Hoofdstuk 2 Het Marketingplanningsproces (boek: Handel en Marketing)
Segmentatiecriteria in de consumentenmarkt
- Geogra!sche criteria
- demogra!sche criteria
- economische criteria
- gedragscriteria
Geograifsche criteria
Hierbij delen we de markt op in gebieden. een Nederlands bedrijf dat internationaal handelt, zal
vaak kiezen voor een eerste verdeling van de markt op basis van landen.
Demogra!sche criteria
Bij demogra!sche criteria gaat het om factoren zoals leeftijd, geslacht, etnische afkomst en de
grootte en samenstelling van de huishoudens. Een sterk punt van deze criteria is dat er veel
informatie over te verkrijgen is.
Economische criteria
In bepaalde markten is het zinvol om op basis van het inkomen marktsegmenten te
onderscheiden. Toch is enige voorzichtigheid hier geboden.
Gedragscriteria
Hierbij gaat het om gedragskenmerken in de vorm van normen en waarden, gewoonten,
interessen, lifestyle, merk- en winkeltrouw en gevoeligheid voor reclame.
Segmentatiecriteria in de b2b-markt
•SBI-code
•Omvang van bedrijven
•Geogra!sche criteria
SBI-Code
SBI staat voor Standard Business Index. Dit is een codering die elk bedrijf krijgt op het moment
dat het zich laat inschrijven bij de KVK. De codering is gebaseerd op de hoofdactiviteiten van het
bedrijf op het moment van oprichting.
Bedrijfsomvang
Als criterium voor de omvang van bedrijven gebruiken we het aantal personeelsleden en de
omzetcijfers.
Geogra!sche criteriaDeze zijn vergelijkbaar met de criteria die we hiervoor besproken hebben. Behalve een indeling
naar landen komen we hier ook indelingen tegen op basis van provincies en regio’s.
Het gedrag van de koper in de consumentenmarkt
Routinematig aankoopgedrag (RAG)
Iemand die wekelijks een supermarkt bezoekt zal bij de aankoop van zijn levensmiddelen vooral
gebruik maken van zijn kennis van en ervaring met de producten die hij aankoopt. Hij besteedt
een MINIMALE hoeveelheid tijd aan de aankoop en heeft nauwelijks informatie nodig.
Beperkt probleemoplossend aankoopgedrag (BPO)
Iemand die voor de derde keer in acht jaar tijd een nieuwe pc aanschaft, zal zeker behoefte
hebben aan informatie. Om deze informatie te verzamelen bezoekt hij voordat hij gaat beslissen
enkele zaken die pc’s verkopen. De totale tijd die hij besteedt aan de aanschaf is beduidend
groter dan die bij routinematige aankopen
Uitgebreid probleemoplossend aankoopgedrag (UPO)
Hier gaat het om de aanschaf van producten die je slechts een of enkele keren in je leven doet,
zoals de aanschaf van een nieuwe keuken. Meestal is er een groot bedrag mee gemoeid. Omdat
je geen, of slechts beperkte, ervaring hebt met de aanschaf en het !nancieel risico van een
miskoop erg groot is, besteed je veel tijd aan het verzamelen van informatie. Het koopproces
neemt veel tijd in beslag.
Vaktermen:
Straight rebuy (RAG):
Dit noemen we ook wel de herhalingsaankoop
Modi!ed rebuy (BPO)
Ofwel de herziene aankoop. Hierbij kan het gaan om het wisselen van leverancier of het wisselen
van merk. deze beslissing kan voortkomen uit ontevredenheid over de huidige leverancier.
New Task Buying (UPO)
De eerste aankoop. Het betreft hier elke situatie die voor het inkopend bedrijf in meer of
mindere mate nieuw is. Voor een startend bedrijf vallen hier dus nagenoeg alle inkopen onder.
Voor een bedrijf dat al langere tijd draait, betreft het meestal de aanschaf van nieuwe machines
en dergelijke. Keurmerken Aankoopgedrag
RAG BPO UPO
Aankoopfrequentie hoog beperkt laag
Behoefte aan informatielaag beperkt hoog
Aantal alternatieven dat men in overweging neemt laag beperkt hoog.
Marktaandeel
Eigen omzet
Marktaandeel = ------------------------------------------------------- x 100%
De totale omzet van de markt
Strategisch en Operationeel plan
Strategisch plan:
In een strategisch plan staat de beslissingen die voor een langere periode geldig blijven.
Bij markting denken we dan aan een periode van drie tot vijf jaar. De basis voor deze
beslissingen vormt de strategische doelstelling.
Operationeel plan:
Invulling van de activiteiten die op korte termijn tot de jaardoelstelling moet leiden.
Hoofdstuk 3 Marktonderzoek (boek: Handel en Marketing)
zie boek
Hoofdstuk 4 Het strategisch marketingplan (boek: Handel
en Marketing)
SMART-methode
Speci!ek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden
Speci!ek
Het doel is duidelijk en concreet. Een heldere doelstelling geeft antwoord op de zes W-vragen:
Wie? Wat? Waar? Wanneer? Welke? en Waarom?
Aan een duidelijke doelstelling kun je gemakkelijker invulling geven.
Meetbaar
Bedenk een manier om je succes te meten. Wil je een x aantal exemplaren verkopen? Wil je
binnen een maand tien nieuwe relaties aan je bestand toevoegen? Hoe ziet het beoogde
eindresultaat er precies uit?
Acceptabel
Dit betekent niet alleen dat je doelstelling in overeenstemming is met de doelstellingen van de
organisatie. Je moet ook weten of alle betrokkenen mee willen doen.
Tip: Vergroot je draagvlak door mensen mee te laten denken over de doelstelling
Realistisch
Je kunt nog zo’n mooi plan maken, het moet wel haalbaar zijn. Haalbaar en uitvoerbaar. Tijdgebonden
Een goede doelstelling heeft een begin en een eind. Dit geldt vooral voor doelen op de korte
termijn. Bijvoorbeeld: Ik wil binnen een half jaar de omzet verdubbelen.
Marktbenaderingsstrategie
•Ongedifferentieerde marktbenadering
•Geconcentreerde marktbenadering
•Gedifferentieerde marktbenadering
Ongedifferentieerde marktbenadering
Deze marktbenaderingsstrategie noemen we ongedifferentieerde marktbenadering omdat we
met 1 marketing mix ALLE SEGMENTEN TEGELIJK BEWERKEN. Je houdt nu dus geen rekening
met verschillen die er tussen de segmenten bestaan. Dit pas je toe als de verschillen tussen de
segmenten erg klein zijn.
Geconcentreerde marktbenadering
Wanneer je een deel van de markt bewerkt met een SPECIAAL HIEROP AFGESTEMDE
MARKETINGMIX, pas je geconcentreerde marktbenadering toe. De naam zegt het eigenlijk al: Je
concentreert je op een deel van de markt. Dit deel kan op zich weer bestaan uit een of enkele
segmenten die je hebt samengevoegd. Het grote voordel is dat je je geheel kunt concentreren
op de wensen van de doelgroep
Gedifferentieerde marktenadering
Als je rekening houdt met de verschillen tussen de combinaties van marktsegmenten, dan
spreken we van gedifferentieerde marktbenadering. VOOR ELKE COMBINATIE GEBRUIK JE EE
HIEROP AFGESTEMDE MARKETINGMIX. Dit kan betekenen dat er alleen verschillen in het
aangeboden product bestaan, maar het kan ook betekenen dat de gehele marketingmix anders
is. Vanwege de hogen kosten die een dergelijke marktbenadering met zich mee brengt past
deze strategie goed bij grotere bedrijven. De meeste automerken volgen een dergelijke
strategie.
Hoofdstuk 5 Het Operationeel Marketing Plan (boek: Handel
en Marketing)
Marketingmix
De combinatie van de marktinstrumenten waarmee een bedrijf zijn marketingdoelstelling wil
bereiken.
Operationeel plan
De invulling van de activiteiten die tot het bereiken van de jaardoelstelling moeten leiden.
Operationele marketingdoelstelling
De doelstelling van je marketingbeleid vor de periode van een jaar.
Substitueerbaar(heid)De mogelijkheid om een bepaald markinstrument binnen de marketingmix geheel of
gedeeltelijk te vervangen door een ander instrument
Hoofdstuk 6 De marktinstrumenten (boek: Handel en
Marketing)
Zie boek blz. 69
Hoofdstuk 2 Externe Analyse (boek: Commercieel
Management)
De primaire vraag en de secundaire vraag
Als je vaststelt hoeveel mountainbikes er ongeacht het merk verkocht zijn, dan breng je de
primaire vraag in beeld. Als Giant vaststelt hoeveel er van het merk zijn verkocht, dan brengt
men de secundaire vraag in beeld.
De initiële vraag, vervangingsvraag en additionele vraag
Voorbeeld: Auto
- Vervangingsvraag
Men koopt een nieuwe auto omdat die in hun ogen versleten is.
- Initiële vraag
Men koopt voor het eerst in hun leven een nieuwe auto
- Additionele vraag
Men koopt een tweede auto‣
De !nale vraag en de afgeleide vraag
Afgeleide vraag
Grondstoffen, Halffabricaten en machines
Finale vraag
Consumptiegoederen
Inkomenselasticiteit van de vraag
Als het inkomen van consumenten verandert, zal dit invloed hebben op de hoeveelheid die men
van bepaalde goederen koopt. Het verband tussen een inkomensverandering en de verandering
van de gevraagde hoeveelheid van een bepaald goed (product), drukken we uit in de
inkomenselasticiteit van de vraag.
Formule:
% verandering van de gevraagde hoeveelheid
EVI= -------------------------------------------------------------------------------------
% verandering van het inkomen
Goederen indeling:
Soort goed Waarde EVI Voorbeeld
Primaire goederen ofwel
noodzakelijke goederen
EVI is groter dan 0 maar
kleiner dan 1
Levensmiddelen
Luxegoederen EVI is groter dan 1 Auto
Inferieure goederen EVI is kleiner dan 0 Enkel glas in huizen
De invloed van de prijs nader bekeken
Als de prijs van sigaretten stijgt, zal dit gevolgen hebben voor het aantal pakjes dat men per jaar
koopt. De prijsstijging betekent niet dat de consument minder gaat roken. Het is heel
waarschijnlijk dat de daling van het aantal verkochte pakjes sigaretten geheel wordt
gecompenseerd door een stijging van de vraag naar shag.
Om deze 2 effecten van elkaar te onderscheiden, gebruiken we twee elasticiteiten:
De prijselasticiteit van de vraag EVP
De kruislingse prijselasticiteit van de vraag EVX
In eerdergenoemd voorbeeld geeft de EVP de relatie weer tussen het % verandering van de prijs
van sigaretten en het % verandering van de gevraagde hoeveelheid sigaretten. De EVX geeft de
relatie weer tussen het % verandering van de prijs van sigaretten en de gevraagde hoeveelheid
shag.Formules:
% verandering van de gevraagde hoeveelheid Product 1
EVP= ------------------------------------------------------------------------------------------------
% verandering van de prijs product 1
% verandering van de gevraagde hoeveelheid Product 2
EVX= -------------------------------------------------------------------------------------
% verandering van de prijs product 1
Indeling vraag op basis van EVP
Waarde van de EVP Soort vraag
EVP < - 1 Prijselastische vraag
EVP = - 1 Uni-elastische vraag
EVP > - 1 Prijsinlastische vraag
Indeling van goederen op basis van EVC
Waarde van de EVX Soort product ten opzichte van elkaar
EVX > 0 Concurrerende goederen ofwel substitutiegoederen
EVX = 0 Onafhankelijke goederen
EVX < 0 Complementaire goederen
Concurrerende goederen > Zijn goederen die elkaar kunnen vervangen
Complementaire goederen> Twee producten die in combinatie met elkaar een bepaalde
behoefte bevredigen; Shag en vloeitjes heb je in combinatie nodig om te kunnen roken. Behoeften, koopmotieven en producten (Psychologische Factoren)
Behoefte Koopmotief Product
Zelfontplooiing Iets oever een onderwerp willen weten Boek, DVD
Erkenning en Waardering Je kunstzinnigheid willen uiten
Bepaald merk kleding,
Nieuwste type mobiele telefoon.
Veiligheid en Zekerheid Status, Bij een groep willen horen, niet allen willen zijn
op vakantie, je willen beschermen tegen inbraak,
geen financieel risico van een ongeval willen lopen.
Alarminstallatie installeren, verzekering afsluiten.
Eerste levensbehoeften Honger willen stillen,
levensmiddelen, beschermd willen zijn tegen de kou
Centrale verwarming
Hoofdstuk 3 Interne Analyse (boek: Commercieel
Management)
Marktinstrumenten
Marktinstrument Kengetal
Product Brutorendementsgetal
Omloopsnelheid
Prijs Prijsbeleving
Plaats Distributiekengetallen
Promotie Naamsbekendheid
Imago
Gemiddelde ordergrootte
Succes Rate‣
Marktaandeel
Eigen omzet in jaar ......
Marktaandeel = --------------------------------------------------------- * 100% =
Totale omzet in de markt in jaar ...
Eigen marktaandeel
Relatieve Marktaandeel = --------------------------------------------------------- * 100% =
Marktaandeel grootste concurrent
Hoofdstuk 4 Strategische Beslissingen (boek: Commercieel
Management)
Groeistrategieën van Ansoff
Product / Markt
Huidige Markt Nieuwe Markt
Huidige assortiment of
huidige product
Marktpenetratie Marktonwikkeling
Nieuw assortiment of nieuw
product
Product onwikkeling Diversificatie
BGG-Matrix
Laag marktaandeel Hoog marktaandeel
Hoge marktgroei Question Marks
Strategie: Investeren in de
klant zodat het een star
wordt of afstoten.
Stars
Strategie: Veel investeren
in de klantrelatie en tot
cash cow maken
Lage marktgroei Dogs
Strategie: Met minimale
inspanningen uitmelken en
daarna afstoten
Cash Cows
Strategie: Onderhouden
van de klantrelatie
Cash cows
Dit is een klantengroep met een hoog marktaandeel in een uitgegroeide markt. Met relatief lage
verkoopkosten kan men deze klantengroep onderhouden. De cash cows zijn de basis voor de
onderneming
StarsDit is een klantengroep met een hoog marktaandeel in een sterk groeiende markt. Deze
klantengroep brengt investeringen met zich mee: Het ontwikkelen van nieuwe producten, het
investeren in nieuwe toepassingen, marketing- en promotiekosten enz. Aangezien de stars niet
direct geld opleveren, moet de marge bij de cash cows vandaan komen.
Question marks
Dit is een klantengroep met een laag marktaandeel in een groeiende markt. Met de juiste
strategie en voldoende investeringen kan deze groep uitgroien tot star. Het is echter niet zeker
dat deze groep inderdaag voldoende op gaat leveren, dus hier moet een moeilijke keuze
gemaakt worden: Er vol voor gaan of afstoten.
Dogs
Dit is een klatnengroep met een laag marktaandeel in een uitgegroeide markt. Veel investeren in
verkoopactiviteiten levert niets meer op. Daarom wordt deze klantgroep zonder extra
inspanningen ‘uitgemolken’ en uiteindelijk afgestoten.
Hoofdstuk 5 Productbeleid (boek: Commercieel
Management)
‣
De gebruikswaarde en de emotionele waarde
Gebruikerswaarde Emotionele waarde
- Materiële eigenschappen
- Technische eigenschappen
- Immateriële eigenschappen
- Grantie
- Service
- Design
- Plaats waar een product te koop is
- De prijs van het product
- Het imago van het product
- wat kan ik met het product * wat voor gevoel heb ik bij het product
Het totale product bestaat uit drie onderdelen
1. Fysieke eigenschappen
2. Toegevoegde eigenschappen
3.Afgeleide eigenschappen
De fysieke eigenschappen
De fysieke eigenschappen zijn de technische eigenschappen die een product maken tot wat het
is. Een printer print, een auto rijdt en een boormachine boort. Op basis an deze eigenschappen
zijn er geen grote verschillen tussen de producten van verschillende aanbieders. Dat betekend
dat men hiermee nauwelijks kan concurreren met elkaar.
Het geheel van deze fysieke eigenschappen noemen we het fysieke product.
De toegevoegde eigenschappenOmdat afnemers van elkaar verschillen, stelt men verschillende eisen aan een product. Hierop
kun je inspelen door speci!eke eigenschappen toe te voegen waardoor het product beter
aansluit op de wenesn van je eigen doelgroep. Deze toegevoegde eigenschappen kunnen zowel
de gebruikerswaarde als de emotionele waarde van het product verhogen.
Deze toegevoegde eigenschappen kunnen behoren tot:
- De subinstrumenten van het product: Assortiment, verpakking, design, merk en service
- De overige instrumetnen: Prijs, Plaats, Promotie
De afgeleide eigenschappen
Hier gaat het om eigenschappen die de consument aan het product toekent. Deze toegekende
eigenschappen zijn gebaseerd op de verawchtingen die hij van het product heeft. Dit kan
betrekking hebben op de duurzamaheid, het persoonlijk nut en de status die het product geeft.
Reclame, de mening van een andere personen en persoonlijke ervaringen spelen hierbij een
belangrijke rol. Ofschoon de consument deze eigenschappen bepaalt, kan de ondernemer door
een uitgekiende inzet van marktinstrumenten hierop wel invloed uitoefenen. De verwachtingen
van de afnemer kunnen uiteindelijk positief uitwerken, maar ook negatief. Je zou kunnen
zeggen: De afgeleide eigenschappen verhogen de emotionele waarde en daar door de totale
waarde of ze verminderen de emotionele waarde en daardoor de totale waarde.
Hoofdstuk 6 De productmix (boek: Commercieel
Management)
Assortimentsbreedte:
Het aantal verschillende productgroepen BINNEN een assortiment
Assortimentsdiepte:
Aard en mate van samenhang tussen productgroepen
Assortimentshoogte:
Het gemiddelde prijsniveau van de producten in het assortiment
Assortimentslengte:
De gemiddelde voorraad van de gevoerde producten binnen het assortiment
Collectief fabrikantenmerk (paraplumerk):
Overkoepelend merk dat voor verschillende producten gebruikt wordt.
Emotional appeal
Vermogen van een product of onderdelen van het product om bepaalde gevoelens op te
roepen
Parallellisatie
Uitbreiden van het assortiment met branchevreemde artikelen.
Productdifferentiatie
Aanbieden van verschillende productvarianten die voor verschillende afnemersgroepen
aantrekkelijk kunnen zijn.‣
Servicegraad
Het percentage orderregels dat direct uitgeleverd kan worden.
Hoofdstuk 7 De prijs (boek: Commercieel Management)
Zie boek blz. 10
Marktvormen en vrijheid van prijsstelling
Als we naar markten kijken, kunnen we deze aan de hand van de hiervoor genoemde
omgevingsfactoren ondervedelen in vijf marktvormen.
1.Monopolie
2.Homogeen Oligopolie
3.Hetrogeen Oligopolie
4.Monopolistische concurrentie
5.Volledige mededinging
Soort
product
Aantal
aanbieders
Aantal
vragers
Monopolie Homogeen één Veel
Homogeen oligopolie Homogeen Enkele Veel
Heterogeen Oligopolie Heterogeen Veel Veel
Monopolistische concurrentie Heterogeen Veel Veel
Volledige mededinging Homogeen Zeer veel Veel Monopolie
Bij monopolie is er slechts één aanbieder van een product. Daarom is er ook automatisch sprake
van een homogeen aanbod. Je zou ook kunnen zeggen dat er sprake is van een uniek aanbod.
Theoretisch hoef je geen rekening te houden met je concurrenten en kun je op basis van kosten
en vraag de optimale prijs bepalen. In de praktijk is dit niet helemaal waar. Bij het kiezen van je
prijs zijn er twee vragen waar je rekening mee houdt:
1. In hoeverre zijn er substituten op de markt beschikbaar
2. In hoeverre is het mogelijk voor andere ondernemingen om ook in deze markt te stappen?
Homogeen oligopolie
Bij een homogeen oligopolie is er sprake van een homogeen aanbod door een beperkt aantal
aanbieders. Een homogeen aanbod betekent dat de aangeboden producten gelijkwaardig zijn
in de ogen van afnemers. Bij 100% homogene producten heeft een afnemer geen enkele
voorkeur voor een van de aanbieders op basis van producteigenschappen. Om te bepalen of er sprake is van veel of weinig aanbieders kijken we naar de C40-Index. Dat is het marktaandeel van
de vier grootste aanbieders samen. Indien de C4 > 70% spreken we van een oligopolie.
Een ondernemer die in een makrt zit die erg veel op een oligopolie lijkt, moet zichzelf twee
vragen stellen m.b.t zijn prijsbeleid:
1. In hoeverre kan ik met mijn prijs afwijken van die van de marktprijs?
2.Op welke manier kan ik concurreren?
Heterogeen oligopolie.
Bij een heterogeen oligopolie kun je denken aan de colamarkt. Naast Coca-Cola en Pepsi Cola
zijn er nog enkele kleine merken en een aantal zogenaamde winkelmerken. Op basis van de
hoge concentratiegraad (C4 > 70%) kunnen we hier spreken van een oligopolie. Daar in de ogen
van de consumenten Coca-Cola en Pepsi Cola ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de
overige cola merken duidelijk van elkaar verschillen, is er hier sprake van een heterogeen
oligopolie. Dat betekent dat hier meer mogelijkheden zijn voor verschillen in prijsstelling. Deze
verschillen in prijsstelling zijn gebaseerd op de mate waarin er sprake is van een USP. Voor CocaCola en Pepsi Cola zijn dat behalve de smaak vooral het image. Zowel Pepsi als Coca-Cola
onderhouden en versterken hun imago door middel van gigantische promotie budgetten.
Monopolistische concurrentie
Hier zijn veel aanbieders in combinatie met een hetrogeen aanbod. Het feit dat hier veel
aanbieders zijn, heeft de volgende gevolgen:
- Een geslaagde actie van de ene aanbieder is slechts in beparkte mate merkbaar voor e andere
aanbieders. Een grote afzetstijging van de één is het gevolg van een betrekkelijk kleine
afzetdaling bij vele andere.
- De markt is voor de afnemers veel ondoorzichtiger. Dat betekent dat het onmogelijk is om het
gehele aanbod in hun keuze te betrekken. bovendien is het moeilijk om producten met elkaar
te vergelijken als gevolg van de heterogeniteit van het aanbod.
Voorbeelden van markten met monopolistische concurrentie zijn de kleding- en de
cosmeticamarkt.
Volledige mededinging
Bij volledige mededinging zijn er naast een homogeen aanbod zeer veel aanbieders van het
product. Omdat er sprake is van homogene producten bepaalt de markt de prijs van deze
producten. In tegenstelling tot homogeen oligopolie, hebben we nu te maken met zeel veel
aanbieders in plaats van met enkele aanbieders. Als er bij homogeen oligopolie een grote
aanbieder wegvalt, zal dit tot gevolg hebben dat de balans tussen vraag en aanbod verstoord
wordt en dat de marktprijs zal stijgen. Bij volledige mededinging is het aantal aanbieders zo
groot dat het niet opvalt wanneer zelfs de grootste individuele aanbieder wegvalt. De
prijsvorming van agrarische producten vertoont veel kenmerken van deze marktvorm. Dat
betekent dus dat een boer geen enkele invloed kan uitoefenen op de prijs. Hij krijgt voor de
producten die hij via de veiling verkoopt gewoon de geldende veilingprijs. Hij kan slechts kiezen
tussen wel of niet de producten aanvoeren op de veiling bij deze geldende prijs.
REACTIES
1 seconde geleden