhuizen naar lagelonenlanden of de productie minder arbeidsintensief maken via diepte-investeringen.   Bij een diepte-investering schaft een bedrijf machines aan, waardoor de verhouding tussen kapitaal en arbeid toeneemt en de productie kapitaalintensiever wordt. Dit verhoogt de arbeidsproductiviteit. Bij een breedte-investering blijft de verhouding tussen kapitaal en arbeid gelijk, waardoor de arbeidsproductiviteit niet verandert.   Innovaties, zoals verbeteringen van producten of productieprocessen, kunnen de concurrentiepositie versterken door een betere productkwaliteit of efficiëntere productieprocessen. Investeringen in menselijk kapitaal, oftewel de kennis en vaardigheden van werknemers, vergroten de innovatiekracht van bedrijven.   Er zijn bedrijven die groeien en werkgelegenheid creëren, terwijl andere bedrijven krimpen of failliet gaan en werkgelegenheid vernietigen. Het saldo van baancreatie en baandestructie bepaalt de verandering in de werkgelegenheid. Dit proces wordt aangeduid als creatie en destructie van werkgelegenheid.   In Nederland is veel werkgelegenheid verschoven van de primaire sector (landbouw) en de secundaire sector (industrie) naar de tertiaire sector (diensten). Daarnaast is er de quartaire sector, die bestaat uit niet-commerciële dienstverlening vanuit de overheid. In de primaire en secundaire sector vinden veel diepte-investeringen plaats, waarbij technologie zorgt voor efficiëntere productie en minder arbeiders nodig zijn. In de tertiaire en quartaire sector zijn dergelijke automatiseringsmogelijkheden beperkter, waardoor het grotendeels mensenwerk blijft.  

De veranderende arbeidsmarkt

  De manier waarop we arbeid organiseren, is voortdurend in ontwikkeling. Denk bijvoorbeeld aan recente trends zoals robotisering, digitalisering en kunstmatige intelligentie. Deze technologische vooruitgang stelt nieuwe eisen aan de vaardigheden van werknemers, waardoor de vraag naar scholing, omscholing en bijscholing toeneemt.   Daarnaast wordt de samenleving steeds internationaler. Veel bedrijven opereren op een wereldwijde markt, wat leidt tot toenemende concurrentie en een grotere vraag naar flexibel inzetbare werknemers. Ook de vergrijzing van de bevolking heeft invloed op de arbeidsmarkt: de zorgsector groeit, omdat er steeds meer behoefte is aan zorgpersoneel.  

Invloeden op de arbeidsmarkt

  Niet alleen technologische en demografische ontwikkelingen spelen een rol, maar ook veranderingen in de omgeving. Zo leidt klimaatverandering tot een grotere vraag naar duurzame energie en milieuvriendelijke innovaties. Daarnaast beïnvloedt vergrijzing de arbeidsmarkt doordat het aantal werkenden in verhouding tot het aantal gepensioneerden afneemt.   De overheid heeft een belangrijke invloed op de arbeidsmarkt. Met wetten en regelgeving, zoals de minimumloonwetgeving en ontslagregels, bepaalt zij de spelregels voor werkgevers en werknemers. Bovendien investeert de overheid in onderwijs en scholing om de beroepsbevolking voor te bereiden op de banen van de toekomst.  

Dynamiek van de arbeidsmarkt

  De arbeidsmarkt is een dynamisch systeem dat voortdurend in beweging is. De vraag naar arbeid wordt beïnvloed door economische ontwikkelingen, technologische vooruitgang, demografische verschuivingen en overheidsbeleid.   Een onderzoek naar werknemerstevredenheid kan inzicht geven in hoe mensen hun werk ervaren. Onderstaande tabel laat bijvoorbeeld zien hoe werknemers hun salaris en werk waarderen:  

    Onderwerp     Tevreden (%)     Ontevreden (%)  
  Salaris   52%   48%  
  Werk   63%   37%  

        Let op: een werknemer die niet "tevreden" heeft aangegeven, hoeft niet per se ontevreden te zijn; hij of zij kan ook een neutrale mening hebben.  

Wat betekent dit voor jou?

  Ben je student of werkzoekende? Dan is het belangrijk om je goed te verdiepen in de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Door op de hoogte te blijven van trends en vooruitzichten kun je jezelf beter voorbereiden op de toekomst. Denk hierbij aan:     Het volgen van opleidingen en cursussen       Het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden       Netwerken met andere professionals     De arbeidsmarkt biedt veel kansen voor wie zich goed voorbereidt en flexibel blijft.  

Tot slot

  Dit is slechts een beknopte samenvatting van een complex onderwerp. De arbeidsmarkt is continu in beweging en wordt beïnvloed door tal van factoren. Wil je je verder verdiepen in een specifiek aspect, zoals de invloed van technologie, vergrijzing of overheidsbeleid? Laat het me weten!    

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.